ego echo

duiven

Op de stoep zit een kat. Staart om de poten, kop in de zon, ogen een beetje toegeknepen. Geen enkele aandacht voor de banaliteiten die passeren. Fietsers, joggers, auto's. Ze kunnen er net zo goed niet zijn. Op nog geen dertig centimeter van de kat scharrelen twee duiven. Ik denk dat ze elkaar al jaren kennen en inmiddels weten de duiven dat de kat een overtuigd pacifist is. Of gewoon eentje die zelf wel uitmaakt of ie jaagt of niet. Misschien hebben de duiven de kat ooit het leven gered toen ie voor dood op straat lag, nog net aangetikt door een voorbijrazende scooter. De duiven sleepten hun besnorde collega naar een beschutte plek en gaven hem eten en drinken. Ze verzorgden de wonden en zo ontstond een levenslange vriendschap.

Ooit had ik vier katten, maar niet tegelijk. Drie was het matje. De kleinste en meest fragiele van het stel was tevens het meest onverschrokken. Ze sprong met schijt aan de zwaartekracht van het balkon naar het dak van de laagbouw eronder. Nietsvermoedende vogels, meestal duiven, hadden dan ineens een bloeddorstig monster in hun nek. Ik ben er vaak met een hoop moeite, vloekend en zuchtend achteraan gegaan om de dieren te verlossen van die vlijmscherpe tanden. Ze spartelde altijd tegen en was overduidelijk not amused wanneer ik haar in haar nekvel pakte. Logisch ook, het toppunt van ondermijning en gezichtsverlies voor haar, maar hè, ik heb liever geen slachtpartij tijdens mijn dienst. Ik dwong haar haar bek te openen door met twee vingers op haar kaken te drukken. Precies zoals ze soms een pilletje moest slikken. Bek openhouden, voorzichtig over haar hals aaien tot ze wel moest slikken. Ook dan konden blikken doden. Wat ik best begrijp. Ze was me er eentje, zo iel als ze was. De andere twee katten zaten erbij en keken ernaar. Om vervolgens een haal op hun neus te krijgen van de kleine opdonder. Vijf minuten later was iedereen alles weer vergeten en sliepen ze met z'n drieën tegen en over elkaar heen, een vertederend hoopje tevredenheid.

Op de stoep lopen de duiven een rondje om de kat. Die kijkt er eens naar, gaapt, rekt zich uit en rolt zich op zijn rug, zon erop en chillen maar.

#katzenjammer #waanvandedag #katten #duiven #stad #100DaysToOffload

Over ongeveer anderhalve maand woon ik hier onofficieel zes jaar. Tel er nog twee maanden bij op en dan is het officieel, maar toch, wonen is wonen.

In al die jaren zijn er ook twee duiven die hier voet aan de grond proberen te krijgen. Tenminste, voet aan de cv-afzuigbuis die bovenlangs het balkon loopt. De ruimte tussen de buis en de onderkant van het balkon van de bovenburen is blijkbaar precies goed voor die grijsgevleugelde vrienden. Lekker uit de wind en warm. Want de buis is warm vanwege de cv (wist ik veel). En de buis lekt. Maar daar hebben die beestjes maling aan. Dat ons balkon op het kille noorden ligt maakt deze twee niets uit. Ze zitten er prima. Nou, zitten. Ik schrijf het in de tegenwoordige tijd, maar dat klopt niet. Ze zaten er prima. Totdat ik na lang verzinnen, wikken en wegen een typisch-ik oplossing bedacht.

Weet je, die duiven zijn best gezellig. Maar hun attitude van letterlijk overal schijt aan hebben, is een heel stuk minder aangenaam. Dat laat de boel gewoon maar lopen terwijl ze ons, tobbend rondjes drentelend in de keuken en uitkijkend op dat eigenwijze schorriemorrie, nauwlettend roekend in de smiezen hadden. Koppies schuin en kakken maar. Wij konden niet veel anders dan ze af en toe wegjagen door de deur zo dreigend mogelijk open te doen en kssst te roepen (strikt genomen is dat natuurlijk helemaal geen roepen, maar u snapt). Om duiven echt, dus blijvend, je balkon af te krijgen wanneer ze er eenmaal hun thuishaven van hebben gemaakt, zul je heel consequent kssst moeten roepen. Op z'n minst. Ja, of een net spannen, ijzerdraad met een bepaald voltage monteren of een kat nemen die dan door een luikje sluipend orde op zaken kan stellen. En dat waren nu precies niet de opties wat ons betreft. Ze moesten verkassen, maar wel zo vriendelijk mogelijk.

Daarom besloot ik tot het praktiseren van mijn oplossing. Inderdaad, ben ik helemaal met u eens, het ziet er niet uit maar werkt wel. Omdat ik nu eenmaal heel goed ben in het visualiseren van allerlei manieren om iets voor elkaar te krijgen, maar tegelijk enorm slecht ben in het uitvoeren van die extreem briljante plannen, moet ik vooral iets bedenken wat voor mijn linkerklauwtjes en tere lijfje uitvoerbaar is. Dus sinds ongeveer een jaar of drie zitten er twee van die groene kniematten, of weet ik veel hoe je ze noemt, van die dingen waar je op kunt knielen als je in je tuintje bezig bent, tussen de buis en het balkon erboven. Precies stevig genoeg, dankzij de buigzaamheid van het materiaal, om de buis niet uit z'n voegen te laten barsten en tevens strak genoeg om de duiven de rubbermatjes er niet uit te kunnen laten tikken. Reken maar dat ze dat aanvankelijk hebben geprobeerd. Dan zaten ze daar op de rand van het balkon te kijken en in te schatten hoe ze die dingen ertussenuit konden krijgen. Driftig fladderen, er tegenaan vliegen, gewoon maar heel hard koeren. Niets lukte. Ik blij, wij blij. Alleen de duiven niet. En eigenlijk vind ik dat heel vervelend voor ze. Echt. Ik heb heus wel gevoel voor die zieltogende rakkers hoor.

En ieder jaar proberen ze het weer een paar keer, wees gerust. Komen ze het balkon op of zitten ze op de rand, turen, loeren en commentaar leveren, uitdagend doen. Tot nu toe zonder succes. Als ze nou eens zouden leren dat je altijd over rand kakt of desnoods bij de buren, dan zou het allemaal geen probleem zijn. Meer dan welkom, gezellig: huisdieren zonder er verantwoordelijk voor te zijn. Fantastisch.

Dus nou ja, nu overwegen we dus een varkentje in huis te nemen. Zindelijk maken, bak modder op het balkon en klaar ben je. En zeg eerlijk, die snuit van zo'n diertje – een extra stopcontact is nooit weg. Roekoe!

#waanvandedag #duiven #wonen #huis #stad