Tollen
Een dag of wat. Daar eindigt het vorige praatje mee. Nou, we zijn een weekje verder. Wat ook nog steeds in dagen te tellen is, dus vooruit maar.
Inmiddels thuis na heel veel moois in Groningen en Duitsland. Het was een goede tour, met als afsluiter twee staande ovaties in Den Andel. Je koopt er geen brood voor en de huur wordt er al helemaal niet van betaald, maar het is toch een rijk gevoel.
Het zou leuk zijn als ik dan daarna niet direct weer volledig in zou storten. De drukte van de stad, de realiteit en waanzin van alles, kortom: al mijn ergernissen verschijnen als zon voor de sneeuw. Inclusief bijbehorende koortslip, hiephoera, ik ben melaats! Want ja, deze boy heeft wel iets ingeboet aan weerstand tijdens de afgelopen vijftien dagen en dan poppen de blaasjes naar hartenlust. Knorrig, chagrijnig en als een hoop oud vuil onderuit gezakt op de bank en dan maar typen. Dat u een beetje een beeld heeft en in de wanhoop dat het helpt.
Ik doe echt mijn uiterste best om al het moois te blijven zien, onthouden en herbeleven. Ook het weerzien met dochterlief eergisteren is meer dan fijn, na meer dan twee weken. En toch is er die dreun, de landing. Weg cocon, weg bubbel, weg autosnelweg. Oké, dat laatste vind ik niet erg en het maakt mijn hartje blij weer een tijd verlost te zijn van het asfalt. De autosnelweg, mijn gottie. Hoe breder de wegen hoe langer de file. Dat is de ervaring tenminste. Welkom thuis met een gebarsten voordeurruit bij de gemeenschappelijke ingang, een gesloopte plantenbak in de hal en een fokking 'er is hoop, jezus leeft!'-poster op de deur van de buren. Staat toch leuk tegenover onze 'capitalism=crisis'-kaart op onze deur.
Focus jongen, focus. Vanaf morgen weer een lang weekend met de muziek op pad. Zie je, er zijn genoeg blijheidspunten te verdienen. Nu nog even een spaarkaart scoren.