Hop it

We keken dit weekend The Hobbit. Een stevige trilogie aan filmgeweld – met de nadruk op geweld. Een hoop gebrul, koppensnellen en nog heel veel meer geloei. Kitsch met een grote K. Wat veel goedmaakt zijn de acteurs Martin Freeman (Bilbo Balings en dus de Hobbit) en Ian McKellen (Gandalf). Ja en natuurlijk de helaas korte introductie van ons aller Gollem. Dat is mijn favoriete figuur. De tragiek in pure ellende gegoten. Het bleek zelfs dat we deze uren durende potsierlijkheid al eens hadden gezien. Kun je nagaan. Blijkbaar is ons brein in staat de ergste trauma's te vergeten.

Ik klink nu enorm negatief. Geloof me, we hebben ons prima vermaakt. Het is gewoon net als met de boeken van Tolkien: je moet er een bui voor hebben (een hele lange bui, dat wel) en je moet door een hoop geschreeuw en eindeloze beschrijvingen heen. Overdaad pur sang. Kijk, voor de gender- en seksevriendelijkheid hoef je het ook niet te doen. Een gedrocht. Vrouwen doen er nauwelijks toe, de mannen moeten vechten en een man verkleed als vrouw om zijn bedenkelijke hachje te redden wordt flink te kakken gezet. De enige vrouw die enige rol van betekenis speelt moet vooral begerenswaardig zijn. Stoer, strijdvaardig en schoon, zoals onze zuiderburen zouden zeggen.

En ja, het was zoals gezegd ook vermakelijk. Al was het maar omdat we tijdens de zoveelste slachtpartij of ander clichébeeld zelf de audio gingen verzorgen. Ineens bleek de zoveelste partij bloedvergieten op een Babylonisch misverstand tussen de Orks en de Dwergen te berusten. De een wilde jeu de boules spelen, de ander wilde juist dolgraag sjoelen. Dat gaf gedoe. Even later vierde de onderbroekenlol op onze comfortabele bank hoogtij toen we bij de verstilde beelden waarbij personages elkaar diep in de ogen kijken bedachten dat het gepeins en gepieker, de half open monden en het schuldgevoelig wegkijken om de allesoverheersende vraag ging wie er hier een scheet had gelaten. Niets flauws is ons hier vreemd. As ge maor leut het. Of zoiets.

Thematisch muziekje maar doen dan. Iets Schots. Omdat dat nogal de meest overheersende taal is in het filmische drieluik. Ultravox. The Voice. Wederom een live versie. U weet, daar ben ik dol op en zeker dit stukkie kitsch dat wordt verheven tot kunst. Tenminste, als je een oogje toeknijpt. Maar echt hoor. Komt ongetwijfeld doordat ook hier opnieuw flink wat jeugdige herinneringen aan vastgeplakt zitten. Dit maakte indruk destijds en eigenlijk nog steeds. Misschien wel precies waarom de verfilmingen van Tolkiens boeken toch de moeite waard blijven.

#waanvandedag