Fietsfittie

Gisteren werd ik zonder komma's, punten en spaties uitgescholden. Op de fiets naar de bieb, een redelijk druk fietspad – hallo, 't is Amsterdam, altijd druk – en van links kwam bij het verkeerslicht dat ik met liefde negeer een andere fietser. De persoon bleef een tijdje pal achter mij fietsen, precies zo dat ik elke keer wanneer ik iemand inhaalde een silhouet over mijn linkerschouder zag. Ik dacht nog: haal mij dan in, dan hebben we dat ook weer gehad. En dat gebeurde uiteindelijk nadat ik nog een paar inhaalmanoeuvres had aangetikt.

Goed, het ventje haalt mij in en ik krijg tegelijkertijd een tirade naar mijn kop. Nogal raar. Het was niet te verstaan, behalve dat ik een hoer was. Op zich een nieuwe ervaring, want zo ben ik nog nooit genoemd. Ik roep hem na: β€œwat doe je nou allemaal, mafkees.” Hij draait zijn hoofd om en herhaalt nog maar eens een recept vol onnavolgbare scheldwoorden. Er was geen chocola van te maken. Inmiddels ben ik ook pissig. Dus ik scheld terug. Dingen met eikel en fuk. Klaar voor nog meer gedoe. Het lullige is dat ik enorm begin te trillen als ik boos ben. Nu dus ook. Het leek mij daarom beter om niet als een bevend poppetje een handgemeen uit te lokken en mijn ademhaling wat aandacht te geven. Ik liet het bij nog wat onaardige woordjes met als afsluiter fukking idioot. En hij fietste door. Nee, duwde door. Wat een hork. Tegen het verkeer in, over het zebrapad, ook andere mensen gezellig opnaaiend. Zo eentje dus.

De partner in crime fluisterde mij later die avond toe dat het dan vast allemaal niet persoonlijk was bedoeld. En dat zal het ook niet. Toch was ik liever wat minder opgefokt aan mijn zo geliefde baantje begonnen.

Vrolijk tingelend afsluiten. Bicycle Race. Queen.

#waanvandedag