Bomen over kerst
Kerstbomen. Bomen als in praten. Praten over kerst. Het kan, dus vooruit dan maar. Vooral praten over de kerstboom an sich. Het zijn best gezellige dingen. Uitbundig of sober versierd, mij maakt het niet zoveel uit. Het liefst wel echt. Nep is toch maar gewoon een stekelige takkenzooi plastic. Al begrijp ik de praktische kant wel hoor. Het gemak ook vooral. Je hebt ze tegenwoordig ook van hout, trouwens. Plankjes. Nog niet eens heel lelijk of gek. Soorten, maten, kleuren, geuren en smaken. Jawel, ook smaken. Chocoladebomen bijvoorbeeld.
Wees trouwens gerust, ik heb nu eens niet een niemanddallerig introstukje en dat ik dan ineens weer begin over alle vreselijke gevolgen van kerstboomplantages, nog meer plasticsoep en verstikkende houtkachels. Het kan heel makkelijk, maar zoals u weet, ik kies ook vaak voor de minder makkelijke weg. Of ik kies helemaal geen weg en zweef gewoon maar wat door de ruimte. Waarvan akte. Adem uit.
Waar wil ik dan heen met mijn getyp? Nergens heen. Gewoon een beetje ouwehoeren over bomen. En vooral dat ik ze heel leuk vind. Bij anderen. Hier, thuis, voor mezelf hoeft het niet voor mij. Ja, ik weet het, mijn lieve vrouw zou het graag anders zien. Wel een boom in huis. Maar ja, ze weet ook dat het dan geen enorm relaxte periode wordt. Ik ben me er eentje. Ik krijg al hartkloppingen als ik eraan denk. Een kerstboom kopen. Naalden. Mee naar huis nemen. Naalden. Optuigen. Naalden. Aftuigen. Naalden. Wegbrengen. Naalden. En dan nog weken of maanden daarna. Naalden. Dus waarom dan geen nepboom? Ja, dat wilde ik net al zeggen: daar kan ik niets mee. Geen gevoel heb ik daarbij. Behalve leegte. Nou, dan heb ik liever de leegte van helemaal geen boom. Dan weet je tenminste wat je mist. Want zo is het ook. Ooit deed ik wel aan een boom. Tegen beter weten in. Dat ook.
Het is overigens geen jeugdtrauma ofzo hoor. Het is gewoon mijn idiotie. Ik bewaar juist goede herinneringen aan de tijd dat mijn ouders nog een echte boom in huis haalden. Als je dan 's ochtend naar beneden kwam en dat ding zag staan. Een entiteit op zich. De dennengeur. Zelfs het gedoe met optuigen kon ik waarderen. Voorafgegaan door een heel ritueel met gezoek en gevloek op zolder naar de doos met ballen en slingers. Daarna was het vrede op aarde. Tenminste, vrede: tevreden. Dat is meer het woord dat er bij past.
Al met al, ik weet dus wat ik niet in huis haal wanneer ik boomloos blijf met kerst. Soms kun je heel tevreden zijn met de herinneringen of het heden. Het gedoe dat anderen overhoop halen zodat ik bij hun thuis naar een boom kan kijken. Of zoals vanochtend op het werk. Elk jaar wordt de uitpaktafel versierd met een kleed, een boom en eromheen pakjes voor iedereen. Dat ziet er zo lief uit. Zelfs zo lief, dat ik mijn cadeautje expres tot dinsdag laat liggen. Dan haal ik het dinsdagmiddag net voor sluitingstijd op en kan ik gelijk de collega's die er dan zijn een paar mooie dagen wensen. Ik heb er nu al zin in, en dat meen ik nog ook.
Wat we overigens hier thuis wel elk jaar doen is extra kerstlampjes ophangen in huis. We hebben namelijk sowieso al boven ons bed het hele jaar van die lampjes hangen. Die zijn onderdeel van onze dagelijkse verlichting. Maar rond kerst hangen we er nog een snoertje bij. We doen vaak ook iets met ballen in een plant en soms zelfs een ketting of slingers aan de boekenkast of ergens waar ik er zo min mogelijk kans van onthoofding op heb. En heel soms kopen we een mini-boom. Stiekem vind ik dat dan heus wel weer leuk, maar dat moet je nooit hardop zeggen. Stel je voor. Straks wordt er gedacht dat ik het naar mijn zin heb in deze tijd van het jaar. Gaan we dus gezellig eventjes tussen ons houden, oké? Snaveltje toe. Fijn.