Pennendoos

Ook ik ben Brutus, zoals ik u ooit al eens toefluisterde. Dus ook ik ben nog even op mijn balkon gaan zitten met mijn schamele knietjes in de zon. Nu kan het nog, mensen, nu kan het nog. Daarbij, ook als het morgen nog kon, zou het aan mij niet zijn besteed. De werkdagen vangen aan.

Eerst even een dikke tip. Mocht u ooit verlegen zitten om pennen: ik ken een berging in een flat in Zuid-Holland waar u er meer dan genoeg zult aantreffen. Schroom niet en geef een gil, er zal met glimmende ogen en een groot hart worden opengedaan.

Een week of twee terug struinde ik met mijn vader door de berging van mijn ouders. Of eigenlijk is het beter om te zeggen: zijn berging. Bij de gratie Denkbeeldige Vriend mag de fiets van mijn moeder er staan. Dat is het wel zo'n beetje. Alles wat boven niet past, staat hier. Ook boven staat het grootste deel van het huis tot zijn 'nou, laten we dit nog maar niet weggooien'-dienst.

In de berging doet de oude linnenkast als ombouw van alles wat je maar kunt verzinnen. Er leeft een heel verleden in die kast, een kindertijd ook. Zowel van hem als die van mij. Een feest van herkenning. Van elektrische trein tot echte Dinky Toys. En van kromgetrokken, aan elkaar plakkend vergeeld plastic LP-hoezen tot, nou ja, pennen dus. Het is een kleedjesmarkt in het klein. Vishengels, platenspelers (“ja, houd die maar even apart, die moet ik nog testen als ik eens tijd heb. Misschien zijn ze beter dan wat ik boven al heb staan”), kleding en fietsen. En dan nog heel veel meer in dozen die dan weer in dozen en doosjes zitten. Ik denk dat we hier een moderne versie van de Matroesjka-pop is te pakken hebben.

De reden van ons avontuur daar beneden was het zoeken (en vinden!) van een complete stereoset. Tuner, versterker en dubbelcassettedeck compleet met speakers. Hopsa, komt u maar door. Nog een cd-speler erbij en een splinternieuwe 'Spoortas' (“misschien moet je die een keer invetten, dan wordt het allemaal weer soepel. Zijn echt hele goede tassen hoor, bijna niet stuk te krijgen. Past zo je laptop in”).

We hebben het spul tijdens deze queeste apart gezet en gisteren hebben mijn ouders het bij mij thuis afgeleverd. Nadat ze weg waren kon ik mij niet bedwingen en ben aan het schoonmaken, nakijken en rommelen gegaan. Het eindresultaat is volgens mij best prima. Een combinatie van wat ik al had en wat er nu is bijgekomen. En dan mooi nog wat achter de hand voor als het nodig is. Wat dat betreft is mijn berging een milde afspiegeling van die in dat dorp aan de IJssel. Familietrekje, vrees ik. Daar zal ik dan binnenkort een beetje op zaken moeten stellen, want stiekem is dat ook een verzamelhok geworden. En dat terwijl ik liever geen spullen heb. Althans, dat maak ik mezelf wijs.

Inmiddels wordt het gras voor de flat hier met een hoop kabaal gemaaid en is mijn aanmelding bij Extinction Rebellion per mail bevestigd. Dat was een gedachte waar ik al langer een daad van wilde maken. Het zetje werd gegeven door het boek Wat is ruimte waard. Het is de zoveelste bevestiging dat alleen instemmend knikken bij XR-acties mij geen voldaan gevoel geeft. Ik wil meer doen. Wat en hoe weet ik nog niet. Dat is ook het prettige, je moet daar niets. Deze stap is in elk geval gezet – een kleine voor een schriel mannetje als ik, maar een grote voor wat er na mij komt. Tenminste, als de rebellie tegen het uitsterven niet al veel te laat is begonnen. Wat natuurlijk zo is; we zijn een kansloos hoopje ellende met z'n allen. Maar laat mij dan maar met lijm aan mijn handen sterven.

Vandaag kocht ik een aangenaam geprijsde cd van wijlen Johnny Cash met daarop aardig wat nummers die nog niet zijn grijsgedraaid. Iets te ontdekken. Dat geldt niet voor dit liedje van New Order. Het kwam voorbij op een mixtape, lang leve de cassettes.

#waanvandedag