Eb
Misschien is het dan toch de maan de ware liefde die als geen ander mijn gemoed weerschijnt
Met haar bleke neus en kogelgaten bevlekt en besmeurd door de zieke soort met zijn twee ranzige poten en graaiende vingers die alles kapotmaken
De stap was klein de stap was groot de stap was het begin van het einde waarin nog altijd niet wordt geloofd en dus nemen we je in de schaduw geniepig van achteren zonder pardon zonder geweten zonder de scherpe blik van de zon
Misschien ben jij het dan toch getekend door het leven in prentenboeken waarin we schijnheilig verzuchten en amechtig omhoog kijken naar jou en jouw zwijgend gelaat
Wij hier beneden hebben geen idee geen benul geen besef wij weten niet en zullen nooit weten omdat we simpelweg niet begrijpen wat de reden is van alles hier en jij daar ons hele treurige bestaan
Misschien mag ik naar je huilen met mijn hoofd in mijn nek en dat jij mij dan ziet en komt halen in een vloed van tranen en dan de zilte droogte die volgt