Overhemd
Het gewone leven klopt weer aan de deur, maar ik heb eigenlijk helemaal geen zin om open te doen. De bubbel die mij binnen een week in totaal over tien landsgrenzen bracht is ondanks alle brakheid nog te aangenaam. Ik wil nog niet dat die spat. En toch is het wat er gaat gebeuren. Nog heel even terugkijken dan.
Woensdag met de trein vertrokken naar Manchester. Daar de nacht doorgebracht, auto ingeladen en door naar Wales. Overnacht en de volgende dag, vrijdag, de ferry naar Ierland. Afgezakt naar de zuidoostkust, inchecken en optreden. De volgende dag nog wat rondgelopen, naar een uitkijkpunt gereden en door naar het volgende optreden, een uurtje verderop.
Het wordt zomaar zondag en het voelt alsof we al een week onderweg zijn. Alle indrukken, vergezichten, de optredens natuurlijk, de gesprekken. Een middagshow in Wexford en aansluitend naar een klassieke pub. Klein, elke plek een foto, een tekening, een beeldje of een ander ding dat de bewogen Ierse geschiedenis in leven houdt. Veel licht en geen muziek, wel mensen. En ja, wel muziek, maar dat maak je dan gewoon zelf met de instrumenten die er staan. Dan is het stil en wordt er geluisterd, geklapt en meegezongen. Tot in de vroege uren.
Na een voedzaam en goed ontbijt – het werd tijd – nog een klein rondje door de kleine stad en dan op naar Dublin voor de laatste van vier. Een korte nacht in het hostel met vijf op een kamer. Niet echt een hobby, maar een matras en een deken zijn op dat moment meer dan genoeg. De rest is bijzaak. De spullen halen we vroeg in de ochtend op bij het podium, inladen, nog een rondje met koffie en dan terug naar de ferry.
Dezelfde riedel terug naar Manchester, maar dan zonder overnachting in Wales. We zijn met z'n tweeën over, net zoals we begonnen. Na een nogal helse tocht over een donker, loeinat en slecht wegdek belonen we onszelf met een restaurant. Dat hebben we wel verdiend. Daarna vallen we om en breekt er weer een woensdag aan die in het teken van het verder terugreizen met de trein staat.
Het is bijna een uur na middernacht wanneer ik thuiskom en het plantje gelukkig nog leeft. Die krijgt water en een kabbelend gesprek terwijl ik mijn spullen uitpak en opruim. Thee, nog wat kijken en dan proberen te slapen ondanks de nachtelijke werkzaamheden aan de weg hier pal voor de flat. Ook vannacht gaat dat nog door, maar het had erger gekund.
Wat ik vooral wil zeggen. Het was een prachtige week vol met teveel om hier te vertellen en ik zou willen dat die week nu nog niet eindigt. Het is niks nieuws, dit weet ik vooraf allang. Het is een bekend fenomeen, die malle rakker van een post-tour blues. Er is al veel over geschreven, gepraat en gefilmd en vast nog veel meer. Goed. Op naar de volgende dan maar.