Nagelneu
Een week of twee terug waren we bezig met het bedenken en hier en daar ruw schetsen van ideeën voor een nieuwe MANKES-video. En heus, binnen niet al te lange tijd zal er weer wat bewegend beeld te bewonderen zijn. Inderdaad, we zijn lekker bezig.
Een van de spinsels had iets van doen met onze handen – die zouden we een hoofdrol geven. Maar ja, ik met mijn afgestompte vingertjes, dat ziet er niet uit. Voor de gein hebben we toen de overblijfselen van mijn afgekloven nagels zwartgelakt. Oude tijden herleefden. Want welke zichzelf respecterende post-punker, of iets uit die doos der subculturen, heeft niet minstens een keer de nageltjes misantropisch zwartgelakt? Op zich is het een wonder dat ik het mij nog kan herinneren, want hallo! de lucht van de nagellak bezorgt mij nog steeds koppijn en een spontane afbraak van hersencellen. Uit de categorie parfum- en verflucht. Niet te harden. Maar hé, wie mooi wil zijn. Precies. Ik lijd wat af.
Sinds die mooie dag in januari wapper en blaas ik nu met enige regelmaat door het huis. Ik ben inmiddels een professionele nagellakdroger. Oké, het goedje er zelf enigszins zonder morsen op kwakken, dat is niet aan mijn motoriek besteed. Dat doet mijn persoonlijke schoonheidsspecialist en dat doet ze met een liefde die het midden houdt tussen zit nou eens stil en kijk nou wat je doet! terwijl ze met haar ogen draait en dan toch maar een voorzichtige glimlach tevoorschijn tovert. Dat doet pijn, dat zie ik, maar ook zij moet een beetje lijden voor mijn schoonheid.
Behalve dat ik er oogverblindend bij loop, zit er nog een dik voordeel aan deze tierelanterfanterij. Sinds ik met die zwarte vlakjes op mijn vingertoppen door het leven ga, bijt ik niet meer op mijn nagels. Die chemische shit doet wonderen. Met als gevolg dat ik tijdens een nagellakverwijdersessie zomaar een randje verse nagel aan het eind van elke vinger ontdekte. Ik zeg je, ooit heb ik het zonder hulpmiddelen drie weken volgehouden om niet te bijten, dus ik weet dat het fenomeen toonbare vingernagels bestaat. Maar ik had nooit gedacht dat ik dat kunstje nog eens zou flikken. Meer dan genoeg reden om hier nog gezellig een poosje mee door te gaan.
Het heeft ook een nadeel. Ik kras mijzelf zolang ik weet bijna elke nacht in mijn slaap open. Geen idee waarom. Het zal vast een belangrijke gewoonte zijn. Ik heb dat altijd een strakke prestatie gevonden. Mijn kluifjes die in staat zijn tot serieus kraswerk. Alleen, die krassen worden nu nog heviger. Het is de keerzijde van het nagelstaren. Het is niet anders. Lijden is zoals gezegd het toverwoord. Abracadabra zonder hocus pocus.
Voor de goede orde: de aanstaande video bevat uitzonderlijk weinig wapperende handen. In het land der creatieven is het nu eenmaal een kwestie van kill your darlings voor het beste resultaat.
Tenslotte deel ik in het kader van diepgang nog een interessante column van Tom Lanoye die een paar dagen terug op HUMO verscheen. Heeft totaal niets met gelakte nagels te maken, maar dat mag de pret niet drukken. Kwestie van er lak aan hebben.