Schrompel
Stiekem word ik blij van dit weer. De kou, sneeuw die een tijdje blijft liggen en dan tijdens de sneeuwbui in alle rust om en door het park, langs het water dat langzaamaan begint te bevriezen, riet bedekt met ijspegels. Vogels vliegen af en aan op zoek naar een voertje en de specht timmert onverstoord door. De bomen hebben het koud, hun bast verschrompelt waar je bij staat. Ik zou mijn hand erop willen leggen en de grove lijnen willen volgen met mijn vingers. Maar dat is erg onpraktisch. Voor ik het weet vriest het zwikkie aan elkaar vast. Daarbij, mijn sociale schaamte belet mij dit soort boomknuffelarij. Misschien maar beter ook (voor wie eigenlijk?).
Opvallend toch dat het gemotoriseerd verkeer als eerste zoveel en zo snel mogelijk ruim baan krijgt. Miljoenen kilo's strooizout die niet zonder gevolgen blijven (bijvoorbeeld de bomen: ze hebben het niet alleen koud, zoals een poëtische oprisping dat graag wil interpreteren, maar hun bast wordt aangetast door het zout, ze drogen uit) gaan er binnen een paar uur doorheen. Opdat de heilige koe kan blijven rijden.
De rebel in mij vindt dat genoeg reden om met mijn tas boodschappen op het midden van de weg te gaan lopen. Uitglijden met kostbaar eten doe ik liever niet, en kijk, hier kun je prima lopen. Niks glad, niks sneeuw. Een auto achter mij toetert. Ik vertik het, ik ga niet opzij. Deze voetganger heeft net zoveel recht op een milieuverziekend stroef stuk weg. De automobilist toetert nog eens. Dikke doei. Stap maar uit, dan vertel ik je waarom. Maar dat doet ie niet. Wanneer ik afsla, het park in, hoor ik de toeter nog een keer. Punt gemaakt hoor. En ik ook, heel tevreden met mezelf. Ik steek ter afscheid de welbekende vinger op, maar dat slaat nergens op, zeker niet met dikke wanten aan. Ik lach om mijn eigen geklooi en speur ondertussen met mijn oren naar het gezelschap van tsjilpende vogels.
Toch, sinds ik het boek Het recht van de snelste heb gelezen, kijk ik met heel andere ogen naar het verkeer. Er wordt ons van kleins af aan van alles ingeprent, het lijkt ook allemaal heel vanzelfsprekend: verkeer = gevaar, pas op! Uitkijken met oversteken, opzij gaan voor auto's, snelverkeer moet voor en vooral dóór. Maar zo logisch is dat helemaal niet. Hierbij dus de hartelijke aanbeveling het boek ook te lezen. Je mag het zo van me lenen.
Over frisse blik gesproken, de avond staat voor de deur. Even opendoen.