ego echo

Ik schrik er zelf een beetje van. Meer dan een week geleden dumpte ik hier mijn schrijverij. Moet niet gekker worden. Aan de andere kant, in het verleden werd het best wel eens gekker. Soms weken, zelfs maanden geen woord. Alleen had ik er toen ook gewoon echt geen zin in, geen puf, geen enkel woord voldeed en alles was en bleef letterlijk zinloos.

Dat is nu niet aan de orde, voor zover ik weet. Een mens leert zichzelf maar moeizaam echt kennen, tenslotte. Om niet al te diep te graven, ik ben de afgelopen week, dus nadat we weer van de roze Wageningse wolk stapten, gewoon te druk geweest. Gepreoccupeerd met een mooi woord. Een woord dat ik pas echt ben gaan gebruiken in de afgelopen acht, bijna negen, jaar. Inderdaad, het is de partner in crime die het woordje heel gewoontjes uit haar vocabulaire mouw schudt. En zoals dat gaat als je op zesendertig vierkante meter je leven deelt, neem je wel eens wat van elkaar over.

Maar goed, afgelopen week dus. Een korte (?) samenvatting. We kwamen ergens in de loop van maandagmiddag zu hause. Alles snel weer op z'n plek gegooid, wasmachine aan, boodschappen doen. Voertje erin en huppekee: een online vergadering.

Dinsdag werk, woensdag werk, donderdag werk. Tussendoor het contract getekend dat mij en de bieb aan elkaar verbindt (hoera!) en donderdagmiddag de eigenaar van de boekhandel met een enigszins zwaar gemoed (toch goed 5,5 jaar wekelijks rondgelopen daar) laten weten dat ik door het goede biebnieuws hun nieuwe boeken inruil voor bibliotheekboeken. Haar reactie was overigens niets dan begripvol en steunend.

Donderdagavond kwam dochterlief. Natuurlijk speelden we, ongetwijfeld tot treurnis van onze benedenburen, onze traditionele potjes Ligretto. Als u het spelletje niet kent: het is een zenuwslopend gedoe met veel fanatiek gebonk op onze houten tafel met minimale afmetingen.

Vrijdagochtend na het ontbijt op pad voor het derde prikgaatje in mijn linkerarmpje. De partner in crime (p.i.c.) en dochterlief vermaakten zich samen, terwijl ik op de weg terug nog wat boodschappen deed. Vegan burgers met toebehoren voor die twee bankhangers bijvoorbeeld. Toen ik weer thuis was begon de vaccinatie de boel al vrij snel op te poken. Met andere woorden: ik nieste mij een ongeluk. Dat mocht de pret niet drukken, want we klaverjasten en speelden natuurlijk ook nog een potje Ligretto. Met bonuspunten voor een potje zonder niesbui – geen bonuspunten verdiend helaas. 'Die kleine' werd na het eten zo tegen negen uur door p.i.c. op de trein gezet omdat ik, u raadt het al, nog steeds aan het proesten was. Ik snurkte mij met open mond de nacht door, want ja, alles zat snotdicht. Geen feest.

Zaterdag was het genies voorbij en was het enige ongemak een rauwe strot. ook weer niet echt vervelend want ik klink dan ineens enorm cool en doorleefd als ik een liedje meebrom. Tussen het brommen deed ik nog wat uitgesteld freelancewerk. Eind van de middag door de schijtregen naar vrienden op IJburg om daar te eten. Het werd een, precies volgens verwachting, mooie avond met diepgaande gesprekken waarin we op ons gemak alle wereldproblemen bespraken en ze terloops oplosten. Door dezelfde, maar dan nog wat heviger, schijtregen weer terug.

Zondag werk en vandaag vrij met hier en daar toch wat digitaal werk. Niet erg. Afgewisseld met een nieuw liedje in de maak en natuurlijk de boodschappenriedel is de dag weer om voor je het in je malle gaten hebt. De dag werd vandaag opgesierd door het goede nieuws dat mijn vader na anderhalf jaar de flessen zuurstof mag laten voor wat ze zijn. Dat is een mooi ding na heel veel onzekerheid en tegelijk heel veel doorzettingsvermogen. Tot nu toe ben ik best tevreden over 2022.

De maan is voor de helft verlicht en volgende week staat 'Blue Monday' op het programma. Toch ga ik daar niet op wachten en gooi ik New Order's Blue Monday er nu alvast in. Discodansen maar!

#waanvandedag

Het leven speelt zich vandaag af op de hoekbank met uitzicht op de serre, die op haar beurt de tuin en alles wat zich daar afspeelt laat zien. Vogels vliegen af en aan. Deze dagen hebben we nog geen eekhoorns gezien, maar wel gehoord. In de vroege ochtend roetsjen ze over het dak. Dat is een stuk aangenamer wakker worden dan de eeuwige bouwputgeluiden waar we normaal gesproken ruw door worden gewekt.

Het wandelplan van vandaag hebben we gelaten voor wat het was, een plan. Het weer is niet enorm uitnodigend en dit huisje is dat wel. Dus we lezen en maken muziek. De eerste boeken van het nieuwe jaar zijn al uit en de volgende op de stapel mag haar verhaal onthullen. Met nog altijd op de achtergrond de radio die we nu zelfs beginnen te missen als die niet aanstaat.

Verder lag de partner in crime vandaag nog even op de grond. Op het Perzisch tapijt in de serre om precies te zijn. Niet per se omdat het comfortabel is, maar blijkbaar is het wel een geinige achtergrond voor een fotosessie. Dus klapte ze de driepoot uit, hing de camera er ondersteboven aan op, schoof zichzelf eronder en maakte foto's. Prima toch.

De laatste dag hier. Morgenochtend vertrekken we weer naar het dagelijks leven. Geen ramp op zich, alles is enorm relatief. Sterker, wat een luxe is dit. Hele bevolkingsgroepen sleuren zichzelf op ditzelfde moment door woestijnen, zeeën en bossen in de doodsbange hoop op een ander, beter leven. Het is nogal een schril contrast.

Ik prijs mijzelf rijk en een mazzelaar. Alles berustend op puur toeval. Daarom blijf ik het totaal onbegrijpelijk vinden dat we moeten discussiëren over vluchtelingenopvang, dat het normaal is om over illegalen te spreken en geen westerling ondertussen ook maar werkelijk benul heeft van de hel pal aan de grens van Europa. We vliegen er gewoon overheen en weer terug alsof het maar vanzelfsprekend is en doen alsof ons neus bloedt, wassen onze handen in onschuld.

Goed. Beter laat ik M.I.A. aan het woord. Borders. Dan maken wij er hier nog een idyllisch ondergedoken avond van.

#waanvandedag

Ondanks dat ik bij voorkeur als een jonge hond door het leven huppel met een zwierend zwaaiend lijf dat zo stram is als een gemiddelde tuinkabouter, is het soms toch even slikken als de boel er ineens echt de brui aan lijkt te geven.

We kwamen vanmiddag terug van een dikke wandeling van zo'n twee uur en drie kwartier en ik moest in de deuropening de partner in crime vragen of ze mijn schoenveters uit hun lijden wilde verlossen. Ik kon het zelf niet. Een spier in mijn rug vond dat ik het zelf maar even uit moest zoeken. Misschien wel terecht, want al na een goed half uur lopen begon het ding al te piepen en te kraken. En dat negeer ik, zoals ik het liefst alles wat mijn lichaampje met grote regelmaat toch duidelijk uitschreeuwt links laat liggen. Anders blijf ik bezig. Ik weet niet beter dan dat de boel continu protesteert en eraan toegeven is wat mij betreft geen optie. Heeft geen zin, dan lig ik alleen maar op m'n gat. Ik bewaar daar geen prettige herinneringen aan.

Lang, lang geleden bijvoorbeeld. Liep ik op aanraden van een fysiotherapeut een paar maanden van borst- tot heuphoogte met een gipscorset. Omdat 'ze' het ook niet meer wisten. Nog weer later heb ik drie maanden op een yogamatje gelegen. Niet om gezellig wat oefeningen te doen, maar met het dringende advies stil te blijven liggen. Lukte natuurlijk niet best, ik smokkelde mij destijds de dagen door. Al probeerde ik heus braaf te doen wat mij was opgedragen. Toch, ik voelde aan mijn kokende water dat dit nooit de oplossing kon zijn: spieren laten verslappen en dan?

Nou goed, verstreken jaren. Inmiddels doe ik gewoon alles zoals het gaat. De meest wijze les is dat ik vooral moet blijven bewegen. In eenzelfde houding iets doen, al is het maar een paar minuten, dat is echt killing al kan het niet altijd anders. Ik heb allang geaccepteerd dat mijn hele lichaam gewoon altijd pijn doet. Het is niet anders. Valt prima de dag mee door te komen. Laat vooral duidelijk zijn dat dit geen klaagzang is.

Terug naar vanmiddag. Na ongeveer een half uur ging het allemaal weer prima. Ik kon mijn oefeningen doen (had ik vanochtend al gedaan, maar bij wijze van test kan een beetje herhaling geen kwaad). Dankzij een korte en doeltreffende massage en bij hoge uitzondering een stevige shot paracetamol. Met een beetje mazzel kunnen we morgen nog een rondje lopen over de hei. En als die spier daar onderin mijn rug alweer snel begint te zeuren dan zal ik voor de gein eens luisteren en verstandig zijn.

Overigens was het een fijne wandeling vandaag. Een deel ervan bestond uit een wandelroute die heel toepasselijk 'Bosbeleving' was genoemd. We hadden ook veel tegenliggers die we, zoals het hier lijkt te horen, allemaal hebben begroet. Het was ook nog eens lente op 1 januari. Echt geruststellend is het niet, maar omdat we nu eenmaal een korte vakantie vieren laat ik het daar maar even bij.

Met inmiddels de redelijk afstompende afterparty van de Top 2000 als muziekbehang hoorde ik ineens een bijna vergeten plaat voorbijkomen. Follow Me. Amanda Lear. Daar doe ik zeker één trouwe lezer een plezier mee.

#waanvandedag

Als het enigszins kan fiets ik niet als het regent. Blijkbaar ben ik een mooiweerfietser. Niet waar natuurlijk, meer een zolanghetmaardroogisfietser. En geef mij eens ongelijk. Fietsen in de regen is gewoon echt niet leuk. Lopen in de regen ook niet, zeker niet als je wel een paraplu bij je hebt, maar de wind eronder slaat en je ook nog eens precies tegen de wind in loopt. Dan vloek ik alle goden bij elkaar. En dat zijn er nogal wat. Dat komt omdat we nu eenmaal een enorm fantasierijke diersoort zijn. We verzinnen ons suf en maken er hele verhalen van. Die moet je geloven, want doe je dat niet, dan zwaait er wat.

Kortom, ik liep vanochtend naar het station. Net als gisteren. Nu de kou voorlopig de latten heeft genomen komt de nattigheid er gezellig achteraan. Dus benenwagend op naar de trein met mijn plu in de hand en rugzak precies waar je 'm verwacht: op mijn rug, duh.

Vlakbij het station zie ik vanuit mijn linker ooghoek een man half in het fietstunneltje onder het spoor door staan. Of nee, hangen was het. Verregend en een beetje verwaarloosd. Soms voel je het aan wanneer iemand je in de smiezen heeft en nu dus ook. Ik passeer hem en ik hoor bijna direct achter mij zijn stem: pssst, sjef! Ik negeer het. Hé, sjef! Nope, doorlopen. Haast ook, want ik heb nog maar een paar minuten voor de trein komt. Hé, psssst! Sjef, gast! Man! Ik loop stug door en hoor aan zijn stem dat hij blijft waar hij is; mij niet volgt. Wat ik nog hoor zijn wat gemompelde flarden: tas, open. Langzaam dringen die woorden tot mij door. Tas open, open tas. En terwijl ik blijf lopen laat ik mijn rugzak aan een kant van mij afglijden, kijk ernaar en verdomd: het hele middenvak is open. Zo'n beetje het deel met de meest waardevolle inhoud zo voor het grijpen.

Dan besef ik pas hoe ik volledig bevooroordeeld iemand heb genegeerd die alleen maar wilde helpen. Hoe onbeholpen dat ook klonk. Dus ik blijf staan, draai mij om en gebaar, half zwaaiend, mijn duim opstekend naar de man die nog steeds aan het begin van de fietstunnel staat. Hij roept nog wat, maar ik versta het niet goed. Iets met ja nu wel hè? Echt aardig klinkt het niet en terecht ook. Ik schaam mezelf om mijn vooringenomenheid. Want natuurlijk trap ook ik ziende blind in die valkuil. Net een mens.

Een passend slot dan maar. Billie Holiday. Strange Fruit.

#waanvandedag

De dromen met afgerukte ledematen hebben niet echt mijn voorkeur. Helaas is er weinig te kiezen als je gezellig in je REM-slaap vastzit, go with the flow en maar zien hoe je wakker wordt.

Kerst dan. Prima weekend. Hier in Huisje Weltevree beginnen we op kerstavond al met een paar cadeautjes voor elkaar. Dit jaar zaten we een dag later op een strak tourschema. Eerst naar Nieuwerkerk, dan door naar Rotterdam en vervolgens weer terug naar Nieuwerkerk. Echter, soms kun je leuk plannen maken, maar de kans is altijd aanwezig op een wijziging zo hier en daar.

Het begon met de trein van Muiderpoort naar Nieuwerkerk. Die kwam niet. Dat betekende een half uur in de gevoelstemparatuurkou van min zeven (om en nabij) wachten op de volgende, of een alternatief bedenken. Dat laatste dus. Het werd tien minuten wachten in de kou, een klein half uur warmte in de trein naar Breukelen (met als extra warmtebonus de stop – “geheel volgens dienstregeling” – van zeven minuten op Bijlmer ArenA), acht minuten in een kille wachtkamer op Breukelen en dan alsnog de trein naar Nieuwerkerk. Overigens bleek ondertussen het tweede bezoek aan Nieuwerkerk niet door te gaan. Koorts en algehele lamlendigheid hield een familielid in de greep. Helaas. Dan vieren we daar kerst in januari. Zoiets. En omdat we 's avonds dan toch thuis waren, keken we de ultiem sentimentele en best lieve film Love Actually. Waarom ook niet. Hoe dan ook was het een goed gevulde dag met veel blij en lief. Precies waar het werkelijk om zou moeten draaien in dit verder belachelijk commercieel opgeklopt feestje. Dikke vinger dus naar de marketingstrategen en een stop die maar in je kerstster.

De dag na kerst, die wij hier in ons kikkerindekeellandje tweede kerstdag hebben gedoopt, stond in het teken van vooral niets moeten. We maakten een wandeling en deden een paar boodschappen. Aten tussen de middag zelf belegde minipizza's en dronken er cola bij, keken zomaar midden op de dag een slechte en toch onderhoudende kerstfilm, speelden voor het eerst het spelletje dat we laatst bij de kringloopwinkel kochten en gooiden er na het avondeten gewoon nog een film achteraan. Die was heel best te pruimen.

Vanochtend was het gewoon weer tijd voor een wekker. In Almere was genoeg te doen. En ik doe graag mijn werk, dus iedereen tevreden.

Zo pruttelen we naar het einde van dit jaar, maar kan ik het niet laten om elke fraudeur van zorgbonussen hartgrondig te vervloeken. “Mogen zij met hun tongen afbijtend zeven maal zeventig maal door een brandend braambos kruipen. En nog veel erger joh!” – Koot en Bie.

Eén van de uitzonderingen op de eindeloze blob deerniswekkende kerstliedjes dan maar doen. Misschien omdat het eigenlijk geen kerstnummer is, maar een anti-oorlog song. Jona Lewie. Stop the Cavalry.

#waanvandedag

Vandaag sinds lange tijd weer eens een rondje door en langs het park in het goede gezelschap van vriendin K. Bijna aan het einde van ons rondje babbel en keuvel (nou nee, het gaat over veel meer dan wat geneuzel tussen neus en lippen door) liepen we achter iemand die met een kinderwagen aan de wandel was. Kan ook leuk zijn. Alleen kan ik mij voorstellen dat het voor de wagenbewoner toch minder vermakelijk was, want de aandacht van de wagenduwer ging niet uit naar de amper vijftig centimeter mens, maar naar een beeldscherm. Ondertussen werd er door de bellende volwassen iets uit een plastic zakje gehaald en het zakje werd daarna met volle overtuiging achteloos weggegooid.

Nu sta ik niet bekend om mijn moedige daden en het gebeurt vaak zat dat ik onvrijwillig getuige ben van dit soort domme fratsen. Meestal kijk ik dan wel beschuldigend, maar echt ingrijpen doe ik meestal niet. Nu wel, mij gesteund voelend door vriendin K, want wij delen tenslotte ook al aardig wat zwerfvuilverzameluurtjes. Daarbij merkte ik aan haar prompt stilzwijgen en lichaamshouding dat zij exact hetzelfde dacht toen dat zakje hulpeloos op de grond werd gesmeten. Dus toen we de persoon in kwestie passeerden zei ik, wijzend op het zwabberende zakje langs het pad: “u liet volgens mij iets vallen”. Gespeelde verbazing alom natuurlijk, er werd omgekeken en hevig geknikt. Of het zakje ook echt is opgeraapt door degene met een voorbeeldfunctie vroegen wij ons af toen we de trappen opliepen op weg naar een dik verdiende beker thee. We vreesden het antwoord.

Bij het weggaan van vriendin K kwam ze nog even terug op dit enorme avontuur. Ze vond dat er wel een stukje in zat. Waarvan akte.

Muziek van de dag wordt vanzelfsprekend iets met afval. Even denken. Ja, onvermijdelijk. Garbage. Milk.

#waanvandedag

In de ochtendschemer zweefde de boom in drie delen over de daken, langs de ramen van de omringende buren en aan ons raam voorbij. De boom die hier aan de overkant zijn armetierige best deed om ons het, hoe karig en schraal ook, gevoel te geven dat de stad niet al het groen had opgeslokt. En nu is de boom er niet meer. Hij zal niet meer naar ons zwaaien in de wind. Geen vogels en insecten meer die er tot vanochtend hun hang-out van maakten. Ze krijsten en piepten, prikten en kakten, ze protesteerden, maar deze ochtend bleek meedogenloos.

Vanochtend vroeg begon het kabaal van ronkende dieselmotoren. Een enorme hijskraan werd in onze doodlopende, nauwe straat opgetuigd. Ik zeg je: dat is nogal intimiderend zo'n ding precies voor het raam. Niet de eerste keer ook, maar wennen doet het niet.

Ik hoopte dat het bedoeld was om het renovatiepand hier verderop te verlossen van de laatste bouwstellingen. Maar nee. Het gevaarte, eenmaal in vol ornaat uitrijzend boven de huizen, takelde een man met een cirkelzaag over het dak aan de overkant en liet hem in de boom zakken. De man legde een deel van de stam aan de ketting, zaagde de stam door en dat deel werd dan over de daken gehesen. Dit tot drie keer toe.

In drie delen vloog de boom aan ons raam voorbij. Amper vijf minuten later klonk het geraas van nog meer cirkelzagen en dan het oorverdovende laatste oordeel: de hakselaar.

De boom is aan gort. De boom is weg. Als ik nu uit ons ranzige raam kijk zie ik een kale dakrand en pal daarachter de volgende kille dakrand van een ander appartementencomplex. Mijn hart huilt. Ik zal wel te teergevoelig zijn, maar zo is het.

Dag boom. Je leeft voort in mijn gedicht en in de tekening die mijn partner in crime erbij maakte. Steeds wanneer iemand het leest of als ik het ergens voordraag kom je toch weer even tot leven; dan zwaaien we naar je terug.

Alleen al om de titel: I Cut Trees. MANKES. Live in 2017 bij Radio Ideaal (iBeat), Zelhem.

#waanvandedag

Rookpluimen uit de schoorsteen van het dak aan de overkant verdwijnen op het oog in het niets. Duiven en meeuwen op de stoep scharrelen en krijsen om restjes brood, rijst en plastic soep. Een reiger staat fier rechtop op het dak van een rode auto met witte vlekken uitgelopen vogelpoep. Het schemert vroeger en vroeger. Nog even en het wordt weer later.

We kochten een tweedehands spelletje. Het is de bedoeling een weg naar de overkant van het speelbord te vinden terwijl de tegenstander muurtjes op het bord zet. Elkaar het leven onmogelijk maken. In de kastdeur zit een flinke scheur en ik heb hoofdpijn.

De telefoon maakt soms geluid, meestal niet en dat is fijn. Ik houd van de digitale rust, de onrust zuigt mij uit en laat mij ontzield achter. En daarbij is al het andere ook al druk en veel meer dan genoeg. Rust is een relatief begrip. Zelfs als je dood bent is het geen zekerheid. Daarbij heb je er zelf geen weet van en kan het zomaar zo zijn dat er na zoveel jaren rottigheid op je graf of asgrauw strooiveldje een nieuwbouwwijk of sportcomplex verrijst. Of nog veel erger.

In Rotterdam wordt overwogen om eindelijk dat vliegveld op te doeken. Er moet een groot stadspark komen gecombineerd met zeker tienduizend woningen. Op zich een verstandiger bestemming dan plakken asfalt en een treurige aankomst- en vertrekhal inclusief stank- en geluidsoverlast. De gezondheid wil ook wat. En anders bezuinig je dat laatste gewoon weg.

Hoewel, het mogen geen bezuinigingen worden genoemd, maar 'ombuigingen'. Om het betaalbaar te houden. Niemand die de vraag stelt wat de oorzaak van zoveel ongezondheid dan is en wat daar dan aan te doen valt. Zoals zo vaak staat het antwoord recht voor de neus en zien ze het niet. Het antwoord op alles is tweeënveertig trouwens, tenminste, volgens de klassieker The Hitchiker's Guide To The Galaxy. Ofwel, denken te weten wat het antwoord is, maar geen idee hebben welke vraag er werd gesteld – het lijkt verdacht veel op de mens in het algemeen.

Wat ik nog kwijt wilde: zo enorm enthousiast over de komende kabinetsperiode ben ik niet. Ik was het al niet, maar het is er helaas na vandaag niet beter op geworden. Of zoals ene Diederik Smit zei: “Het motto van het vorige kabinet was 'Vertrouwen in de toekomst' en het motto van het nieuwe kabinet is 'Vooruitkijken naar de toekomst'. Past perfect bij dit kabinet: precies hetzelfde, alleen het vertrouwen is weg.

Het slotakkoord dan maar. Passover. Joy Division. Een live versie uit 1980. En wat een gitaargeluid.

#waanvandedag

Het is bijna niet uit mijn vingertjes te krijgen, maar oké, er staan wat punten in het nieuwe coalitieakkoord waarvan ik denk: dat lijkt ergens op. Puur op basis van het eerste gevoel hoor. Geeft mij mooi de gelegenheid de boel alsnog af te fikken als het zo uitkomt. Eerlijk is eerlijk, ik zal dat niet doen als het niet nodig is. Daarbij, lekker belangrijk wat ik ervan vind. Zo is het ook.

Ik las van de week een column waarin iemand terecht opmerkt dat wanneer het nieuwe akkoord redelijk te verteren valt, dat het dan nog steeds behoorlijk pijnlijk is om te bedenken dat er de afgelopen (minstens) tien jaar zoveel is gesloopt. Om dat dan vervolgens weer op te bouwen. Dan betaal je de rekening dubbel. En wie uiteindelijk die rekening voorgeschoteld krijgt laat zich heel makkelijk raden. Dus nee, echt een fan van dit zootje ongeregeld zal ik nooit worden. Met als, zoals u allen wel weet, mijn grootste afkeur voor, zeg gerust walging van, het heerschap Rutte. Niet mijn premier.

De betere dingen dan. Gisteren na mijn Almeerse ochtenddienst doorgetjoekt naar Rotterdam. Dochterlief wachtte mij op bij het station en samen liepen we een rondje door de zielloze consumentenprut van Alexandrium. Zij heeft nogal een zwak voor kleding en ze 'moest hoognodig' nog iets voor de komende kerstperiode. Dus dan sjok ik er vrolijk mopperend achteraan. Zij kent haar pappenheimer. Voor we aan dit rondje ellende begonnen dronken we eerst iets bij de normaalste zaak. Terwijl we met ons armetierige dienblad opzij schuivend aan het speuren waren naar iets vegans voor mij (hebben ze dus niet, beetje abnormaal vind ik dat) moesten we over de uitgestalde gebakjes heen onze QR-code laten zien. Beetje onhandig. Dat vond de seniormedewerker ook die zo onopzichtig opzichtig mogelijk haar collega probeerde in te fluisteren dat het niet hygiënisch is om het zo te doen. Mee eens, maar toch vind ik dat iets om niet publiekelijk te bespreken, dat doe je beter nadat de klanten weer uit beeld zijn. Al met al een feest van sociaal ongemak inclusief mijn prikkende hoofdhuid en klamme rug.

Nou ja, gaat nergens over natuurlijk. Tijd om er een punt achter te zetten met het liedje van de dag. En dat gaat dan weer wel ergens over. Johnny Cash. Man in Black. Live, wat dacht jij dan?

#waanvandedag

Om even een open deur in te trappen bij wijze van disclaimer: alles, maar dan ook alles is zinloos. Dus echt alles. Of het nu om leven of dood gaat, op microscopisch niveau of onmetelijk groot. Het doet er allemaal niet toe, het is nergens goed voor, het heeft geen reden, dient geen doel, geen enkel nut. Niks, helemaal niks. Het is er gewoon. Alleen wat dat 'het' dan is? Nou ja, iets stompzinnigs als natuurkracht. Oerkracht. Iets ongrijpbaars. Tot frustratie van alles wat arrogant rechtop loopt en zichzelf mens noemt. Dat wilde ik dus maar even hebben gezegd, omdat wat nu volgt dus echt in overvloed nergens over gaat (alsof het hier ooit wel ergens over gaat – misschien is zelfspot het meest zinvolle tussen het zinloze, als je er toch bent).

Want kijk, sport. Of het nu om 22 poppetjes op een groen knollenland gaat die oeverloos achter een bal aan rennen, of individuen die met gierende adrenaline van een skischans afrazen. Uiteindelijk slaat het nergens op. En toch wilde ik iets kwijt over die rondjes rijdende racewagens waar ze een formule op hebben losgelaten waarvan algemeen wordt aangenomen dat het de eerste is. De heisa is godsvermoeiend. Al meer dan veel te lang is het gloeiend heet nieuws, hijgerig en tranentrekkend tenenkrommend. Ik kan nauwelijks een – voorheen – zichzelf respecterend medium aantikken of ze loeien over rondetijden en bandenwissels alsof Jemen geen hongersnood kent en vluchtelingen niet massaal sterven onderweg naar morgen. Ik zie de pruillipjes al hoor, trillend mompelen dat 'we' toch ook ons verzetje moeten hebben. Ik zeg: kom eens echt in verzet, murw gebeukt hoopje snot.

Echt, mij interesseert dat stinkende rubber werkelijk geen reet. Ik stoor mij er wel horendol aan (what's new?). Dus zat ik te tobben over een wijs woord, een vinnig betoog. Gelukkig hoeft dat niet meer. Ik las namelijk ein-de-lijk een column die precies de spijker op de botte kop slaat. Met een mooi nieuw woord erbij: Maxwashing. Lees het zelf maar.

Dan ga ik alvast kauwen op iets zinvols in de tijdelijkheid der dingen, dit vat vol ellende. Mijn avondvoertje. Met een muziekje erbij. Hoe kan het ook anders: Cars. Gary Numan & Nine Inch Nails. Een interessante en energieke live versie gefilmd op het podium. Veel leuker dan zinloos, eindeloos vernietigende rondjes over de planeet denderen.

#waanvandedag