ego echo

Atypische dagen, ze vallen me niet altijd mee. De partner in crime jeremieert geheel tegen haar zin in de dag door. Naweeën van de tweede prik. Een koortsachtige nacht en zo stommelen we de dag door. Gelukkig mag ik straks toch nog even met de stofzuiger door het huis. En dat, lieve lezers, is een zegen. Ik had expres gisteren mijn rondje door het huis afgeraffeld in de wetenschap dat ik vandaag het rijk alleen zou hebben en dus met slechts mijn stringetje aan en een dikke snor tussen neus en lippen door 'I want to break free' brullend de binnenhuishoudelijke riedel kon afdraaien. Maar goed, met enige aanpassing is er toch nog iets van te maken.

Daarna laat ik haar met rust en wandel ik via de winkels naar vriendin K om wat thee naar binnen te gooien en het leven te bespreken. We zijn alweer een week verder, dus wie weet wat er allemaal is gebeurd in al die dagen. Daarom.

Met een beetje mazzel komen we vanavond nog wel toe aan onze tweewekelijkse knip- en scheerbeurt. Tenminste, als de koortsigheid, vermoeidheid en alle andere randverschijnselen naar het land der Fabeltjeskrant zijn verwezen. Duimen maar.

Los van al dit geneuzel las ik een meer dan interessant interview met Willem Schinkel over necropolitiek. Ja, da's een woordje hè? Erger dan het woord is dat we er dagelijks mee te maken hebben. Het artikel verscheen in maart bij De Correspondent. Interesse? Beluister het interview (een dik uur) of lees de transcriptie (ongeveer 20 minuten leestijd).

Ha, een bericht uit Spanje. Daar zit er inmiddels een dag Barcelona inclusief shopaholicisme erop. Op zich leuk, denk ik. Ze heeft het naar haar zin, dat is veel belangrijker.

Tijd om u te verlaten met het liedje dat ik zojuist al even aanhaalde. Queen. I Want to Break Free.

#waanvandedag

Vriendin K zat hier van de week in haar vaste hoekje op de bank. Half onderuitgezakt deed ze haar levensupdate. Op een gegeven moment, illustratief voor haar staat van ellendig zijn, zei ze: ik moet nu mijn excuses aanbellen. U begrijpt, hilariteit alom. Ze wilde natuurlijk niet dat ik deze wonderlijke en tot de verbeelding sprekende zin zou noteren, maar daar heb ik poep aan. Dat weet ze. Inmiddels zijn we bijna een week verder en vind ik dat er voldoende incubatietijd is verstreken.

Aansluitend leek het mij wel weer eens tijd om de eindeloze lijst Verspreekwoorden weer eens bescheiden bij te werken. Dus zonder verdere vertraging. Komt ie.


Verspreekwoorden Hij koos de weg van de makkelijkste weerstand. Ik ergerde mij bont en blauw. Die mensen liepen met hun neus tegen de lamp. Ik probeer het even uit de kast te kijken. Het is roeien zonder einde. Het is met vallen en neergaan. Toen escaleerde het uit de klauwen. In een mum en een zucht. Je moet het bos tussen de bomen zien. Ik schoot uit mijn slof vandaan. Er liggen meer kapers op de loer. Dat is ingewikkelde koek. Ik zei het om je uit de kast te lokken. Er zijn kapers voor de deur. Ze eten met de kost mee. Te gooi en te gras. Stapje bij beetje. Ik denk dat ze uit hetzelfde laatje tappen. Dat doet je de nek om. Het leed is al geschied. Zo dom als een paard. Zo blind als een achtereind van een varken. Dat wordt gedaan om anderen in een zwart daglicht te zetten. Nu worden de bakens weer veranderd. Ik wil niet helemaal uit de bocht schieten. Hij is flink over de streep gegaan. Het vuiltje is uit de lucht. Daar kan je me echt mee tegen het plafond krijgen. Hij is flink uit zijn kluiten gegroeid. Jij moet eens op je passen tellen! Soms moet je dingen uit je handen loslaten. We gaan niet in de wolken lopen. Het is niet de bedoeling dat het kaartenhuis instort. Ik heb de pijlers op haar gezet. Ik ben op twee benen. Het past dichter bij zijn hart. Het water kruipt me om de mond. Je lult dat je barst. Het moet wel duidelijk recht staan. We komen uit hetzelfde schuitje. Het is door de kaart gestoken. Het bloed kruipt toch altijd weer omhoog. Ik ging bijna van mijn appeltje van de honger. Je moet het niet zo zwart op wit zetten. Ik mocht mezelf in de vingers knijpen van geluk. Die spreekt ook alleen maar bloemkolen-Engels. Je moet wel even aan de noodbel rinkelen. Ze was nogal langdradig van stof. Er worden geen conclusies verbonden. Mijn hart gaat helemaal op en neer. Dan verkoop je de beer voordat de huid eraf is. Je moet niet over de doden regeren. Ze heeft zich weer wat in haar hals gehaald. Hij loopt weer als een kikker. Maak dan je broek maar nat. Dat kwam goed in ons straatje naar voren. Ik laat me niet in de grap nemen. Het geeft een indicatie aan. Hij verzon alles uit zijn duim. Aan een dood paard moet je niet trekken. Het is misschien wel een blessing in the sky. Hoop doet vrezen. Dan kom je toch van een koude kerk thuis. Ik hink op twee poten. Je moet niet zo snel aan je conclusies trekken. Ze doen alsof ze boter op hun neus hebben. Het begint nu zijn vruchten af te breken. Het is met een harde hand afgewezen. Ik kon er niet heel veel touwen aan vastmaken. Ach, niet alles is rozenschijn en manenzon. Dat is hout op het vuur gooien. Je scheert het onder één kam. Daar moet je wel mee uit de voeten komen. Je wilt iemand ook niet tegen het verkeerde been schoppen. Ik loop op mijn tong. Ik kan er mijn natte vinger niet op leggen. Hij doet roet in het spel brengen. We hebben er geen windeieren van gegeten. We slaan ons er met de riemen die we hebben wel doorheen! Alles is in pannen en kruiken. Dat kun je hem mooi voor zijn kiezen gooien! Die schijt zeven peentjes! Ik wil mijn kans slaan. En toen pas viel de klik. Ik werk me uit m'n sloffen! Ach, ik zie wel waar het schip eindigt. Ik vrees met alle vrezen. Het is koren aan de molen. De hoge nood is nu echt aan de man. Ik raakte gewoon van de kaart. Dat was een piece of case. Er zijn kosten nog middelen gespaard. Het begint allemaal in te slinken. Ik ben helemaal in de kluts kwijt. Het springt me ineens te binnen. Dan krijg je de consequenties van je keuzes op je dienblaadje. Zo schiet je jezelf in je eigen schoenen. Ik erger me beurs en blauw. Er is geen sneeuw onder de zon. De boot moeten trekken. Ze hebben zich goed in de kijker gezet. Ik zie het wel voorbij verschijnen. Daar slaat het op neer. We hebben een goede advocaat in de arm geslagen. Het wordt venijnig in de staart. Even zaken op orde stellen. Ze voelt zich als een kip in het water. Ik lig elke maand krom om alle touwtjes aan elkaar te knopen. Ik ben wat voorbeoordeeld. Ze checken wat instellingen aan. Het zal helemaal niets uithelpen. We moeten het zelfvertrouwen omhoog kweken. De kaarten zijn nog niet verdeeld. Het is dat of zus. Alles begint door elkaar te smelten. De weg wordt vrij geplaveid. Dat moet je vooral doen als je bij hen in een goed dagblaadje wil staan. Van alles en nog niets. We kijken wel even hoe onze pet hangt. Die is aardig door de wol gewassen. Van toeters noch bellen weten. Ik kan toch geen handen met ijzer breken? Je moet niet zo hoog van de boom blazen! Ik haal het even uit de natte duim. Elk vogeltje zingt zoals het heeft leren fietsen. Er zijn wel steken blijven liggen. Anders zie je door het bos de bomen niet meer. Een vinger tussen de deur krijgen. De krenten uit de pap halen. We hebben de nul tegengehouden. Uit mijn slof springen. Dat is een beetje uit de hand geschoten. De emmer van de leiding was echt vol. Ik wil je niet voor de wielen rijden. Daar heb ik af en toe een handje vol van. Dat heeft echt zoden aan de dijk opgeleverd. Probeer je mij een luur aan te leggen? Dat kun je op je klompen natellen. Dat is zoeken naar een hooispeld in een berg. Ik stond wel even met mijn ogen te klapperen. In je portemonnee geknipt worden. Het gaat mijn pet te boven. Kop noch wal raken. Dat is een last van een pak van de schouders. Met de mantel der liefde wijzen. Voor je eigen eieren kiezen. Nog iets achter de deur hebben. Opeens zit je er met huid en haar in. Een knipoogje toeknijpen. Ik ben door de bomen het bos kwijt. Dat is een beetje te zwaar door de bocht. Zonder gekheid op een stokje. Het is er ons met de paplepel ingegooid. Zij haalt het vuil onder mijn nagels vandaan! Slechtschiks of kwaadschiks. Hier kon ik echt alleen maar een paar babymuggen ziften. Dan zakt het lood je toch in de schoenen?! Wij putten uit heel veel vaatjes. Daar zit een kennis van waarheid in. Ik zat even met m'n haren in het hoofd. Gemakzucht dient de mens. We moeten zorgen dat het niet te gooi en te grabbel gebeurt. Als je dat voor elkaar wil krijgen, moet je wel van hele hoge huize komen. We hebben niet zoveel in de pap te brokkelen. We hoeven het ei toch niet opnieuw uit te vinden? Die heeft technisch gezien helemaal niets in te brokkelen. Dan moet je een flinke duit in je portemonnee doen. Het zet nogal wat voeten in de aarde. We zijn aardig bezig de weg omhoog te krijgen. Maar denk maar niet dat ik mij uit mijn vel laat slaan. Daar had geen hond naar gekraaid. Klagen van steen tot been. Zo klaar als een huissie. Eén vlag maakt nog geen modderschuit. Dan help ik jullie uit de boot. Het is niet een nieuwe opzienbaring. We zijn weer eens blij gemaakt met een dooie mug. Ik wil je niet in een zwart daglicht zetten, maar... Daar durf ik mijn vingers niet voor te branden. We gaan geen zwarte pieten toesturen. We gaan geen zwarte pieten uitdelen. Zien maakt honger. Uit de kast lokken. Punt om punt. Jij moet effe indimmen. Er met twee ogen intrappen. Nu is het paard van stal! Er is vast een gat aan te mouwen. In de kast jagen. Ervaringen uitdelen. Dikke koek en ei. Als je dan het hek van de dam haalt. Gezien het toonbeeld. Een spaak in het wiel steken. Dan sla je onzin uit. Hij kijkt het door de vingers. Ze zien mij altijd boven het hoofd. Ik zit in de war. Nou vraag ik u af. De kok horen fluiten, maar niet weten waar de ketel staat. Waar vuur is, is rook. Het kwaad is geschoten. De eindjes bij elkaar knopen. Ze vallen door het ijs. Gisteren is de bom echt gevallen. Hij is door de mazen van de wet gekropen. Het is weer bagger en boos. Je voeten in het zand steken. Zuig je weer wat uit je mouw. Dat komt niet van de vloer. Vlieg- en kunstwerk. Daar verlies je geen buil aan. Aan de bel kloppen. We moeten het doen met de riemen die we hebben. Ik heb daar geen hoge hoed van op. We hebben de moed genomen. Van de goede zaak voor de orde. Even tussen twee lippen door. Nu krijg je het tussen neus en lippen mee.

#verspreekwoorden

De bijgebleven ochtenddroom. Mijn lieve en inmiddels oud-collega KE neemt afscheid van haar werk. Tenminste, eigenlijk had ze dat al gedaan (net als in het echt) maar ze kwam nog een keer terug om samen met iedereen een film te kijken. Met een praatje, voertje en dat soort dingen. Leuk. En toch zit het me de hele tijd niet lekker. We kijken die film, maar ondertussen denk ik: maar eigenlijk moet ik nu werken en wat zal iedereen wel denken als ik hier film kijk en mijn werk niet doe? Terwijl iedereen daar dus zit hè. Lekker bezig jochie. Nou ja, stel dat je dit leest, je weet wie je bent. Binnenkort doen we vast weer eens een biebtheedate. De goede oude tijd.

Want zo is het ook. Ik hou er niet zo van dat vroeger alles beter was. Dat was het heel waarschijnlijk niet, want ook vroeger zeiden we zuchtend dat vroeger alles beter was. Wat ik maar zeggen wil, de laatste reorganisatie bij de bieb betaalt zich vooralsnog uit in chaos op de werkvloer. Er zijn zonder twijfel flink wat kosten bespaard op personeel. Dat heeft grote, en naar mijn bescheiden mening, desastreuze gevolgen. Veel waardevolle kennis is wegbezuinigd en nieuwe collega's proberen tegen beter weten in hun best te doen dezelfde kennis zo snel mogelijk te vergaren. Niet heel onbelangrijk is dat het steeds moeilijker wordt om gewoon een boek te vinden waar het zou moeten staan. Zeg maar de kerngedachte van een argeloze bezoeker: ik wil een boek en dat zal vast vindbaar zijn. Kortom, er is gezellig een kolossale rots in het water geflikkerd en de golfslag is zwaar onderschat. Niet dat er ook maar iemand die bij het smeden van dit onzalige plan aanwezig was dit ooit zal toegeven. Same old story, altijd en overal. Ondertussen maken we er maar het minst slechte van. Al vrees ik dat dit zomaar de nekslag kan zijn voor een organisatie die ooit bekend stond als de beste van dit lage land – heb ik van horen zeggen – en voor de bibliotheek in het algemeen. Ik denk dat weinig mensen die over heel veel budget iets te zeggen hebben echt begrijpen wat een cultureel en maatschappelijk kapitaal er wordt vernietigd door de bieb niet serieus te nemen. De rekening volgt en zal onbetaalbaar blijken.

Van een heel andere strekking. Als je zou moeten doen waar je goed in bent, dan kun je zeggen dat ik vanochtend een eurekamoment had tijdens mijn rituele bezweringsrondje door het huis. Ik word dwanghandelaar.

Goed. Woensdag. Heeft niets met maandag van doen, maar het liedje zit nu lekker in mijn hoofd. The Killing Moon. Echo and the Bunnymen.

#waanvandedag

De dins zit in de dag. Dat betekent tot een uur of half drie in de middag tijd voor van alles en nog wat. Daarna gaat het vizier op het werk buitenshuis. Op naar de bieb. Dezelfde riedel geldt voor wanneer de donder en de zater in de dag zit, trouwens.

Waarom ik dit zo enorm nodig moet opschrijven weet ik niet. Ik zat maar met de dins in de dag door mijn weelderige brein te suizen. Daar kan je op zich niet veel mee, het is nogal abstract. En dan toch gaan typen. Eigenwijze bliksem die ik ben.

Op een bijna aanrijding met een vrachtwagen na is het hier een rustige toestand. De truck kwam bij de supermarkt zomaar om de bocht vliegen. Bijna geluidloos en dat verwacht ik nog steeds niet, maar ook die monsters op wielen worden steeds stiller. Daarbij is er genoeg stadslawaai om de boel te maskeren. Nou ja, ik zwiep mijn fietsstuur naar rechts, zo richting de slagbomen voor als je van of naar het parkeerdek wil. Een ervan ging net omhoog om een bezineboodschappenwagen van boven door te laten. Dus die geeft net wat gas. Ik sjor mijn stuur naar links, rakelings langs de vrachtwagen die gewoon ook maar doet waar ie voor is gemaakt: doorrijden. Uiteindelijk zonder schrammen en scheuren door deze penibele situatie heen gemanoeuvreerd. Weer wat meegemaakt en nog steeds in leven. Moet niet gekker worden.

Verder staat de ochtendmiddag in het teken van een nieuw nummer, wifi perikelen, lezen en ander huishoudelijk tuig. Oh, en de zeventienjarige die vakantie houdt in Spanje stuurde nog een schattige foto. Plus wat foto's van de plaatselijke Lidl folder die bol staat van de veganistische producten. Het kwartje valt op steeds meer plekken. Oprapen maar, ben je rijk voor je het weet. Moet ik ineens aan Kok en zijn kwartje denken. Dat viel dan weer niet zo lekker. Terwijl het uiteindelijk de enige optie is. Meer belasting om de schade van dik 250 jaar industrie te bekostigen en – om in de geest van een net geen aanrijding te blijven – abrupt bij te sturen.

Ga ik eruit met een bijna traditiegetrouwe muziekje. Dat kan alleen maar There is a light that never goes out van The Smiths zijn. Inderdaad, vanwege dat zinnetje: “And if a ten ton truck kills the both of us, To die by your side, Well, the pleasure, the priveledge is mine”.

#waanvandedag

En toen lag ik tegen het einde van de nacht ineens op de grond. Vooruit, dat is een beetje te dramatisch gesteld. Maar veel scheelde het niet.

Mijn nachten zijn altijd een aaneenschakeling van wilde avonturen. De eerste paar uur slaap ik wel oké. Meestal zo tussen middernacht en half vier, vier uur. Daarna begint het feest. Wakker worden, dromen, wakker worden. En zo verder. Tijdens een van mijn gedroomde levens draaide ik mij nogal bruusk om en al tijdens die slaapdronken zwieper wist ik: volgens mij heb ik te weinig bed aan die kant. Dat klopte. Dus met een wonderlijke manoeuvre wist ik te voorkomen dat ik volledig tussen wal en bed belandde. Uiteindelijk zonder al teveel gedoe weer in de volgende droom gevlogen. Die was ook het meest wonderlijk. Iets met hoe ik op Baudet aan het inpraten was over hoe hij ongetwijfeld intelligent zou zijn, maar dat op een totaal verkeerde manier gebruikte. Hij leek zowaar ontvankelijk voor mijn vurige spreekkoren. Aan het eind van het liedje was hij weg en bleef ik met twee partijgenoten over. Die vonden het allemaal wel best en hoog tijd om naar huis te gaan. Zat ik daar met een hele koffievaat en geen idee wat de beveiligingscode van het partijbureau was. Je maakt wat mee.

Dit typ ik dan uiteindelijk op een flink verweerd houten bankje in de gemeenschappelijke tuin. Zon op mijn kop, blikje cola ernaast. Gekregen van dochterlief voor Vaderdag. Samen met een hele mand aan veganistische lekkernijen. Mijn partner in crime zit daar dan weer naast. Ze tekent en drinkt ondertussen een blikje ranzigheid. Dat heeft die kleine hier zaterdag voor ze naar Schiphol vertrok achtergelaten met de boodschap dat het wel een lekker drankje is, maar ook zuur en bitter. Waarvan akte. Onze tandjes hoeven dit bocht gelukkig niet dagelijks te verwerken.

We pruttelen vandaag de dag door. Handje zaligheid erbij, boek in de aanslag. Morgen vangt onze deeltijdwerkweek weer aan. Dan is de link snel gelegd. The Worker. Fisher Z.

#waanvandedag

Terwijl een dweilorkest de bewoners van het verzorgingshuis hier verderop in de straat probeert een verzetje te bieden, probeer ik een plek te vinden voor de vele stappen die her en der worden gezet. Mooie opening. Beetje vaag ook. Goed, laat ik het anders formuleren.

Het verzorgingshuis krijgt op z'n tijd bezoek van een evenementenbureau. Ik stel mij zo voor dat er een soort tapijtwaaier aan geinig cultureel entertainment wordt uitgeklapt op een kantoortje, stoffig van de eindeloze renovatie die ook daar nog altijd aan de gang is, en dat er dan druk met een vingertje wordt gewezen op kanshebbers in willekeurige volgorde. Vervolgens staat er om de zoveel tijd een bestelbusje voor de deur waar een bonte verzameling karaokezangers, levensliedgalmers en spelletjes-voor-in-je-rolstoel-enthousiastelingen uit wordt geladen. Deze keer dus een hoop hoempapa. Leuk voor die mensen. Denk ik. Het leidt in ieder geval af. Toch moet ik dan vooral denken aan de mevrouw aan de andere kant van het gebouw. Haar gemeenschappelijke woonkamer kijkt iets boven stoephoogte uit over de veel te drukke weg met bijpassende piraten. Soms, wanneer ik een beetje omloop van een wandeling door het park, zwaai ik naar haar. Ze zwaait dan moeizaam en toch flauw glimlachend terug naar de vage onbekende aan de andere kant van het raam. Hoe zou zij zo'n middag druk vertier ervaren? Mij zou het niet verbazen als zij liever naar buiten kijkt vanaf haar vaste plek. Je weet nooit wie er zwaait en dat is misschien wel waardevoller voor haar dan al die heisa. Ach ja, projectie is zeg maar echt mijn ding.

Stappen zetten dan. Niet eens de waan van stappentellersdwang zit mij dwars. Tenminste, niet enorm. Ik vind er heus wat van, duhuh. Nee, mij stoort vooral het gewauwel over stappen (erger nog: stapjes) zetten dat zielloos is opgedoken uit de troebele vijver der managementcontext. Overal worden nu stappen gezet. In de sport, in een vergadering op elf hoog in een dodelijk saai pand, in een supermarkt waar de halfjaarlijkse vakkenvullersevaluatie plaatsvindt, in een school waar een depressieve leerling verzuipt in de sociale druk, in een ziekenhuis waar een hartpatiënt langzaam maar zeker weer herstellende is, of gewoon in het criminele circuit waar ze door heel concrete brutale stappen op klaarlichte dag elkaar overhoop schieten. Overal zijn ze. Stappen en stapjes. Op de weg die tot nergens leidt. Ik kan en wil het niet meer horen. Elke keer sterf ik weer een beetje. En hoe meer ik het niet meer wil horen, hoe vaker ik het om mij heen hoor. Gekmakend.

Kijk, daar springt eindelijk iemand uit het raam van datzelfde saaie gebouw. Elf hoog met fataalgarantie. Laat ik een stapje opzij doen.

Je verwacht het niet, maar daar is ie dan. One Step Beyond. Madness. Gestoord inderdaad.

#waanvandedag

Een paar jaar terug had ik de domeinnaam hetwaterstijgt.nl in mijn bezit. Ik deed er verder niets mee, behalve dat het doorverwees naar egoecho.nl – alwaar het aantal woorden dagelijks voor de nodige nood zorgen. Het idee was natuurlijk dat er iets aan zat te komen en dat ik via die domeinnaam misschien iets kon doen, al had ik geen idee wat. Uiteindelijk heb ik de naam opgegeven in de hoop dat iemand anders er de voeten mee droog kon houden, al was het maar digitaal.

Ondertussen drijven er een hoop mensen en spullen in het water. Leed en ravage. Onbegrijpelijk dat er herhaaldelijk moet worden opgeroepen om daar geen ramptoeristje te komen spelen. Hoe haal je het in je hoofd om andermans verzopen leven te misbruiken voor je eigen kick. Dat je er alleen al aan denkt is bizar, maar het dan ook nog doen.

Het is triest en ik hoop van harte dat ik een watersnood nooit mee hoef te maken. Toch, en het is er nu vast de tijd en plaats niet voor, maar hoeveel waarschuwingen hadden we nog nodig dat dit eraan zat te komen. En hoe klein is de kans, want daar twijfel ik helaas niet aan, dat ook dit uiteindelijk niet zal leiden tot volledige bezinning op onze leefstijl; met alle hevige gevolgen.

Tja. Iets met lange en korte termijn. Logisch dat de aandacht nu uitgaat naar de nood. Met misschien zicht op het maken van een deugd.

Om de geest nog wat te verrijken plons ik er een melodramatische zwengel achteraan. I Like Trains. Progress is a Snake. Met daarin die tragische maar mooie regel “as Europe slips into the sea”.

#waanvandedag

Terwijl ik dit typ ben ik onderweg naar Rotterdam om een mijlpaal aan te tikken. Vandaag is de dag van de uitreiking. Diploma officieel. Het is een beetje behelpen, want er mogen maar twee mensen per geslaagde bij zijn. Gelukkig zit ik dicht bij het vuur. Dat is het dan weer het voordeel van een kind op de wereld gooien.

Natuurlijk denk ik terug aan de tijd dat ik zelf het papier mocht ondertekenen en ik moet toegeven dat het slechts een vage, gefragmenteerde herinnering is. Het ding is daarna in een mapje gegaan en daar gebleven. Het heeft alle verhuizingen meegemaakt – en dat zijn er flink wat – en vroeg zich ongetwijfeld vaak af waarom. En dat is dan weer een voordeel van het leven als diploma, je hoeft je eigenlijk nergens druk om te maken. Het feit dat je er bent is genoeg.

Hoewel, ik bedenk mij nu dat ik 'm wel een keer heb moeten laten zien. Van al die talloze banen die ik heb gehad was er een moment dat het ding moest worden overlegd. Het was toen ik zelf voor de klas ging staan en de docentenopleiding ging doen. Geen lekkere combi trouwens: zonder enige ervaring of onderwijsachtergrond direct als mentor van een 3 vmbo-klas in een zogenoemde probleemwijk zo het diepe in. Verzuipen gegarandeerd. Waarvan akte. Uiteindelijk toch nog vijf jaar volgehouden. Met heel veel vallen en ik vraag me af of ik ooit echt weer ben opgestaan. Het heeft in ieder geval sporen nagelaten. Ook in positieve zin. Een ervaring die ik, hoe bizar ook, niet had willen missen. Al weet je nooit wat je mist als je het niet hebt gedaan, zo is het ook.

En nu dus die kleine. Een diploma. Het startschot van wat er verder komen gaat. De eerste horde is de logopedie-opleiding. Met een beetje mazzel zit ik over vier jaar weer in de trein op weg naar haar volgende handtekening onder een A4-tje. Zo niet, dan niet. Dan zal er iets tussen zijn gekomen en wie weet waar dat weer goed voor is en toe leidt.

Om met een geinige levensweg af te sluiten. Talking Heads. Road to Nowhere.

#waanvandedag

Onze Grote Leider Markje R zei van de week weer eens sorry. Totaal ongeloofwaardig, zoals altijd. Pas je excuses aanbieden nadat je ook echt niet anders kan. Hugootje danste in al zijn naïviteit nog wat met Janssen en kwam uiteindelijk van een koude kermis thuis. Een koutje heb je zo gevat.

Inmiddels zijn we bijna 80 miljard eurootjes verder in dit verhaal. Da's een boel geld, ouwe. Geld dat is geleend, een voorschot – ofwel: een dikke gok – op de toekomstige generaties, en geld dat we via ons bewierookte belastingstelsel hebben vergaard. De wezenloze rekening van visieloos regeren. Dat geld had dus ook, als je dan toch bezig bent met interen op wat nog moet komen, gebruikt kunnen worden voor structurele bestrijding van armoede, een gezond ziektekostenbeleid en laten we er gelijk wat onwijs goed onderwijs achteraan gooien. Als bonus nog een energietransitie die is gericht op vooral heel veel minder en vooruit, een leuk budget voor meer samen– in plaats van onze iedervoorzichleving.

Maar goed. Lang leve de geketende vrijheid. Want, zo luidt het neoliberale stierenpoepcredo: de consument, de markt, de mensjes kunnen heel goed zelf hun leventjes reguleren. Gewoon heel veel ikke-ikke-ikke. Dat werkt als een tierelier, moet je doen. En dus zitten we in de shit.

Het volk met nul incasserings- en acceptatievermogen brult nu met de wind mee dikke krokodillentranen dat de versoepelingen onverantwoord waren. Een beetje hypocriet, want oh wat waren we allemaal blij met ein-de-lijk alles weer bijna normaal. Abnormaal in mijn ogen, maar oké.

De piek zou nu voorbij zijn, de komende weken moeten we het nog even aanzien. Volgens deskundige nummer zoveel hebben we dan deze slag verloren maar gaan we de oorlog winnen. Eh, welke oorlog? Hoe haal je het in je rare hoofd om met zo'n beeldspraak te komen. Niks strijd, niks oorlog, niks slag. Beetje stoer doen met een uitgeholde nietszeggende kreet, mafkees.

Ondertussen neemt AstraZeneca voor 33 miljard euro een biotechnologiebedrijf over “omdat er nog veel groei zit in het weesgeneesmiddelensegment¨. Lang leve de farmaceutische industrie die uiteindelijk de grote winnaar is van dit hele zieke spel. Precies een van mijn inentingsbezwaren. De miljarden die over de rug van de meest kwetsbaren worden verdiend. Het is niets anders dan een zoveelste voorbeeld van een verrot systeem. De één zijn dood... Maar oké, zolang we onze mondjes houden en gewoon blijven stemmen op partijen die varen op angst zaaien en met graaihandjes stuiplachend hun buikjes rond eten, dan doe je het jezelf aan.

Past dan weer mooi bij dat zinnetje uit Radiohead's Just: “you do it to yourself you do and that's what really hurts”.

#waanvandedag

Hier staan in het zuiden de zandzakken klaar en in Noord-Amerika zijn door de extreme hitte van de afgelopen periode een miljard zeedieren gestorven – levend gekookt, verbrand, gestikt. Het lijken uitersten, maar het mag toch eindelijk wel heel duidelijk zijn dat het allemaal met elkaar samenhangt.

Nou, dat leek me een gezellig begin. Een opmaat voor wat ongetwijfeld nog komen gaat. Je moet toch wat. Ik verkeer in een stevige spagaat. Genoeg om over te willen schrijven, de keuze maken is het probleem. Plus de eerder genoemde moeheid van mijn eindeloze gepreek. Al ben ik niet eens daar zo moe van. Genoeg energie om ermee door te gaan. Het is meer de algehele vermoeidheid die toeslaat. Al die berichten, al die totaal onzinnige prut, al die domheid, al die voorspelbaarheid. Het gaat maar door en houdt niet op.

Oké, kap dan met het lezen van nieuwsbronnen, achtergrondartikelen en boeken over dit soort onderwerpen. Zou je denken. Maar daar zit de rarigheid precies: ik wil weten. Weten waarom en hoe we hier zijn gekomen. Het helpt mij in zekere zin grip te krijgen op iets wat allesbehalve (be)grijpbaar is. Dus niet alleen als stok om de in mijn ogen totaal overbodige menssoort mee te slaan.

Het is zoiets als mijn interesse voor meneertje Adolf. Of Xi, Kim, WO I en II, de Berlijnse Muur, de driedubbele agenda van de VS met hun Marshallplan, überhaupt al die zogenaamde drogredenen waarom een plek op aarde voor de een zo belangrijk is dat er zonder blikken of blozen doden mogen vallen (of erger: ik kan mij voorstellen dat de dood op zich minder erg is dan een levenslang trauma) en voor de ander gewoon alleen maar 'thuis' is. Waar je je veilig en gewenst wil voelen. Waarbij vooral dat laatste minder vanzelfsprekend is dan het lijkt.

Ik wil weten waarom iemand deed en doet. Daarbij maak ik keuzes, zo is het ook. Mannetjes als Trump, Bolsonaro, Erdogan en Poetin vind ik mijn tijd nauwelijks waard. Ze zijn oliedomme clowns, saai en dertien in een dozijn. Laffe kopietjes van misplaatste arrogantie.

Waarom duwen we mensen terug in zee. Hoe slaap je als je voor Frontex werkt. Ben je nachtmerrievrij als je met je volle verstand hele generaties opzadelt met een onleefbare planeet.

Wat beweegt de mens. Grotendeels macht. Dat is een zekerheidje. Maar waarom zou je dat willen, zoveel macht dat je ervoor over lijken gaat, je ziel verkoopt, je geweten overboord gooit en een dikke bankrekening toe die de inhaligheid alleen nog maar meer aanjaagt.

Waarom moet het nieuws zijn als playboy Richard Branson de ruimte in gaat. Ik hoopte vurig dat ie daar zou blijven, dat het hele ding zou ontploffen. Waarom moeten we sowieso de ruimte in terwijl het hier zo'n puinzooi is. Straks volgt Besos en daarna volgen er heel veel meer commerciële gekken. Waarom zou je dat doen. Verveling. Misschien. Maar nee. Ook macht. Machtsvertoon. Het zijn allemaal ordinaire wedstrijdjes ver pissen. De mijne is groter dan de jouwe. Dat soort achterlijke machopraktijken. Het zijn allemaal seniele mannen met verschrompelde pikkies waar alleen maar gebakken lucht uitkomt. Fossiele brandstof in optima forma. Dodelijk dom.

We zijn een plaag. Zo simpel is het. Het werkelijke ongedierte is de mens. Misschien is het beter dat we hard op weg blijven naar onze ondergang. Het zal voor de overige bewoners van deze tijdelijke omgeving een grote opluchting zijn als wij alvast opsodemieteren. Laat ik positief eindigen: van volledige destructie is bewezen dat we er erg goed in zijn. Keihard benutten dat talent.

#waanvandedag

Enter your email to subscribe to updates.