Het is weer een middag in het teken van wachten. Wachten op een monteur. Deze keer omdat er een rookmelder wordt geïnstalleerd. We hebben er al eentje, maar de woningbouwvereniging heeft zo haar eigen plannen.
Na twee keer de afspraak te hebben verzet moet ik er vandaag dus echt aan geloven. U kent mij inmiddels een beetje en weet dat ik een enorme hekel heb aan dit soort ellendige afspraken. Tussen twaalf en vier zit ik gevangen in mijn eigen huis. Naar het toilet durf ik niet, want je zal zien, belt ie net aan.
Ik heb het idee dat er al wel wat aan de gang is ergens in een ander appartement. Ik hoor een oorverdovende boor en gerommel. Dus wie weet komt er aan deze wachtkamer snel een einde.
Daarna begint de rest van mijn geklooi. Ik zal moeten stofzuigen, de ruimte weer monteurvrij maken. Sporen van natte werkschoenen wegpoetsen en ondertussen natrillen van mijn ongastvrije weigering wanneer – wedden? – er wordt gevraagd of er van het toilet gebruik mag worden gemaakt.
Nou ja, deze verhaaltjes kennen we inmiddels maar al te goed. Toch moet ik de stress die het mij geeft enigszins kanaliseren. Lang leve de echoput.
Daarbij scheelt dit geneuzel u een heleboel boos geraaskal over miljoenen voor een sluitende kolencentrale waarvan slechts een schijntje is bedoeld voor een nette oprotpremie voor de mensen die er werken – de rest verdwijnt in de uitpuilende zakken van 'durfinvesteerders' (nee maar, lieverd, papa heeft een belangrijke baan waarmee hij jouw toekomst volledig om zeep helpt) en de prijs die tot op het bot uitgebuite arbeiders betalen voor het fenomeen Black Friday en meer van die prut die de mensen elkaar door de strot duwen.
Kort en goed, “de system is a fraud”. Kom er maar in Matubaruka. De System.
De ochtend is grijs en miezerig. Achter het beslagen raam van een zoveelste tot kinderopvang verbouwde woonkamer staat een kind met een slappe teddybeer. Het kind ziet er moe, bleek en verloren uit. En ook berustend sloffend van de ene naar de andere kant van het raam met uitzicht op de natte straat in een stad die troosteloos waanzinnig voorbij raast. De teddybeer bungelt achter het kind aan.
Ik, weggedoken onder mijn paraplu en in een zo hoog mogelijk tempo plassen en mensen ontwijkend op weg naar de trein. Het beeld van het kind blijft hangen en de vraag dringt zich op of dit nu echt is wat we met z'n allen willen. Onze kinderen massaal in een opvang dumpen om onze 'levensdoelen' na te jagen.
Levensdoelen. Wat zijn dat? Nou, gemiddeld genomen toch het liefst een koophuis met molensteenhypotheek, een gezins- en boodschappenauto. Twee keer per jaar – minstens! – op vakantie. Alleen de beste opleiding voor onze oogappeltjes. Een elektrische bakfiets voor de picknick op zondag. Een tuin om in te kunnen barbecueën, met een groot opblaaszwembad en hopeloze heaters om er in de winter toch lekker warm bij te zitten. De spaarrekening het liefst onaangetast tot de dood ons schijt. Hippe, leuke, gezellige vrienden. Drie keer per week fitness, yoga of iets anders wat ons de schijn voorhoudt fit te blijven. Dagjes weg op z'n tijd, graag ook met hier en daar een romantisch weekend zonder de kids.
Hartstikke leuk. Maar dan moet je wel minimaal twee keer veertig uur per week werken. De kinderopvang moet betaald, het spul moet op een sport, naar vriendjes, partijtjes, naar school, naar de ortho (iedereen MOET een recht gebit, zonder dat we ook maar vragen stellen of dat nu echt zo enorm nodig is terwijl onderzoek uitwijst dat niemand er werkelijk baat bij heeft, behalve de smoelensmidcowboys), naar de psych, de nieuwste iPhone, een Spotify-abo en een Netflix-account. Koop er ook gelijk wat likes en volgers bij omdat je kind toch de indruk moet wekken dat het door alles en iedereen geliefd is. Ook in China, Rusland en de VS. Hoe ze de scheiding gaan navertellen laten we in het midden. De cokeverslaving van de één, het vreemdgangerscomplex van de ander. Dakloosheid, alles kwijt, schuldsanering, gevangen in het systeem zonder steun maar met verlatingsangst, bindingsangst, niets ontziende sociale druk. We zien wel. Luiken dicht en snaveltjes toe.
Ofwel, rennen tot je niet meer kan, de tredmolen draait en draait tot je er vanzelf uit flikkert. En dat is precies het hele idee. Te druk, te bezet, te afgeleid van het grote geheel – om te zien dat het nergens over gaat. Geen puf om in opstand te komen. Het harnas is zwaar en benauwd maar voelt zo vertrouwd. Levensverspilling. Ziekmakend lijden tot in de eeuwigheid met slagroomijs toe.
Totdat je zelf na zoveel jaren met je tong op half zeven weer achter een beslagen raam zit met je luier om. Iemand geeft je een stinkende teddybeer in de hoop dat het je iets doet herinneren. Veel te pijnlijk, dus waarom zou je. Laat ze in de waan, schreeuw je laatste tanden eruit en gooi een rolstoel door de ruit. Spring, ren en kijk nooit meer om.
Ik ga het kort houden. Tenminste, dat ga ik proberen.
Gewoon alleen om te zeggen dat het optreden gisteren fijn was. Ondanks dat we op het podium een klein beetje moeite hadden met het monitorgeluid en daardoor soms het gevoel hadden dat we ergens rondzweefden. Uiteindelijk bleek het in de zaal allemaal prima te zijn overgekomen en dat is uiteindelijk toch dikke winst. Ofwel, we kregen mooie complimenten. Je koopt er geen brood mee, maar het voedt de o zo tere ziel van de artiest.
Het was sowieso een geslaagde middag. Ondanks alle maatregelen was er toch redelijk wat publiek. Elke act kreeg hun onverdeelde aandacht. Het leuke van zo'n open podium is dat de meeste organisaties echt hun best doen om een afwisselend programma samen te stellen. Zo ook gisteren.
Ik opende met wat dichtwerk, aansluitend was MANKES aan de beurt. Na ons een duo dat met accordion en klarinet folk uit de Balkan bracht met tussendoor Joods Sefardische liedjes.
Een korte pauze om alles te verwerken en toen door met improvistatietheater. Heel andere koek en ver(s)makelijk. Onze vriendin Monody sloot de middag stijlvol af. Eigenlijk was er een langer programma gepland, maar ja, er kwam wat tussen hè. De andere artiesten mogen een volgende keer hun kunsten vertonen.
Omdat de winterse buien hun tol eisen en aandacht vragen een fris slot om de ijzige waterkou te trotseren. The Bangles (echt joh?). Hazy Shade of Winter.
Het belangrijkste, vanuit egocentrisch perspectief en dus geheel passend in de maatschappelijke natte droom, eerst: het optreden morgenmiddag gaat door! Hiep en hoi.
Hoe het er uit gaat zien met het optreden op 18 december is nog maar de vraag, maar goed, dat zien we dan wel weer. First things first.
Ik las net dat Mark een heel ander kabinet wil met meer elan. Is het heel gek als ik bij zo'n uitspraak op z'n minst mijn wenkbrauwen optrek? En meneertje R was ook nog heel flink door zijn hand in eigen boezem te steken door te melden dat hij blijkbaar de mensen niet meer kan overtuigen met zijn oproepen als het gaat om maatregelen naleven. Goh. Dan zou je toch denken dat het kwartje een keer gaat vallen en hij zijn conclusies trekt. Maar nee, wacht. Dat staat niet in het Handboek der Bordkoppers. Helaas. We moeten nog een poosje tegen hem en zijn criminele bende aankijken.
Ik werd trouwens toch even blij toen ik las dat Extinction Rebellion gisteren een magazijn van Amazone had geblokkeerd. Met de boodschap dat Amazone symbool staat voor de uitbuiting van werknemers en de planeet. Ik citeer:
"Black Friday is het toonbeeld van alles wat mis is met ons economische systeem”, stelt de groep in een verklaring. “Consumenten worden aangespoord ongeremd te kopen, terwijl de planeet op de rand van de vernietiging balanceert.”
Minder handig vond ik dat ze met een ouwe Renault Clio voor die poort staan. Da's nog eens een stinkende roestbak. Maar ja, beter zo dan helemaal niks doen.
Nog een leuk en zeer vermoedelijk weetje: de nieuwe variant zou tot 500% besmettelijker zijn. Dat klinkt, voor mij als totale nono op welk gebied dan ook, als nogal spectaculair veel. Je zou bijna denken dat het effectbejag is om zo'n uitspraak te doen. Toch zou het uit de mond van een vooraanstaand virusexpert komen. Stel dat het waar is, tja, wat dan? Dan is het een voldongen feit en moet er een manier van leven op worden gevonden. Zal vast lukken. Doodgaan kan altijd nog.
Triester vind ik dat het tekenend is dat deze variant opduikt in het deel van de wereld dat helemaal achter in de vaccinatierij moe(s)t aansluiten omdat wij hier op ons halfrond alle vaccins hebben ingepikt. Ach ja. Ik een beetje meer dan jij en dat soort ongein.
Genoeg getypt. Tijd voor een duister moppie muziek. Chelsea Wolfe. Carrion Flowers.
En zo is het alweer vrijdagavond en zit ik opnieuw in een mild verbouwd huis om de kamer zo dansvriendelijk mogelijk te maken voor de partner in crime. Deze keer heb ik ook een plekje in de kamer af weten te dingen. De keuken vond ik niet heel gezellig vorige week. Daarbij was ik vandaag wat eerder thuis – de middagdienst werd omgezet naar een ochtenddienst – en kon ik de boel al een klein beetje voorbereidend herinrichten. De lamme helpt de blinde en de stok wordt door een luizige hond begraven.
In afwachting van het oordeel dat onze zwalkende vrienden vanavond in petto hebben tart ik gewoon het lot. Ik kijk er namelijk naar uit om zondagmiddag in Driebergen te spelen. Een set van MANKES voor deze keer gelardeerd met mijn prozapruttel. Nu maar hopen dat het ook echt door kan gaan.
Wat mij misschien nog wel het meest irriteert is dat het zelfs nu we bijna twee jaar met een pandemie te maken hebben, het nog steeds niet gaat over hoe we er met z'n allen gewoon mee gaan leven. In plaats daarvan blijft het maar pleisters plakken, hijgen en steunen, krokodillentranen met tuiten, steeds maar in die waan blijven van we gaan heus ooit weer eens terug naar hoe het voor corona was.
Los van dat je dat natuurlijk helemaal niet moet willen (bis), is het een loze, holle kreet die je alleen kunt geloven als je in een andere werkelijkheid leeft.
Kom op, het is nu toch eindelijk wel eens heel duidelijk dat er structureel (jawel, nog een herhaling) iets anders moet gebeuren. Maar nee, de kop blijft in het zand met als gevolg talloze (en veel minder kostbare) gemiste kansen zoals het volledig anders inrichten van een economisch systeem, het invoeren van een basisinkomen, promoten van minder oeverloos geconsumeer binnen een circulair systeem... nou ja, de hele reutemeteut die ik maar blijf oplepelen. De klok tikt steeds harder, maar het lijkt niet te worden gehoord.
Ondertussen is er alweer een hoop paniekvoetbal aan de gang, want oh jee, een virusvariant. Joh, dat kan toch geen verrassing zijn, of toch wel? Nog maar eens een bewijs dat er helemaal geen enkele les is getrokken uit de afgelopen periode of, ik noem maar wat, de decennialange wetenschappelijk stevig onderbouwde waarschuwingen. Of het nu gaat om klimaat of virussen, vluchtelingen, armoede, steeds groter wordende kloven tussen wij en zij – er wordt weggekeken, weggelachen, weggepoetst en weggemoffeld. Toverspreuken als 'daar heb ik geen actieve herinnering aan' komen verdraaid goed van pas. Het is keer op keer een dikke vinger namens de overheden en multinationals (die de werkelijke touwtjes in handen houden). Fukkers.
Goed, inmiddels is er een zoveelste geënsceneerde persconferentie aan de gang inclusief pruillipjes, potsierlijk dringende ondertonen en vanzelfsprekend het traditionele lekken, de politiek incontinentie, die er sinds gisteren aan vooraf ging.
Naar goed gebruik kijk ik er ook nu niet naar. Ik kan die zotte koppen niet zien, hun gewauwel niet horen. Ik lees over anderhalf uur wel wat er uit de hoge hoed annex EHBO-koffer is getoverd.
Heb ik mooi nog even de tijd om naar wat muziek te luisteren. Wat te denken van Spear of Destiny. Never Take Me Alive.
Dit zinnetje spookt nu al een paar dagen door mijn hoofd: onze demissionaire minister-president denkt dat hij een columnist is.
Het is een beetje mosterd na de maaltijd, maar het zinnetje rammelt maar door naar aanleiding van die onrust, de rellen, het oproer – hoe je het noemen wilt. Kort na 'Rotterdam' zei meneertje Mark heel ferm dat het allemaal “idioten” waren die dat hadden gedaan (en zouden gaan doen in de dagen daarna, en vast ook de komende tijd nog). Nu mag hij die mening heus hebben, net als heel veel anderen met hem. Alleen vergeet onze Grote Ondergangsleider pur sang dat hij een bepaalde functie heeft. In die functie moet je volgens mij enigszins fatsoenlijke (het woord wilde ik mijden omdat het inmiddels volledig is vervuild door de neoliberalen maar tegelijkertijd precies het woordje is wat hij zo graag bezigt als hij aan juiste mensen poogt te refereren) taal blijven gebruiken. Taal die op z'n minst geen wig slaat, die niet populistisch is. Taal die wel duidelijk is, met gevoel en met gepaste juiste afstand en dus de functie waardig.
Nog een woord dat ik niet wilde gebruiken, maar net zo onvermijdelijk is: zo iemand moet – wat er ook gebeurt – verbindende taal gebruiken. De boel bij elkaar willen houden, juist als het moeilijk is, wordt en blijft. Noem het wijsheid.
Een woord als “idioten” doet dat alles precies niet.
Het is geen nieuws natuurlijk. Meneer Rutte is geen man van het volk, staat niet voor leiderschap en wil alleen maar zijn eigen hachje en inner circle helpen en redden. Hij staat voor het vergroten van elke denkbare kloof, hij is bruggenverbrander, een sloper, een jakhals en aasgier ineen. Rutte is een zielloze lijkenpikker en heeft een grondhekel aan het woord begrip.
Alles begint met begrip. Willen begrijpen waarom oorzaken gevolgen hebben. Kunnen begrijpen betekent niet dat je het er mee eens bent, maar het geeft wel inzicht. Zonder begrip is werkelijk alles kansloos en kun je net zo goed massaal van een rots springen. En dat is precies wat er gebeurt.
Ik heb al heel vaak in deze schijnveilige echoput geroepen dat de boel recht op de afgrond afstevent. Slechts een enkeling is in het bezit van een touw, een springplank, een noodbrug, een parachute of gewoon, zoals in Rutteland te doen gebruikelijk, een privéjet naar een door Shell en Unilever gesponsorde geodetische koepel met aardse trekjes op Mars. Alwaar het addergebroed nog lang en ongelukkig in herhaling zal blijven vallen. Eencelligen leer je nu eenmaal geen nieuwe trucjes en staan niet bekend om hun zelfinzicht.
Wat ik maar zeggen wil: onze demissionaire premier die zeer binnenkort doodleuk weer enorm schaterlachend door zal gaan met zijn visieloze afbraakmissie is zelf de grootste idioot.
Omdat ik nogal in een denkbeeldige Radiohead-fase zit, wil ik daarom afsluiten met het geheel toepasselijke Idioteque. Lekker live in een hoog tempo en met een weergaloze energie.
De partner in crime danst sinds een maand of wat op vrijdagavond. Maar ja, dan ineens verandert er weer wat bij FC Zwalkbeleid en dus moest ook de dansles wijken. Gelukkig viel er online iets te improviseren. Dansen via (het door mij vervloekte) Zoom.
Nu is onze woning niet bepaald ruim bemeten met z'n zesendertig vierkante meter in totaal, dus toen ik gisterenmiddag uit het immer idyllische Almere thuiskwam stond de tafel met een stoel in de keuken, de twee andere stoelen geparkeerd achter de bank, het rek met onze gitaren naast het bed en de laptop op de kist die dienstdoet als opbergruimte annex salontafel.
Terwijl zij met de spanwijdte van amper gestrekte armen danste tussen de twee boekenkasten, at ik mijn voertje in de keuken met uitzicht op het vliegengordijn voor de deur naar het donkere balkon, laptop voor m'n giechel om toch wat verzet te hebben. Improviseren, veel doen met weinig, roept u maar.
Bonus: ik kreeg zo eindelijk een vage glimp te zien van wat ze normaal tussen half zeven en half acht een paar straten verderop aan moves leert. Toch leuk.
Geen idee trouwens of ik dit allemaal mag typen en dus wereldkundig maken. Ze zit nu op de bank, een ruime twee meter bij mij vandaan, koptelefoon op. Dus ja, ik kan eerst braaf om toestemming vragen, maar waarom zou ik haar storen in de wereld waarin zij zich nu bevindt. Daarbij, ik ben een vrij man. Voor zover vrijheid überhaupt bestaat.
Over vrijheid gesproken. We hebben gisterenavond nog overwogen of we ook hier wat scooters in de fik zouden steken, beetje gooien en smijten met stoeptegels, al het straatmeubilair slopen, politie-, brandweerauto's en ambulances molesteren inclusief hun bewoners en meer van die vrijheidsrelevante baldadigheid. Maar nee, het leek ons overbodig om onze eencellige vrienden in Rotterdam na te apen. Daarbij, dat zijn zulke doorgewinterde hoolies – grenzend aan professioneel sloopwerk – dat alles wat wij in het kader van onze uiting van vrijheid zouden uitvreten in vergelijking daarmee in schril contrast zou staan. In plaats daarvan hebben wij voor het raam gestaan en geapplaudisseerd voor zoveel oerlelijke domheid.
Enigszins contemplatief in de geest van de straat afsluiten dan maar. Street Spirit. Radiohead.
Het gaat allemaal met hangen en wurgen, maar hé, er zijn weer lettertjes zichtbaar. Het is een begin.
Soms moet je iets forceren, zeker als de woordvloed muurvast zit. Typen op hoop van zegen. En dat terwijl ik niets kan met woorden als hoop en zegen, kun je nagaan hoe erg het is gesteld met deze typist.
Andere koek. Wie had ooit gedacht dat een 17-jarige interesse zou kunnen hebben voor het edele en verre van hippe klaverjasspel? Afgelopen dinsdagmiddag zaten we zomaar ineens, terwijl de dochter in kwestie nog maar een kleine maand in de leer is, bij opa en oma in de keuken te kaarten. Mijn vader en ik het ene koppel en zij vormde met de vriend van haar moeder het andere koppel. Eerlijk toegeven, ook haar medespeler zit nog in de beginnersfase. Dat wij, de senior en junior, dus wonnen was niet heel verwonderlijk, maar dat drukte de pret niet voor onze tegenstanders. Het was een leerzaam moment en misschien veel belangrijker: opa kan vanaf nu met zijn jongste kleinkind klavertjes zoeken.
Gisteren werd ik op een andere bibliotheekvestiging ingewerkt. Almere Buiten heet het daar. Nogal een perfecte ligging voor als je afhankelijk bent van de trein, de bieb ligt pal naast het station. En nu had ik al geen klagen met de vestiging waar ik de meeste tijd doorbreng. Dikke bonuspunten. Ik bedoel, als je dan toch in dat godvergeten Almere moet zijn. Daarom.
Ondertussen zwaait de enige zichtbare boom die slechts met z'n kruin boven het dak van het appartementencomplex aan de overkant uitsteekt driftig mee met de wind. De boom, of in ieder geval het deel dat ik ervan kan zien, is ooit al eens vereeuwigd in een van mijn gedichten. Grote kans dat ik het gedicht over anderhalve week voordraag in Driebergen. Aansluitend spelen we met MANKES een semi-akoestische set. Iets om naar uit te kijken in deze brij van grijze dagen met hier en daar een zuinige zon.
Ah, de niet per se favoriete cd van Siouxsie – The Rapture – is afgelopen. Laat ik het in mijn ogen (en oren) beste nummer ervan delen. Ik ben de rotste niet. Opdat wij niet vergeten: Not Forgotten.
Deze middag bestaat na het werk in de boekhandel en de aansluitende boodschappen uit niet veel meer dan voelen hoe moe ik ben. Is niet erg, ik weet waarom en met die reden is niets mis. Soms moet je gewoon een paar uur onderuit. Hoewel, ondertussen vind ik het dan toch nodig om wat dingen in stealth-modus op sociale media te gooien. Wat dan weer heel pompeus klinkt terwijl het allemaal weinig voorstelt. Kern van het verhaal is dat het af en toe nodig is aan wat bellen te trekken, ofwel: hallo, nieuwe video! en dan maar hopen dat het wordt gezien en gehoord. Echt hoor, overgeleverd aan het allesverziekende algoritme is het vaak roepen in de woestijn.
We hebben alles bij elkaar een paar honderd volgers. Allemaal organisch, dus zonder het trucje van zestig euro betalen en je hebt er tienduizend nepvolgers bij omdat het zo leuk staat en het zelfs een vereiste is om door datzelfde gefukte algoritme 'serieus' te worden genomen. Wat ik eigenlijk bedoel: je zou kunnen denken dat je iedereen wel bereikt als je iets op je vermaledijde facebookpaginaatje gooit. Maar nee. Het algoritme bepaalt wie jouw noeste arbeid ziet. Het is allang niet meer zo dat je, omdat je een artiest of wat dan ook volgt, je daar ook automatisch alles in chronologische volgorde van op je tijdlijntje ziet. Welnee. Dat is zóóó 2010. Toen het internet al wel stuk was, maar nog niet zo stuk als nu.
Dus nou ja, dan moet je af en toe wat riedeltjes herhalen. Belachelijk en ja, tegen beter weten in, zo is het ook. Niet dat ik nu verzuurd wil klinken. Het is gewoon een dom feit. Het is vechten tegen het algoritme, of het nu op zoiets sufs als sociale media is of iets wat je als betrouwbaar zou mogen inschatten, belastingdienst (toeslagaffaire), verzekeraars (wij uw data van onschatbare waarde, u een toefje korting maar pas op, we owe your ass!), banken (u koopt op eindeloos krediet en u krijgt eindeloze schulden – ons systeem werkt nu eenmaal zo en daar komt u nooit meer uit, en rente is achterhaald, tenzij u die aan ons moet betalen).
Wie had dat dertig jaar geleden gedacht? Vast genoeg mensen, maar ook zij riepen in een dorre, verpieterde woestijn.
Over dertig jaar gesproken. Gisteren vierden we een bescheiden feestje mee in de boekhandel. Die was dertig geworden en nog steeds behoorlijk vitaal. Soms lijkt het een wereld waar de tijd gewoon nog analoog verstrijkt met echte boeken, letters en afbeeldingen op papier, iets om vast te houden en heel soms de platonische liefde te verklaren.
Boeken, verhalen, poëzie, films, kunst, inspiratie. Ik maak er graag gebruik van als mijn eigen schemerwereld tijdelijk geen soelaas biedt. Bijvoorbeeld het nummer The Sleeping Universe. Geïnspireerd op film en poëzie. Aangevuld met schimmen van een zelf geworpen geesteskind, levend in de schaduw.
Poeh, het is bijna hoogdravende wartaal. Laat ik MANKES dan nog een keer kietelen voor de gelegenheid. Volgende keer kies ik vast weer iets minder dicht bij huis.
Hopsa, daar is ie dan weer. Zoals eerder gezegd zat er een drukke week aan te komen en dan schiet dit gesputter er een beetje bij in. Al zijn er genoeg andere redenen te bedenken die het schrijven kunnen dwarsbomen. Inkt op, pennenstress, of gewoon geen inspiratie, moe worden van mezelf – u kent het inmiddels.
Waar ik allesbehalve moe van word is de blijde boodschap die een aantal lezers hier inmiddels in hun digitale brievenbus hebben ontvangen: de nieuwe MANKES-video 'Maybe'. Voor wie 'm nog niet heeft gezien of gewoon graag klikt op een linkje vol lekkere muziek klikt deel ik 'm nu gelijk alvast, dan heb je dat maar achter de kiezen.
Na al dit moois nog heel even fulmineren. Ook leuk. Zo zat ik gisterenavond laat op de bank naast de partner in crime. En zij hoorde mijn “dit is kut en dat is kut en alles is kut” geduldig aan, met een minzame glimlach zelfs. Ze pakte haar telefoon erbij en begon mijn gemopper te filmen onder het mom van het allang weer uitgestorven fenomeen ego echo tv. Prima toch. Vrees niet, ik zal de groezelige beelden niet delen hoor. Dat station is gepasseerd. De strekking is u allen welbekend. Mijn woede over alles wat te groot is om als individu te vatten, het kapitalistisch systeem, het globalisme, de race naar de bodem, de uitputting van de planeet, het gesol met mensenlevens bij grensovergangen. Kortom, de totale waanzin die regeert.
Aanleiding was natuurlijk een combinatie van een volledig voorspelbare flop van een 'Klimaattop' in Glasgow. Het is weer eens duidelijk onderstreept dat de wil er gewoon niet is, politieke spelletjes die worden gespeeld met doorgestoken kaarten en driedubbele agenda's. Hoog en droog zitten ze best, laag en nat ben je de lul. En zo zal het zijn en blijven. Urgentie is een hol woord geworden. Ecocide is een feit, maar de verantwoordelijken (ook u en ik onder invloed van datzelfde systeem) ontspringen de dans. Althans, zolang de muziek speelt. Op een dag houdt het heus op. Toch wil dat meest waardevolle kwartje niet vallen.
En er was ook genoeg onderbuikgevoel bij de aankondiging van hernieuwde maatregelen waar je al op kun wachten toen we in september zogenaamd weer los mochten.
Al kun je het nauwelijks maatregelen noemen. Daarbij vraag ik mij al heel lang af waarom al die maatregelen zo nodig zijn. We mogen wel sterven aan luchtvervuiling, vet en met suiker verzadigd eten voor een zo laag mogelijke prijs, een tabaksindustrie die over lijken gaat, een fossiele industrie die daar flink wat scheppen bovenop doet, onbetaalbare zorg en de stress van steeds meer drukte, meer urbanisatie en het uitroeien van groen en biodiversiteit in het algemeen. Dat is blijkbaar allemaal prima. Ga daar maar dood aan. Maar een virus? Oh nee, nu moeten we ingrijpen en het mag wat kosten. Ook levens. Want dankzij het kabinet met de missie doodleuk door te blijven regeren alsof ze nooit zijn gevallen, dankzij dat onnavolgbare zwabbergelul en recht praten wat zo doorzichtig krom is, is er inmiddels een zoveelste kloof in de maatschappij ontstaan. Nu zijn alle ongevaccineerden de klos. Terwijl ik genoeg plausibele redenen heb gehoord en gelezen om te kiezen voor 'injectieloos'. Ook ik heb lang getwijfeld en heb mij onder inwendig protest laten prikken. Zonder te weten wat de gevolgen voor de lange termijn zijn en of het wel echt zoden aan de dijk zet.
Het zou beter zijn om dus ook te luisteren naar mensen die met steekhoudende argumenten komen en er op z'n minst begrip voor te tonen. Met vaccinatie neem je net zo goed een risico als zonder. Zo simpel is het.
En mij maak je ook niet wijs dat de huidige piek aan besmettingen, meer nog dan aan het begin van de pandemie, alleen maar te wijten is aan het kleine deel dat niet is gevaccineerd. Dat slaat nergens op. Tel daarbij op dat het zuidelijke deel van de wereld nauwelijks toegang heeft tot een vaccinatie. Aan wie dat ligt? Drie keer raden. Iets met eigen hand in boezem steken.
Ik vind het beleid (tussen dikke aanhalingstekens) wel verwijtbaar. Er wordt maar wat gedaan. Pleistermethode pur sang. Achter de feiten aan hobbelen. Ondertussen roept Mark heel graag en hard dat “natuurlijk alle ondernemers zo snel als maar mogelijk op steun kunnen rekenen”. Wat een farce. Smijt er nog wat geld tegenaan en laat de mensen die al jaren in de shit zitten door een falend toeslagensysteem maar in de kou staan. En waarom worden ondernemers heilig verklaard? Diezelfde mafkees had de zorg niet af moeten breken, dan zou er nu een heel ander beeld zijn. Ja, nog steeds zorgelijk (no pun intended), maar niet zo schrijnend als het nu is. Kortom, het probleem zit niet bij de mensen die zich niet laten vaccineren. Het zit 'm in het stigmatiseren en de afbraak die al sinds de jaren 90 aan de gang is. Het faciliteren van een tweedeling, van wijzende vingers.
Dat 'iedereen' klaar was met die anderhalve meter en alle andere geldende maatregelen is ook mede te danken aan het ad-hocbeleid. Als je gewoon duidelijkheid schept met een heldere visie en daaraan vasthoudt in plaats van met alle vieze winden meewaaien, dan blijf je geloofwaardig, hoe lastig dat ook kan zijn. Dan ben je een leider. Maar dat is vanaf het begin af aan niet het geval. Gevolg is dat er onrust is ontstaan. Nu was die er al hoor, al ruim voor dit virus. Op die fundering van de al bestaande sociale onrust kon dit bouwwerk verder woekeren. Tot het instort en de puinhoop niet meer is te overzien.
Dus nou ja. Ondanks al deze woorden, geloof gerust: het virus is slechts een klein deel van een veel groter probleem.
Zo. Ruim vijf dagen zonder pennenstreek en dan zo'n lap tekst. Sterkte.