ego echo

leven

Je geld of je leven. Dat is zo'n beetje de zin waar alles om draait in westerns. Als kind heb ik er flink wat gezien en heel af en toe merk ik dat ik er nog een zwak voor heb. Vooral de klassiekers. Met wat mij betreft Once Upon a Time in the West op één. Al was het maar vanwege de muziek en dat tragische beeld van de jongen met de harmonica, een beeld dat, vind ik, voor zoveel meer staat. En ja, je moet ook wel een beetje door de propaganda van seksisme en hup witte overheerser en boe oorspronkelijke inwoner heen kijken. Toegegeven, dat valt niet mee. En daar zou ik ook een hele boom op een verder verlaten prairie over op kunnen zetten. Toch doe ik dat nu niet. Jullie blij.

Het gaat mij om de openingszin van dit typwerkje. Je geld of je leven. Dan lijkt de keuze eenvoudig. Het wordt tot op de dag van vandaag bijvoorbeeld bij allerlei zelfverdedigingstrainingen als kernboodschap meegegeven: geef je geld (of alles wat staat voor materie) en kies voor je leven. Prima plan.

Dan is het des te gekker dat er vanuit overheden wereldwijd steevast wordt gekozen voor het geld. Ten koste van al het leven. Raarrrr. Zonder leven geen geld, zou je zeggen. Maar toch: alleen al in ons miniland kiezen we nu al jaren vrijwillig voor partijen die doodleuk over lijken gaan. Meer asfalt (tijdens de warme zomers waarvan er alleen maar meer zullen komen nóg vervuilender dan de weggebruikers), meer auto's, meer vliegverkeer (recent nog 4 miljard mogen ontvangen en de kerosine was al belastingvrij), meer subsidie voor multinationals (in de vorm van allerlei vage belastingconstructies), meer industrie. Al dit moois is goed nieuws voor de Man met de Zeis, ofwel, de killer-economie. Ondertussen wordt het volk in slaap gesust met goedkope kleding, boodschappen en zenuwslopend werk (lees: uitbuiting, moderne slavernij, race naar het afvoerputje; een volk dat moet zien te overleven kijkt nu eenmaal niet verder dan haar eigen voordeur en is een makkelijke prooi voor nog meer leningen en dus schuld en dus, nou ja, je snapt het).

Alleen al in Nederland gaat er aan belastingvoordeel 8 miljard naar vadsige bedrijven die de boel schaterlachend om zeep helpen. Ten koste van alles en iedereen. Onder aan de streep van al dat schijnheiligs? Meer doden onder de mantel der welvaart – we stikken letterlijk van de poen. Oké, taalnazi's aller landen: door de poen dan. Misschien moet daar dan eens een streep onder. Of beter: doorheen.

Overigens, het is heus allang te laat hoor, daar ben ik van overtuigd. Het zogenaamde kantelpunt, de mythe van het is nu toch echt één voor twaalf, maar het kan nog, het kan nog!, het sprookje van maximaal 2 graden opwarming (die 1,5 graad is al losgelaten, gelukkig hebben we daarvoor in de plaats een anderhalvemetersamenleving). Het is allemaal water onder de brug die onvermijdelijk instort en wordt meegesleurd. En toch ga ik liever strijdend ten onder, dan zielloos dolend naar de kloten. Het is simpel. Ik gun de volgevreten idioten geen leedvermaak meer. Genoeg.

Je geld of je leven. Wat kies jij? Goed zo. Dan weet je ook waar je straks in maart voor moet kiezen. Zegt het voort (en lees ook nog even dit artikel over de Duurzame Troonrede). Verder geen druk.

#waanvandedag #geld #leven #western #troonrede #pvdd #politiek #100DaysToOffload #obi #basisinkomen #subsidie #belasting

Vanochtend lag de essentie van het leven op het asfalt. Een vogel stierf terwijl we ernaar keken. Ze viel zo uit de lucht, leek het. Of toch net aangetikt door de auto die ons kort daarvoor passeerde. Hoewel, ze zag er niet gehavend uit. We zagen de vogel liggen op haar zij. Oog open en toen langzaam dicht. Eerst nog met trillende veren, toen stil. Die momenten tussen leven en dood, daar zit de essentie, stelde ik vast.

Het was nu stil op de weg. Twee grote dieren keken naar dat kleine dier, hoe kwetsbaar ze daar lag. Om te voorkomen dat ze straks alsnog geplet zou worden door de meedogenloze wielen die onvermijdelijk op zouden doemen, hebben we haar met drie grote bladeren die we uit de berm haalden opgepakt en voorzichtig aan de rand van het bos neergelegd, daar waar het asfalt de grens met de bomen, de tragische afstand tussen mens en natuur, markeert. Een van de drie bladeren hebben we gebruikt om haar toe te dekken en we fluisterden 'rust zacht lieve vogel' omdat dat nu eenmaal is wat wij doen.

Een vlieg had er inmiddels al lucht van gekregen en begon zonder zich ook maar ergens aan te storen aan haar werk, een eerste inspectieronde over het levenloze lichaam, voordat ze er zelf binnenkort de brui aan zal geven. En nee, dat is allemaal niet naar of vervelend. Dat is gewoon precies wat het leven is. Tussentijd die vederlicht vervliegt.

#waanvandedag #ardennen #vogel #leven #dood #essence #100DaysToOffload #memento #mori

Het heeft toch iets geks. De omroepberichten in de supermarkt dat we op elkaar moeten letten, vriendelijk zijn voor elkaar en het personeel, begrip moeten tonen en dat we dan met z'n alleen door deze tijd heenkomen. We moeten toch gewoon altijd vriendelijk zijn voor elkaar, begrip hebben voor elkaars ideeën en standpunten en iedereen wat bewegingsruimte gunnen? Virus of niet. Hallo.

Net zoals er her en der hartonderderiemverwarmende initiatieven opduiken (spandoeken, applaus, liedjes, podcasts, videoboodschappen, weetikwatallemaal) die in een enigszins sociaal ontwikkelde samenleving niet eens nodig zouden moeten zijn. Dan hadden we allang het besef gehad dat cruciaal werk stevig moet worden beloond, we op elkaar moeten passen, onze omgeving verzorgen en liefdevolle aandacht geven aan onze mede-planeetbewoners in plaats van ze bij miljarden levend te vergassen, verhakselen of aan vleeshaken leeg te laten bloeden. Om ze vervolgens in stukken te snijden en op te eten. Maar niet voordat we ze eerst vol hebben gepropt met (groei)hormonen, antibiotica en gemanipuleerd voedsel waarvoor we het grootste deel van de beschikbare landbouwgrond verkwanselen. Ik noem maar wat.

Blijkbaar is er een virus voor nodig om onze omgangsvormen nog eens tegen het licht te houden. Ironisch genoeg een virus dat van het ene dier op het andere (het mensje) oversprong, precies omdat laatstgenoemde zo nodig z'n tanden moest zetten in eerstgenoemde. In zekere zin een niet mis te verstane boodschap, al vermoed ik dat de mensjes liever doof en blind zijn. Ik word er weer eens moedeloos van. Wat dat betreft ben ik heel stabiel.

Wat ik ook wonderlijk vind, zijn al die schattige online bewegingslessen 'nu we allemaal thuiswerken'. Vreemd, want normaal zitten we grotendeels knus opgehokt in een kantoor oeverloze slavenarbeid te verrichten in een slecht geventileerde ruimte met kunstlicht waar de bacillen je airco-vriendelijk om de luchtwegen vliegen. Blijkbaar is bewegen dan niet zo heel noodzakelijk. Logisch, want er moeten wel uren worden gemaakt. Tijd is geld en geld is koning: de economie moet groeien, joehoe!

Gelukkig is alles altijd in beweging en dus verandert alles. Groot of klein, zichtbaar of niet direct zichtbaar. En daar zit de grootste les en tevens een van mijn pijnpunten. 'Straks' moet alles weer 'gewoon' zijn. Dan hebben we het over pre- en post-corona; dat soort kreten. Maar voor het gemak wordt er vergeten dat we gewoon in een huidige situatie zitten. Ook dan. Snap je? De tijd is altijd nu. Voor ons dan, omdat we verder niet beter weten en er toch een beetje grip op willen hebben. De chaos doet gewoon wat het doet. En daar moeten wij maar mee om zien te gaan. Voor zolang het duurt, want u weet: alles gaat voorbij, niets blijft hetzelfde. Zelfs dit verhaal wat ik nu al voor de zoveelste keer tot mijn eigen ergernis afsteek.

Het zou denk ik helpen als we eindelijk eens meer dan anderhalve meter afstand nemen en onszelf bezien in het onmetelijk grote geheel. Volgens mij ga je dan pas de maffe planeet en alles wat erop leeft op waarde schatten. Dan zouden we misschien in staat zijn om niet zo'n achterlijk destructief broedsel te zijn en juist behoedzaam delen wat er is. Zuinig en opmerkzaam zijn. Alleen gebruiken wat nodig is en dat dan ook nog eens circulair. De wereld is er niet voor ons, net zo min als dat de wereld er überhaupt voor iets is. Alles (en wij dus ook) is slechts een tijdelijke voortplanting van een niet te bevatten geheel dat maar wat doet. Het trilt, dijt uit, krimpt weer, perst samen. Alsof het ademt. Luister maar.

Tot zover deze preek. Ik wens u nog een prettige voortzetting van het een en ander.

#inzicht #heelal #planeet #leven #corona #virus #gedrag

Mijn zogenaamd vrije dagen staan doorgaans stil. Tenminste, de dagen gaan gewoon voorbij en ik kijk het dan allemaal zo'n beetje aan. Het liefst duik ik helemaal onder, maar dat is niet zonder risico. Terugtrekken betekent eigenlijk altijd blind achterover het mistige ravijn in. Dus beter van niet. Of juist wel, want ik klim er ook altijd weer uit. Het is net als met vallen. Zolang je een keer meer opstaat dan je valt, is er niet veel aan de hand. En ja, natuurlijk komt er een dag dat ik blijf liggen. Het voordeel is dat ik het dan niet weet, dus ik kan mezelf doodleuk voor blijven houden dat ik altijd weer op zal staan. Dat is toch een bemoedigend idee. Zwaar op de hand, zegt u? Ja joh, zo is het nu eenmaal. En zo zwaar is het eigenlijk ook weer niet hoor. Het is maar net hoe hard je eraan tilt.

Moet ik ineens denken – ja, een totaal andere afslag, u kent mijn brein een beetje – aan vroeger. We woonden nog in Gouda en mijn broer en ik haalden af en toe patat voor het hele gezin. Een behoorlijke bestelling, maar dat mocht dan ook, het was stiekem een klein feest, dus traktatie. Later zouden we een frituur in huis krijgen, dus waren de fietstochtjes (de straat uit, hoek om en weer rechtdoor: hup naar de snackbar) op een gegeven moment verleden tijd.

Wanneer we dan op onze bestelling stonden te wachten, toverde mijn broer wel eens ergens een kwartje vandaan. Die had je toen nog. Dat kwartje verdween vervolgens in de flipperkast die daar stond. Mijn broer kon dat best aardig, flipperen. Ik niet. Totaal niet aan mij besteed, dat kwartje. Toch, heel soms mocht ik ook en dan miste ik in een scheet de metalen bal. Ik probeerde dan zo hard mijn best te doen om dat ding niet wéér knullig te verliezen, dat die kast in beweging kwam. Dus sloeg dat ding op tilt. Einde spel, einde alles.

Ik begreep er niets van, want er waren ook mensen die juist speelden met dat hele op tilt slaan. Dan haalden ze er voordeel uit. Als je de kast nog een keer flink trapte, dan deed ie het weer, blijkbaar. Mijn pet (die met de gele tijger, gekregen van mijn buurman, maar daarover misschien ooit meer) ging het te boven. Hetzelfde trucje kon je met de flipperkast in de voetbalkantine trouwens ook uithalen. Al bleef het voor mij onbereikbare magie. Tot op de dag van vandaag. Hoewel ik ook toe moet geven dat het mij niet écht interesseerde. Ja, oké, destijds wel een beetje, voor de vorm denk ik; kon je goed flipperen, dan was je stoer en dus mannelijk. Ik wilde toen als niet beter wetend kereltje graag mannelijk overkomen, wat het dan ook was.

Achteraf ben ik blij dat ik gewoon ben wie ik ben. Geen stoere man, geen flipperkastmagiër, zelfs geen snackbarhouder. Niets van dat. Ik ben een tobbend wezen dat over het algemeen geen idee heeft wat ie met het leven aan moet en gewoon maar zijn rondjes draait in de op tilt geslagen mallemolen van het even. Of toch oneven? Stof tot denken. Hiephoi en hopsasa.

#flipperen #snackbar #leven #tilt #kind #waanvandedag

Gisterenochtend had ik met iemand een interessant gesprek over identiteit. En wat dat dan is. Kun je natuurlijk een enorme boom over opzetten met eindeloze takken en dan nog reik je niet tot voorbij de verlossende wolken. De stam zal onder het gewicht van de immense takkenbos breken. Tragisch hoor.

Het ging met name over wat je voelt bij je land of bevolkingsgroep. Zij komt uit Syrië en is Koerd. Maar ja, de Koerden hebben geen erkend land. Wat op zich vrij idioot is, zeker als je, zoals ik, het hele idee van grenzen belachelijk vindt. Wat is een land meer dan de plek waar je woont, waar je je veilig en op je gemak voelt. Noem het thuis. Het maakt niet uit waar dat is. Op de wereld is genoeg plek, dus kies maar een plaatsje uit in de zon. Of regen. En als die plek om wat voor reden dan ook niet meer bewoonbaar is, dan kies je een andere plek. Voel je vrij, de wereld is van iedereen, dus wel eerlijk delen.

Zijsprong: waarom mag een rariteit als Elon Musk wel zo vrij zijn om leuk een beetje commercieel naar Mars te reizen zodat we daar straks met ons mensdom de boel kunnen verstieren, maar als iemand z'n huis wordt gebombardeerd of een gezin stelselmatig wordt gemarteld, verkracht of anderszins het leven onmogelijk gemaakt, of dat iemand denkt dat ie op een andere plek op de planeet gewoon een wat beter leven zou kunnen hebben, waarom mag die zich dan niet vrij bewegen? Dan ben je ineens illegaal. Wat een onzin. Niemand is illegaal. We zijn allemaal, echt iedereen, in pure willekeur op deze planeet geflikkerd omdat ouders en voorouders, daar weer voorouders van en zo verder, ooit besloten om te paren met elkaar. (En dan is dat nog een simpele versie.) Het is een kwestie van relatieve mazzel dat je in het arrogante Westen wordt gelanceerd of pure pech dat je op een kale, droge vlakte je eerste huilbui produceert – waarschijnlijk je eerste paniekaanval, maar dat terzijde. Niets meer en niets minder.

Nou, hele omweg weer. En dat alleen maar omdat ik tijdens dat gesprek opnieuw tot de ontdekking kwam dat ik mij in ieder geval geen Nederlander voel. Ik weet oprecht niet wat dat zou moeten zijn, een Nederlander. Behalve iets met taal en cultuur. Maar ik vermoed dat ik mij overal de taal en cultuur eigen zou maken. Het zijn slecht verzinsels, opstapelingen van handelingen en rituelen waar dan een bepaald gevoel bij zou moeten zitten en iets definieert. Maar ik voel dat niet. Hoe kan ik iets voelen bij een land dat voor de helft bestaat uit door mensen opgespoten zand, een gebied dat wordt afgebakend door dijken, rechte lijnen van kavels en kanalen? Nederland is grotendeels nep, plastic. Welk gevoel past daarbij, behalve leegte?

Ik ben een dier. Een mens om iets specifieker te zijn. En ik probeer het leven zo goed en zo kwaad als het gaat te leven. In een destructief systeem waar ik mij kapot aan erger, omgeven door andere mensen waar ik mij heel vaak ook aan stoor. Ik vind mensen in het algemeen heel erg dom (behalve de mensen die ik lief vind). Ik vind mezelf ook niet per se slim. Ik overleef. Ik stel de dood uit, een andere vorm van bestaan. Meer niet. Net als iedereen. En ik probeer in deze extreem tijdelijke toestand van wat we bewustzijn noemen zo goed mogelijk te leven. Misschien is dat wel identiteit. Of een aspect daarvan. Zie je, oneindig veel mogelijkheden. Een bos vol.

#identiteit #id #boom #bos #mens #leven #waanvandedag