ego echo

Het zware ijzeren hek spookt, maar niemand is er echt van onder de indruk. Maar goed ook, anders had je hier geen leven. Het ding maakt ook eigenlijk gewoon een prachtig miserabel geluid. Ik zou het zou op willen nemen en het als basis gebruiken voor een nieuwe song. Prachtig spul voor een geluidscollage, of juist heel basic houden. Ofwel, je kunt er van alles mee. Veel meer dan alleen open en dicht. Het hek moest eens weten.

Als je de weg oversteekt blaten schapen ons sinds gisteren nieuwsgierig aan. Ze zijn door een boer gebracht die ze per twee of drie losliet. Elke keer een pluk wol de wei in met zijn tractor met daarachter een gammele kar die het midden hield tussen afgedankte circuswagen en verroeste freakshowkoets. De schapen vinden het best. Vers gras, de onderlinge verhoudingen bepalen en kauwen maar – mensen kijken.

Gisteren laat in de middag liepen we nog een rondje. We dachten een uurtje weg te zijn, maar dat werd bijna twee uur. Ook niet erg, je kan de meters maar weer in je benen hebben. We zijn er nu toch. Het pad dat we aanvankelijk kozen liep dood. Letterlijk. Al het leven was eruit gegraven. Een enorme gapende wond midden in het landschap. Een afgraving die ik nog niet eerder zo zag. Dat is confronterend: dit is wat mensjes doen. Foto's gemaakt, maar de werkelijke omvang, de diepte, de breedte, de hoogte; het is niet met een simpel telefooncameraatje te vangen. Misschien maar beter ook.

We gaan hier vanmiddag een bonte stoet van acts de revue laten passeren. Daarna pannenkoeken, ik vertelde het al eerder. Morgenochtend de bekende chaos van lichte paniek en opgewonden stofwolken. 'Inpakken en wegwezen en we zien mekaar hè, doei!', zoals het onvolprezen radioprogramma J3 altijd afsloot.

Stijlvol eindje breien dan maar, zonder wol. Hek, metaal, ijzer, duister, gothic. Dan kom je toch ergens uit bij The Sisters of Mercy. Lucretia My Reflection. Een klassieker die deze ochtend gezellig door mijn hoofd gonst.

#waanvandedag

De koeien zijn onrustig. Dat begon vanochtend vroeg al en duurt zo de hele dag door. Nou ja, halve dag. Zover zijn we nog niet tenslotte. Een stuk vroeger vanochtend stond er, net zoals we thuis zijn gewend, een busje met stationair draaiende motor onder ons raam. We slapen met het raam open, dus het was gezellig brommend wakker worden. Hoewel, elke ochtend is de haan er als de kippen bij zodra het eerste licht zich aandient. Maar hé, dat heeft nog wel wat. Ieder z'n instinct. Verder is er, geheel zonder enige nieuwswaarde, weinig romantisch aan het landbouwleven. Tractoren ronken af en aan gelardeerd met een geurspoor van kunstmest. Landbouwplastic schittert ondertussen in de waterige zon. Tot zover deze keerzijdigheid.

Zoals gezegd probeert de zon haar tranen te bedwingen en warmt ze het binnenlijf zo goed en zo kwaad als het gaat op met haar warmte. Want die is er, zodra ze maar enigszins door de wolken weet te prikken. Lukt dat niet, dan is het op z'n zachtst gezegd fris met een stevige wind toe. Ach, het kan altijd rotter. Niks te klagen, slechts op te merken.

We gaan zo een ijdele poging wagen om een vierstemmig lied in te studeren. Dat zijn zware woorden voor een riedel die we vooral voor de pret willen laten horen. Elk jaar, sinds een paar jaar, hebben we een bonte avond die we bij wijze van extra verwarring net als vorig jaar naar de donderdagmiddag verplaatsen. Wel zo praktisch met aansluitend pannenkoeken die een veel rijkere traditie kennen. Ieder kan en mag die middag kunsten vertonen en het is altijd weer dikke lol en soms zelfs verheffend.

Zover is het nog niet. Toekomstmuziek dus. Neemt niet weg dat ik graag Cranes van stal haal met hun Future Song. Live in Italië. En niemand die nog weet wat de band tegenwoordig uitspookt. Iets met noorderzon.

#waanvandedag

Er gebeuren hier allemaal dingen die nooit, of in ieder geval voor zover ik weet, zo zijn gebeurd. Bijvoorbeeld de traditionele groepswandeling – zomaar ineens voor de lunch. Gekkenhuis. Of dat we in de avond echt allemaal met een spelletje bezig zijn. Niet allemaal hetzelfde spel, maar dan nog. Maf. Nog zoiets: de boodschappen die nauwelijks een tweede bestelronde nodig hebben. Een aanstaand tafeltennis- en tafelvoetbaltoernooi. En misschien zelfs een klaverjastoernooi. Hallo, kan het heel even normaal? Fijn. Niet te doen dit. Alles wijkt maar af. Nou alles. De zooi is als vanouds net als de denkbeeldige taakverdeling van vaatwasinruimer tot toetjeshaler, broodinkoper, fotograaf, theezetter, afruimer, tafeldekker; daar zit een redelijk voorspelbaar patroon in. Gelukkig maar.

Nog meer gelukkigheid. Twee broers die elkaar na bijna twee jaar weer eens zien. Allebei de jongste niet meer. Ze vieren de verjaardag van de een bij elkaar. Ofwel, mijn vader tikte de 76 aan en vierde dat uiteindelijk met zijn broer van 90 in Arnhem. Een mooi cadeau en goed geregeld. Dan kun je er weer even tegenaan. Of zoals hun moeder zou zeggen: 'hoe is het in jezusnaam mogelijk!'

Over die kruisbestuiver gesproken. Laat ik net heel de dag met You Trip Me Up van The Jesus and Mary Chain in mijn hoofd zitten. Komt natuurlijk ook door de mariakaakjes hier. Ik noem ze bij voorkeur Jezus en Maria-kaakjes. Dan is een kruimelig liedje nooit ver weg.

#waanvandedag

En dan zitten er alweer vierentwintig Ardennense uren op. De avond stond in het teken van hangen op het terras nadat we ons na lange tijd allemaal weer verzameld hadden in het Belgische landschap. Uitzicht op de heuvels, een rijke sterrenhemel waar af en toe wat uit viel, spelletjes en een voertje. Het was uiteindelijk donker genoeg om Jupiter en de Melkweg te zien. Dan weet je dat je de verstedelijking ruimschoots achter je hebt gelaten. Mooi toch.

Vandaag was het als alle andere zaterdagen die we met z'n allen doorbrengen. De eerste nacht achter de rug, iedereen weer redelijk uitgerust, de immer vers gehaalde broodjes en broden, een verkennende wandeling, nog maar een spelletje, tafeltennis, een boek, schoonvader tokkelt wat op zijn gitaar, oom fluit de boel dwars en tussen de bedrijven door slaan die twee een balletje op een denkbeeldige green. Tante staat nu in de keuken om het eten te regelen, omgeven door de elk jaar weer ruime hoeveelheid boodschappen die strategisch in de keuken en nabije omgeving zijn uitgestald. De tafel wordt zo gedekt. Dat zal wel hier buiten gaan gebeuren wat betekent dat ik plaats moet maken en mijn kabbelende babbel af ga ronden.

In afwachting van het weer dat zo goed als zeker zal gaan omslaan, was ik van plan af te tikken met een zonnige riedel, nu het nog kan. Maar nee, er komt ineens iets anders tussendoor. De sterrenhemel stemt tot mijmeren, fantaseren en geheimzinnigheid. Vallende sterren als rollende stenen op een onvoorstelbare afstand. Daar past voor nu The Rolling Stones uitstekend bij. 2000 Light Years From Home.

#waanvandedag

Al snel tijdens ons rondje door het park troffen we een tros bananen aan. Zo op de grond bij een hek. Niemand in de buurt. Geen Banaan-alert op de telefoon, niets. Wel een helikopter, maar die zocht ongetwijfeld naar patjepeeërs in deze hele halve bananenrepubliek. Makkelijk zat.

De tros zag er goed uit, voelde nog koel aan alsof het zo uit de winkel kwam. Waarschijnlijk net voor wij eraan kwamen uit iemands fietsmand of boodschappentas gevallen. Zo laten liggen was geen optie. Oprapen dus, om ons heen kijken om zeker te weten dat er niet toch iemand huilend onder een struik een Vermist-poster zat te knutselen. Je weet het niet hè. En zo wandelden we het overgrote deel van ons rondje met een tros bananen dan weer in de ene hand, dan weer in de andere. Halverwege wisselden we even, maar uiteindelijk, zeker toen de partner in crime de tros achteloos op haar schouder wilde leggen, heb ik de gele rakkers het meest zo nonchalant mogelijk aan mijn stramme vingertjes laten bungelen.

Ondertussen bedachten we allerlei scenario's over hoe en waarom dit maffe stel met die tros door het park liep. Gingen we naar een Fruit Fest? Een bring your own banana-party? Hoopten we wat Minions blij te maken? Lokten wij kinderen wellicht? Of deelden we belangeloos trossen uit aan op bankjes gedrapeerde laveloze studenten of ander aan lager wal geraakte mensheid? Niets daarvan. We kwamen tot de conclusie dat we onze bananen aan het uitlaten waren. Lekker absurd.

Inmiddels liggen ze bij te komen in de koelkast. Inderdaad, daar bewaar je doorgaans geen bananen, maar wij wel. Omdat we ze pureren en vermengen met perensap. Dat maakt ons ontbijt compleet. En dat zelf gebrouwde sap moet wel koud zijn. Daarom.

Gelukkig past op zowat elk verhaal een muzikaal slot. Bananarama & Fun Boy Three. Realy Sayng' Something. Jaren 80 in de gloria.

#waanvandedag

Het was vroeg in de avond even slikken. Weer terug in de overprikkelende omgeving die Amsterdam heet. Ondanks dat we maar een paar dagen weg waren was de schok, net als altijd trouwens, weer stevig. Alle mensen, al hun geluiden, al hun geuren en al hun gehaast. Het overvalt me altijd opnieuw, ook na een minuscule vakantie in een oase van rust. Maar goed, alles went uiteindelijk. Daarbij, het is een relatief luxeprobleem. Over ruim 24 uur begint de volgende week vakantie, dan zijn de Ardennen weer aan de beurt.

We zwaaiden vanochtend Wageningen uit en brachten nog een ruime middag door in Arnhem. Ook zo'n plek waar we ons prima op ons gemak voelen. We parkeerden de leenauto aan de rand van de stad, net voorbij Oosterbeek, en liepen in goed twintig minuten langs de Rijn naar het centrum. Daar dwaalden we door de voor ons bekende riedel met een bezoek aan een boekhandel, een muziekwinkel en een pauze op een terras. Daarna weer terug naar de auto (lang leve mijn schuldgevoel) om ons een weg te banen door de verkeersdrukte op de snelweg. Grappig, want zo snel gaat het allemaal al jaren niet meer daar.

Auto's. Rare dingen toch. Ze zijn, dat geef ik heus toe, soms erg handig. Maar zelfs dan niet noodzakelijk. Dat zijn ze nooit. Het maakt dingen makkelijker, dat wel. Soms dan. Want een auto in Amsterdam is een drama. Zeker als je geen parkeervergunning hebt. Dan zijn het ineens heel onhandige dingen, die dingen op vier wielen met hun uitlaatshit. Uiteindelijk hebben we een enigszins budgetvriendelijke oplossing gevonden voor het stallen van een kleine 48 uur ijzer op rubber. Zoals gezegd. Luxeproblemen. Het onderstreept ook nog maar eens hoezeer ik zo'n ding niet zou willen bezitten, zeker niet zolang ik in een stad woon. Geef mij dan maar deze variant van lenen en als dat niet kan, dan huren. Deelauto's en -opties genoeg. Maar het allerliefst zou ik zien dat alles met de trein bereikbaar was. En dat we dan een privécoupé zouden hebben. En een regenvrije bakfiets. En gewichtloze bagage.

Tijd voor wat nachtrust. Passend muziekje erbij. If Only Tonight We Could Sleep. The Cure.. Prachtplaat.

#waanvandedag

De ochtend was lui en traag. Alleen maar beter, want zo hadden de buien de kans om te vertrekken; die namen daar tenslotte ook de tijd voor. 's Middags hebben we het kussen van het oor van de duivel gecompenseerd met een wandeling naar de plek waar we eerder dit jaar een paar dagen zaten. Onszelf verwend met een bescheiden lunch op het terras. Daarna een omwandeling terug naar onze fijne stulp alhier. Broodjes voor morgenochtend besteld en nu met een boek en een glaasje prik – de één met alcohol, de ander zonder – in de tuinstoelen. Wat voer voor de dieren op het plateau gestrooid (de eekhoorns hadden het direct in de smiezen, de vogels moesten opnieuw hun geduld oefenen) en met de westerzon op onze giechel – de partner in crime iets meer dan ik, helaas – kunnen we niet anders concluderen dan dat we het goed hebben hier.

Wat we trouwens normaal nooit doen: de radio aan. Deze dagen dus wel. Er staat binnen in de serre een simpel transistorgeval naast de tafel waar wij zowat aan wonen. De eerste avond, godbetert, Radio Veronica. Gisteren en vandaag Radio 2. Dat is nog steeds een hoop bagger, maar iets beter te verteren, gek genoeg. Het maakt ook niet uit. Het heeft gewoon iets wat het gekabbel hier naar een nog hoger niveau van kabbelen tilt. Ontbijt, lunch, avondeten. Spelletjes, lezen, typen, klieren. Alles met op de achtergrond het gezoem van de radio. Wat mij overigens ook gelijk weer onrustig maakt in positieve zin. Ik wil zodra deze anderhalve week verpozen voorbij is een tweede episode vullen met een praatje en een babbeltje.

Als ik dan toch over radiomaken aan het zeuren ben, nog even een herinnering: zaterdag 21 augustus de duizendste uitzending van Zwaardvis. En wat voor een. Zes uur lang boordevol verleden, heden en toekomst. Sommige oud-medewerkers kondigen een plaatje aan, vertellen een anekdote of iets anders wat ze kwijt willen. Uit betrouwbare bron weet ik dat het muziekaanbod met enige regelmaat van uitonderlijk hoge kwaliteit zal zijn. Inclusief een moppie MANKES. Wat wil je nog meer? Daarom. Lekker luisteren. Radio Capelle. Typ maar in je favoriete zoekmachine en je komt er vanzelf.

Sluit ik hier de boel af met het ultieme radiohoofd. Precies: Radiohead. Idioteque. Live in de BBC-studio. Energie mensen, energie.

#waanvandedag

Het uitzicht hier is precies waarvan ik het alleen maar hoop te hebben. Nou, we hebben het. En toch is hoop nooit genoeg natuurlijk. Daarom weet ik nu al dat ik af ga sluiten met het gelijknamige liedje van I Like Trains. Maar dat later. Nu eerst het uitzicht.

Vogels vliegen af en aan, afgewisseld met twee pijlsnelle grondtroepen, ofwel eekhoorns; ze doen zich stuk voor stuk tegoed aan het voer dat de eigenaren kort voor er nieuwe huurders arriveren op het plateau strooien en ophangen.

Er is duidelijk een verdeling der rangen. De eekhoorns zijn de baas, daarna de eksters, daarna de dikke duiven. De gaaien, mussen, roodborstjes en houtduiven zijn een stuk relaxter met elkaar. Die gunnen elkaar allemaal wel wat. Maar als de eksters, eekhoorns of dikke duiven er zijn, dan is het jagen en verjagen. Waarbij dus de eekhoorns uiteindelijk op hun dooie gemak alles eten wat ze zich wensen terwijl de rest ongemakkelijk toekijkt.

Ze rennen trouwens ook graag over het glazen dak van de serre waar wij de afgelopen vierentwintig uur nog amper uit zijn geweest. Het uitzicht is te onderhoudend met achter het voedertafereel struiken, bomen, een grasveld en daarboven de wolken die dreigen. We zitten hier dus prima. Zelfs als de regen oorverdovend op het glas boven ons hoofd klettert. De comfortabele bank in de kamer hebben we nog nauwelijks bezeten, kun je nagaan.

Aan het eind van de ochtend, net voordat er een stevige bui zou vallen, liepen we nog een uurtje. Hier vlakbij is een oude begraafplaats, altijd de moeite waard. Daarbij is het de enige manier om in de toekomst te kijken. Contemplatie, berusting. De partner in crime wees op een wel heel toepasselijke steen: Familie Graf. Beter kun je daar als familie Graf niet liggen. Gezellig met z'n allen, alle Grafjes bij elkaar. Maar nee. Het bleek een klassiek geval van overbodig en onnodig spatiegebruik. De werkelijke familienaam stond er gewoon onder. Wonderlijk dat er destijds niemand de moed heeft gehad om te zeggen 'eh, familie graf is echt één woord hoor, het moet aan elkaar'. Waarschijnlijk was dat levensgevaarlijk, zo'n opmerking.

Inmiddels doen de eekhoorns tikkertje. Ze roetsjen over de boomstam hier pal naast de serre omhoog, er omheen en weer naar beneden. Misschien zijn ze dan wel dominante eikels, ik vind ze toch erg leuk en koddig.

Tja, woorden die ik dus alleen maar kan gebruiken wanneer ik, wanneer we, er een paar dagen uit zijn. De relatieve rust die indaalt en waardoor mijn taalgebruik een gematigde vorm aanneemt. Boffen jullie even, want als we hier weer weggaan houden we een dagje stadse pauze om vervolgens nog een week vakantiestemmigheid eraan vast te plakken. Mij hoor je vermoedelijk heel even niet klagen. Gelukkig bestaat er geen zekerheid in het leven.

Zoals beloofd. I Like Trains. Hope is not enough.

#waanvandedag

Even snel dan, denk ik. Je weet het nooit met mij. Neem ik mij voor om kort van stof te zijn, ben ik zo meters verder. En andersom.

De Dag van de Jaarlijkse Hoera is mij prima bevallen. Het middernachtelijk uur bracht tweestemmig gezang en cadeautjes. Een onrustige slaap – what's new – en aansluitend een chille brunch buitenshuis. Nog meer cadeautjes gedurende de dag en de dag daarna. Felicitaties uit alle windstreken maakten de feeststemming meer dan compleet. Tijdens middagavonddienst in de bieb heb ik zoveel mogelijk collega's aangespoord even naar de tweede verdieping te gaan om een koekje te pakken. Eveneens een slinkse manier om nog wat extra jubel toegezwaaid te krijgen. Deze vos is oud en strijkt zich suf. Hoe dan ook, het was een mooie en bijzondere dag. Ik kan er weer een jaar tegenaan.

Eén van de cadeautjes is een door de partner in crime ontworpen gedichtkaart. Zoals ze dat eerder al deed. Zij kiest uit mijn gedichten iets waar ze beeldend mee uit de voeten kan en gaat daar dan mee aan de slag. Stuk voor stuk juweeltjes, al zeg ik het zelf. Wat ik nog meer wil zeggen: spaar ze allemaal. Je kunt de hele collectie, inclusief de meest verse ('Anijs') en ansichtkaarten met alleen beeldend werk van Selma, bekijken en eventueel kopen (geen druk hoor) via haar website.

Oké, de poging om de boel kort houden lukt redelijk. Snel afsluiten dan maar met een fijne plaat. Het is nog steeds zomer en wie kan de melancholie van een zomerdag beter verwoorden dan Lana Del Rey? Summertime Sadness. Foute plaat in de gloria, prima toch. Danspasjes!

#waanvandedag

Ik hou van mijn kapper. Dan denk je, dat is logisch, je woont er mee samen. Maar nee, ik bedoel de kapper hier om de hoek. Ze knipt al jaren mijn teerbeminde haartjes en sinds ik een aanzienlijk deel van mijn lieve hoofdje door de partner in crime laat tonderen, is kapper Houda niet te beroerd om het resterende middendeel in model te houden. In amper een half uur tijd praten we de voorbije weken bij. En niet alleen het bekende kapperspraatje over het weer. Nope, op luchtige en betrokken wijze bespreken we hier en daar wat wereldse zaken, privédingetjes en aanverwante onderwerpen. Wat heel fijn is, is dat ze werkelijk alles onthoudt. Dus ben ik tien weken terug voor het laatst geweest, dan komt ze er met hetzelfde gemak op terug. Omdat ze mijn haardos inmiddels alweer een jaar of zes onderhoudt, kent ze ook mijn jaarlijkse routines. Zoals de week weg met mijn geliefde schoonfamilie. Ze zal er altijd naar vragen. Ze leeft mee met de gedwongen optreedstop, vraagt naar het liefdesleven en mijn dochter – zowel mijn wederhelft als dochter zijn bij haar vaste klant, dus dat schept een band.

Gisteren hielden we zomaar wat tijd over en omdat we het over een banaliteit hadden als wat smeer jij in je haar om de boel bij elkaar te houden begon ik ineens te blaten over mijn eerste stappen in haarmodeleerland. Eerst was daar het suikerwater. Een korte en niet al te positieve ervaring. Zeker niet doen op een zomerse dag, voor je het weet vindt er pollinatie bovenop je hoofd plaats. Daarna heb ik het behoorlijk lang volgehouden, ondanks dat het een pijnlijk proces is wanneer het regent, om met flink wat zeep in mijn haar door het leven te gaan. Eén van de gevolgen daarvan was dat ik op de muur bij mijn toenmalige vriendin thuis een vage beige plek op haar behang heb achtergelaten. Daar kunt u nu van alles bij bedenken, maar de realiteit was veel gênanter. Wij lazen namelijk op haar bed de Donald Duck. Verder spookten we weinig uit. Ik hing dan lui met mijn kop tegen haar muur. Vandaar die plek. Een historische zeepafdruk. We hebben het er nooit over gehad en dat vond ik alleen maar heel prettig. Schaamte heb ik al genoeg. Misschien vond zij het stiekem wel lief en streelde ze het behang nog jaren daarna, rook ze eraan, je weet het niet.

Goed. Tot zover de kapper en de zeepkisten. De dag gaat door met een dikke repetitie. Na vele maanden gaan we het hok weer eens in. Voorbereiden op eind september, nieuwe nummers in hun volle glorie uitproberen, de boel opfrissen. Dat soort werk. Aansluitend komt dochterlief deze kant op en zullen we met z'n drieën het middernachterlijk uur vieren wanneer de jaarlijkse mondiale feestdag aanvangt. Grote kans dus dat u morgen opnieuw niets van mij hoort; veel te druk met cadeautjes uitpakken.

Om het gemis een beetje te verzachten een explosieve Nick Cave als voorman van The Birthday Party. Junkyard.

#waanvandedag

Enter your email to subscribe to updates.