Friedrich

Het zal wel nieuwigheid zijn. Of ouderdom. Hoe dan ook zijn mijn niesdagen aan verandering onderhevig, net als alles in het leven. Voor de tweede keer op rij gaat het nu dus zo dat het ergens halverwege de ene dag begint, dan houdt de boel zich vervolgens gedeisd tijdens de nachtelijke uren (gelukkig maar, anders zou ik behalve wakker liggen ook nog de hele buurt bij elkaar niesen), om dan de volgende dag dus vrolijk verder te gaan. Tot zo ongeveer ergens in de loop van de middag, dan ebt het voorzichtig weg. Bofkont die ik ben. Geef mij dan liever maar de oude variant: een hele dag naar de kloten in plaats van twee dagen uitputtingsslag. Nee, kijk, ik wil niet klagen hoor, maar een beetje zeiken mag best.

Goed, dus toen de bui hier binnen een enigszins was weggetrokken, heb ik mezelf gedwongen om dan toch maar naar buiten te gaan. Even een uurtje eruit en dan gelijk een suffe boodschap doen. Ik trof het, want de bui buiten gaf mij op de wandeling heen slechts een paar spatjes. Om dan terug eens flink los te gaan. Schuilen had geen zin. Of tenminste, ik had er geen zin in. Sta je daar met een heel stel idioten naar je schermpje te staren om te zien of het al bijna stopt. Daar paste ik voor; dan maar nat thuiskomen. Altijd nog de minst slechte optie, als u het mij vraagt. Ik weet het, u vroeg mij niets, maar dat negeer ik gewoon.

Onderweg heb ik nog naar twee mensen gezwaaid. Dat durf ik dan wel omdat ik met dubbele capuchon oploop en ze mij dan toch niet herkennen. Nu zal de eerste sowieso gedacht hebben wat ik van 'm moest. Het was een kind van amper drie die met zijn twee handen tegen een glazen deur stond te duwen en dat nog graag even zo wilde volhouden. Tot ik voorbij liep. En maar zwaaien, die rare meneer. Ik weet ook niet wat mij bezielde. De tweede persoon staat nu ook nog steeds te piekeren wie die weirdo met z'n plastic tasje was die veel te blij voorbij kwam zwaaien. Daarom verheug ik mij nu al op mijn volgende knipafspraak, dan heb ik iets om over te beginnen. “Hé, Houda, die mafketel waar jij laatst zo twijfelend naar terug zwaaide? Ja, dat was ik. Bizar, ofnie? Ja toch? Hè? Nah, doe maar weer de zijkanten en achterkant zo kort mogelijk en dan bovenop weer een beetje zo'n mohawkachtige. Ja, welja, kijken we volgende keer wel weer naar een variant op het thema. Precies, daarom joh, daarom.”

Eenmaal thuis de natte zooi uitgetrokken en dat hangt nu her en der door het huis te drogen. Vrouwlief stuurt mij net een berichtje dat ze ook graag door de regen fietst en onderweg is naar huis. Dan ram ik tot die tijd nog even wat op mijn gitaar. Pure ontlading. Beter wordt het niet.

#waanvandedag