Ook in Engeland kun je wakker worden met een zingende vogel. Het is er waarschijnlijk nog eentje met de langste adem terwijl soortgenoten het uitsterven in de ogen kijken, of het gevleugelde loodje al hebben gelegd.
Maar hé, we zijn er weer. Het gekke eiland met zijn wonderlijke houtje-touwtje infrastructuur en geasfalteerde boomwortels. En toch ben ik hier graag. Misschien wel omdat ik er niet hoef te wonen.
De vraag is allang niet meer of ik wel in Nederland wil wonen. Liever niet. De (be)ziel(ing) ontbreekt, zo die er ooit is geweest. We zijn een raar stel bij elkaar, zelfingenomen doen alsof het normaal is op de door onszelf drooggelegde zeebodem te leven. Er komt een dag, en dat duurt niet lang meer in hondenjaren, dat we toch echt de realiteit onder ogen moeten gaan zien en moeten gaan kiezen. De meest voor de hand liggende optie is om al het ingepikte land weer zee te laten worden en de biezen te pakken. Ook wij zijn uiteindelijk binnenkort gewoon een stel eigenwijze klimaatvluchtelingen. Alleen willen we het maar niet tot ons door laten dringen. Met gevolgen. Aldus deze priester.
Goh, eigenlijk wilde ik iets mijmerend, poëtisch en gedragen schrijven. Maar nee, blijkbaar hadden mijn vingers andere plannen.
Engeland dus. Waar ik de komende dagen in gezelschap mag zijn van goede vrienden en muziek. Waar ik afgelopen zondag heel even reuze beroemd was door gedraaid te worden op Dandelion Radio; de bevlogen golflengte-erfenis van John Peel. Een radiostation waar alle ruimte is voor uiteenlopende muziek waarvan men denkt: John zou dit hebben gedraaid, zonder twijfel. Dat is toch een lekker jeukende reetveer, ja toch? En wordt het dan nog gekker? Jazeker, want na zondag zijn er nog twee nummers gedraaid. Nou, die nemen we dan toch maar mooi mee naar het Land van Schouderklopjes.
Tijd om mezelf genoegzaam uit bed te rollen en koffie te maken voor de gastvrouw. Zien we daarna wel weer verder.
Ik geef je Nadine Shah mee. Die zag ik 18 november sinds jaren weer optreden. En wat was dat goed!
Omdat ik niet weet waar te beginnen in een wereld die als een Zwitsers dorpje onder puin dreigt te verdwijnen, begin ik maar met het meest onschuldige. Een praatje met de zoon van de buurvrouw op de hoek. Hij zoekt haar elke week even op. Ze is al erg oud, maar hierboven werkt alles gelukkig nog goed. En hij tikt tegen zijn eigen hoofd. Nee, ze wil niet meer naar buiten. Tenminste, zo min mogelijk. En neem het haar maar eens kwalijk. Dwingen doe ik niet hoor. Ik vraag mij vooral af wat ik zelf zou willen op die leeftijd.
Ik sta daar met mijn lege boodschappentassen en knik. Nee, precies. Niet dwingen en zolang het verder allemaal nog gaat, vooruit dan maar. Hij bedankt mij voor de belangstelling en ik vraag hem om zijn moeder de groeten te doen.
Misschien is dat gek. Ik heb haar alleen een keer achter het keukenraam gezien toen ze naar haar zoon zwaaide en ik toevallig voorbij liep. En ik weet dat ze, toen ik hier net woonde, was gevallen in huis. Brandweer en politie, een huilende zoon. De konden niet naar binnen. Want dat is het mooie van een gerenoveerde flat: inbreken doe je er niet zomaar.
Het is hier minder grijs inmiddels en de zon doet een herfstige poging. Ik kan het wel waarderen. Zon en nevel. Niet te verwarren met de Belgische new wave-band Nacht und Nebel. Die de naam weer als 'grapje' had gelinkt aan de door onze eigen Adolf bedachte speciale strafkampen voor verzetsstrijders. Om het nog wat verder te mansplainen: Patrick Nebel was de oprichter van die band (dank je wel Wikipedia). Tja. Waarschijnlijk zou ik zelf de verleiding dan ook niet kunnen weerstaan om mijn duistere muziekjes dan van wat Nacht te voorzien. Maar goed. Dat is allemaal van een heel andere orde.
Voor de zoveelste keer in mijn broze bestaan ben ik vooral onrustig. De staat van alles wat veel te groot voor mij is, alles wat ik onmogelijk op kan lossen. Alle shit die aan de gang is en alleen maar erger lijkt te worden. En ik weet, shit is altijd relatief. Het komt in allerlei varianten, zoals we allemaal uit eigen ervaring weten.
Toch, ondanks mijn schriele pogingen te relativeren, context te zien en ander hoogdravend gespartel: ik ben ongerust. Alweer of nog steeds. Eigenlijk weet ik niet beter. Van kleins af aan heb ik het gevoel gehad dat er 'iets' boven mijn en ons hoofd hangt. Ik kan er niet bij, zoveel is zeker. Ik kan het ook niet zien, maar wel ervaren. Als ik onze huidige politiek no-no's mag geloven, dan is precies dat ervaren genoeg reden om iets als waar aan te nemen. Wij ervaren een crisis, dus dan is het een feit. Om Faber te parafraseren: ik ben crisis. (Verder wil ik niets met haar te maken hebben.)
Huilen dan. Als dat ooit lukt. Intern geen probleem, maar daar blijft het bij. Gelukkig is er dan nog de muziek en een podium waar ik binnen een getolereerd kader wat uiting kan geven aan mijn pijn en altijd aanwezige depressie. Mijn grote vriend.
Ik denk dat het bruggetje inmiddels wel duidelijk is. Afgelopen maand heb ik mijn nieuwste telg de grote boze wereld in geholpen. Wie man schreit. Hoe te huilen (of hoe te schreeuwen, kies maar, of doe het allebei). Of het echt een handleiding is weet ik niet. Dat laat ik aan de luisteraar. Doe gek en beluister 'm op bijvoorbeeld een gedrocht als Spotify. Of welk ander muziekplatform dan ook. Ik waardeer je oren.
Misschien moet ik weer eens een echte muzieknieuwsbrief de deur uit doen om onbeschaamd wat muziek te promoten. Misschien. Beter gezegd: zeker weten. Maar nu nog even geduld en gewoon dit platform bevuilen.
Het venijn kent een staart en daar zit het ook meestal in, als we de gebruikelijk taalbeulen mogen geloven. Ik geloof helemaal niks, zeker niet zomaar. Ik hoef ook niet eerst iets te zien. Bewijs dat zich opstapelt doet dat meestal ongezien en dan ineens BOEM! Ja joh, zo gaat dat.
Voor dit weer een totaal oeverloos eindeloos geklater aan woorden wordt, ter zake.
Het einde van deze maand komt in zicht en daarmee ook het begin van de volgende. Tot zover niks geks. Behalve dan een open deur zonder dranger. Dat zou verdomd handig zijn geweest.
Dus. Eind oktober. Volgende week zaterdag om precies te zijn. Dan ga ik herrie maken in de opperblokkendoos van Zuid-Holland, 't Blok. In Nieuwerkerk. Een dingetje aan de IJssel. Kan niet missen. Ook die avond: The Empty Horse. Niet te verwarren met een Trojaans paard. Dat zat vol, weet u nog?
De aansluitende week wordt het nog gekker allemaal.
Eerst naar De Riddert in Rotterdam op het ongelukkige tijdstip van 31 oktober. Mag de pret niet drukken. Een pompoen kan de was doen. En dat doe ik samen met jd meatyard en VICE VERA. Omdat ik de vrijdag die de maand aftrapt toch echt nog even rond moet rennen in Almere (met ongetwijfeld een brak hoofd van de avond die eraan voorafging), staat er op die vrijdag even geen muziek op het programma. Maar voor je het weet is het zaterdag 2 november en vind je dezelfde line-up die in Rotterdam rondspookte in het Utrechtse Café Averechts. De derde gang wordt op een gepaste late zondagmiddag opgelepeld in Q-Factory, Amsterdam.
Wil je het allemaal mooi op een rijtje? Geen probleem hoor. Kijk dan gewoon even hier.
Wat ik maar wil zeggen: je bent meer dan welkom.
En kom dan nu maar door met die dunne gouden muren. Beetje in de sfeer komen, ja toch.
Ook ik ben Brutus, zoals ik u ooit al eens toefluisterde. Dus ook ik ben nog even op mijn balkon gaan zitten met mijn schamele knietjes in de zon. Nu kan het nog, mensen, nu kan het nog. Daarbij, ook als het morgen nog kon, zou het aan mij niet zijn besteed. De werkdagen vangen aan.
Eerst even een dikke tip. Mocht u ooit verlegen zitten om pennen: ik ken een berging in een flat in Zuid-Holland waar u er meer dan genoeg zult aantreffen. Schroom niet en geef een gil, er zal met glimmende ogen en een groot hart worden opengedaan.
Een week of twee terug struinde ik met mijn vader door de berging van mijn ouders. Of eigenlijk is het beter om te zeggen: zijn berging. Bij de gratie Denkbeeldige Vriend mag de fiets van mijn moeder er staan. Dat is het wel zo'n beetje. Alles wat boven niet past, staat hier. Ook boven staat het grootste deel van het huis tot zijn 'nou, laten we dit nog maar niet weggooien'-dienst.
In de berging doet de oude linnenkast als ombouw van alles wat je maar kunt verzinnen. Er leeft een heel verleden in die kast, een kindertijd ook. Zowel van hem als die van mij. Een feest van herkenning. Van elektrische trein tot echte Dinky Toys. En van kromgetrokken, aan elkaar plakkend vergeeld plastic LP-hoezen tot, nou ja, pennen dus. Het is een kleedjesmarkt in het klein. Vishengels, platenspelers (“ja, houd die maar even apart, die moet ik nog testen als ik eens tijd heb. Misschien zijn ze beter dan wat ik boven al heb staan”), kleding en fietsen. En dan nog heel veel meer in dozen die dan weer in dozen en doosjes zitten. Ik denk dat we hier een moderne versie van de Matroesjka-pop is te pakken hebben.
De reden van ons avontuur daar beneden was het zoeken (en vinden!) van een complete stereoset. Tuner, versterker en dubbelcassettedeck compleet met speakers. Hopsa, komt u maar door. Nog een cd-speler erbij en een splinternieuwe 'Spoortas' (“misschien moet je die een keer invetten, dan wordt het allemaal weer soepel. Zijn echt hele goede tassen hoor, bijna niet stuk te krijgen. Past zo je laptop in”).
We hebben het spul tijdens deze queeste apart gezet en gisteren hebben mijn ouders het bij mij thuis afgeleverd. Nadat ze weg waren kon ik mij niet bedwingen en ben aan het schoonmaken, nakijken en rommelen gegaan. Het eindresultaat is volgens mij best prima. Een combinatie van wat ik al had en wat er nu is bijgekomen. En dan mooi nog wat achter de hand voor als het nodig is. Wat dat betreft is mijn berging een milde afspiegeling van die in dat dorp aan de IJssel. Familietrekje, vrees ik. Daar zal ik dan binnenkort een beetje op zaken moeten stellen, want stiekem is dat ook een verzamelhok geworden. En dat terwijl ik liever geen spullen heb. Althans, dat maak ik mezelf wijs.
Inmiddels wordt het gras voor de flat hier met een hoop kabaal gemaaid en is mijn aanmelding bij Extinction Rebellion per mail bevestigd. Dat was een gedachte waar ik al langer een daad van wilde maken. Het zetje werd gegeven door het boek Wat is ruimte waard. Het is de zoveelste bevestiging dat alleen instemmend knikken bij XR-acties mij geen voldaan gevoel geeft. Ik wil meer doen. Wat en hoe weet ik nog niet. Dat is ook het prettige, je moet daar niets. Deze stap is in elk geval gezet – een kleine voor een schriel mannetje als ik, maar een grote voor wat er na mij komt. Tenminste, als de rebellie tegen het uitsterven niet al veel te laat is begonnen. Wat natuurlijk zo is; we zijn een kansloos hoopje ellende met z'n allen. Maar laat mij dan maar met lijm aan mijn handen sterven.
Vandaag kocht ik een aangenaam geprijsde cd van wijlen Johnny Cash met daarop aardig wat nummers die nog niet zijn grijsgedraaid. Iets te ontdekken. Dat geldt niet voor dit liedje van New Order. Het kwam voorbij op een mixtape, lang leve de cassettes.
Het geluid, de monotone zoem, van alles met een motor gaat eindeloos aan mijn balkon voorbij. De beats ontbreken ook niet, raampjes open. De nazomerdagen worden in een betoverde stoet stuiptrekkend geconsumeerd.
Ik kijk over de bomen die nog vol en groen zijn. En ik weet dat ook die magie zomaar kan worden verbroken. Je gaat naar bed in het groen en wordt wakker in een kale, roodbruine wereld. Die wereld is ook best te pruimen trouwens. De herfst heeft haar eigen charme. Zolang we nog vier seizoenen hebben, moeten we ze koesteren.
Toch, de aanstaande kaalheid, die kan ik wel missen. Het aangenaam ritselend en verhullende blad dat huizen en parkeerplaatsen vol blik verbergt en mij heel soms de illusie geeft dat het allemaal wel meevalt. Bomen kunnen ook betoveren.
Maar natuurlijk valt het niet mee. U kent deze misantroop.
De werkvakantie in Engeland lijkt alweer zo lang geleden. En het was allesbehalve lijden. Inmiddels zijn de zilveren schijfjes in de maak en ben ik aan het nadenken over het wel of niet officieel lanceren van het album. Het zou kunnen dat het gecombineerd wordt met de optredens eind oktober en begin november. Gewoon, een soort meervoudige promotielancering. Dat is vast geen bestaand woord, maar dat is het mooie van taal. Je kunt woorden gewoon uitspreken en opschrijven, ernaar luisteren en ze ervaren.
Vanochtend was een auto (hoezo auto? kom ik zo op terug) er hier in de verkeerslichtenfile klaar mee. Geen zin meer. De bestuurder kreeg geïrriteerd getoeter als begroeting. Een voetganger draaide zich om en bood hulp aan. Samen met de tot sturende voetganger gepromoveerde eigenaar duwden ze de stilgevallen vierwieler de oprit hier voor de deur op. Dat ging bijna in één keer goed. Blij dat het andere verkeer geen hinder meer had van het onwillige blik, juichte het stuurbaasje iets te snel en vergat de handrem erop te zetten. Ging net niet mis. De voetganger wenste hem verder succes en de chef de mobile bleef een beetje hulpeloos achter: wat nu? Het zag er triestig uit. Maar ja, dat is de keerzijde van zo'n ding. Soms kappen ze er spontaan mee.
En dan nu even voor open doel hoog overschieten. Want wat nou auto? Gek toch, dat we al een tijdje spreken over zelfrijdende auto's. Auto betekent zelf. Dat is een beetje dubbelop. Zelfrijdende zelven. En zeg zelf, een automobiel is nooit heel zelfstandig mobiel geweest. Hreed tot voor kort helemaal niet zelf. Kon eigenlijk niks zonder die klamme handjes van ons. Het zal wensdenken zijn geweest destijds. Maar nu het ding op wielen toch echt kan wat de naam al zo lang impliceert, zijn we sceptisch. Ach ja. Mensen. Om op te vreten. Aldus de tijgermug.
Genoeg nietszeggendheid hier. Het had over zoveel meer kunnen gaan dan dit. Diepzinnig en betekenisvol op zijn minst. Het kwam er niet van, laten we het daar maar op houden.
Ter compensatie: deze is voor jou, Hannah.
Op een andere dag, tijdens een ander leven misschien, maar in ieder geval op een andere dag dan al die dagen daarvoor, merkte ze op hoe de verschillende stemmen niet alleen in haar hoofd zoemden. Nee, het was haar eigen stem, hardop. Soms een paar regels zingend, soms herhalend wat ze een halve seconde daarvoor had gedacht. Losse zinnen, waarnemingen zo je wilt. Soms dacht ze zelfs dit ga je nu niet ook nog hardop herhalen toch? En dan gebeurde het al. Ook dat zinnetje van het niet hardop willen herhalen. Ze had er kennelijk geen controle over.
Was dat iets ergs, vroeg ze zich – opnieuw hardop – af, terwijl ze uit het raam keek en talloze luchtballonnen door de met smog doordrenkte avondlucht over haar hoofd zweefden.
Een dikke bromvlieg zocht tevergeefs zijn weg naar buiten. Morgenochtend zou die uitgeput in het kozijn liggen.
Toen ze op de grond ging liggen, zonder hart, of in elk geval met dat wat er nog ergens van over was, hoopte ze het heden voor de toekomst in te ruilen. Het werd uiteindelijk een wegtrekker van een klein half uur. In zekere zin was ze in de toekomst beland, maar het was niet wat ze er vooraf, in het verleden, van hoopte. Het bleek meer van hetzelfde en nog altijd met een hart aan stukken, klaar om aan de leeuwen te worden gevoerd. Wat moest je ermee. Ze kon ook best zonder.
De vraag die de andere stem in haar hoofd stelde, uit een diep dal waarvan ze wist dat het nog zoveel dieper was dan voorstelbaar, leek een slappe poging om die totale ineenstorting van eerder daar op de golvende vloer wat lucht te geven. Een quasi-grap, een pseudofilosofisch schilletje. De stem vroeg of het hiernamaals wel kon bestaan zonder hiervoormaals. En wat is dat dan wat er tussen hiervoor en hierna zit. Alsof je daar serieus een antwoord op zou moeten verzinnen, belachelijk.
Hier.
Waar de klokken de zondag luiden en een fruitvlieg om de eindeloos stervende plant dartelt. Waar het balkon veel te warm is en ze er toch ging zitten om buiten te zijn. Want buiten was het tegengif voor binnen. Het werkte. Een beetje. Ondanks de warmtejeuk en de knallende recreatiemotoren – lekker in een optocht in je leren motorpak de helse engelen aanbidden.
Mocht ze verdwijnen, dan toch liever op een dag dat de stilte haar adem inhoudt.
Wanneer je onderaan een email je naam tot zeker drie keer toe niet goed typt, wat zegt dat dan? Helemaal niks waarschijnlijk. Behalve kromme vingers en een brein dat nog niet helemaal terug op aarde is. Misschien.
Jawel, het is tijd voor een bijpraatje in deze babbelbox.
Afgelopen week de eerste van twee weken vakantie doorgebracht in min of meer het noorden van Engeland. Voor het lekkere weer hoefde je er niet te zijn. Een graad of 14, regen en wind. Herfst eigenlijk. Maar wat gaf het. Ik zat vooral binnen. In de studio of in het aangrenzende huis.
En ja, twee optredens stonden ook op de agenda. Eentje in Liverpool en eentje in Darwen; een thuiswedstrijd. Want ik woonde een week op de door mij geliefde heuvel van Darwen.
De boot op zondagavond, arriveren op maandagochtend, redelijk rap de studio in en dan aan het eind van de middag de basis van de eerste drie nummers klaar. Dat is een lekker begin. De twee dagen daarna volgde de rest met toevoeging van Tamsin's stem (VICE VERA) en wat gitaarmagie van Steven (eigenaar van de studio, technicus van dienst, oudgediende en gitarist bij talloze bands en destijds mijn bondgenoot in de tweede line up van jd meatyard). Niet dat je met al die extra informatie echt veel kan, maar het geeft wellicht een beeld. We kennen elkaar in ieder geval al een tijdje. Dat maakt samenwerken toch wat makkelijker.
Donderdag stond in het teken van voorbereiding op het optreden 's avonds. Aangezien onze lieftallige JD (John) alle vertrouwen heeft in de podiumdoodswens van Steven en mij, leek een repetitie hem totaal overbodig. Ofwel, John zouden we 's avonds pas zien, kort voor het optreden. Steven en ik probeerden enige chocola te maken van de wankele setlist door wat nummers door te spelen, in de wetenschap dat alles die avond zomaar anders kon zijn. De lol en tegelijk het harde werken van spelen met JD zit in de totale onvoorspelbaarheid. Anderhalve maat in een nummer kan hij zomaar stoppen omdat hem een anekdote te binnen schiet die echt moet worden gedeeld. En even plotseling als het nummer wordt onderbroken, net zo onaangekondigd gaan we dan weer verder. Steven en ondergetekende kijken elkaar dan maar glimlachend aan en hupsen ogenschijnlijk nonchalant mee. En zo ging het nog een tandje extra ook zondagavond, het tweede optreden die week.
Wat mijn solo-optredens betreft ben ik ook best tevreden. Mag je dat over jezelf zo zeggen? Ja, dat mag, Mart! Jemig man. Goede respons, mensen die willen ervaren en luisteren, bereid zijn zich te laten verrassen door mogelijk ongemak, troost of gekte. Kies maar wat.
En ook op zondag: de opname afgerond in de ochtend en in de middag een lieve lunch met vrienden.
Tel hier de ongekende gastvrijheid van de Darwense heuvelbewoners bij op en je snapt dat ik nu thuis, ondanks alle waanzin, weer een dag of wat kan teren op de adrenaline. Gelukkig nog een paar dagen vrij. Bijkomen en tegelijk de opties afwegen om het mini-album om te toveren in iets tastbaars. Een kleine oplage cd's en cassettes bijvoorbeeld. Misschien moet ik er tegen die tijd weer eens een good old nieuwsbrief tegenaan gooien. Ofwel: u wordt op de hoogte gehouden, heus.
Het laatste nummer dat we zondag met jd meatyard speelden, was een cover: Pablo Picasso. Beeld en schets.
Op dagen dat ik niet naar Almere hoef drink ik koffie bij mijn ontbijt. Daar ga ik hard op. Vanochtend zelfs wat harder, lijkt het. Ik denk dat ik iets te veel koffie met iets te weinig water heb gemengd. Ik doe altijd maar wat, meestal gaat het goed. Om dit openingsriedeltje compleet te maken: ik drink bij de koffie ook twee glazen gekookt water, wat ik ook gewoon thee noem. Tot grote verwarring van iedereen die hier niet woont. Weet u dat ook weer.
De cafeïne zorgt altijd voor onrust, dingen willen doen, liefst alles tegelijk. En dat kan niet. Dus ben ik maar begonnen met typen. Mijn digitale schoothond was binnen handbereik en mijn tintelende vingers wilden best wat letters aan elkaar rijgen. Dan kan ik straks weer wat gitaarakkoorden de wereld in slingeren, zien we daarna wel verder.
Onderdeel van het ochtendritueel is het bezoeken van actualiteitenwebsites, al dan niet aangedragen door de diverse nieuwsbrieven die mijn inbox rijk is.
Zo las ik over het 'beschermen van bedreigde diersoorten door monsters daarvan op te slaan op de maan'. Dan kan ik spontaan in huilen uitbarsten. Zeker als er ook lege woorden worden gebruikt als innovatief. We noemen alles innovatief, een modewoord dat ernstig uit de mode is.
En eerlijk, ik zie niet in wat er nu zo slim, vernieuwend en hoogstaand is aan het verder verneuken van de maan met nog meer bemoeienis door onze depressieve, destructieve, invasieve soort. Wat echt vernieuwend zou zijn is om te kappen met al die ongein, de waanzin, de hoogmoed. We willen soorten beschermen omdat we er hier op de planeet een puinhoop van maken? Is er dan niemand die bedenkt dat we die puinhoop moeten opruimen? Dat we dáár eens tijd en heel veel geld en moeite in gaan steken? Blijkbaar niet, no way. Kansloos en naïef om zo te denken, kereltje.
Zo'n bericht, en vele berichten met een dergelijke strekking, onderstrepen de (...) soort die wij zijn. Hier is de boel verkloot, laten we het ergens anders nog een keer doen. Want daar kun je met gemak geld op inzetten. Echt, dit is geen gokken. Ik zet met groot gevoel voor drama en haat-liefde al mijn geld in op die uitkomst. Blij met mijn gelijk zal ik nooit zijn. Als ik het al mee zou maken.
Wat mij dan weer deed gniffelen was de kop in het immer goedbedoelende plaatselijke krantje. 'In the middle of knowhere', stond er. Het artikel ging over hoe belangrijk het is dat jongeren meedenken over de toekomst van hun woonplaats en dat je niet het gevoel wilde hebben uit te stappen op een station in the middle of knowhere. Het stond er namelijk niet alleen als kop, maar ook in het stuk zelf. Daar word ik dan weer vrolijk van. Krijg ik plaatjes bij. Het midden van KNO-ergens. Dat je weet dat je keel, neus en oor wel ergens wonen. Of het midden van Weethier. Op zich een leuke plaatsnaam. Waar woon jij? Weethier! We hebben een schitterend station, moet je eens uitstappen. We are going nowhere, tenslotte.
Tot zover deze bijdrage aan de wereldwijde vangnet op een vrije dag. Tijd voor muziek, zowel hier als in het analoge leven.
Eindelijk mocht ik van mezelf even op het balkon zitten. Pure verwennerij met notenkoffie, heet water en notenkoek. De Groene van vorige week en een begin aan die van deze week. Oh, wit privilege. De wereld vanaf zeven hoog beschimpen.
En dat op een dag dat Donald zich als een heuse Van Gogh in toenemende populariteit mag wanen. Op een dag dat ze in Frankrijk de Revolutie vieren. Een revolutie die Thomas de Schutter wellicht in gang wilde zetten. Op een manier die tot nu toe alleen nog valt samen te vatten als jeugdige impulsiviteit. Of nou ja, impuls. In ieder geval naïef. Wat ook mag op die leeftijd. Alleen moet je dan niet gaan schieten of explosieven in je auto meenemen.
Maar ja, de jeugd heeft de toekomst en dat kun je van een bijna tachtigjarige seniele racist niet zeggen. En deze jongen zag het somber in, wilde ingrijpen. Rigoureus en niet goed te praten. Maar wat niet goed te praten valt, valt misschien wel te begrijpen. Wat drijft een twintigjarige tot zulke wanhoop? Kom er maar eens achter. Toch lijkt het mij van waarde om achter het motief te komen. Hij zal de enige niet zijn met zulke ideeën. Door mijn hoofd gaat nu dat gedachte-experiment, een ethisch filosofische kwestie: met de kennis van nu, zou je dan baby Adolf van het leven beroven?
Maar nee, de nieuwszenders laten vooral de – laten we daar gewoon eerlijk over zijn – façade zien die zelfbenoemde (wereld)leiders zo kenmerkt. Ieder vol afschuw en afkeuring. Waar is de vraag die echt gesteld moet worden. Hoe kan een krankzinnige bejaarde, die amper vier jaar terug nog opdracht gaf tot het bestormen van 'de Bastille', het Witte Huis, nu opnieuw president worden? Hoe komt hij aan de middelen om alle wetten, alle rechtspraak zo te traineren? Zodanig dat een jonge jongen zich geen andere oplossing voor kon stellen dan een geweer pakken.
Donald Trump. Hij heeft zelf bloed aan zijn handen, op z'n minst. De muur bij de grens met Mexico, de verscheurde families, mensen die als opgejaagd wild over de kling worden gejaagd. Zijn seksisme, racisme, belastingfraude, zijn grootheidswaanzin, zijn rechterarm die het symbool voor strijd en rechtvaardigheid besmeurt: het vuistje, een zielig knuistje eigenlijk, in de lucht. Zijn smerige geld bij elkaar gegraaid over de rug van kwetsbare mensen.
Tja, wat kan zo'n jongen in hemelsnaam ertoe hebben gebracht een goudeerlijke oude man met een eendimensionaal wereldbeeld door de kop te willen schieten. Geen idee.
Nogmaals, het is niet de manier en het leidt tot een grotere ramp, gelooft u mij gerust op mijn balkonblauwe ogen. Het was een onbezonnen daad. En toch moet geprobeerd worden om het te begrijpen. Context. En ja, dat moet nu al, omdat het al veel langer geleden had moeten gebeuren. Dan was het niet zover gekomen, waarschijnlijk.
Misschien zet het toch iets goeds in beweging. Al vrees ik het tegenovergestelde. De running mate van meneer Trump begon, terwijl zijn baasje nog amper was opgekrabbeld, al direct naar 'links' te gillen. Spuug vloog rond. Ofwel, de overbekende riedel van haatzaaierij, de stuip die we allemaal zo goed kennen van een gemiddelde rechtspopulist. Thomas (Melania noemt hem zelfs een monster; daar gaat elke opening tot bezinning) had kennelijk de wens dat daar een einde aan zou komen. Helaas zal zijn vinger aan de trekker voorlopig alleen maar tot meer shit leiden. Arme jongen. Wat zijn verhaal ook is.
Ik kan mij niet voorstellen dat hij uit de wieg kroop om op zijn twintigste, zo oud als mijn eigen dochter, door een FBI-agent dood te worden geschoten. Want blijkbaar kan dat wel. De dader mag gewoon dood worden geschoten. Het leven van de echte verwoester moet ten koste van alles worden gered. Zodat hij met zijn lompe kop nog meer leven(s) kan slopen.
Oké. Ik had mij voorgenomen niet meer te willen schrijven over de deze waan(zin) van de dag. Geen politiek getoeter. Ben ik er toch weer ingetrapt.
Contrast is pure magie. Zo stofte ik gisteren mijn tapedeck af en luister nu al anderhalve dag oude cassettes. Ze doen het na al die jaren nog prima. Eigenlijk had het daarover moeten gaan vandaag.
Ride the Bullet. Of bite 'm. Opdat er ooit een Liefdesleger zal opstaan.