De jaarlijkse nationale bijentelling leverde dit jaar minder soorten en aantallen op. Een teken aan de wand. Misschien binnenkort een teek aan de wants, als deze ellende zo doorgaat. Muteren maar met die beestjes en andere mensen.
Dieren in de orde van de mens waar het dan weer wel goed mee gaat, zijn de miljonairs. In Nederland zijn er opnieuw meer mensen bijgekomen met een vermogen van een miljoen of meer.
Ik ben geneigd om een link te leggen tussen de daling der bijen en de stijgen der patjepeeërs. Hoe meer het mensdier een plek opeist, hoe minder er voor de andere dieren overblijft. Ofwel, pak je miljoentje, help je omgeving nog wat verder naar de tering en sterf uiteindelijk met een zure glimlach en verlepte dood.
Ach, het zal de miezerige ochtend wel zijn die bijdraagt aan mijn gehuil naar de maan. Tijd om wat schappen in de plaatselijke supermarkt leeg te trekken. Opdat de stakers hun zin krijgen en wij, de nietsvermoedende boodschappenjager, straks ook daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. En dat alles om de het natje en droogje van supermarktketenbaasjes veilig te stellen. Ze gaan die loonsverhoging namelijk heus niet van hun eigen miljardenspaarrekening betalen.
Rest mij nog een kraker van Kraftwerk te delen. Radio Activity. Live, hoe anders.
Het gonst in de trein van de stemadviezen, zo net voor Holendrecht waar de youngsters zullen uitstappen. Eerlijk gezegd, als deze overtuigingen een fractie zijn van hoe zij over de toekomst denken, dan zijn we gedoemd (spoiler: zijn we al). Dit zijn studenten aan het woord. En redelijk doorsnee. Nou, nee niet echt. Allemaal wit.
Een greep uit hun meningen: milieu is wel belangrijk hoor, maar ook weer niet zo heel erg. En dan moeten ze maar veel meer laadpalen op de snelweg zetten. Je mag echt helemaal niks meer als je voor een groene partij kiest. PVV is wel een goed alternatief. Die zijn tenminste tegen Marokkanen, want die hebben we genoeg.
Dit is niet eens grappig bedoeld. Degene dat het zegt wordt rood, maar niet uit schaamte, maar vanwege de vurige overtuiging. We mogen allemaal meegenieten van deze politieke zendtijd. Ik word er niet vrolijk van. Niet dat ik vrolijk te krijgen ben op dit moment, maar dat is weer een ander verhaal.
NS dan. Het streekvervoer staakt, dus dit is een uitgelezen mogelijkheid om de treinen nog wat korter te maken. Gezellig allemaal op een hoopje geveegd zitten, staan en hangen we ons door de rit heen. Alle virusmaatregelen zijn opgedoekt, dus wie doet ons wat. Uitstekend bezig weer, NS.
Er is een kans dat ik straks nog veel meer gebruik mag maken van jullie puike service en onnavolgbare logistieke uitspattingen, dus dat is zeker iets om naar uit te kijken.
Terug naar de stemmen dan maar weer. Niet die in mijn hoofd, wees gerust.
Ik heb net wederom zonder twijfel gestemd op de dieren. Veel mensen vinden dat vreemd. Hoe kun je nu voor de dieren zijn? Simpel. Wij zijn ook dieren hè? Dat kwartje valt vaak niet. Dat is niet gek, want zo wordt het ons ook met de paplepel ingegoten. Je hebt mensen. En dieren. En natuur. Allemaal apart. Nogal onzinnig. Nog een keertje dan: mensen zijn een diersoort, onderdeel van de natuur. Niet andersom. Stem je voor de dieren, dan stem je dus ook op onze soort. En niet omdat we zo'n fantastische kudde zijn, maar wel omdat het de enige manier is om de boel enigszins leefbaar te houden voor zolang het duurt. Misschien niet voor jezelf, maar wel voor je kinderen, kleinkinderen en weet ik wat er allemaal nog na komt. Ondanks dat we een stel nietsontziende malloten zijn, klamp ik mij vast aan wat er misschien nog een beetje te redden valt. Veel zal het niet zijn, maar alle beestjes helpen.
Inmiddels zit Breukelen in de tas en komt Woerden in zicht. Liedje voor de treinheremiet. Another Journey By Train. The Cure.
Vrouwendag. Het is goed dat het er is. En tegelijk is het treurig dat het er moet zijn. Pas wanneer we in een maatschappij leven waarin deze dag niet meer nodig is, of dat we Internationale Mannendag moeten vieren, dan is er pas echt iets bereikt. Ik vrees vooral dat het nooit zal gebeuren.
Ik weet zeker dat wanneer vrouwen de posities zouden bekleden die nu door mannen worden bevuild, dat de planeet er een stuk beter en gezonder voor had gestaan. Nou ja, gestaan. We zweven maar wat rond met z'n allen, maar u begrijpt.
Het is waarschijnlijk zelfs zo dat vrouwen al die posities niet eens nodig zouden hebben gehad. Al dat handjeklap en politiek gekonkel. Pies jij mijn straatje schoon, dan hou jij er nog eentje van mij tegoed. Vriendjespolitiek, wedstrijdjes testosteronbommetje, wie heeft de langste, de grootste, de dikste? Al die lulligheid zou allemaal niet aan de orde zijn.
Kijk, veel vrouwen die nu bepaalde functies uitoefenen doen dat nog steeds in een mannenwereld. Dus moeten ze zich op een bepaalde manier gedragen. Belachelijk natuurlijk, maar anders is het niet te doen. Dat is de wereld waar we in leven.
Het is bizar dat vrouwen in publieke functies veel meer bedreigingen voor hun kiezen krijgen dan mannen. Begrijp mij goed, elke bedreiging is zot en er eentje te veel. Maar toch. Feit is dus dat zij veel vaker lastig worden gevallen. En niet alleen in een bepaalde functie, ook gewoon zomaar op straat.
Mannen hebben geen idee, geen flauw benul hoe dat moet zijn.
Maar ja joh, ik zal niet de eerste en zeker ook niet de laatste zijn die dit soort dingen roept en daarna weer achterover leunt. Het is een onbeholpen poging om mijn steentje in het water te gooien; tegen beter weten in hopen dat de rimpeling iets doet.
En dan hebben we het alleen nog maar over het concept mannen en vrouwen. Nog mooier zou het zijn als het daar helemaal niet meer over hoeft te gaan. Genderneutraliteit. Mensen. Zoals sommige bevolkingsgroepen volledig genderneutraal zijn, al generaties, al zolang ze weten. Het kan gewoon hoor. Niks aan het handje.
Tot het zover is zal ik elk jaar opnieuw flink zuchten.
Weten dat het eindigt, niet weten wanneer. Met soms de overtuiging dat het heus niet stopt, dat de onvermijdelijke dood wordt overwonnen. En dan, precies wanneer je het lang verwachte alsnog niet ziet aankomen, is het daar. De laatste omhelzing, de laatste kus, de laatste blik, de laatste adem.
Dan komt de rouw. De woede, het verdriet, de onredelijkheid, het waarom, als een kind zonder ouders, eenzaam, pathetisch en dan alles weer opnieuw, door elkaar geschud, ontheemd, ontworteld, radeloos, wanhopig, berustend en weer opschrikkend.
Het sterfbed is leeg, het lichaam heeft de geest gegeven, is verdwenen, ergens begraven in andere armen. Die ook weer los zullen moeten laten.
Plantaardig eten is niet ingewikkeld. Het is verbazingwekkend eenvoudig. En toch wordt het soms onnodig moeilijk gemaakt. Klein leed, maar ook groot leed.
Ik bedoel, voor mij is het slechts heel irritant en teleurstellend dat Adolf Hitler, AH voor intimi, besluit om het recept van het huismerk te 'verbeteren'. Ofwel, ze flikkeren vollemelkpoeder door hun hagelslag en vlokken. Helaas, dat wordt een verandering van spijs voor mijn ontbijtritueel.
Het grote leed is tragischer. De keuze van supermarkt-Adolf om de dikke vette megarecordwinst niet te willen investeren in het terugdringen van dierenleed is ronduit treurig. In plaats daarvan houden ze een wonderlijke rekenmethode aan. 11% procent inflatie is gelijk aan een prijsstijging van dik 50%. Soms minder, soms meer. Lekker bezig. Want meer winst kan gewoon ten koste van alles. Schijt aan de planeet.
Ik geef toe dat het de huid vol schelden van de AH-chatbot ook niet echt oplucht. Dus nu maar in deze digitale pen geklommen. Wat ook niet enorm helpt. Een toefje misschien.
Bah. Bedrijven en hun achterlijke chatbots. Ziek- en gekmakend is het. NS, AH... met twee letters of meer wordt het gewoon heel ingewikkeld om menselijke service te verlenen, blijkbaar. Pleurt op.
Ik liep na mijn scheldkanonnade nog heel even naar de plaatselijke boekhandel – vriendin K gedag zeggen. Vanavond ploft ze hier neer op de bank, maar dan nog is het best gezellig om, als ik toch in de buurt ben, een hand op te steken.
Vooraf liep ik via de bieb. Ik had er een week of twee terug een paar boeken meegenomen. Gratis, afgeschreven exemplaren. Maar ja, om ze dan hier thuis te houden en te laten verstoffen? Nah, ik heb ze teruggebracht, hopelijk heeft iemand anders er ook weer plezier van. Het werd in ieder geval door mijn Amsterdamse collega's gewaardeerd.
Weer terug naar huis kreeg ik een lieve glimlach van een best sympathiek ogende jongedame. Of dat was omdat ik een raar geval ben dat zich zomaar op de openbare weg begeeft, of omdat ze gewoon heel sterk de behoefte had om mij te erkennen met haar vriendelijke gebaar laat ik in het midden. Ik vermoed dat laatste trouwens. Kan bijna niet anders. Ik ben onweerstaanbaar, hallo.
Vanochtend had ik tijdens mijn huishoudelijkheden wat random muziek opgezet. Kwam er zomaar tussen alle juweeltjes een wel heel fijne plaat voorbij. Wardruna. UruR. Met een grote r aan het eind. Neem de tijd, zet het volume maar open. Mooi, hypnotiserend spul.
Het kan nog net voor de eerste maand van dit jaar er alweer opzit en de feestmaand februari begint. Feest voor anderen dan hè. Voor mij duurt het nog een goed half jaar voor ik de volgende geboortedag groots – in gedachten dan – zal vieren.
Ondertussen heb ik mij over van alles op lopen winden. Dingen die ik voorheen hier dagelijks een plek gaf, maar waar ik nu domweg niet aan toekom. Is dat erg? Welnee. Het scheelt u een hoop getier van mijn kant. En ik krop de boel ouderwets op en verwerk het in muziek, tekeningen, teksten of gewoon, in mijn kussen wanneer ik gillend door het huis wens te rennen om zoveel domheid.
Vandaag heb ik eindelijk een begin gemaakt met wat opnames. The Weak And The Strong, u weet wel, mijn gesoleer in muziekland. Deze keer is het idee om even af te stappen van wat ik de laatste jaren deed; songs met als basis geluidscollages en onnavolgbare auditieve vergezichten. Tenminste, dat is het plan. En vooralsnog lijkt het in elk geval bij het eerste nummer dat ik vandaag in heb gespeeld te lukken. Garantie tot de deur, u begrijpt.
Wat het dan wel wordt is voor mij ook nog niet helemaal duidelijk. Iets 'gewoner', denk ik. Drumtrack, bas, gitaar, stem. Basaal. En stiekem hier en daar toch wat geluiden erbij of los erbij, omdat ik het misschien niet laten kan. Vermoedelijk. Het is nog een verrassing, ook voor mij. Belangrijkste is dat de aanzet is gedaan. Het werd wel weer eens tijd.
Gisterenavond zat er ook muziek in. Cradle FC in de oefenruimte. We gaan kijken of we er weer wat regelmaat in weten te krijgen. Met hier en daar een optreden en met op dit moment het plan om eind van dit jaar een korte periode te reserveren voor wat optredens achter elkaar. Ook hier: de plannen zijn nooit het probleem, die zijn er volop. De uitvoering wil nog wel eens haperen. Niet uit onwil, zoveel is ook zeker.
Nou ja. We gaan het allemaal zien.
Kijk eens aan. Bijna half zes en nog best licht buiten. Ik vind dat toch een stuk aangenamer.
Een straffe wind die de bomen voor ons huis doet schudden. Een duif op een tak weggedoken in een verenpak.
Januari. Tot volgend jaar maar weer.
Laat ik ook eens terugblikken. Niet met een lijstje, maar gewoon lekker algemeen het jaar terug in herinnering roepen. Waarom ook niet.
Het slot van dit jaar is namelijk wel toepasselijk. Na heel veel rennen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan (dank je, Herman) kwam daar de onvermijdelijk dikke muur zo aan het begin van de eerste kerstdagavond. Boink. Onderuit.
Het is eeuwen geleden dat ik dagen op de bank doorbracht. Belabberd, koorts, spierpijn, keelpijn, hoofdpijn, oorpijn, rugpijn (longen), onrustige benen die in de fik lijken te staan, geen eetlust, slechte (nog vervelender dan anders) nachten. Pff, lekker dan. En dat net een paar dagen na het heugelijke nieuws dat ik per 1 januari een contract voor onbepaalde tijd in de tas heb. Dat is geweldig. Ik heb er hard voor gewerkt en dat wil ik ook heel graag nog heel lang zo volhouden. Gaat ook vast wel lukken, maar ja, nu heel even niet. Pas op de plaats en dergelijke.
Wat een intro vol met kwelling. Mij is u niets vreemd, zo is het ook. Ja, lees dat zinnetje nog maar eens. En nee, de koorts is afgenomen, dus wartaal is het niet. Daar heb ik ook geen koorts voor nodig, zoals u weet. Ik war mijn taal het liefst in goede gezondheid.
Het jaar stond vol met allerlei en van alles. Vanaf maart namen de optredens een vlucht en leken we met elk optreden te groeien. Er is denk ik wel wat gebeurd in hoe we ons presenteren, hoe we onze muziek brengen. Misschien zelfs wel met dank aan de twee jaar verplicht ophokken. Het besef dat we naar buiten moeten, dat we ons moeten tonen, de drang, de wil. Hatsa. Spelen.
Het waren stuk voor stuk mooie en bijzondere optredens. Ik zeg dat altijd en neem gerust aan, dat is altijd weer even oprecht. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het voor mij ooit iets vanzelfsprekends zal zijn om ergens te mogen optreden en er dan ook nog voor te worden bedankt. In welke vorm dan ook. Dat kan zelfs een enkel knikje zijn. Ik zie het allemaal, ervaar het allemaal en neem het allemaal tot mij. En ja, dat klinkt zowat religieus. En ook daarvan weet u als geen ander: daar heb ik niet zoveel mee op. Het zal gewoon de tijd van het jaar zijn.
Naast de muziek zat de boel verder ook niet stil. Zoals gezegd vroeg mijn werk veel. En ik kreeg er veel of zelfs meer voor terug. Een opleiding, cursussen, workshops, een nieuwe functie, een tussentijdse ophoging van mijn contracturen en nu dus een vast contract. En niet als laatste: fijne, lieve collega's.
We verhuisden. Slechts een straat verderop, maar de impact was daarom niet minder. Ik ben vaak verhuisd in mijn leven, maar dit was me er eentje hoor. Goed, het zal de leeftijd ook wel zijn.
Ik heb me suf gesleept met eindeloze stapels dozen. Alles om zo min mogelijk klein spul op de verhuisdag zelf te hoeven verhuizen. Dat is gelukt en op de dag zelf hebben we met vier vrienden de Grote Klus geklaard.
Inmiddels wonen we hier ruim drie maanden. Er moet nog wel wat worden gedaan, maar dat komt wel. Het is te overzien.
Iets minder te overzien waren de hoeveelheid monteurs en werklui die we in de afgelopen drie maanden over de vloer hadden. Ondanks dat we echt heel blij zijn met onze verse plek, echt een andere wereld, moest (en moet) er flink wat worden hersteld door de woningbouwvereniging. Ik weet niet waarom, maar blijkbaar is het anno nu heel normaal om overal een lik verf overheen te mikken en ermee weg te komen. Nou, dan heb je aan de partner in crime een slechte. Die belt en mailt net zo lang tot de boel acceptabel is gemaakt. Er staat nog een flinke klus op de agenda, ergens volgende week. Er zal worden gehakt en geschaafd, gebeiteld en geschuurd. En dan – fingers crossed – is het voorlopig klaar met al dat gerommel.
Alles bij elkaar een jaar vol dynamiek. Er valt nog genoeg over te zeggen, maar dat laat ik voor tussen de regels. Het moet hier wel een beetje leesbaar blijven.
Leesbaarheid. Ook zoiets. Want u heeft wel gemerkt dat het hier vaak en lang stil bleef. Ik kwam er gewoon niet aan toe, te moe, te overprikkeld, te druk ook vooral. Ik ga ook niet beloven dat er vanaf nu weer meer leesvoer op tafel komt. De enige zekerheid is dát het op tafel komt. Zonder vaste tijden, geen menu, geen reserveringen. Eten wat de pot wanneer schaft.
Het regent, het is zacht. Ik ben nu drie dagen niet buiten geweest, maar ik zie het en geloof het zomaar. En dan is daar ineens een betoverende klassieker die ik veel te lang niet heb gehoord. Rain From Heaven. The Sisterhood. Want ja, 'we forgive as we forget'. Doe er je voordeel mee.
Tussen de ene kale boom en de andere die zijn blad weigert op te geven schijnt de zon het huis in. Ik zit aan ons nu ineens veel te klein lijkende eettafel met mijn gezicht naar het zonlicht en laat me verwarmen. Vijf minuten die best nog langer mogen duren, maar de onrust slaat precies zoals verwacht toe. Niet heel erg, things to do, places to go, weet je.
Sinds lange tijd een vrije zaterdag. Niet dat ik iets te klagen heb, want ze waren ofwel gevuld met werk wat ik leuk vind, of met optredens – en ook daar word ik altijd wel prettig gestoord van.
De partner in crime is zojuist de deur uit gegaan om een rondje te lopen met vriendin L. Daarna zullen ze vast nog deze kant opwaaien. Grote kans dat ik tegen die tijd zelf de hort op ben met vriendin K. Ook dat is namelijk te lang geleden. Als ik haar oppik bij de u welbekende boekhandel, haar inmiddels secundaire baan, zal ik gelijk wat dozen droppen. Ze hebben uitstekend dienst gedaan tijdens de verhuizing. Topdozen zijn het, maar eenmaal gedaan waar we ze voor nodig hadden staan ze nu in de weg. Opruimen dus, retour afzender met grote dank en groeten van de Here Jezus en zijn kruistochtige vrienden.
Ondertussen is de letter t mij enorm aan het irriteren. Ongeveer anderhalf jaar geleden was het de letter r die een eigen leven ging leiden op mijn scherm. Blijkbaar zit er iets niet lekker op of onder het toetsenbord, maar wat? Openmaken gaat helaas niet, daarvoor is het spul te kwetsbaar. Hopelijk is het weer iets tijdelijks. Zo niet, dan moet ik toch eens de daad bij het woord voegen en op zoek naar een laptop met iets meer lebensraum. Een groter scherm, een ruimer opgezet toetsenbord en het liefst modulair. Na bijna tien jaar klein (en verdraaid handig) spul, mag er ook op dit gebied iets groter worden geleefd. Nu kan het nog.
En zo emmer ik de dag door. Tenminste, op een nieuwsbericht na dat mij sinds een dag of twee (en jaren hiervoor ook) bezighoudt. Maar in plaats van hier een enorme boze monoloog over te houden, laat ik Jo Jo Joseph aan het woord. Een filmpje van drie jaar geleden, maar nog zo actueel als de vogelgriep (ja, ik denk: trek die lijn maar gewoon door hoor. Edelherten, kuikens, kippen, wolven, het komt allemaal op hetzelfde neer. Schiet ze af, vergas ze en gooi ze levend in de hakselaar opdat de mensch zal verzuipen in zijn eigen wanstaltigheid).
Met enige vertraging, maar daarom niet minder opgetogen, deel ik met liefde ook hier onze laatste video uit de 44 Next Door-reeks. Je hebt 'm misschien al via onze 'socials' voorbij zien komen en zo niet: Falling. Een bijzonder nummer. Begint als aardig deuntje, maar dan zo halverwege gebeurt er van alles wat je waarschijnlijk niet verwacht. Een geslaagd experiment, als ik zo vrij mag zijn.
Goed, dan heb je die alvast in de tas. Rest mij verder nog te melden dat we afgelopen zaterdag een bijzonder prettig optreden hadden, inclusief alles eromheen, in Leiden. 'Resistor' was, in goed Nederlands, the place to be. Fijne plek, fijne mensen. Ook daarvan is her en der wat beeldmateriaal te vinden en misschien volgt er binnenkort zelfs nog een video. Dan weet ik u te vinden.
En nu weer door met al het dagelijks gepruttel en dergelijke perikelen. Een verhuizing komt bijvoorbeeld nooit alleen, die sleurt nog een hele reeks aan oh ja, dit nog en ja natuurlijk ook dat, en wacht nee, jawel, hier moet ook nog iets... ach, jeetje, moeten we daar nou ook nog wat mee joh? met zich mee. Lekker bezig, kortom.
Het laatste schrijven stamt nog uit de tijd van het oude huis. Niet dat het nieuwe huis nou zo nieuw is, want net zo oud, zelfde bouwjaar, maar u snapt het. Inmiddels vliegt de secondewijzer door en wonen we hier op de kop af twee weken. Ja mensen, zo rap gaat dat. Had je mij anderhalve maand terug gezegd dat dit de situatie zou zijn, dan had ik je ongelovig toegelachen. Gekkie. Maar nu, talloze karretjes vol dozen en ander opbindspul later, inclusief drie ritjes in het gehuurde verhuisbusje en een fijne verhuisploeg, zitten we hier. Met sinds vandaag dan eindelijk de gordijnen waar we ze voor hadden bedacht (dank je wel Frans!).
Moet niet gekker worden. Wat makkelijk kan, want er is nog veel te doen. Nasleep noemen ze dat. Aan de andere kant kan het zomaar zijn dat we over een week of twee drie ineens beseffen dat alles toch echt is gedaan en op z'n plek staat, hangt of ligt.
Over busjes gesproken. Dat ding was dus exact hetzelfde vehikel waar we vijf jaar terug onze eerste Scandinavische tour mee deden. Ik herkende het kenteken. Spontaan kreeg ik zin in een nieuw avontuur. Spullen in die rakker en van optreden naar optreden trekken. Nou ja, het komt er vast wel weer eens van. Nu eerst de dingen maar eens op een rijtje krijgen en nieuwe routines inslijten. Want dat is ook een dingetje hoor. Zo georganiseerd als ik over het algemeen ben, zo warrig ben ik nu. Zelfs woorden gooi ik met gemak door elkaar of ik weet ze gewoon even niet meer. Sleutels kwijt, fiets niet op slot, verkeerde afslag naar huis vanaf het station. Ik ben gewoon kapotmoe en waggel rond als een kip zonder banaan. Ziet u wel.
Geef het nog even tijd, jochie, het komt vanzelf allemaal wel weer. Rust een beetje uit, dat helpt. Ach ja. Over een week of twee zitten we een lang weekend op onze billetjes in het huisje in Wageningen. Dat hadden we al geboekt voordat we wisten dat we van huis zouden wisselen en stiekem komt het nu als geroepen. Verplicht een paar dagen niets doen. Lezen, wandelen, voor ons uit staren, een spelletje doen. Praten over wat er was, wat er is en wat vermoedelijk komen gaat.
Tussen alle perikelen door deden we nog twee heel uiteenlopende optredens.
Afgelopen zondag maakten we deel uit van wat je gerust een vrolijke chaos aan bands kon noemen. In Q-Factory, de plek waar we normaal onze repetities hebben, vond het Q and A Showcase Festival plaats. Ofwel: 99 bands speelden volgens een strak blokkenschema met de oefenruimtedeur open. Dat gaf een hoop kabaal. En toch hebben we meegezwommen, vol overtuiging gedaan wat we doen. Een bijzondere ervaring.
Van een heel andere orde was het optreden eergisteren in Enschede. Het Cultureel Vulpunt Tankstation deden we voor de derde keer aan en het was gewoon heel fijn daar weer te mogen spelen. Vol erin, zoals we dat nu eenmaal doen. Gelooft u mij: je had er eigenlijk wel bij willen zijn. Intens, emotioneel, theatraal, noisy. Mooie respons ook. En wat te denken van iemand die na het optreden zonder al te veel woorden een tekening aanbiedt die tijdens het optreden is gemaakt. Da's gewoon tof.
Goed. Wat er ook was, was ons voornemen elke week een nummer van de 44 Next Door-sessie te plaatsen. Nou, daar kwam, niet geheel verwonderlijk, toch even iets tussen. Gisterenavond hebben we de draad weer opgepakt en ik deel ons meest recente pareltje uit die sessie met liefde ook hier. Kill the Birds, de titeltrack van ons album uit 2015. Een beste live-versie, als ik zo vrij mag zijn. Enjoy.