Eustachi
Rakelings over de huizen vliegt het tuig. De laaghangende wolk plakt aan de vleugel, rekt mee en laat dan toch maar los zoals een wat op een wond. De benauwde buis zit vol eenzaamheid, doodsangstige vijanden van de zwaartekracht, gekapt en gefilterd. Maar niemand geeft het toe.
Sommige bruiloften duren drie dagen. Dagen vol transcendente muziek, dans en zang. De boze geesten worden bezworen, duivels maagdelijk uitgedreven. Kleurrijke bloemen gewikkeld in plastic tasjes en aluminiumfolie sterven langzaam en ongezien. De dood moet je vieren met eeuwige trouw.
Een paar honderd meter verder klonk middenin de nacht een knal. Een explosie. De kraak die plofte, de buit was een lege kluis. Een scooter brak zijn val op een boot en de boot maakte water, zonk. Duizenden kilometers van hier, laten het luttele lichtjaren zijn, implodeert een ster. Rode reus, witte dwerg, zwart gat. Ontsnappen is een utopie.