Boekenpret

Laat ik voor de verandering maar weer een keer mijn gematigde excuses maken (handgemaakt!) aan de e-mailabonnees. In het schrijven van gisteren zaten een paar lelijkheidjes. Niet voor het eerst, dat ook. Daarom nog maar eens de schrale (tr)oostenwind die je doet tranen als een Haags perslekmoment: 9 van de 10 keer staat het op de website wel netjes hoor. Daar verbeter ik boel zodra ik het in de smiezen – en er zin in of tijd voor – heb. Meestal kort nadat de ellende is verzonden. Dus mocht je je net zo storen aan zulke slordigheden als ik: klik op de link boven de tekst en je kunt weer rustig ademhalen.

Vandaag eens geen parkwandeling maar een stevige riedel naar de bieb. Helaas nog niet om te werken; wel om een reservering op te halen. Dat is sympathiek, zo'n afhaalfunctie. En ook enorm omslachtig. Het duur minstens een week voordat je het leesdingetje kan ophalen. Het begint met reserveren, dan een bevestiging krijgen, vervolgens een bericht dat het boek voor je klaarstaat, om dan opnieuw al je gegevens online in te moeten vullen, de juiste boxjes aanvinken, kenbaar maken wanneer je het op kunt komen halen, bevestigen dat het echt allemaal klopt, om uiteindelijk een mailtje te krijgen dat je binnen een paar dagen een mailtje krijgt om op die-en-die tijd je reservering te komen halen. Dat kan vast wel iets eenvoudiger. Maar ja. Gekke tijd en dat soort dingen. Uiteindelijk heb ik er een fijn ommetje door de winterzon voor terug. En een boek. Niet eens voor mezelf, maar voor dochterlief. Oefenexamens Duits en dan een specifieke editie. Dat is dan weer het mooie van de bibliotheek: ze hebben het allemaal. Ik kwam net thuis toen ik twee nieuwe berichten zag om te laten weten dat er nog twee titels klaarstaan. Maar, je raadt het, niet voordat die hele online-invuloefening weer is doorlopen, bevestigen en weer afwachten wanneer dan. Goed. Nog een dag of wat geduld en dan mag dezelfde Rotterdamse schat met haar verplichte leesvoer uit Amsterdam aan de slag. Gelukkig kan ze zich alvast goed voorbereiden met dank aan de uittreksels die – wederom dankzij de bieb – al gedownload en wel op haar laptop staan. Het is een wonder van efficiency en meer van die onzin. Heus, ik vind het allemaal prima. We zijn gewoon verwend.

Een ander wonder is de boom die hier net voorbij de Inloophuis Zeeburg op het kruispunt eenzaam prachtig staat te zijn. Oud en wijs. Zo oud dat de mensjes er twee dikke stalen palen onder hebben gezet om wat vervaarlijk hangende takken (zo dik als stammen, ik zeg je) te ondersteunen. Dat vind ik dan weer lief van de tweevoeter. Het is normaal een route die ik per fiets zou doen en dan zie je de dingen toch anders. Alleen daarom was de ruim anderhalf uur glibberen al de moeite waard. Met als extraatje de stad die letterlijk schittert in de zon, de ijzige wind, botsende ijsschotsen in de havens en grachten en een koet die een nest heeft gebouwd van allerlei zwerfvuil gecombineerd met twijgen en dor blad.

Onze missieloze minister-president overzag vanmiddag de Hofvijver en kreeg traantjes in zijn immer guitige ogen: dit leek toch verdomd wel de 17e eeuw, met al die schaatsers. Maar wel voorzichtig doen mensen. Alleen samen hè, weet je nog? Net als in dezelfde eeuw toen we overal aan landjepik deden. Alleen samen roeiden we ze uit. Een gouden tijd was het. Ach, de weemoed van een gevallen premier. Opdat ie beseft dat het misschien beter zou zijn om per direct zijn fiets te pakken en gelijk een ongeleid galjoen de zee in te fietsen. Een frisse duik. Nee, dan houd je het niet droog.

#waanvandedag