ego echo

waanvandedag

Het eerste optreden met MANKES dit jaar was in een kraakpand aan de Vossiusstraat in Amsterdam. Precies, hetzelfde pand dat gisteren ineens eventjes in het nieuws was omdat de bewoners een rechtszaak hadden aangespannen (en gewonnen) tegen de Russische, puissant rijke, eigenaar van het pand. Het heerschap kon niet aantonen dat hij er op korte termijn zou gaan wonen. Goh, wat een verrassing. In ieder geval een prettig signaal naar andere pandjesvernachelaars die maar wat graag alles opkopen (lees: witwassen) wat on(t)roerend los en vast zit en er vervolgens niks mee doen.

Tja. Het was zo'n bericht waar ik dan toch heel even van opveer. Kijk, wij waren erbij! Hoewel. Verder hebben we er weinig aan bijgedragen, behalve dat we er speelden en daarmee geld inzamelden voor Oekraïense anarchisten en activisten. Wat best een maf en nogal grappig gegeven is. In het huis van een volgevreten kapitalist de kunsten vieren en geld verzamelen voor zijn tegenpolen.

Nou ja, verder struikel je in de nieuwsberichten over het al jaren tekortschieten, blunderen en wegduiken voor echte verantwoordelijkheid – namelijk rigoureuze veranderingen in en van 'het systeem' – van onze overheid. Is dat dan nieuws, kun je je afvragen. Niet echt hè.

Laat ik ook eens naar het midden van de weg gaan. Een liedje dat met een heel klein beetje gekronkel en een scheef knikje wel past in het positieve krakersnieuws. Leve de gekheid. Madness. Our House.

#waanvandedag

Het ziet zwart van de was op het balkon en het wappert loom in de zon. Na veel drukte heb ik mezelf net ook even op het balkon gezet. In de bewolkte zon met thee. Een klein half uur, dan is het wel weer mooi geweest.

De volgende klus is de aanvraag van de huurtoeslag. Ben ik eindelijk mentaal zover, blijkt de website uit de lucht vanwege onderhoud. Lekker dan. Straks mag ik in de herkansing. Hartstikke leuk.

Ondertussen een dubieuze stream opgezocht om straks, als ik het niet vergeet, naar Sparta te kijken. Een ongekend seizoen maken die door en dan is het voor iemand die het doorgaans met lede ogen aanziet best vol te houden. Ik blijf er overigens bij dat, wanneer ik eindelijk eens mijn hart zou volgen, ik mij niet zo nodig meer druk wil maken om dat hele voetbal. Eigenlijk is het een totaal verziekte sport, net als zo'n beetje alle sporten. De commercie met die bizarre geldstromen hebben het flink naar de gallemiezen geholpen. Ik troost mij met de gedachte dat die bescheiden en eeuwig tobbende cultclub uit Rotterdam West dan toch nog enig fatsoen kent. Waarbij ik voor de volledigheid nog maar eens opmerk dat wanneer de ziel ook daar wordt verkocht, ik er niets meer mee van doen wil hebben. Dan rest mij slechts de herinnering en gaat de verdeelde aandacht naar Forest Green Rovers uit Engeland – een volledig veganistische en groene voetbalclub. Of anders, vooruit, FC Sankt Pauli, de undergroundclub uit Hamburg. Tja. Bijzaak is het, ik weet het.

Ik pruttel mezelf met duizend-en-een-klusjes door deze vrije dag. Stiekem had ik nog een fietsrondje in gedachten en ook een paar boodschappen, maar weet je, ik laat het even voor wat het is. Gewoon hier binnen en op het balkon in de verte staren, gitaar, liedje, af en toe een diepe zucht. Ook daar moet je soms jezelf tijd voor gunnen.

Over staren gesproken. Even mezelf kietelen. Stare dus. Cradle FC. Het meest recente wapenfeit. Nou ja, recent. Het was 2011. Een EP opgenomen in Bristol, Engeland. Toen CFC weer tijdelijk een soloaangelegenheid was. Soleren. Hoe treffend.

#waanvandedag

Het waren bewogen uren, die laatste vierentwintig. Ga maar na. Vanuit het werk naar het station en daar, omdat er een ruim half uur moest worden gewacht op de trein die mijn abonnement trekt, op de rand van een enorme plantenbank op het perron, ver van de andere mensen, in de avondzon mijn eten uit het meegebrachte trommeltje gegeten.

Eenmaal op Utrecht Centraal speelde in de hal het NS-orkest. Daarna zouden er plechtigheden zijn op een stuk aansluitend station dat was afgezet met lint en streng werd bewaakt. Zelfs een herdenkplek moet eerst worden bezet en kan daarna pas worden bevrijd. Ik kon niet lang blijven luisteren, anders zou ik mijn aansluiting missen. Na een dag rondjes rennen door de bieb wilde ik toch wel graag naar huis.

In de volgende trein zat ik opgescheept met twee doorgefokte jochies voor mij. Pubers met oversekste kreten die daarbij graag tegen de stoel van hun voorganger aan wensten te trappen. Dat moet nogal irritant zijn geweest voor de desbetreffende stoelbewoner, maar die gaf – misschien verstandig – niet thuis. Ik daarentegen zat me op te vreten. Vooral omdat ik de bui al zag hangen. Ik wilde straks in de trein gewoon twee minuten stil zijn en dus geen geklooi van dit soort mafketels voor mij.

Op een gegeven moment haalde de meest vreselijke van de twee zijn kauwgom uit zijn mond en smeerde dat op de achterkant van de stoel voor hem. Niet kort daarna vatte deze verlichte geest het plan op om een klein stukje kauwgom weer van de stoel af te halen en er een balletje van te draaien. Precies op het moment dat hij het kleinood tegen het hoofd van de persoon voor hem wilde pieken, gaf ik hem een ferme tik tegen zijn achterhoofd. Die zag ie letterlijk niet aankomen. Hij draaide zich fel om, wist heel even niet wat ie moest zeggen, maar gelukkig kwamen er al snel volzinnen waarin ik werd geprezen met zalvende woorden als kankermongool, kankerlul en kankerklootzak die [i]hem zomaar aan had geraakt[/i]. Ik gaf terug dat als ik een kankermongool was, dat hij dan chef kankermongool zou zijn. Baas boven baas. De trein stopte ondertussen en de twee stoere binken stapten uit, waarbij ik nog een achteloos toegebeten advies kreeg om mijn kankermuil te houden. Prima toch, ik had mijn punt wel gemaakt.

Voelde ik mij nu trots, dapper, een held? Welnee. Ik zat te trillen als was het een spontane koortsaanval en mijn hart bonkte als een gek. De welbekende overkill aan adrenaline als ik boos ben. Want dat was ik toch vooral. En opgelucht. Zo'n actie had ook anders uit kunnen pakken. Toch had ik het niet anders gekund op dat moment. Nog geen minuut later werd er omgeroepen dat de trein zo stil zou gaan staan vanwege Dodenherdenking. Ik kon nu in alle rust denken aan iedereen die mij dierbaar is.

Toen ik uitstapte was er net een mannenkoor aan het zingen bij het plaatselijke monument. Ik vond het wel mooi, maar ik wilde echt enorm naar huis. Dus ik liep, zo respectvol als ik kon, met een boog om alle verzamelde mensen heen, in straffe pas richting het tweede deel van mijn avondeten; ik was hard toe aan mijn groenvoer en noten.

Helaas moest dat plan nog even geduld hebben. Op de galerij aangekomen bleek er politie bij de buurvrouw voor de deur te staan. Haar zoon, een man van toch zeker dik zestig jaar, stond er overstuur bij. De politie probeerde de deur open te breken, als was het een kasteeldeur. Je weet wel, met zo'n moderne boomstam. Dat lukte niet. Geloof mij, die driepuntssloten zijn inbraakveilig. De brandweer kwam erbij, twee andere buren ontfermden zich ondertussen over de zoon van de buurvrouw. Ik had begrepen dat zijn moeder ruim boven de negentig jaar was, dat hij zijn vrouw vorig jaar was verloren en kort daarvoor nog iemand. Sta je dan op 4 mei met politie, brandweer en even later ook ambulancepersoneel te kijken hoe die woning maar niet open te krijgen viel. Nou ja, uiteindelijk lukte het toch. Met een koevoet, een kettingzaag en een boor en nog wat geram met dat ding, gaf de deur het toch maar op. Gelukkig bleek de buurvrouw te leven. Ze was gevallen en kon verder niets meer. Arme vrouw, die heeft daar een uur gelegen en gehoord wat er allemaal aan gruzelementen ging.

Uiteindelijk zat ik dan toch aan mijn voertje en overdacht de dag. Dat was me er eentje. En toen wist ik nog niet dat ik, amper vierentwintig uur later, een brandalarm af hoorde gaan bij, zo wees nader onderzoek in mijn pyjamabroek en hoodie uit, mijn aangrenzende buurvrouw. Ik belde aan, zij deed open, duidelijk in paniek. Een kleine dame die in gebrekkig Nederlands duidelijk maakte dat de vlam in de pan was geslagen. Het hele huis vol rook en het alarm bleef maar afgaan. Ik pakte mijn keukentrap, zette het gegil uit en vroeg haar om alle ramen en deuren open te zetten en direct naar buiten te komen. De rook was verstikkend. Een minuut later stonden we buiten hoestend en proestend even bij te komen. Ze was in slaap gevallen, zei ze. En ook vertelde ze mij dat oud worden niet leuk is op deze manier. Dat kon ik mij voorstellen en gaf haar een voorzichtig klopje op haar arm. Haar kinderen zouden straks nog even komen, dus ik hoefde mij geen zorgen meer te maken, zei ze. Nou, ik ben toch nog een paar minuten buiten gebleven met haar en heb haar bij het weggaan op het hart gedrukt om aan te bellen als er iets is wat ik kan doen. Ik ben daarna nog even mee naar binnen geweest om samen de pan en de keuken te controleren. De rook was zo goed als weg, maar de stank enorm. Gelukkig was ik al van plan mijn jaarlijkse douchebeurt vanavond eer aan te doen.

Waarom weet ik niet. Maar (Ghost) Riders in the Sky vraagt nu om aandacht. Kom maar door dan.

#waanvandedag

De jaarlijkse nationale bijentelling leverde dit jaar minder soorten en aantallen op. Een teken aan de wand. Misschien binnenkort een teek aan de wants, als deze ellende zo doorgaat. Muteren maar met die beestjes en andere mensen.

Dieren in de orde van de mens waar het dan weer wel goed mee gaat, zijn de miljonairs. In Nederland zijn er opnieuw meer mensen bijgekomen met een vermogen van een miljoen of meer. Ik ben geneigd om een link te leggen tussen de daling der bijen en de stijgen der patjepeeërs. Hoe meer het mensdier een plek opeist, hoe minder er voor de andere dieren overblijft. Ofwel, pak je miljoentje, help je omgeving nog wat verder naar de tering en sterf uiteindelijk met een zure glimlach en verlepte dood.

Ach, het zal de miezerige ochtend wel zijn die bijdraagt aan mijn gehuil naar de maan. Tijd om wat schappen in de plaatselijke supermarkt leeg te trekken. Opdat de stakers hun zin krijgen en wij, de nietsvermoedende boodschappenjager, straks ook daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. En dat alles om de het natje en droogje van supermarktketenbaasjes veilig te stellen. Ze gaan die loonsverhoging namelijk heus niet van hun eigen miljardenspaarrekening betalen.

Rest mij nog een kraker van Kraftwerk te delen. Radio Activity. Live, hoe anders.

#waanvandedag

Het gonst in de trein van de stemadviezen, zo net voor Holendrecht waar de youngsters zullen uitstappen. Eerlijk gezegd, als deze overtuigingen een fractie zijn van hoe zij over de toekomst denken, dan zijn we gedoemd (spoiler: zijn we al). Dit zijn studenten aan het woord. En redelijk doorsnee. Nou, nee niet echt. Allemaal wit. Een greep uit hun meningen: milieu is wel belangrijk hoor, maar ook weer niet zo heel erg. En dan moeten ze maar veel meer laadpalen op de snelweg zetten. Je mag echt helemaal niks meer als je voor een groene partij kiest. PVV is wel een goed alternatief. Die zijn tenminste tegen Marokkanen, want die hebben we genoeg. Dit is niet eens grappig bedoeld. Degene dat het zegt wordt rood, maar niet uit schaamte, maar vanwege de vurige overtuiging. We mogen allemaal meegenieten van deze politieke zendtijd. Ik word er niet vrolijk van. Niet dat ik vrolijk te krijgen ben op dit moment, maar dat is weer een ander verhaal.

NS dan. Het streekvervoer staakt, dus dit is een uitgelezen mogelijkheid om de treinen nog wat korter te maken. Gezellig allemaal op een hoopje geveegd zitten, staan en hangen we ons door de rit heen. Alle virusmaatregelen zijn opgedoekt, dus wie doet ons wat. Uitstekend bezig weer, NS. Er is een kans dat ik straks nog veel meer gebruik mag maken van jullie puike service en onnavolgbare logistieke uitspattingen, dus dat is zeker iets om naar uit te kijken.

Terug naar de stemmen dan maar weer. Niet die in mijn hoofd, wees gerust. Ik heb net wederom zonder twijfel gestemd op de dieren. Veel mensen vinden dat vreemd. Hoe kun je nu voor de dieren zijn? Simpel. Wij zijn ook dieren hè? Dat kwartje valt vaak niet. Dat is niet gek, want zo wordt het ons ook met de paplepel ingegoten. Je hebt mensen. En dieren. En natuur. Allemaal apart. Nogal onzinnig. Nog een keertje dan: mensen zijn een diersoort, onderdeel van de natuur. Niet andersom. Stem je voor de dieren, dan stem je dus ook op onze soort. En niet omdat we zo'n fantastische kudde zijn, maar wel omdat het de enige manier is om de boel enigszins leefbaar te houden voor zolang het duurt. Misschien niet voor jezelf, maar wel voor je kinderen, kleinkinderen en weet ik wat er allemaal nog na komt. Ondanks dat we een stel nietsontziende malloten zijn, klamp ik mij vast aan wat er misschien nog een beetje te redden valt. Veel zal het niet zijn, maar alle beestjes helpen.

Inmiddels zit Breukelen in de tas en komt Woerden in zicht. Liedje voor de treinheremiet. Another Journey By Train. The Cure.

#waanvandedag

Vrouwendag. Het is goed dat het er is. En tegelijk is het treurig dat het er moet zijn. Pas wanneer we in een maatschappij leven waarin deze dag niet meer nodig is, of dat we Internationale Mannendag moeten vieren, dan is er pas echt iets bereikt. Ik vrees vooral dat het nooit zal gebeuren.

Ik weet zeker dat wanneer vrouwen de posities zouden bekleden die nu door mannen worden bevuild, dat de planeet er een stuk beter en gezonder voor had gestaan. Nou ja, gestaan. We zweven maar wat rond met z'n allen, maar u begrijpt.

Het is waarschijnlijk zelfs zo dat vrouwen al die posities niet eens nodig zouden hebben gehad. Al dat handjeklap en politiek gekonkel. Pies jij mijn straatje schoon, dan hou jij er nog eentje van mij tegoed. Vriendjespolitiek, wedstrijdjes testosteronbommetje, wie heeft de langste, de grootste, de dikste? Al die lulligheid zou allemaal niet aan de orde zijn.

Kijk, veel vrouwen die nu bepaalde functies uitoefenen doen dat nog steeds in een mannenwereld. Dus moeten ze zich op een bepaalde manier gedragen. Belachelijk natuurlijk, maar anders is het niet te doen. Dat is de wereld waar we in leven.

Het is bizar dat vrouwen in publieke functies veel meer bedreigingen voor hun kiezen krijgen dan mannen. Begrijp mij goed, elke bedreiging is zot en er eentje te veel. Maar toch. Feit is dus dat zij veel vaker lastig worden gevallen. En niet alleen in een bepaalde functie, ook gewoon zomaar op straat. Mannen hebben geen idee, geen flauw benul hoe dat moet zijn.

Maar ja joh, ik zal niet de eerste en zeker ook niet de laatste zijn die dit soort dingen roept en daarna weer achterover leunt. Het is een onbeholpen poging om mijn steentje in het water te gooien; tegen beter weten in hopen dat de rimpeling iets doet.

En dan hebben we het alleen nog maar over het concept mannen en vrouwen. Nog mooier zou het zijn als het daar helemaal niet meer over hoeft te gaan. Genderneutraliteit. Mensen. Zoals sommige bevolkingsgroepen volledig genderneutraal zijn, al generaties, al zolang ze weten. Het kan gewoon hoor. Niks aan het handje.

Tot het zover is zal ik elk jaar opnieuw flink zuchten.

Om af te sluiten een documentaire: Punk in England – Women in Rock.

#waanvandedag

Weten dat het eindigt, niet weten wanneer. Met soms de overtuiging dat het heus niet stopt, dat de onvermijdelijke dood wordt overwonnen. En dan, precies wanneer je het lang verwachte alsnog niet ziet aankomen, is het daar. De laatste omhelzing, de laatste kus, de laatste blik, de laatste adem.

Dan komt de rouw. De woede, het verdriet, de onredelijkheid, het waarom, als een kind zonder ouders, eenzaam, pathetisch en dan alles weer opnieuw, door elkaar geschud, ontheemd, ontworteld, radeloos, wanhopig, berustend en weer opschrikkend.

Het sterfbed is leeg, het lichaam heeft de geest gegeven, is verdwenen, ergens begraven in andere armen. Die ook weer los zullen moeten laten.

Ik ben alles. Ik ben niets. Ik was alles.


Joy Division – Passover

#waanvandedag

Plantaardig eten is niet ingewikkeld. Het is verbazingwekkend eenvoudig. En toch wordt het soms onnodig moeilijk gemaakt. Klein leed, maar ook groot leed.

Ik bedoel, voor mij is het slechts heel irritant en teleurstellend dat Adolf Hitler, AH voor intimi, besluit om het recept van het huismerk te 'verbeteren'. Ofwel, ze flikkeren vollemelkpoeder door hun hagelslag en vlokken. Helaas, dat wordt een verandering van spijs voor mijn ontbijtritueel.

Het grote leed is tragischer. De keuze van supermarkt-Adolf om de dikke vette megarecordwinst niet te willen investeren in het terugdringen van dierenleed is ronduit treurig. In plaats daarvan houden ze een wonderlijke rekenmethode aan. 11% procent inflatie is gelijk aan een prijsstijging van dik 50%. Soms minder, soms meer. Lekker bezig. Want meer winst kan gewoon ten koste van alles. Schijt aan de planeet.

Ik geef toe dat het de huid vol schelden van de AH-chatbot ook niet echt oplucht. Dus nu maar in deze digitale pen geklommen. Wat ook niet enorm helpt. Een toefje misschien. Bah. Bedrijven en hun achterlijke chatbots. Ziek- en gekmakend is het. NS, AH... met twee letters of meer wordt het gewoon heel ingewikkeld om menselijke service te verlenen, blijkbaar. Pleurt op.

Ik liep na mijn scheldkanonnade nog heel even naar de plaatselijke boekhandel – vriendin K gedag zeggen. Vanavond ploft ze hier neer op de bank, maar dan nog is het best gezellig om, als ik toch in de buurt ben, een hand op te steken. Vooraf liep ik via de bieb. Ik had er een week of twee terug een paar boeken meegenomen. Gratis, afgeschreven exemplaren. Maar ja, om ze dan hier thuis te houden en te laten verstoffen? Nah, ik heb ze teruggebracht, hopelijk heeft iemand anders er ook weer plezier van. Het werd in ieder geval door mijn Amsterdamse collega's gewaardeerd.

Weer terug naar huis kreeg ik een lieve glimlach van een best sympathiek ogende jongedame. Of dat was omdat ik een raar geval ben dat zich zomaar op de openbare weg begeeft, of omdat ze gewoon heel sterk de behoefte had om mij te erkennen met haar vriendelijke gebaar laat ik in het midden. Ik vermoed dat laatste trouwens. Kan bijna niet anders. Ik ben onweerstaanbaar, hallo.

Vanochtend had ik tijdens mijn huishoudelijkheden wat random muziek opgezet. Kwam er zomaar tussen alle juweeltjes een wel heel fijne plaat voorbij. Wardruna. UruR. Met een grote r aan het eind. Neem de tijd, zet het volume maar open. Mooi, hypnotiserend spul.

#waanvandedag

Het kan nog net voor de eerste maand van dit jaar er alweer opzit en de feestmaand februari begint. Feest voor anderen dan hè. Voor mij duurt het nog een goed half jaar voor ik de volgende geboortedag groots – in gedachten dan – zal vieren.

Ondertussen heb ik mij over van alles op lopen winden. Dingen die ik voorheen hier dagelijks een plek gaf, maar waar ik nu domweg niet aan toekom. Is dat erg? Welnee. Het scheelt u een hoop getier van mijn kant. En ik krop de boel ouderwets op en verwerk het in muziek, tekeningen, teksten of gewoon, in mijn kussen wanneer ik gillend door het huis wens te rennen om zoveel domheid.

Vandaag heb ik eindelijk een begin gemaakt met wat opnames. The Weak And The Strong, u weet wel, mijn gesoleer in muziekland. Deze keer is het idee om even af te stappen van wat ik de laatste jaren deed; songs met als basis geluidscollages en onnavolgbare auditieve vergezichten. Tenminste, dat is het plan. En vooralsnog lijkt het in elk geval bij het eerste nummer dat ik vandaag in heb gespeeld te lukken. Garantie tot de deur, u begrijpt. Wat het dan wel wordt is voor mij ook nog niet helemaal duidelijk. Iets 'gewoner', denk ik. Drumtrack, bas, gitaar, stem. Basaal. En stiekem hier en daar toch wat geluiden erbij of los erbij, omdat ik het misschien niet laten kan. Vermoedelijk. Het is nog een verrassing, ook voor mij. Belangrijkste is dat de aanzet is gedaan. Het werd wel weer eens tijd.

Gisterenavond zat er ook muziek in. Cradle FC in de oefenruimte. We gaan kijken of we er weer wat regelmaat in weten te krijgen. Met hier en daar een optreden en met op dit moment het plan om eind van dit jaar een korte periode te reserveren voor wat optredens achter elkaar. Ook hier: de plannen zijn nooit het probleem, die zijn er volop. De uitvoering wil nog wel eens haperen. Niet uit onwil, zoveel is ook zeker. Nou ja. We gaan het allemaal zien.

Kijk eens aan. Bijna half zes en nog best licht buiten. Ik vind dat toch een stuk aangenamer. Een straffe wind die de bomen voor ons huis doet schudden. Een duif op een tak weggedoken in een verenpak. Januari. Tot volgend jaar maar weer.

#waanvandedag

Laat ik ook eens terugblikken. Niet met een lijstje, maar gewoon lekker algemeen het jaar terug in herinnering roepen. Waarom ook niet. Het slot van dit jaar is namelijk wel toepasselijk. Na heel veel rennen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan (dank je, Herman) kwam daar de onvermijdelijk dikke muur zo aan het begin van de eerste kerstdagavond. Boink. Onderuit. Het is eeuwen geleden dat ik dagen op de bank doorbracht. Belabberd, koorts, spierpijn, keelpijn, hoofdpijn, oorpijn, rugpijn (longen), onrustige benen die in de fik lijken te staan, geen eetlust, slechte (nog vervelender dan anders) nachten. Pff, lekker dan. En dat net een paar dagen na het heugelijke nieuws dat ik per 1 januari een contract voor onbepaalde tijd in de tas heb. Dat is geweldig. Ik heb er hard voor gewerkt en dat wil ik ook heel graag nog heel lang zo volhouden. Gaat ook vast wel lukken, maar ja, nu heel even niet. Pas op de plaats en dergelijke.

Wat een intro vol met kwelling. Mij is u niets vreemd, zo is het ook. Ja, lees dat zinnetje nog maar eens. En nee, de koorts is afgenomen, dus wartaal is het niet. Daar heb ik ook geen koorts voor nodig, zoals u weet. Ik war mijn taal het liefst in goede gezondheid.

Het jaar stond vol met allerlei en van alles. Vanaf maart namen de optredens een vlucht en leken we met elk optreden te groeien. Er is denk ik wel wat gebeurd in hoe we ons presenteren, hoe we onze muziek brengen. Misschien zelfs wel met dank aan de twee jaar verplicht ophokken. Het besef dat we naar buiten moeten, dat we ons moeten tonen, de drang, de wil. Hatsa. Spelen. Het waren stuk voor stuk mooie en bijzondere optredens. Ik zeg dat altijd en neem gerust aan, dat is altijd weer even oprecht. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het voor mij ooit iets vanzelfsprekends zal zijn om ergens te mogen optreden en er dan ook nog voor te worden bedankt. In welke vorm dan ook. Dat kan zelfs een enkel knikje zijn. Ik zie het allemaal, ervaar het allemaal en neem het allemaal tot mij. En ja, dat klinkt zowat religieus. En ook daarvan weet u als geen ander: daar heb ik niet zoveel mee op. Het zal gewoon de tijd van het jaar zijn.

Naast de muziek zat de boel verder ook niet stil. Zoals gezegd vroeg mijn werk veel. En ik kreeg er veel of zelfs meer voor terug. Een opleiding, cursussen, workshops, een nieuwe functie, een tussentijdse ophoging van mijn contracturen en nu dus een vast contract. En niet als laatste: fijne, lieve collega's. We verhuisden. Slechts een straat verderop, maar de impact was daarom niet minder. Ik ben vaak verhuisd in mijn leven, maar dit was me er eentje hoor. Goed, het zal de leeftijd ook wel zijn. Ik heb me suf gesleept met eindeloze stapels dozen. Alles om zo min mogelijk klein spul op de verhuisdag zelf te hoeven verhuizen. Dat is gelukt en op de dag zelf hebben we met vier vrienden de Grote Klus geklaard. Inmiddels wonen we hier ruim drie maanden. Er moet nog wel wat worden gedaan, maar dat komt wel. Het is te overzien. Iets minder te overzien waren de hoeveelheid monteurs en werklui die we in de afgelopen drie maanden over de vloer hadden. Ondanks dat we echt heel blij zijn met onze verse plek, echt een andere wereld, moest (en moet) er flink wat worden hersteld door de woningbouwvereniging. Ik weet niet waarom, maar blijkbaar is het anno nu heel normaal om overal een lik verf overheen te mikken en ermee weg te komen. Nou, dan heb je aan de partner in crime een slechte. Die belt en mailt net zo lang tot de boel acceptabel is gemaakt. Er staat nog een flinke klus op de agenda, ergens volgende week. Er zal worden gehakt en geschaafd, gebeiteld en geschuurd. En dan – fingers crossed – is het voorlopig klaar met al dat gerommel.

Alles bij elkaar een jaar vol dynamiek. Er valt nog genoeg over te zeggen, maar dat laat ik voor tussen de regels. Het moet hier wel een beetje leesbaar blijven.

Leesbaarheid. Ook zoiets. Want u heeft wel gemerkt dat het hier vaak en lang stil bleef. Ik kwam er gewoon niet aan toe, te moe, te overprikkeld, te druk ook vooral. Ik ga ook niet beloven dat er vanaf nu weer meer leesvoer op tafel komt. De enige zekerheid is dát het op tafel komt. Zonder vaste tijden, geen menu, geen reserveringen. Eten wat de pot wanneer schaft.

Het regent, het is zacht. Ik ben nu drie dagen niet buiten geweest, maar ik zie het en geloof het zomaar. En dan is daar ineens een betoverende klassieker die ik veel te lang niet heb gehoord. Rain From Heaven. The Sisterhood. Want ja, 'we forgive as we forget'. Doe er je voordeel mee.

#waanvandedag