ego echo

waanvandedag

Mooi, toch nog een minimaal moment gevonden om hier weer wat de put in te gooien. Of, als dit de put is, dan precies andersom: iets uit de put omhoog halen. Wat maakt het uit, in de put, uit de put – het blijft een put. Het gevaar dat nu loert is dat er een afslag wordt genomen met allemaal varianten op het woordje put. Ze zullen voor de hand liggend en vergezocht zijn, beeldspraak, letterlijk of wat dan ook. Beter van niet. Tenminste, niet nu.

Ik wil, net als de paar weken hiervoor, vooral ruimte en aandacht voor het volgende nummer in de reeks 'MANKES live at 44 Next Door'. Dan kan ik daarna weer door met het verplaatsen van dozen, meubels, rollen tapijt en blikken verf. Heus, er komt schot in hoor. Aanstaande zaterdag verhuizen we de spullen die echt meer dan één paar handen nodig hebben om te verplaatsen. Daarna hebben we nog een paar dagen om het huis dat nu ineens nostalgie echoot op te leveren. Ik zal blij zijn als het oktober is. Niet dat we dan op ons lieve gat kunnen gaan zitten. Gelooft u mij, er is nog heel veel vanuit de berging naar drie hoog te sjouwen. Spullen mensen, spullen. Wat moeten we ermee. En dat niet alleen, ons nieuwe mandje moet nog gordijnen, iets aan de muren, een haakje hier en een boortje daar. U kent het wel. Ach, het is ook luxe. Een dak boven ons hoofd met water uit de kraan en elektriciteit door de bedrading. Geld voor dagelijkse boodschappen, een bescheiden inkomen. Mij hoor je wat dat betreft niet klagen.

Oktober wordt ook weer een maand met optredens. Gelijk al op 2 oktober hier in Amsterdam. Staat nog niet op onze website omdat er nog wat info moet volgen (dus hou het in de gaten). Edoch, spelen zullen we.

Da's waar ook. De reden dat ik hier een praatje kwam maken: 'Until it Bleeds'.

'Until It Bleeds' – MANKES live at 44NextDoor – 2022 from MANKES on Vimeo.

#waanvandedag

Met vingerverf, nee, verfvingertjes en witkalkrimpels op mijn gepoederde neus zit ik in een langzaam maar zeker kalend huis. De transitie van het ene Indische eiland naar het andere Indische eiland – waar we in Nederland dan vooral stenen, beton en asfalt op gooien – is in volle gang.

Sinds een dag staat er weer een fijne live video van MANKES online. Rise heet het nummer. En rijzen zullen we. Uit de as en wolken stof; vruchtbare grond.

Wat ik maar zeggen wil: ga kijken, ga luisteren.

#waanvandedag

Dozen, verf, kassabonnen en een app om toch maar zoveel mogelijk korting bij de doe-het-zelfzaak bij elkaar te schrapen. Verhuizen. Nieuwe buren – tot nu toe allemaal heel aardig – nieuwe geluiden, nieuwe omgeving. En dat net een straat verderop. Toch is het anders, je zou bijna zeggen: een andere wereld. Maar dat gaat een beetje te ver. Een hele wereld. Hoe ver is dat wel niet. En toch hè.

Er is genoeg wat ik hier niet zal missen, in de oude omgeving waarin ik dit typ. En u weet ongetwijfeld dat ik over een poosje vast ook weer heel veel te zeuren heb over wat dan mijn habitat is. Zover is het nog niet. Eerst het afscheid van dagelijks de lucht van baggeroud frituurvet en sigarettenrook. Stationair draaiende auto's voor de deur, de muzak van de buren (een eindeloze trip, semi-new age gepruttel en hemeltergend irritant), het gestommel en geschuifel op onmogelijke tijden van de bovenbuurjongen (verder een aardige vent hoor), het gekef van het buurhondje en vooral de troosteloze overkant zonder ook maar enig groen en het armetierig reepje lucht met daarin alleen overvliegende stinkerds.

Nog een week of vier en dan is het adieu. Tot die tijd valt er nog heel, heel veel te doen. Of zoals ze dan zeggen: je even kwaad maken en het is achter de rug.

Over boosheid gesproken. The Angry Men. De tweede video van MANKES uit de reeks van 44 Next Door. Veel plezier ermee.

#waanvandedag

Elke dag schrijf ik epistels en stukken over van alles en nog heel wat meer. Rake opmerkingen, scherpe observeringen, niet te missen oneliners, hilarische teksten doorspekt met ernst, veel ernst en humor. Dat is wat ik echt doe. In mijn hoofd. Ik kom er nauwelijks aan toe om al die flarden te ordenen, laat staan ze te transponeren naar dit medium. Niet dat het erg is. U leeft ook gewoon uw leven en dat is niet veel beter of slechter af zonder mijn gepruttel in de marge. Geldt ook voor mij en mijn kleine leven. Deze letters, deze woorden en zinnen, ze bestaan bij de gratie van tikkende vingers. En als ik ze niet typ dan doet iemand anders dat wel, zeer waarschijnlijk nog beter, gevatter, creatiever. Oké, strikt genomen zijn dat dan andermens woorden, niet die van mij. Die van mij staan hier en die zijn goed zoals ze zijn. Het woord 'beter' in deze context riekt naar kapitalisme en u weet als geen ander dat ik daar nogal een bloedhekel aan heb.

Eigenlijk zijn alle woorden in onze taal leenwoorden. Ze bestaan al en we lenen ze van elkaar (maar wie is uiteindelijk de eigenaar? Wie bezit de woorden?). Heel soms maak ik er een nieuwe samenstelling van (zoals hier net boven: andermens). En die nieuwe woorden voeg ik toe aan al de woorden die ik heb geleend. Geen enkel woord is echt origineel, slechts een combinatie van letters die we blijkbaar eindeloos kunnen husselen. Best geinig.

Leenwoorden. Het zijn rare dingen. Alsof we ze ooit terug zullen geven. Hallo Engels, hoi Duits, dag Frans, gegroet Latijns – ik weet dat het een beetje lang heeft geduurd, maar hier zijn jullie woorden terug. Ja joh, die had ik geleend. Wist je niet eens meer? Kun je nagaan. Maar toch, ze zijn van jullie en omdat ik ga verhuizen leek het mij goed eerst even schoon schip, of beter: woonboot, te maken. Scheelt toch weer een doos of wat van twee hoog naar drie hoog slepen. Daarom. En geen zorgen, ook zonder woorden zal ik van mij laten horen.

Zo is het hier dus ook. Als ik niet schrijf, dan ben ik er gewoon nog steeds. Als ik je niet mail, fax, telegrafeer, of via een andere berichtendienst iets stuur, dan ben ik er nog steeds. Grote kans ook dat ik dan precies op dat moment aan je denk.

Nou ja. Leenwoorden. Bruikwoorden is toch een betere ladingdekker, vind ik.

Grappig ook weer. Van alles wat ik dacht te gaan schrijven was dit niet wat ik had verwacht trouwens. Dat heb ik al vaker geroepen. Dat het gewoon komt zoals het komt. Enorm zen ook.

Straks, nee: morgen als we de sleutel hebben van onze nieuwe (wat is nieuw: 1980 daaromtrent) woning, dan staan er bomen voor onze deur. Die staan er nu al, maar daar heb ik op dit moment nog niet zo heel veel aan, helaas. Nog even en ik kan er bijna eentje aanraken vanaf ons balkon. Ja, het is aan de straatkant en die straat met al zijn stinkmensen zal ik ongetwijfeld gaan vervloeken. Maar zolang die boom er staat kan ik mij verschuilen en de illusie van een groene omgeving koesteren. Dan ben ik een bladluis, een wants, een mier of een een vogel. Een specht, een merel of een mus. Een roodborstje misschien. Ik ben het blad en de stam, de takken en de nerven, de wortels die onder het asfalt door in contact staan met de andere bomen in de omgeving. Die op hun beurt weer in contact staan en zo verder de stad uit, de bossen in tot aan de boomgrens op de hoogste berg met uitzicht of gehuld in koude nevels. Dan kan ik de wolken aanraken en de zon mij laten verblinden. Met vlekken voor mijn ogen ga ik dan op zoek naar de koelte van de maan en ik zal gaan liggen en eindelijk alle sterrenstelsels ontdekken en beseffen, nog maar weer eens beseffen, dat alles niets is en niets alles. Eindelijk rust. De zee zal komen en het zand zal zich om mij heen vouwen, mij meenemen naar wat dan boven is of onder. Het maakt allemaal niet uit.

Niet heel toevallig dat ik het nu de hoogste tijd vind voor I'm A Tree. Eén van de nummers die we tijdens de live stream van 44 Next Door speelden. Er zullen de komende weken nog een paar nummers online worden gezet. Met grote dank aan de partner in crime die de boel opnieuw mixte en weer terug onder het beeld zette. Het is me er eentje.

'I'm A Tree' – MANKES live at 44NextDoor – 2022 from MANKES on Vimeo.

#waanvandedag

Er moet mij iets van het hart. Dit vingerhoedje bloed dat wegsijpelt met de vergeten regen, zo de goot in.

Op straat ligt een dode meeuw, de vleugels geknakt. Een dag later lag er een duif en weer een dag daarna lag er een soortgenoot achter alle geparkeerde fietsen onder het wegrottende stationsviaduct. De stank lost op in de stank van de stad die maar voort blijft denderen en nooit eens stopt. Zonder dood geen leven, zonder leven geen dood. De enige symbiose die er echt toe doet. Misschien.

Onder de foto van vriendin K stond de pride voorbij. Op de foto een regenboog aan ranzigheid, achtergelaten rotzooi op straat na een dag vol feest. Zo blijkt: het vuil kleeft aan elk gender, elke sekse, alle seksuele voorkeuren en alle nullen en enen. Alle mensen kortom. Ze deugen niet Rutger. Voor geen meter. Ik roep het om de zoveel tijd nog maar eens een keer. Opdat wij niet vergeten.

Wacht, ik gooi even de buurvrouw uit het raam, zo achter haar achteloos over het balkon gepiekte sigarettenpeuken aan. Elke avond is het prijs. Net voor het slapen gaan kringelt de rook hier naar binnen en verstikt mijn eerste slaap. Daarna komt de boeman en doe ik nauwelijks nog een oog dicht. Wie ik? Nee, mij hoor je niet klagen. Het liefst sla ik alles en iedereen de hersens in. Maar ja, beschaving weerhoudt mij van alles wat riekt naar ontwrichting van de samenleving.

Schaafwonden zijn het. Ze branden, ze jeuken, ze prikken, ze steken. Beschaving is het slappe aftreksel van de gerulde huid die ergens achterbleef op het asfalt. Het brandt in de zon, de planeet staat in de fik en de vakantiefiles waren nog nooit zo lang. De berm staat in lichterlaaie en de vlag met het hakenkruis werkt als een rode lap. Nu de vlag nog op z'n kop en het verwende volk raakt slaags omdat het niet weet te incasseren. Maak elkaar maar af, ik zal glimlachend toekijken en daarna mijn laatste zetje geven.

Er zal iets breken. Er zal iets breken. Er moet iets breken. Something must break.

#waanvandedag

Terwijl de partner in crime op dit moment de grachten onveilig maakt, heb ik mooi even de tijd om terug te kijken op de week die is geweest. In chrono-onlogische volgorde, vermoedelijk.

Zojuist terug van de dagelijkse boodschappenronde en daarvoor na bijna een jaar weer eens bijgepraat met een lieve vriendin. Omdat ik nog een beetje in geboortedagstemming was een mooie gelegenheid om nu eindelijk haar eens te trakteren op thee en koffie. Normaal krijg ik daar de kans niet voor. Ze heeft zo haar slinkse manieren om de rekening op te eisen voor ik de kans ertoe krijg. Nou, deze keer mooi niet, ha.

Over jaarringen gesproken – het is allang geen nieuws meer dat ik er gisteren weer eentje bij heb gekregen. Om dat te vieren deden we het rustig aan in en rond het huis – onze wijk in oost – met dochterlief in ons gezelschap. Een fijn dagje alles bij elkaar. En ik ben weer schandalig verwend ook. Een greep uit al het moois: cd's, boeken, make-up (met lede ogen zag de p.i.c. haar voorraad met elk optreden afnemen, dus die dacht: da's een leuk cadeautje, met eigen bijpassende tas) en een handbeschilderd t-shirt. De volgers van diverse sociale media hebben er al een blik op kunnen werpen, want ik had 'm gisteren natuurlijk aan. De onvermijdelijke foto's zwerven inmiddels her en der digitaal rond. Hoe dan ook, het is een oog met daaromheen een regel uit een van mijn teksten. Om het feest compleet te maken post ik zo hieronder het bijbehorende nummer. (Sparta pakte op de nationale feestdag zelfs een punt in Heerenveen, over presentjes gesproken. Toch leuk.)

Eerder deze week hebben we de vlag niet ondersteboven gehangen, maar wel halfstok. Meneertje Rutte zit nu al twaalf jaar op de troon en veel liever zou ik hem zien op de troon die we allemaal in huis hebben. Met een puzzelboekje en een flinke voorraad toiletpapier. In ieder geval genoeg reden om deze treurige toestand tot nationale dag van rouw uit te roepen. Ik wed dat hij zich ondertussen herinneringsloos suf schatert. Ik denk dan: wie het laatst lacht.

Door naar betere tijden. Zondag sloten we de maand juli in stijl af (al zeg ik het zelf) in Egmond aan den Hoef. De Museumhoeve aldaar was het passende decor voor twee flinke sets. We waren blij met de opkomst, ondanks het miezerige en zelfs buiige weer. Met verrassende bezoekers uit Amsterdam, Alkmaar, Nieuwerkerk en Utrecht. Onze waardering voor zoveel moeite is groot. Het was een fijne middag en als mensen dan ook nog eens opstaan om voor je te klappen, dan is dat toch wel heel erg leuk.

Goed. Over een week zitten we tot over onze oren in de traditionele Ardennenvakantieweek. Ik heb er zin in. Een week helemaal niets moeten. Tot die tijd een mooie mix van werk, muziek en alles wat verder ter tafel komt.

Zoals beloofd sluit ik af met het t-shirtnummer: One Eye Open – The Weak And The Strong.

#waanvandedag #mankes #theweakandthestrong #muziek

'Is het lang geleden, is het lang geleden?' – ja, nogal. En nu moet het er toch echt eens van komen. Terwijl ik dat al dagen, nee weken denk hoor. Het moet er echt van komen, maar wat en waarom en hoe? Iets met tijd, altijd te weinig tijd. Terwijl er zat tijd is. Alleen gaat die op aan andere dingen. En als er geen andere dingen zijn, dan is er de vermoeidheid van het andere dingen doen. Zo gaat dat dan.

In de afgelopen periode is het leven allesbehalve saai geweest. Van een spontaan Gary Numan-optreden in de Melkweg (we stonden zomaar op de gastenlijst, hallo!) tot het officieel en met goed resultaat afronden van de opleiding. Van alles daartussendoor hoor, letterlijk teveel om op te noemen. Is ook nergens voor nodig.

De maand juli heeft elk weekend een optreden van MANKES op de agenda. Ook weer iets om naar uit te kijken. Morgen trappen we af in Utrecht. We doen mee aan het landelijke evenement Gluren Bij De Buren en wij spelen in een huiskamer bij mensen waar we vorige week kennis mee hebben gemaakt. We waren toen toch al in die stad voor een tentoonstelling, dus hoppekee, gelijk maar door om onze speelplek te bekijken. Mocht je tijd en zin hebben: kom gerust. We spelen drie keer een set. Alle details vind je via onze website. Kun je gelijk de rest van de agenda bekijken.

Goed, de wereld brandt dagelijks op uiteenlopende plekken, met dank aan de nodige waanbeelden, steeds wat verder af. Wat dat betreft verandert er verdomd weinig. Hoe urgenter de dreiging, hoe lamlendiger en gepolariseerder het mensgepeupel zich gedraagt. Met de ijsberg in zicht wordt er massaal gekozen voor 'recht zo die gaat' in plaats van het roer om te gooien. Stelletje sufferds die we zijn. Ofwel, ik ook stug maar wat roepen in de woestijn. Geen hond die er iets mee doet, waarom zouden ze ook: het eind is in zicht – vluchten kan niet meer (ook een liedje, maar dat hoef ik u niet te vertellen).

Nou ja, beste leesvrienden, zoveel heeft u dus ook weer niet gemist hier. Op verzoek sluit ik met plezier af met Gary Numan. Down in the Park. Live. Enorm bootleg. Door iemand in het publiek met een telefoon, en velen met hem (v/m), opgenomen tijdens het optreden in Amsterdam. En ja, de studioversie van, toen nog, Tubeway Army, is beter, maar: nou èn.

#waanvandedag

Eksters en eekhoorns liggen elkaar niet. Dat weten wij, natuurbarbaren als we zijn, sinds gisteren. Eekhoorns schijnen op z'n tijd wel zin te hebben in een eksterei. En eksters vinden dat een slecht dieetplan. Daarbij zijn ze ook nog eens concurrenten, want ze eten nagenoeg hetzelfde. Dat geeft gedoe. Het zijn net mensen.

Gisterenavond, vroeg in de avond, viel het op dat de eksters en de eekhoorns elkaar nogal op de hielen zaten. Veel gerommel in de struiken en de bomen. Met als, voor ons toeschouwers, vermakelijk hoogtepunt een ekster die over het gras een eekhoorn achterna rende. Dus ja, toen is de partner in crime gaan zoeken naar het waarom op het immer raadgevende internet. Ze had al een vermoeden dat het om eieren zou gaan, maar ik vond dat moeilijk te accepteren. Toch zal ik nu wel moeten, want Het Internet heeft altijd gelijk.

Wat een verwennerij in deze digitale put trouwens. Zo hoor je amper een keer per week mijn ego echoën en zo ineens twee dagen op rij. Reken u niet rijk, na vandaag zal het weer even duren voor ik van mij laat horen. Morgenochtend vertrekken we uit deze tuin der lusten en kakken we het dagelijkse leven weer in.

De maand mei staat voor mij vooral in het teken van het afronden van de bibliothecarisopleiding met tussendoor het wekelijkse huiswerk en een eindopdracht toe. Daarnaast is er de inwerkperiode die vorige week is begonnen als, jawel, bibliothecaris. Pittig, druk en interessant. Ondertussen draai ik in de bieb overal mijn kont in. Bijvoorbeeld door mijn elegante neus te steken in een werkgroep functiedifferentiatie en een werkgroep over verschillende vormen van dienstverlening in combinatie met de openingstijden. Tussendoor vragen diverse andere overleggen en mails ook aandacht. Alles bij elkaar leerzaam en het houdt me van de straat. Een deeltijdbaan die stiekem meer is dan dat. Al zal ik over een tijdje wel een manier hebben gevonden om de boel gezond te combineren. Alles is nu nieuw, er komt veel tegelijk aan informatie binnen en dat moet dit baasje allemaal verwerken. Eerst deze maand maar zo goed mogelijk door rollen.

Gisterenavond laat heb ik nog even kunnen juichen. Mijn voetballiefde tegen wil en dank, Sparta Rotterdam, wist zomaar te winnen in Groningen. De komende twee wedstrijden staan desondanks nog bol van de spanning. Vliegen ze er alsnog uit, of ontsnappen ze miraculeus aan het degradatiespook? We weten het over een week.

Als afsluiter nog een knipoog naar de radio hier in de serre. Ongetwijfeld speciaal voor ons begon die vanochtend spontaan nadat we 'm aan hadden gezet aan een riedel van The Smiths. There Is A Light That Never Goes Out. Delen dus. Een video met de tekst erbij, kun je lekker meebrullen.

#waanvandedag

Een stillevendigheid vanuit ons Wagenings verblijf. Voor de derde keer binnen een jaar zitten we hier keihard te chillen. Ditmaal speelt het leven zich, net als de eerste keer, weer voornamelijk in de serre af. Soms ineens enorm warm als de zon het naar haar zin heeft. En dan ineens oorverdovend als er een fikse bui op de doorzichtige kunststof dakplaten roffelt. Tussen zon en bui door vliegen de vogels zonder morren af en aan, twee duiven maken elkaar gek en de eekhoorns zijn vooralsnog niet van plan tevoorschijn te komen. Ieder z'n ding.

Gisteren waren we voorafgaand aan dit avontuur te gast in het radioprogramma El Mundo bij Veluwe FM in Harderwijk. Dat ligt niet enorm op de route, maar was prima te combineren met onze groene wielen. Aanstaande maandag is de uitzending (we zitten in het tweede uur, vanaf 14.00 uur), maar je kunt het nu al beluisteren als je wilt. De geluidstechnicus was niet vies van een experimenteel effectje. Even wennen, maar dan heb je ook wat.

Ondertussen hebben we een dikke vette wesp uit de serre verdreven. Met zachte hand hoor. Je moet ze koesteren, die irritante zoembeesten. Ze hebben het al moeilijk zat op deze door onze soort verziekte planeet.

Toen we eerder vanmiddag nog een paar vergeten boodschappen deden, een goed half uur heen en idem weer terug met de benenwagen, stelde de partner in crime nog tevreden vast dat we in ieder geval weer onze hersenschim hebben bijgedragen aan een betere leefomgeving. We hadden de deelauto kunnen nemen, maar nee, we zijn gaan lopen. Omdat het kan. Boodschappen doen zonder auto. Zouden meer mensen moeten doen. Overigens niet bepaald een enerverend wandelingetje. Vooral langs een provinciale weg met stikstofboerderijen links en ronkende auto's rechts. We hebben onze longen er vast niet mee verblijd. Maar hé, leven is lijden. De koek is op voor je het weet.

Morgen eren we onze moeders, geloof dat gerust. Dat doen we zeer waarschijnlijk met thee in de tuin. Een idyllisch zitje tussen de bomen en ondertussen wat vogelpoep op je koppie. Of nou, je grote teen. Dat was het geval bij de dame in kwestie toen we gisteren even wat zonnestralen streelden. Ach ja, het buitenleven. Mest komt in vele gedaanten. Wat ik maar alvast zeggen wil: proost moeders. Op jullie gezondheid.

Omdat we hier traditiegetrouw de transistorradio aan hebben staan en de meest afschuwelijke deuntjes vrijwillig verdragen met hier en daar een aangename verrassing, ga ik er voor nu uit met Last Train To Trancentral. The KLF. Laten we voor de gein zeggen dat het onze weekendsoundtrack is. Doeiii.

#waanvandedag

Het is een bijzondere week. Gisteren mijn eerste dag als bibliothecaris gehad. Tenminste, op papier. In de praktijk werkte ik nog gewoon op mijn vertrouwde plek. Ook niet erg, ik heb er veel plezier in mijn werk.

Vandaag was ik min of meer vrij. Op een overleg na, zomaar weer eens echt op locatie en niet achter een scherm met haperende zinnen en stotterende agendapunten. Aansluitend vrijwillig nog een uur extra gewerkt, ik was er toch.

Overigens viel het niet mee om in Almere te komen. Kapotte bovenleiding. Lekker dan. Nauwelijks omroepberichten, behalve dan het hemeltergende, tenenkrommende 'sorry, u zoekt het zelf maar uit'-bericht: “plan uw reis opnieuw in De App.” Service mensen, het is een ouderwetse vorm van dienstverlening. Nee, weg ermee. We doen alles met De App. Alle problemen verdwijnen als rails voor de zon met De App. Noem sowieso maar een willekeurig wereldprobleem en er is een App voor. Opgelost. Lang leve de digitale mens en zijn afstompende gepruts met nulletjes en eentjes op Planeet Titanic.

Uiteindelijk was het plan om van Muiderpoort naar Amsterdam Centraal te reizen. Daar zou ik direct kunnen overstappen op de trein naar Schiphol en dan zo naar Almere. Het zou me alles bij elkaar een half uur vertraging opleveren. Dat moest dan maar. Ik was ten slotte niet voor niets dik twintig minuten eerder van huis gegaan om deze chaos het hoofd te bieden. Kanttekening: als alles zou gaan zoals NS het voorstelde in De App. U raadt het al, dikke doei.

Dus van Amsterdam Centraal weer terug naar Muiderpoort. Inmiddels stond daar op het scherm aangegeven dat er stopbussen zouden rijden vanaf de Insulindeweg. Ik zoeken. Geen bus. Wel een personenbusje, maar nee, die ging ergens anders heen. De chauffeur was wel zo vriendelijk om de informatie te delen die hij had: “Ja, dat zijn die van De Wit, die rijden voor NS.” Helaas, ik ken genoeg mensen die De Wit heten, maar zij kwamen allemaal niet met een bus naar Muiderpoort. Ook nergens een NS-medewerker te bekennen die de boel misschien een beetje zou kunnen ophelderen.

Weer terug naar het perron. Er kwam een vertraagde trein naar Duivendrecht. Daar overgestapt op de trein naar Weesp, van daaruit door naar Almere. Dat ging allemaal, hoera. Ik heb er slechts 2 uur over gedaan om mijn vergadervrienden te begroeten. Maar hé, alles binnen de daluren, dus mijn abonnement is zijn geld dubbel en dwars waard. Reizen ouwe, reizen zul je. (Op de weg terug reden er wel weer een paar treinen, volledig afgeladen met op elkaar geperste mensjes. Ik was er eentje van.)

Ik dwaal af. Back on track en snel een beetje. Morgen begint het grote inwerken. Ik ben heel benieuwd hoe het zal zijn. En een beetje spannend vind ik het ook wel. Je zou denken dat je over dat soort dingen heen groeit rond een bepaalde leeftijd, maar nee, niet in mijn geval. Ik vergelijk zoiets altijd maar met speelspanning – de spanning voor een optreden. Dan weet je van tevoren wat er gaat gebeuren, welke nummers er worden gespeeld en toch is er precies dat wat je helemaal nooit kunt weten en vastgrijpen: gaat het allemaal wel echt zoals gehoopt en gewenst. Speelspanning dus. Het podium op. Het gaat beginnen, rapapa!

Ha, daar doemen de zinnetjes al op: “New horizon, New day, Clear day, Clear blue, New beginning”. Dat moet dan toch Section 25 zijn. New Horizon.

#waanvandedag