Kamerwacht

Je weet dat februari echt is begonnen als respectievelijk schoonvader en de Vrouwe Alhier jarig zijn geweest. Voorlopig kunnen ze er weer even mee voort en kan ik wat cadeautjesstress betreft weer enigszins ontspannen.

Een andere aanwijzing dat het toch echt de tweede maand van de wonderlijke kalenderuitvinding is: de krokussen die overal en nergens hun koppies boven de grond uitsteken. Een vrolijke boel. Nog mooier wanneer ik, zoals eerder vanmiddag, door het park loop met de winterzon die uit alle macht nog wat stralen eruit perst en zo de boel prachtig uitlicht. De boomstammen, het blad – wat er nog van over is, of wat er zich alweer stiekem geeuwend uitstrekt – het mos, de plassen en de veren van de kwekkende vogels; alles straalt. Ik weet het, zoveel hosanna uit mijn tikkende vingertjes, het is zowat zorgelijk.

Terwijl ik dit allemaal zo tevreden aanzag, deed mijn moeder een telefonisch verslag van hoe het leven ervoor staat op vijf hoog. Of zoals mijn vader zegt controle moet er zijn. Vervelen is daar geen optie, die twee vermaken zich prima ondanks en met een respectabele kronkel ook dankzij alles. Op de achtergrond riep mijn vader af en toe wat huishoudelijke mededelingen en zo kreeg ik alles bij elkaar het vertrouwde beeld van hoe het eraan toe gaat in Huisje Weltevree. We zien elkaar een stuk minder, dat is jammer, maar op deze manier zijn we toch bij elkaar.

Ondertussen, nu we alweer een dik jaar verder zijn met virussen en aanverwante perikelen, lijkt het mij een steeds beter idee om echt helemaal te stoppen met doen alsof we in een wachtkamer zitten. Geen enkele situatie is blijvend tenslotte. Dus dan kun je net zo goed opstaan, de deur opendoen en in de trein stappen. Gewoon meegaan met de rit en naar buiten kijken. Het landschap zal steeds veranderen en dus ook het uitzicht. Zo simpel is het. Er is geen voor en geen na. Alles is nu en nu is alles. Het scheelt een hoop energie om op die manier tegen de dingen aan te kijken. Dan kun je er zelfs omheen, doorheen of overheen kijken. Nou, ik lijk hier potdomme wel een boeddhistische praatjesmaker!

Bij het boodschappen doen had ik het nummer Prince Charming (Adam and the Ants) in mijn hoofd. Misschien ken je het, misschien ook niet. Het nummer draait vooral om de zin 'ridicule is nothing to be scared of'. Ik vermoed dat dit grotendeels opgaat voor dit schrijven. Zelfspot heeft zo z'n charme. Met een hart onder de riem als medereiziger.

#waanvandedag