Tsjubileum

Kort geleden schreef ik al over mijn fascinatie voor plekken die door mensen zijn verlaten en hoe de omgeving vervolgens opbloeit.

Vandaag is het 35 jaar geleden dat er in Tsjernobyl een kleinigheidje misging waardoor de wijde omtrek uiteindelijk werd verlaten. In de afgelopen jaren is de plek volledig overgenomen door een enorme diversiteit aan flora en fauna en is het inmiddels een waardevolle plek die is uitgegroeid tot een van de grootste natuurreservaten van Europa. Dat zijn nog eens goede berichten.

In schril contrast staat de gedachte die ik had toen ik via het park naar de supermarkt liep, maar toch. Hoe vaak en hoeveel bomen, riet en gras er ook wordt gekapt, gesnoeid en gemaaid, het komt altijd weer terug. Er ontstaat steeds weer een nieuwe plek vol leven, hoe klein of groot ook. Ik vraag me vaak af waarom je überhaupt zou snoeien en kappen. Waarom moeten wij ons ermee bemoeien. Waarom voelen wij ons zo geroepen om als zelfbenoemde beheerder overal maar huis te houden. Waarom vinden we onszelf zo belangrijk en plaatsen we onszelf juist daardoor buiten het geheel, met als gevolg dat we totaal zijn vervreemd van waar we gewoon volledig deel van uitmaken. Vragen waar ik het nooit een bevredigend antwoord op kan krijgen, omdat het een waanidee is dat we onszelf inprenten.

Hoe dan ook, door zo´n plek als Tsjernobyl, of gewoon het park hier om de hoek, waar het leven niet stuk te krijgen is en de organismen gewoon mailing hebben aan ons geklooi, kan ik een glimlach niet onderdrukken.

In stijl afsluiten dan maar met een Kraftwerk-sterke versie van Radioactivity: dansschoentjes aan en geigerteller op tien!

#waanvandedag