ego echo

proza

Op een andere dag, tijdens een ander leven misschien, maar in ieder geval op een andere dag dan al die dagen daarvoor, merkte ze op hoe de verschillende stemmen niet alleen in haar hoofd zoemden. Nee, het was haar eigen stem, hardop. Soms een paar regels zingend, soms herhalend wat ze een halve seconde daarvoor had gedacht. Losse zinnen, waarnemingen zo je wilt. Soms dacht ze zelfs dit ga je nu niet ook nog hardop herhalen toch? En dan gebeurde het al. Ook dat zinnetje van het niet hardop willen herhalen. Ze had er kennelijk geen controle over. Was dat iets ergs, vroeg ze zich – opnieuw hardop – af, terwijl ze uit het raam keek en talloze luchtballonnen door de met smog doordrenkte avondlucht over haar hoofd zweefden.

Een dikke bromvlieg zocht tevergeefs zijn weg naar buiten. Morgenochtend zou die uitgeput in het kozijn liggen.

#proza

Toen ze op de grond ging liggen, zonder hart, of in elk geval met dat wat er nog ergens van over was, hoopte ze het heden voor de toekomst in te ruilen. Het werd uiteindelijk een wegtrekker van een klein half uur. In zekere zin was ze in de toekomst beland, maar het was niet wat ze er vooraf, in het verleden, van hoopte. Het bleek meer van hetzelfde en nog altijd met een hart aan stukken, klaar om aan de leeuwen te worden gevoerd. Wat moest je ermee. Ze kon ook best zonder.

De vraag die de andere stem in haar hoofd stelde, uit een diep dal waarvan ze wist dat het nog zoveel dieper was dan voorstelbaar, leek een slappe poging om die totale ineenstorting van eerder daar op de golvende vloer wat lucht te geven. Een quasi-grap, een pseudofilosofisch schilletje. De stem vroeg of het hiernamaals wel kon bestaan zonder hiervoormaals. En wat is dat dan wat er tussen hiervoor en hierna zit. Alsof je daar serieus een antwoord op zou moeten verzinnen, belachelijk.

Hier. Waar de klokken de zondag luiden en een fruitvlieg om de eindeloos stervende plant dartelt. Waar het balkon veel te warm is en ze er toch ging zitten om buiten te zijn. Want buiten was het tegengif voor binnen. Het werkte. Een beetje. Ondanks de warmtejeuk en de knallende recreatiemotoren – lekker in een optocht in je leren motorpak de helse engelen aanbidden.

Mocht ze verdwijnen, dan toch liever op een dag dat de stilte haar adem inhoudt.

#proza

Misschien is het dan toch de maan de ware liefde die als geen ander mijn gemoed weerschijnt

Met haar bleke neus en kogelgaten bevlekt en besmeurd door de zieke soort met zijn twee ranzige poten en graaiende vingers die alles kapotmaken

De stap was klein de stap was groot de stap was het begin van het einde waarin nog altijd niet wordt geloofd en dus nemen we je in de schaduw geniepig van achteren zonder pardon zonder geweten zonder de scherpe blik van de zon

Misschien ben jij het dan toch getekend door het leven in prentenboeken waarin we schijnheilig verzuchten en amechtig omhoog kijken naar jou en jouw zwijgend gelaat

Wij hier beneden hebben geen idee geen benul geen besef wij weten niet en zullen nooit weten omdat we simpelweg niet begrijpen wat de reden is van alles hier en jij daar ons hele treurige bestaan

Misschien mag ik naar je huilen met mijn hoofd in mijn nek en dat jij mij dan ziet en komt halen in een vloed van tranen en dan de zilte droogte die volgt

#proza #gedicht

Het proces waarbij het hart uiteen wordt gereten en er slechts kruimels mens overblijven waarbij de wind voor bladveger speelt en de buurman met zijn bladblazer vol verse benzinedampen alles weer van zijn stoep loeit

Het hoofd danst in de donkere wolken die buien aankondigen zoveel als maar nodig om de straten schoon te spoelen en alles wat leeft af te voeren naar de put die uitmondt in een buis in een gangenstelsel vol soortgenoten – ratten in de vrije val

Zandkorrels zijn als sterren gedachten kruipen als mieren stuifmeel werpt duinen op

kijk langs de rand van de horizon draaien molens in de waan van schone energie diesel is plastic is fossiel is een ander universum waar ik niet langer kan bestaan

hier neem mee gratis en voor niets vermorzeld brein verhakseld hart uitgestoken ogen afgehakte handen en doe er je voordeel mee

#proza #gedicht

Hardnekkig ritselt in de zon het beeld van een vrouw aan een boom

Op het plein ligt een kastanje glimmend gaaf en groot Ze raapt het in gedachten op en geeft het aan een kind dat in het zand naast een stapel stoeptegels speelt Het kind pakt de kastanje aan en lacht naar haar maakt een kuiltje in het zand

De kastanje zakt langzaam dieper in de grond wortelt een boom

Het kind wordt ouder en groeit ongemerkt mee vergeet haar wortels de takken en het mos op de stam De boom weet alles nog haar geheugen geworteld in kinderhanden verwondering en alles wat zich kon ontvouwen

Jaarringen vertellen hoe het plein verandert huizen gaan plat bomen worden gerooid behalve de kastanjeboom Zij werd een denkbeeldig monument een herinnering een stam vol gekerfde namen verloren liefdes gevonden vriendschappen een eenzame schuilplaats

Een vergeten kale vlakte waar het snelle geld verdampte en megalomane investeerders vlogen waar nu vogels neerstrijken op haar stevige takken

Aan de boom hangt haar verbeelding ze was ooit een kind daar waar het blad valt het touw knapt de grond opent vruchtbare aarde stromende regen spoorloos

Een kinderhand graaft en stopt een gekregen kastanje in de grond terwijl de zon door de bladeren ritselt

#gedicht #proza

Zigzaggend fietst ze door het landschap doorsneden met een provinciale weg aan de ene en een snelweg aan de andere kant. Een verlaten bedrijventerrein gemarkeerd door twee reusachtige windmolens maakt de dystopie compleet.

Het gras, de bomen, de struiken, de bloemen, de vogels, de insecten – het groen, het geel, het rood en het blauw is waar ze haar aandacht op richt. Misschien vindt ze dit wel de meest interessante plekken, de restjes gecultiveerde natuur die ondanks de vernietigingsdrang van haar diersoort toch altijd weer haar weg vindt. Overleven.

Ze fietst zonder doel. Gewoon een rondje en daarna de boodschappen. Het gebeurde spontaan. Eigenlijk stonden er alleen boodschappen op haar lijstje en dan misschien nog even een wandeling later op de dag, wanneer de mensen zich weer een beetje uit het buitenleven terugtrekken. Hun geluid, hun geur, hun aanwezigheid maakt haar onrustig.

Kort voordat ze de verplichte stop bij de winkel maakt passeert ze een net aangelegd park. Hier en daar zijn nog afzetlinten en er staan borden: Pas op – Drijfzand! Ze houdt even in en voelt zich ineens opmerkelijk kalm. Ze ademt diep in en weet dan dat dit precies het signaal is waar ze onbewust naar zocht.

Ze stopt, zet haar fiets tegen een boom, loopt voorbij de lui ritselende plastic linten en voelt de zompige grond onder haar voeten. Ze doet haar kleren uit, gaat liggen, doet haar ogen dicht en laat zich rustig en langzaam omsluiten door het zachte zand. Ze is thuis.

#proza #gedicht

De klokken luiden alsof hun beven ervan afhangt.

Hé, zijn alle punkers hetzelfde? Nee, hoezo? Heb je toevallig drugs bij je en heb je dan wat voor mij? Nee man, sorry. Fijne dag nog. Oké, ja. Zie je wel, jullie zijn niet allemaal hetzelfde, haha.

De bomen van de overweg slaan hun slag, tot hier en niet verder. Het dove licht is rood.

#proza #gedicht

Een man van middelbare leeftijd in een middelbare stad in het midden van het land eet, omringd door de geur van middelmatig Zweeds meubilair, aan zijn net in elkaar gezette budgetvriendelijke eethoek met vier stoelen, een boterham met pindakaas die hij wegspoelt met een glas verbitterde thee. Het uitzicht is prima, het huis manifesteert zich zelfs al als thuis. En toch was dit helemaal niet wat hij voor zich zag wanneer hij aan zijn toekomst dacht. De man huilt een paar middelbare tranen, snuit zijn neus en staat op. Er moeten letters en liefst begrijpelijke, invoelbare zinnen en alinea's worden toevertrouwd aan dit nieuwe hoofdstuk.

#proza #kortverhaal

Het spookt nu de slaap niet meer komt en de paniek mij in al haar hevigheid opnieuw bezit. Bezeten door de waan, de geest van de tijd, de entiteit, de overtuiging dat dit is wat het is.

Niet in staat om afstand te nemen, maar precies het tegenovergestelde; meegesleurd, meegezogen, vermorzeld. Er valt niet aan te ontkomen, zoals het licht niet kan ontsnappen aan het alles opslokkend zwarte gat, waar materie verdwijnt, wordt samengeperst tot alweer een oerknal. Een oud begin, een nieuw einde.

Dan is er de stilte, het zweven, nog eindelozer en stiller dan de dood. Geen suizende, piepende oren, geen bloed dat stroomt, geen leven, geen besef. Alleen maar te zijn, met gesloten ogen.

Onder het gordijn door kiert het ochtendlicht.

#proza


Placebo – Every You, Every Me

Brandende peuken in mijn arm, jassen met beenbeschermers, veterdrop met meters lussen om de pijn te blussen, sussen, en tot vier keer toe dezelfde omleiding zonder uitweg of andere keuze. Gekmakend, verwarrend.

Ach, ik word vast heel oud in een pauperflat in een godvergeten wijk, dertien hoog met uitzicht op een vuilnisbelt.

Ik zal nog even in het voorbijgaan zwaaien als ik spring – hoogtevrees doet je na een bepaalde leeftijd niks meer, weet je.

#proza