Vet Gadget
Ja, je denkt natuurlijk dat ik met de titel eigenlijk Fad Gadget bedoel; de avant-gardistische muzikant die in 2002 op 45-jarige leeftijd overleed aan een hartaanval (dank je, Wikipedia)? Maar nee. Ik was nooit een liefhebber van deze peer, ondanks dat het wel zou moeten als je de algoritmes gelooft van muziekplatforms en ander geautomatiseerd gespuis. Je kent dat wel: vind je dit leuk? Oh, maar dan vind je dat ook leuk! Niet? Huh? Raarrrr! Error 404. En dergelijk gespartel.
Dus nee, sorry Fad. Ik bedoel echt: Vet! Gadget! Niet omdat ik een gadget-freak ben. Verre van zelfs. Het G-woord is niet aan mij besteed. Althans, zolang de uitzondering de regel bevestigd. En laten dat nu net die vermaledijde algoritmische regels zijn die liever niet hebben dat je kiest voor de uitzonderlijke regel. Snapt u mij nog? Fijn, want zelf vraag ik mij al jaren af waar ik het over heb.
Gadgets dus. Ik heb nogal eens de neiging om bij een winkel als Kruidvat – ja hoe verzin je het! – naar binnen te lopen om dan naar de tooltjes te kijken. Zo noem ik gadgets namelijk, tooltjes. Je kunt bijna geen Vat vol Kruid binnenlopen of ze hebben ergens een uitpuilend rek met zooi. Een graaibak, maar dan in kastmetplankenvorm. Een bende, altijd. En bij de grotere filialen hebben ze vaak nog meer van die chaos. Nog leuker dus. Niet dat ik er overigens rondloop met de drang iets te kopen. Ik verbaas mij vooral over de troep die er tussen ligt. Inwendig lever ik zuur commentaar, gewoon mijn gezellige zelf. Onmogelijk goedkope, en dus klevend van de uitbuitarbeid, shit. Een soort miniatuur-Action. Dat werk. Ach, u weet heus wel wat ik bedoel.
Toch ben ik sinds een dag of wat nogal onrustig. Ik zag in Rotterdam namelijk een cassetterecorder (!) waar ik best enorm blij van werd. Ondanks al mijn principiële incontinentie: ik wil dat ding hebben. Dan kan ik mijn tapes weer afspelen. En er zit een radio in, een USB- en SD-aansluiting, een ingebouwde microfoon, een hoofdtelefooningang. Plus brakke speaker. Allemaal overheerlijk verpakt in plastic soep door de eerder genoemde verweerde en bloedende kinderarbeidhandjes. Ik ben een vreselijke man, maar ik slaap nu nog slechter dan anders. Ergens ligt hier in huis een VVV-bon. Die bon moet worden omgezet in dit speelgoed speciaal voor mij. Kruidvat-speelgoed. Duivels!
Hoe erg is het met de wereld in mij dat ik dit onnozel gadget vet vind? Waarom vuurt het mijn liefde voor cassettebandjes aan, waarom moet ik door deze kapitalistische hel van hebbenhebbenhebben? Het vlees is sterk, maar de geest zwak, zo is het. Ook gij, Brutus! Mijn bandjes willen gehoord worden. Zij zijn mijn jeugd, mijn briljante audio-ideeën – alles wat ik ooit heb vastgelegd. Het schreeuwt om aandacht en ik vrees dat ik mijn oren zal laten hangen en binnenkort als een kind zo blij door de kamer zal huppelen. De volwassene in mij zal met een leeg hart en holle ogen veroordelend toekijken. Ik wens mij als geheel dan ook veel sterkte.