Tussenknijp
Klopt, het is wel weer tijd voor een teken van leven in deze put vol echo's. Het is geen onwil hoor, de stilte. Het komt er gewoon even niet van de laatste dagen. Ze fladderen als herfstblad voorbij. Tijd om ze bij de kladden te grijpen is er niet, want de stinkende bladblazers zijn hier de laatste tijd zo fanatiek – ze blazen alles weg wat op hun pad komt.
Het is trouwens wel weer even wennen om op een full size-toetsenbord te typen. Dat zit zo, ik heb stiekem even van de gelegenheid gebruik gemaakt om de laptop van de partner in crime te confisqueren. Het ding doet namelijk ook dienst als televisie en aangezien ik hier toch in m'n uppie zit, leek het mij prima om met het bord op schoot te eten. Elke keer dat ik op dit apparaat mijn lettertjes typ moet ik ervan zuchten. Ik ben het gewoon totaal ontwend, zo'n toetsenbord op normale grootte. Ofwel, om de zoveel tekens moet ik weer allerlei woorden verbeteren omdat mijn vingertjes onderweg de weg zijn kwijtgeraakt. Probeer om te keren, nou, ander keertje weer.
Mijn uppie zal ik ook nader verklaren. Vanochtend rond kwart over tien is ze naar Parijs vertrokken. Ik heb haar naar de bus gebracht en die bracht haar naar het station. Met de trein zit je in goed drie uur in la cité de l'amour en daar viert ze nu een paar dagen vakantie. Verschil moet er zijn; ik zat een ruim uur later in een ranzige stoptrein naar het immer bruisende Almere. Niet dat ik klaag hoor. Ik ben blij met mijn verse baantje aldaar. En net zo blij voor haar dat zij nu in Parijs haar avonturen beleeft. Dat heeft ze wel verdiend na een turbulent dik jaar.
Goed. Inmiddels heeft de wasmachine genoeg rondjes gedraaid, mijn was zal wel schoon zijn. Daarna stap ik zelf onder de douche, je kan beter maar synchroon lopen met de frisheid des levens. Al heb ik geen idee waarom.
Liedje maar doen dan. De verleiding is groot om iets te delen van PiL's live album 'Paris in the Spring'. Maar ik kies toch voor iets anders. The Cassandra Complex. Moscow Idaho. Toch iets geografisch en dat in een snijdend jasje electro-punk. Huppekee, de pit in en pogoën maar!