ego echo

kind

Vervlogen tijden. Is dat wat vogels denken wanneer de jonkies zich uitrekken, oprichten en uitvliegen. Of geven de ouderen een Suikerfeest ter ere van weer een geslaagd leeg nest. Ik weet het niet en zal het nooit weten. Ik ben een rare vogel, dat is wat ik weet.

Overigens juich ik al dat genestel in de mensenwereld niet enorm toe, dus denk nu niet dat ik hier een potje nostalgisch ga zitten doen en verplicht blij ga zitten zijn bij weer een vers mens. Arm kind, denk ik dan, waar zadelen we jou mee op. Wat mij eraan herinnert dat ik nog steeds 'Hoe gaan we dit uitleggen' (Jelmer Mommers) moet lezen. Net als wat werk van Midas Dekkers. Iemand die ook een zeer uitgesproken mening heeft over het keer op keer moeten klappen voor weer een nieuw kind. Hij heeft een punt, hoe cru het wellicht ook lijkt.

Het was ook precies om die reden dat ik zelf nooit aan kinderen wilde beginnen. Wat zou ik dit kind aandoen en wie ben ik überhaupt om een leven toe te voegen, alleen maar omdat het is wat je doet als soort: voortplanten. Terwijl, waarom zouden we ons voort willen planten? Er is geen noodzaak, we zijn met meer dan genoeg. En ik kan niet zeggen dat ik mijn kind nu eens met gepaste trots laat zien wat de mens voor elkaar heeft gebokst. De verantwoordelijkheid voor en de gevolgen van een nieuw leven op deze planeet zetten is onnoemelijk groot, vind ik.

Het argument dat de boel vergrijst en er vers bloed nodig is, is slap. De tot probleem gebombardeerde vergrijzing is alleen maar 'erg' omdat het geld kost. Al zou het misschien beter zijn om de vraag te stellen of een systeem dat domweg niet werkt in stand gehouden moet worden. Begin nu eindelijk eens met, ik noem maar een open deur, een basisinkomen. De tijd is er inmiddels meer dan rijp voor. Dan kan het gedrocht dat pensioenfonds heet en dat noeste arbeid en zuurverdiende centen belegt in wapenhandel, kinderarbeid en andere dubieuze praktijken zelf met pensioen. Dikke doei. Alleen al om die redenen wil ik mijn freelance-geld niet in een dergelijke oudedagvoorziening stoppen. Geef mij maar een eerlijke sok die ik met mijn half demente kop altijd weer weet te vinden. Ik ga gewoon op de geur af, oud en vertrouwd. Zeg zelf: hoe bizar is het dat je tijdens je werkende leven niets te vertellen hebt over waar jouw geld in wordt geïnvesteerd onder het mom van ja, maar dan heb jij straks wel een mooi pensioen! Exact dat egocentrisme is de bron van alle shit.

Waar was ik? Oh ja, nageslacht. Geloof mij op mijn blauwe ogen dat ik onvoorwaardelijk houd van mijn dochter. Want ja, uiteindelijk werd ik bijna zestien jaar geleden toch vader. En ik raakte ook volledig in paniek zodra ze er, na wat een eindeloze bevalling leek (ik heb hoe dan ook makkelijk praten), was. Wat had ik gedaan? Hoe moest dat nu verder? Ik verdroeg het niet dat ze amper uit de oerveilige ruimte ineens van die rare aardse kleren aan moest. Ik kon het niet aanzien toen ze haar eerste injectie kreeg. Het zweet liep mij steeds weer over mijn rug van afgrijzen bij ieder bezoek aan een consultatiebureau (dat had natuurlijk ook te maken met mijn eerder gememoreerde sociale gêne). Curves, groeilijnen, gemiddelden, prestaties (hallo? ze is een paar maanden oud, idioot! prestaties??) en het hield nooit meer op. Tot op de dag van vandaag moet ze mee in de gekte van grafieken, testen, cijfers, diploma's, en onmogelijke vragen als en weet je al wat je gaat doen straks?

Het is nogal waanzinnig. Wat moet je met je leven als je geen idee hebt wat het leven omvat, behalve dat je blijkbaar aan allerlei vage verwachtingen moet voldoen en iets dat toekomst heet moet gaan plannen? Fuk allemaal maar een eind op. Wat doen we onze kinderen aan, wat doen we onszelf aan. Er is werkelijk niemand die ook maar enig idee heeft, maar ondertussen wordt het ene na het andere systeem bedacht om de boel in het gareel te houden – en ten koste van dezelfde levens flink wat geld bijeen te graaien. Stel je voor dat mensen echt zouden zien en beseffen welke rottende wortel ze wordt voorgehouden. Opstand, revolutie! Maar nee. De massa is ingedut, murw en gedwee in een hallucinatie van eindeloos scrollen en online shoppen.

Gelukkig is de toekomst slechts een boze droom. Eerst morgen maar weer zien aan te tikken en eens kijken of er ergens een kwartje valt. Dan raap ik het op en doe de duit in mijn oudedagssokpopzakje. In de overtuiging dat het tegen de tijd dat ik de inhoud met liefde uitdeel nog slechts een symbolische waarde heeft.

#waanvandedag #ouder #kind #baby #pensioen #freelance #vogels #100DaysToOffload

Mijn zogenaamd vrije dagen staan doorgaans stil. Tenminste, de dagen gaan gewoon voorbij en ik kijk het dan allemaal zo'n beetje aan. Het liefst duik ik helemaal onder, maar dat is niet zonder risico. Terugtrekken betekent eigenlijk altijd blind achterover het mistige ravijn in. Dus beter van niet. Of juist wel, want ik klim er ook altijd weer uit. Het is net als met vallen. Zolang je een keer meer opstaat dan je valt, is er niet veel aan de hand. En ja, natuurlijk komt er een dag dat ik blijf liggen. Het voordeel is dat ik het dan niet weet, dus ik kan mezelf doodleuk voor blijven houden dat ik altijd weer op zal staan. Dat is toch een bemoedigend idee. Zwaar op de hand, zegt u? Ja joh, zo is het nu eenmaal. En zo zwaar is het eigenlijk ook weer niet hoor. Het is maar net hoe hard je eraan tilt.

Moet ik ineens denken – ja, een totaal andere afslag, u kent mijn brein een beetje – aan vroeger. We woonden nog in Gouda en mijn broer en ik haalden af en toe patat voor het hele gezin. Een behoorlijke bestelling, maar dat mocht dan ook, het was stiekem een klein feest, dus traktatie. Later zouden we een frituur in huis krijgen, dus waren de fietstochtjes (de straat uit, hoek om en weer rechtdoor: hup naar de snackbar) op een gegeven moment verleden tijd.

Wanneer we dan op onze bestelling stonden te wachten, toverde mijn broer wel eens ergens een kwartje vandaan. Die had je toen nog. Dat kwartje verdween vervolgens in de flipperkast die daar stond. Mijn broer kon dat best aardig, flipperen. Ik niet. Totaal niet aan mij besteed, dat kwartje. Toch, heel soms mocht ik ook en dan miste ik in een scheet de metalen bal. Ik probeerde dan zo hard mijn best te doen om dat ding niet wéér knullig te verliezen, dat die kast in beweging kwam. Dus sloeg dat ding op tilt. Einde spel, einde alles.

Ik begreep er niets van, want er waren ook mensen die juist speelden met dat hele op tilt slaan. Dan haalden ze er voordeel uit. Als je de kast nog een keer flink trapte, dan deed ie het weer, blijkbaar. Mijn pet (die met de gele tijger, gekregen van mijn buurman, maar daarover misschien ooit meer) ging het te boven. Hetzelfde trucje kon je met de flipperkast in de voetbalkantine trouwens ook uithalen. Al bleef het voor mij onbereikbare magie. Tot op de dag van vandaag. Hoewel ik ook toe moet geven dat het mij niet écht interesseerde. Ja, oké, destijds wel een beetje, voor de vorm denk ik; kon je goed flipperen, dan was je stoer en dus mannelijk. Ik wilde toen als niet beter wetend kereltje graag mannelijk overkomen, wat het dan ook was.

Achteraf ben ik blij dat ik gewoon ben wie ik ben. Geen stoere man, geen flipperkastmagiër, zelfs geen snackbarhouder. Niets van dat. Ik ben een tobbend wezen dat over het algemeen geen idee heeft wat ie met het leven aan moet en gewoon maar zijn rondjes draait in de op tilt geslagen mallemolen van het even. Of toch oneven? Stof tot denken. Hiephoi en hopsasa.

#flipperen #snackbar #leven #tilt #kind #waanvandedag

Spelen. Niets is mooier dan dat. Vrij spel, improvisatie, actie-reactie, bewegen. Over welke kunstvorm je het ook hebt, spelen is het ultieme doel. En dan heb ik het niet over maar wat aanklooien. Hoewel ook dat erg leuk kan zijn. Maar spelen, dat is een ongrijpbaar iets. Dan kom je los van alles.

En niet alleen in den edelen kunsten werkt dat zo. Net zo goed in het gewone, het alledaagse. Het volgen van een blad van een boom, hoe het door de lucht draait en waait, dan weer omhoog en dan toch weer naar beneden, en dat je probeert mee te bewegen, onder het blad door duikt en moet lachen, half struikelt en daar dan weer een vloeiende beweging van probeert te maken. Tot het blad onvermijdelijk op de grond valt en daar nog even door rolt en zich bij de andere gevallenen voegt. In dat hele moment zit ook spel. Je bent dan heel even vrij van de dag die dendert, het verkeer dat raast en de mensen om je heen die als schermzombies hun bestaan ontkennen. Spel is leven. Misschien wel de zin ervan. Wie weet.

Over spelen en het vergeten van alles om je heen gesproken. Als kind had ik de mazzel dat er voor ons huis een enorm braakliggend terrein lag. Uiteindelijk werd het bebouwd; het waren de jaren 80 waarin overal nieuwe woonwijken verrezen. Maar dat stuk grond met begroeiing nog hoger dan een 6-, 7- of 8-jarige waarin je prachtig kon verdwalen in je zelfgemaakte doolhof. Een terrein dat langzaam steeds weer veranderde, met bergen zand, stenen, heipalen, funderingen van huizen in aanbouw en huizen zonder bewoners. Je kon er spelen en de tijd vergeten tot je scheel zag. Wat mij overigens ook een keer echt gebeurde. Scheel keek ik en dubbel zag ik. En er was bloed, ook dat. In die tijd viel ik dan niet direct flauw. Ik was, een beetje zoals een herfstblad, van zo'n berg zand gerold en met mijn kop boven op een vers geheide paal geklapt. Het was het derde gat dat ik in mijn kinderjaren in mijn hoofd viel. Tevens ook het laatste. Ik weet nog dat ik thuis, net voordat we de schrik aan mijn moeder lieten zien, mezelf in de spiegel zag. Een witte smoel met een bebloed voorhoofd. Gek genoeg huilde ik niet. Dat deed ik namelijk alleen als er niets aan de hand was. Zal ook wel een spelvorm zijn geweest, kan zomaar.

#waanvandedag #spel #homoludens #kind #herfst

Mooi toch hoe mijn kapper zo haar vaste klanten zelfs van ver buiten de Amsterdamse stad haalt? Je verwacht het niet, maar als immigrant uit Rotterdam doet het mij goed dat ook het dochterkindje zo haar tegendraadse keuzes durft te maken en dus uit Rotjeknor komt voor een “niet te veel eraf en een klein beetje in laagjes, kan dat?”. Natuurlijk kan dat. Wisten we al uit ervaring, maar een keertje checken on the double kan geen kwaad, zeg nou zelf.

En zo kwam het dus dat ik gisteren in plaats van solo uit Roffa ineens met haar samen naar het Mokkumse terugreisde. De afspraak was namelijk al vroeg en ook die mentale tik kon de puber in kwestie niet weerhouden van een knipperderknip en de hele vakantie weer hip-beurt. Dan is die hele Spartaanse opvoeding toch nog ergens goed voor geweest.

Aldus zaten we vanochtend met kleine oogjes bij mijn lieve kapper Houda. De dame op leeftijd die naast mijn dochter zat, dutte af en toe in – tot snurkens toe. Blijkbaar doorstond zij op die manier de nodige kopzorgen. Ik geef het je ook te doen om de hele Google Maps van planeet Peroxide in satellietweergave op haar oude hoofd met verve te doorstaan. Via de spiegel keken mijn dochter, Houda en ik elkaar om de beurt even glimlachend aan toen het snurkvolume nog een treetje omhoog ging. Ze schrok er uiteindelijk zelf van op. Ze wenste ons opmerkelijk monter gapend een fijne dag toen we tevreden weer naar huis gingen.

Thuis lummelden we nog wat na. We aten fruit en brood en vertrokken ruim op tijd richting Oostpoort voor de hoognodige winkelprikkels die je van een 15-jarige kunt verwachten. Na een koffiepauze was onze laatste gezamenlijke stop station Muiderpoort. Met de trein weer terug naar Rotterdam. Dat doet ze al jaren op verzoek (en ik de goden verzoekend) alleen, waardoor ik een kleine tien minuten later mezelf door de supermarkt jeremieerde, in het algemeen de mensheid vervloekend en Donald T. te VS in het bijzonder. De lul met vingers die weer eens in het nieuws was met zijn achterlijke kop en door het zaaien van haat en verdeeldheid allesbehalve de States aan het Uniten is. Met alle aardse gevolgen van dien. Idioot.

Ach, ik bespaar u verder een zoveelste tirade. Zoals u weet, is mijn staat van zijn doorgaans allesbehalve verrassend te noemen.

#waanvandedag #kind #dochter #kapper #knippen