Trouwe volgers van MANKES weten dit al zeker een dik uur, maar hier wil ik natuurlijk ook niet achterblijven: een hele verse huiskamersessie. Net als vorig jaar live opgenomen in ons nederige uitstulpinkje. Ga maar kijken, ga maar luisteren.
Je begrijpt dat deze dag vooral bol stond van alle mogelijke digitale kanalen bijwerken, updaten en meer van die gekkigheid. De oplettende kijker ziet ook dat we onze profielfoto's en -banners hebben vernieuwd. Als we toch bezig zijn, dan maar all the way.
En voordat we aan deze persoonlijke crea-uitspattingen begonnen bezochten we aan het eind van de ochtend het FOAM museum. Een dag vol kunstwaanzinnigheid. Hoeeiiii!
Het nadeel van alleen maar over de schouder mee kunnen kijken bij het proces van beeld en geluid samenvoegen, is dat er soms alarmerende geluiden vanonder de hoofdtelefoon vandaan komen. Dingen als 'o jee, hebben we hier nou geen beeld van? Dat zou toch lullig zijn... Hebben we de camera hier niet aangezet? Oh, nee, wacht, hier is ie'. Maar ook de praatjes die we tijdens de opname tussen de nummers door maken. Nietsigheden en gebabbel zoals 'hé regent het nou?'. Diezelfde praatjes worden door de partner in crime vanonder dezelfde koptelefoon nagewauweld. Hartstikke leuk. Voorzien van gniffel en gnuif. En ik kan het alleen maar aanhoren, aanzien en verder niets. Zij is de chef wat dat betreft en ik mag af en toe mijn (on)gezouten mening ventileren. Uiteindelijk doen we het samen, ieder onze eigen rol, onze eigen touwtjes waar we aan trekken. Verbonden aan hetzelfde project. Mooi toch.
Zoals gisteren al voorspeld, dochterlief is gisterenavond thuisgekomen, veilig en wel. Opgehaald door haar oma met als verrassing Sam de hond mee. Die snapte er weinig van, want haar roedel was nog niet compleet. Ze was wel blij hoor, om alvast een derde deel van haar mensen terug te zien, maar er klopte toch iets niet. Dan zal haar blijdschap vandaag des te groter zijn, want uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat de boel inmiddels compleet is; alles is weer zoals het moet zijn in haar hondenleven.
Tussen de plensbuien door fietste ik naar de boekhandel, de supermarkt en weer terug naar huis. Plassen zo groot als, nou ja, heel groot. Dat je met je beentjes even omhoog gaat als je er doorheen fietst. Ziet er niet uit, maar liever dat dan natte voeten. Ondanks de spatlap aan mijn spatbord. Het geeft geen enkele spatgarantie, behalve dat het spat waar je het niet spatten wilt.
U begrijpt uit mijn gewauwel dat het verder weer niet veel gaat worden hier. Ik kijk naar buiten en zie dikke, grijze wolken. Prima toch, laat maar vallen. Al gun ik ze in de niet te bevatten grote gebieden in Zuid-Europa, Siberië en Californië (om er een paar te noemen) ook een paar van die blussende liters regen. Daar hebben wij hier uiteindelijk ook weer veel baat bij.
Over tegenstellingen gesproken. Schiet mij zomaar een liedje te binnen. Fire & Ice. Executive Slacks.
Een obscure band met hun zogenoemde 'Philly Rock'. Hoorde ik ergens rond mijn 14e op een late avond voor het eerst live op de radio en ik vond het fascinerend. Ofwel, je moet het een beetje in de tijd plaatsen en er vooral een puber bij denken die dol was op muziek die je bijna niet op de radio hoorde. Dit klinkt bijna als een excuus, maar u kent mij een beetje. 'Sorry' laat ik graag over aan onze neoliberale politieke minkukels.
Nou, dat was wat gisteren. Ineens praat ie gast uit het niks zo tegen je aan. Wees gerust, het is mij wel bevallen, dus kans op een vervolg is er zeker. Misschien dat ik het dan zelfs een beetje voorbereid, weet jij veel. Al met al een geinig en geslaagd experiment.
Over tot de orde van de zaterdag. Opstaan, ontbijten, boodschappen, iets typen en dan naar de bieb. Ondertussen heeft de partner in crime haar rondje door het park gelopen en zit ze nu met haar oren verstopt onder de koptelefoon. Afmixen van onze sessie van afgelopen zondag. Daarna het beeld een beetje fatsoeneren, audio en video syncen en met een beetje mazzel zijn we daarna voldoende tevreden dat we een uitgelezen selectie zomaar de weide wereld in slingeren. Ik ga daar vooralsnog wel vanuit.
Later vanavond komt de grote kleine meid terug uit Spanje. De kans is groot dat ik haar morgen zie en haar dan kan uithoren over hoe het is geweest. De foto's die ze tussendoor stuurde zagen er alvast veelbelovend uit.
Heb ik nog meer te babbelen? Nee, eigenlijk niet. Kan wel weer een hele wereldse boom opzetten over van alles en nog wat, maar het weer is van zichzelf al dynamisch genoeg, daar hoef ik nu niet zoveel aan toe te voegen. Ofwel, kijk naar buiten en zie de wolken imponeren, de zon die er ook iets van probeert de maken en we huilen de zomer als vanzelf door.
Vandaag doe ik het anders. Ik noem het radio, omdat ik podcast een stom woord vind. Een test, dat ook. Beetje wennen, beetje proberen, vooral enorm klooien en het slaat nergens op. Prima toch, ben ik in ieder geval van de straat. Luister maar. Als je wilt.
En stel dat je Spotify gebruikt, dan is het ook daar te vinden. Welja.
Het is natuurlijk weer veel te makkelijk om te beginnen over hoe Shell slechts een tiende van het investeringsbudget reserveert voor onderzoek naar duurzame energie. Simpel omdat fossiele brandstof veel meer winst oplevert. De aandeelhouders kunnen een dikke bonus tegemoet zien en het bedrijf koopt ook een zwik van haar eigen aandelen op om zo de koers – kunstmatig – gunstig te houden. Fossielen in het bedrijfsleven, tel uit je winst. Puur verlies.
Het is ook te eenvoudig om in een vlaag van ik zei het toch te wijzen op de behoorlijk snel afnemende bescherming van een vaccin, terwijl de farmaceut zich kirrend in het geldbad stort en dan gewoon een derde prik voorstelt. Voor vijf keer, liefst nog iets meer, de kostprijs zijn ze niet te beroerd om wat vaccins te blijven produceren. Een ander voorstel, om de patenten tijdelijk op te schorten zodat iedereen een vaccin kan maken, wordt neusophalend van tafel geveegd omdat 'in die andere werelddelen de kennis en de kunde ontbreekt om een vaccin te maken, dus dan heeft het toch geen zin'. Misschien een ideetje om wat kennis en kunde te investeren in die delen van de wereld die overwoekerd zijn door kolonisten en daarom alleen al uitgeteerd, uitgewoond en uitgehongerd in de val zitten? Geld zat over hun gebroken ruggen verdiend. Maar nee. Dat past niet in het winstdenken. Tel uit je winst. Verloren zaak.
En passant valt het op hoe nu pas openlijk wordt gesproken over hoe een vaccin slechts een pleistertje plakken is. Het biedt bescherming tegen erg ziek worden en een eventuele ziekenhuisopname. Maar dan alleen als je niet kwetsbaar bent. Val je wel in die categorie, dan moet je maar duimen. En dat in een maatschappij waarin iedereen zich weer zo vrij als een vogel voelt nu we steeds meer terug kunnen naar het – en nu vloek ik even – oude normaal. Vogelvrij dus. Met je oude normaal dat alles naar de shizzle heeft geholpen. Sowieso is het maf dat een neoliberaal doordrenkt land in die context wel ineens mag spreken over terug naar. Terwijl het credo toch altijd vooruit, groei, eindeloos en altijd moet zijn. Rare lui. Dank je, Obelix.
Nou ja. En zo door, en zo door.
Bosbranden, modderstromen, overstromingen, aardbevingen, hitterecords, neerslagrecords. Blijkbaar vinden ze het daarboven allemaal wel best. Hoog en droog. Tijd om die ivoren toren op te blazen.
Om toch een klein reepje diffuus licht in deze duisternis te laten schijnen kietel ik mezelf maar een beetje. Een pareltje uit 1999, al zeg ik het zelf, ha. Vooral de opbouw doet mij deugd. Met de onvermijdelijke climax. Escape From the End. Cradle (toen nog zonder FC). Met de zin “shake this old tree, it won't give in, like the sun and moon will always win.” Wie weet.
De generatie na mij verkeert in een continue toestand van relaxte positiviteit. Zo lijkt het. Als ik afga op stopwoorden als top (toppie), super, nice, chill, geen stress, dan kan ik weinig anders concluderen. Gesprekken, nou ja – praatjes, worden gelardeerd met superlatieven. Vooral super is echt helemaal top. Want ook dat dus, echt helemaal. Als dat eraan voorafgaat, dan is er bijna niets dat het nog kan overtreffen. Zou je denken.
Zelfs zakelijke telefoontjes moet je in het land der dooddoeners en halleluja doorstaan. Nu staan uitzendbureaus al niet bekend om hun stoffige imago (geloof me, ze zijn net zo stoffig als je eenmaal in dat web zit, maar aan de buitenkant is alles hip, snel en spannend, echt helemaal supertop) dus moet je ook geen keurig praatje verwachten als je ze eens belt. In dit geval omdat mijn salaris afgelopen week niet is overgemaakt. Dat ging zo.
Hoi met Dax!
– Eh, hoi, hallo... eh, met Johan.
Hoi Johan! Wat kan ik voor je doen!
– Nou, ik ben op zoek naar Darja.
Helemaal goed Johan! Ze is aanwezig, dus ik ga even kijken of ze ook bereikbaar is! Mag ik alvast vragen waar het over gaat?!
– Eh, mijn salaris van afgelopen week is niet gestort.
Oké Johan, helemaal goed! Ik probeer haar te bellen en dan schakel ik je door, moment!
(stilte. in die stilte denk ik alleen maar: helemaal goed? mijn salaris is niet gestort. helemaal goed? raarrrr.)
Hoi Johan, daar ben ik weer!
– Hoi.
Het klopt hoor, er is iets misgegaan met het overmaken van de salarissen, maar dat maken we deze week goed, dan word je dubbel uitbetaald!
– Oh, nou wel fijn dat het zo snel duidelijk is en dat het wordt opgelost.
Ja, super toch?! Kan ik je nog ergens mee helpen!?
– Nee hoor, prima zo. Fijne dag nog.
Super, helemaal goed, dank je wel Johan! Jij ook nog een fijne dag!
Het is niet zo raar dat dezelfde generatie zo snel is opgebrand. Dit hou je niet vol joh.
Om ze een hart onder de riem te steken drop ik hier wat vreselijke alternative rock uit de jaren 90. Toen MTV stiekem nog wel leuk was. Tracy Bonham. Mother Mother. Met die enorme kreet everything's fine!!! want daar is het mij in deze context van overtreffende trappen natuurlijk om te doen.
Bedenk ik mij ineens dat ik dat nummer nog heb gespeeld met een coverband. Dat was gelukkig maar een eenmalig optreden. Niet echt top, zeg maar.
Sinds gisteren wordt er in de binnentuin een Japanse duizendknoop vakkundig om zeep geholpen. Nadat ik er wat over had gelezen bij grote vriend Wikipedia, concludeerde ik dat het geen eenvoudige klus is om deze knoop te ontwarren. Het had leuk geweest als er voor de biologische oplossing was gekozen, dan hadden we een paar schapen in de binnentuin gekregen. Zij zijn zo'n beetje de enige soort die deze plantaardige sushi eten. Ja, en wij zelf. Blijkbaar is het te vergelijken met rabarber. Recepten genoeg.
Maar nee, het gaat hier tekeer met machines die af en aan rijden. Het mag wat diesel en benzine kosten. Dikke vette container voor onze giechel en volstorten maar.
De plant is wat je noemt een invasieve soort. Ofwel, nauwelijks tot geen vijanden in de omgeving en dus groeit, wroet, woekert en bloeit het ding naar hartenlust. Niet te stoppen. Net een mens.
Dezelfde mens die door haar woekerend bestaan deze exoot over de planeet heeft gesleept. Toch altijd weer geinig hoe wij zelf uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor alle zaken die onwenselijk zijn.
Over timing gesproken (o ja?) – net nu het lekker begint te plenzen hebben de slooptuinders pauze. Dat geeft de inhoud van de container mooi de tijd om nog een beetje in te zakken, zodat er straks nog meer Japanse familie in gegooid kan worden.
Ik kan er niets aan doen, maar ik vind het erg treurig. Ik snap dat de duizendknoop een hoop schade kan veroorzaken aan rioleringen en weet ik wat allemaal. Ik geef toe, daar zit ik ook niet op te wachten. Maar toch. Het blijft de omgekeerde wereld.
Omgekeerd hing ook mijn nog amper droge broek op het balkon aan het wasrek. En met die regen leek me dat nogal tegenstrijdig: drogen om natgeregend te worden. Dus ik haal mijn broek van het rek, sla 'm uit, neem het ding mee naar binnen en vouw hem op terwijl ik naar mijn deel van de kledingkast loop. Vliegt er ineens een enorme mot (of toch vlinder?) uit. Arm beest. Die zit nu ergens hier binnen en ik heb geen idee waar. Zo zie je hem en zo is ie uit het zicht. Daar heeft het beestje vast een goede reden voor, maar handig is het niet. Anders zou ik hem voorzichtig kunnen vangen en buiten zetten. Terwijl het nu redelijk kansloos wordt voor 'm. Ik ben straks weg en hij kan geen kant op hier, behalve tegen het raam aanvliegen. Over een paar uur gaat het diertje ongetwijfeld de Japanse duizendknoop achterna richting de eeuwige vlindervelden bezaaid met bloesems zover je zien kunt.
Om een klein beetje in de sfeer te blijven: Fireflies make us sick. Feeding Fingers. En ik begrijp het als je vindt dat ze wel erg klinken als The Cure, maar dan Amerikaans. Ach, zoals eerder gezegd, het kan rotter.
In mijn linkeroor worden er, in dat overbekende veel te snelle ritme van een stem zonder pauze en ademhaling, zeven belangrijke en minstens levensveranderende feiten over Buffy the Vampire Slayer gedeeld. Ja, de partner in crime heeft zo haar zwakheden. En ik verdraag ze. De ene keer met gemak. De andere keer, nou ja, anders. Toch, sommige dingen moet je laten zoals ze zijn. Geloof gerust dat ook zij met regelmaat met haar ogen draait als ik weer eens aan kom zetten met een van mijn schuldige pleziertjes. Of in goed Nederlands: guilty pleasures.
Ah, het is gedaan op links. Als je dagelijks nog meer educatieve Buffy-updates wenst te ontvangen, neem dan een abootje op het videokanaal. Plezier gegarandeerd.
Tot zover mijn linkeroor. Op rechts de welbekende ruis en piep.
Vanochtend had ik zo'n moment van in mijn handjes knijpen, omdat het altijd rotter kan. Behalve opgroeien en leven in een tijd waar het water steeds vaker aan de lippen zal staan en de lucht die we inademen een zekere pijnlijke ziekte met de dood als gevolg heeft – het kan echt altijd nog rotter.
In de supermarkt vroeg een jonge jongen in een enorme rolstoel, inclusief allerlei hightech schermen, vervaarlijke knoppen en een volledig zelfdenkende zuurstoftank, of ik zijn lege plastic fles voor hem in het flesseninnameapparaat wilde doen. Dat wilde ik. Ik voerde de machine de fles, drukte op de bonnetjesknop en gaf de jongen zijn waardepapiertje van 25 cent. Hij bedankte en wenste mij een fijne dag. Dat wenste ik hem ook nadat ik had gevraagd of ik nog iets voor hem kon doen.
Zo'n ogenschijnlijk nietsig voorval zoemt dan met mij mee de dag door. Die jongen komt dagelijks toch ook zijn bed uit, kleed zich aan en doet wat ie doet om de dag door te komen. Een leven dat ik mij gelukkig niet voor hoef te stellen.
En dan van die zo vanzelfsprekende dingen als een flessenautomaat. Zit je in een kleine of grote rolstoel, dan kun je niet veel met zo'n flesseneter. Het 'gewone' leven zit vol met dit soort onmogelijkheden als je niet past in het profiel van de gemiddelde mens.
Soms is het goed om er bij stil te staan dat ik domme mazzel heb. Zeker, genoeg gedoe, genoeg om over te mekkeren, genoeg ongemak en heus ook erger dan dat. Maar ik leef in relatieve vrijheid, relatieve veiligheid en kan in principe gaan en staan waar ik wil zonder er al te veel over na te denken. En dat is genoeg om wel over na te denken.
Niet geheel passend in het thema, tenzij je het heel letterlijk neemt, maar daarom niet minder geinig om weer eens uit het stof te halen. Pulp. Common People. Toen britpop booming was.
Deze dag staat voor het grootste deel in het teken van een nieuwe huiskamersessie. We vonden het er wel weer eens tijd voor. Ongeveer een jaar geleden namen we hier thuis een akoestische sessie op en dat is ons steeds bijgebleven als iets wat we nog eens wilden doen. Vandaag dus.
En oké, we moeten nog beginnen met het opnemen zelf, maar de voorbereidingen zijn getroffen. Als het meezit en de donder niet al teveel door onze microfoons komt denderen, hebben we binnenkort weer iets moois voor onze trouwe fans en voor de fans die nog niet weten dat ze fan van ons gaan worden.
Goed, de laatste hand. Een potmetertje hier, een camerastandpuntje daar. Wat mooimaakspul op de smoeltjes en spelen maar. Duim maar mee.
Zo zit je met je bordje middageten op schoot naar het voetbal te kijken (ze spelen alweer erg slordig) en zo zit de buurman hier op de bank.
Arme man. Had zichzelf buitengesloten. Beetje in paniek. Hij vertelt dat hij vaker een beetje vergeetachtig is. Vaak omdat ie dan haast heeft of gewoon niet oplet. En nu dus dit. Hij wilde een mooi gordijn voor zijn deur hangen en trok uit een reflex zijn deur dicht.
Dus nou ja, dan doe je wat je kan om te helpen. Bellen met een noodnummer bijvoorbeeld. De situatie uitleggen. Hem geruststellen. Praatje maken. Gelukkig kwam de slotenmaker snel. Die hoefde niks te maken, dat was duidelijk. En hij deed precies wat we zelf ook al hadden geprobeerd met een oud bankpasje. Maar hem lukte het dus wel. Ervaringsdeskundige. Tien seconden, amper. Deurtje open. Hoera.
Buurman als een kind zo blij, ik kreeg twee stevige knuffels en zowel mijn linker- als rechterhand werden geschud.
En ja, ik ook blij. Alles net voordat ik zo zelf de deur achter mij dichttrek opgelost. Op naar mijn riedel in de bieb. Ook leuk.
Goed, nog even het laatste deel van de wedstrijd erbij, koppie thee voor de schrik en opwinding. Houdoe!