Misschien is het dan toch de maan de ware liefde die als geen ander mijn gemoed weerschijnt
Met haar bleke neus en kogelgaten bevlekt en besmeurd door de zieke soort met zijn twee ranzige poten en graaiende vingers die alles kapotmaken
De stap was klein de stap was groot de stap was het begin van het einde waarin nog altijd niet wordt geloofd en dus nemen we je in de schaduw geniepig van achteren zonder pardon zonder geweten zonder de scherpe blik van de zon
Misschien ben jij het dan toch getekend door het leven in prentenboeken waarin we schijnheilig verzuchten en amechtig omhoog kijken naar jou en jouw zwijgend gelaat
Wij hier beneden hebben geen idee geen benul geen besef wij weten niet en zullen nooit weten omdat we simpelweg niet begrijpen wat de reden is van alles hier en jij daar ons hele treurige bestaan
Misschien mag ik naar je huilen met mijn hoofd in mijn nek en dat jij mij dan ziet en komt halen in een vloed van tranen en dan de zilte droogte die volgt
#proza #gedicht
De schaduwen die we zien
waarin alle verhalen en leugens macaber dansen
met het rotsvaste geloof in een allang gestorven god
als die ooit al leefde
Als geen ander kennen we de herinnering, het litteken
om ze elk, één voor één, de nek om te draaien
het bloed koel
en de tranen geveinsd
Hier hebben we nooit liefde gekend
alleen een ingefluisterd sprookje
vertrouw niemand die ons voorging
vertrouw niemand die na ons komt
En nu het vuur dooft en de schaduw vervliegt
in nog een laatste poging
een uiterst verlangen te worden aangeraakt
zwaar ademend gaat het in een zucht van as tot stof
#gedicht
De maan is vol en de regenboog ziet dubbel. En met osmosewater kun je je ramen streeploos schoon krijgen.
Met de wind vliegen bladeren en vogels mee naar het zuiden of waar dan ook. Zolang het maar naar daar is.
Berichten hangen in de lucht die alle wolken drijft en de buien driftig laat vallen. We zijn amper geland op fluisterafstand en boeken alvast de volgende vakantie. Nu kan het nog.
De wereld in de hens met oude en nieuwe dictaturen in oost zuid en noord en straks opnieuw een doldwaze wortel met peroxidehaar in het westen. Je kunt alles doen wat een denkbeeldige hogere macht je ooit verbood en er gewoon mee weg blijven komen. Als je maar stinkend geld hebt, allemachtig veel.
Gewetenloze salvo's gieren door de woestijn en over de zee. Mensen die niks meer te verliezen hebben behalve hun leven, hun trots en hun ijdele hoop dobberen koud rond en maken water. Het fort in zicht met overtrekkende vogels in tegengestelde richting naar de warmte. Commerciële maanlanders doorboren en beschadigen voor de zoveelste keer haar weerloze oppervlak en de regenboog spant zich voor de gein nog maar een keer in.
In het water schijnt de zon.
#waanvandedag #gedicht
Het proces waarbij het hart uiteen wordt gereten en er slechts kruimels mens overblijven waarbij de wind voor bladveger speelt en de buurman met zijn bladblazer vol verse benzinedampen alles weer van zijn stoep loeit
Het hoofd danst in de donkere wolken die buien aankondigen zoveel als maar nodig om de straten schoon te spoelen en alles wat leeft af te voeren naar de put die uitmondt in een buis in een gangenstelsel vol soortgenoten – ratten in de vrije val
Zandkorrels zijn als sterren
gedachten kruipen als mieren
stuifmeel werpt duinen op
kijk langs de rand van de horizon draaien molens in de waan van schone energie diesel is plastic is fossiel is een ander universum waar ik niet langer kan bestaan
hier neem mee gratis en voor niets
vermorzeld brein
verhakseld hart
uitgestoken ogen
afgehakte handen
en doe er je voordeel mee
#proza #gedicht
Hardnekkig ritselt in de zon het beeld van een vrouw aan een boom
Op het plein ligt een kastanje glimmend gaaf en groot
Ze raapt het in gedachten op en geeft het aan een kind dat in het zand naast een stapel stoeptegels speelt
Het kind pakt de kastanje aan en lacht naar haar maakt een kuiltje in het zand
De kastanje zakt langzaam dieper in de grond wortelt een boom
Het kind wordt ouder en groeit ongemerkt mee vergeet haar wortels de takken en het mos op de stam
De boom weet alles nog haar geheugen geworteld in kinderhanden verwondering en alles wat zich kon ontvouwen
Jaarringen vertellen hoe het plein verandert huizen gaan plat bomen worden gerooid behalve de kastanjeboom
Zij werd een denkbeeldig monument een herinnering een stam vol gekerfde namen verloren liefdes gevonden vriendschappen een eenzame schuilplaats
Een vergeten kale vlakte waar het snelle geld verdampte en megalomane investeerders vlogen waar nu vogels neerstrijken op haar stevige takken
Aan de boom hangt haar verbeelding ze was ooit een kind daar waar het blad valt het touw knapt de grond opent vruchtbare aarde stromende regen spoorloos
Een kinderhand graaft en stopt een gekregen kastanje in de grond terwijl de zon door de bladeren ritselt
#gedicht #proza
Ik stierf aan een zijden draadje
Brak in stukken toen je naar mij wees
De uitverkorene
het alles uit het niets
Het stof van sterrenlicht dansend op het graf
Het gaf niet dat je fluisterde van duister en ochtendmist
Het gaf niet dat je luisterde zonder oogopslag
geen spoor van berouw
De val komt na de zonde
de put echoot nog alleen de schreeuw
Hier lig ik stil te wachten op het einde
te wachten op wanneer het stopt
De hemel tergt mijn lichaam
Striemen van stil bedrog
De zijden draad hangt gespannen
Zielloos draait het spint het garen de afgekloven klos
Ik ben zonder woorden zonder tong
Zonder zicht en zonder zinnen afgetuigd
Kom mij halen neem mij mee
Vertel mij meer verhalen van uitgeteerde stranden zonder zee
Wuif mij verwaaide raadsels toe
En als dan eindelijk de draad knapt
pak mijn handen
Maal dit porseleinen leven tot gruizige korrels zout
Strooi het uit in eindeloze willekeur
Verscheurd in snippers hout
Ik zal niet kijken ruiken horen voelen proeven
Ik zal het zwijgen er tot heugenis toe doen
#gedicht
Zigzaggend fietst ze door het landschap doorsneden met een provinciale weg aan de ene en een snelweg aan de andere kant. Een verlaten bedrijventerrein gemarkeerd door twee reusachtige windmolens maakt de dystopie compleet.
Het gras, de bomen, de struiken, de bloemen, de vogels, de insecten – het groen, het geel, het rood en het blauw is waar ze haar aandacht op richt. Misschien vindt ze dit wel de meest interessante plekken, de restjes gecultiveerde natuur die ondanks de vernietigingsdrang van haar diersoort toch altijd weer haar weg vindt. Overleven.
Ze fietst zonder doel. Gewoon een rondje en daarna de boodschappen. Het gebeurde spontaan. Eigenlijk stonden er alleen boodschappen op haar lijstje en dan misschien nog even een wandeling later op de dag, wanneer de mensen zich weer een beetje uit het buitenleven terugtrekken. Hun geluid, hun geur, hun aanwezigheid maakt haar onrustig.
Kort voordat ze de verplichte stop bij de winkel maakt passeert ze een net aangelegd park. Hier en daar zijn nog afzetlinten en er staan borden: Pas op – Drijfzand!
Ze houdt even in en voelt zich ineens opmerkelijk kalm. Ze ademt diep in en weet dan dat dit precies het signaal is waar ze onbewust naar zocht.
Ze stopt, zet haar fiets tegen een boom, loopt voorbij de lui ritselende plastic linten en voelt de zompige grond onder haar voeten. Ze doet haar kleren uit, gaat liggen, doet haar ogen dicht en laat zich rustig en langzaam omsluiten door het zachte zand. Ze is thuis.
#proza #gedicht
Ze loopt in één adem helemaal rechtdoor, de stad uit, over de uitgestrekte heuvel zo de rivier in.
Ze is een vis happend naar water. De zon verdrinkt in de ovaal grijze lucht die weerspiegelt in de beslagkom op het aanrecht in een flat waar boomtoppen struiken zijn.
Morgen zal ze nog een keer gaan en de dag daarna weer. Net zolang tot ze ergens aanspoelt op een heldere, koude dag zonder dromen, zonder hoogte, zonder vrees.
#gedicht
De klokken luiden alsof hun beven ervan afhangt.
Hé, zijn alle punkers hetzelfde?
Nee, hoezo?
Heb je toevallig drugs bij je en heb je dan wat voor mij?
Nee man, sorry. Fijne dag nog.
Oké, ja. Zie je wel, jullie zijn niet allemaal hetzelfde, haha.
De bomen van de overweg slaan hun slag, tot hier en niet verder. Het dove licht is rood.
#proza #gedicht
de tijd is bepaald
de pas gemeten
de stap gezet
geef mij geen thuis
waar de onrust tiert
geef mij geen troost
waar de donder raast
geef mij geen ijzer
geen handen om te breken
de torens slaan asynchroon hun gebedsstaf stampend dampend stof ademt in en uit
devoot gewezen platen slaan briesend op hol
“Vrees de goden, vrees de toorn!
Vrees geboden, weersta de storm!”
de duivel komt in al haar gedaanten
verleidelijke gruwel
diamanten ogen rood als druppels bloed
fluwelen lippen likken vuur
hier zal ik zijn met mijn reisgenoten
hier zal ik sterven, van god en alles alleen.
#gedicht