Kef
In het weiland langs het spoor staat een bunker. Een koe staat ernaast alsof ze net nog even peinzend een rondje door haar tuin liep en nu overweegt even een bakkie te doen. Maar ja, binnen of buiten, wat doet het weer? De trein schiet voorbij, maar haar maken ze niet gek. Derde Wereldoorloog, vogelgriep of Q-koorts, aangespoelde grienden, verdonken kinderen – ze maalt er niet om. Niet vandaag.
Op straat blaft een hond. Nee, keffen is het. In een kleine stad met flats waarin nogal wat ouderen wonen, zijn er veel keffende honden. Het lijkt een logisch ding. Een dame fietst langs de hond, de koude ochtendwind in haar gezicht. Ze lucht zonder voorbehoud haar mening. Kuthonden allemaal.