Zodemijterop
Zoals u weet was het afgelopen week een gesnotter van jewelste alhier. Omdat het leven nu eenmaal een balansfetisj kent, is mijn deerne ook onvermijdelijk getroffen door hetzelfde snuitfestijn. En zo ken ik er nog wel een paar in mijn (in)directe omgeving. We niezen en proesten wat af met z'n allen. Ik kan u uit ervaring meedelen dat het ergste er na een dag of drie weer opzit, althans, in de versie van het virus dat ik had. Gelukkig zijn er talloze varianten, dus vervelen is geen optie en niets valt daarom met zekerheid te zeggen. Mooi toch, dat onvoorspelbare aspect des griepigs.
Eigenlijk boffen we maar. Ik bedoel, je zult nu met je lieslaarzen door Venetië struinen, of een Glühwein op de golf van de zoveelste lawine in evenwicht moeten zien te houden. Europa is nat en koud, Australië veuls te heet en in de fik, net als Californië in het land van de Gouden Trompet. Ondertussen werken kindertjes – voor een schamel inkomen om precies een maaltijd per dag van te kopen – in helse mijnen om te graven naar ons geluk dat we smartphone en andere wegwerpelektronica noemen, sterven zwaar uitgebuite arbeiders in Qatar een stille dood zodat er straks op de vele splinternieuwe tribunes van FIFA-maffiose stadions gejuicht kan worden voor de nationalistische waan van volk en vaderland. Ik hoop van harte dat er voor die tijd nog een verzengend vuur, weelderige overstroming, kiezelharde komeet of een combinatie van alles ons allen uit het lijden heeft verlost.
Maar goed, voor die tijd zullen we vast nog wel koutje moeten doorstaan. Zakdoekjes voor het grote en kleine leed zijn niet aan te slepen en het is ook niet te doen, al dat meelijden, ik weet het. Toch kan ik niet wegkijken, mijn ogen niet sluiten en vooral mijn gevoel bij dit alles niet uitschakelen. Uiteindelijk doet dat namelijk nog meer pijn.
Toch wil ik u nog een vrolijke pepernoot meegeven, tenminste, als u bereid bent 'm te zoeken en vinden. Hij ligt ergens in een of andere hoek. Dan haal ik ondertussen mijn paard van stal, zet mijn hoed op en vul al die ranzige kinderschoentjes met vriendelijkheid en geurvreters. Het is een begin.