Hersenkrakeling

De man loopt vanuit de supermarkt een klein stukje met mij op, fiets aan zijn hand. De slagboom die vracht doorlaat en notoire foutparkeerders reguleert en vanwege deze strakke taakomschrijving niets van doen heeft met wandelgangers en fietsers, zwaait spontaan omhoog. De man kijkt er tevreden naar. “Het gebeurt me niet vaak hoor, dat ik de slagboom puur met mijn hersengolven omhoog kan laten gaan.” Ik denk dat hij een grapje maakt en ik probeer zijn donkere ogen verstopt achter dikke en vettige brillenglazen te peilen. Onbegonnen werk. Het blijkt duidelijk geen grap, want serieus gaat hij verder. Over hoe het een goede dag is, wanneer het hem lukt de slagbomen met zijn brein in beweging te krijgen. En als het niet lukt, dan is het een slechte dag. Tenminste, dat ligt er weer een beetje aan in welke richting de vlaggen wapperen. Soms kan je dan nog steeds twijfelen, maar dan kun je het gewoon op de lijst zien. Daar staat het ook op, of het een sterke of zwakke dag voor zijn hersengolven wordt. Maar nu is het een goede dag, met sterke hersengolven – vandaag kan hij heel waarschijnlijk veel meer dingen dan normaal en dat is mooi. Meestal heeft hij zwakke dagen namelijk. “Nou, profiteer ervan”, zeg ik wanneer hij naar rechts gaat en ik naar links. Met een ruimhartige armzwaai en een onbeholpen “Ja, daarom!” groet hij mij. Ik steek ook mijn hand op naar hem en wens stil dat de vlaggen gunstig blijven wapperen.

#waanvandedag