ego echo

waanvandedag

Ik loop de hele dag al met kromme tenen en daar ben ik een beetje klaar mee. Daarom maar weer even wat stoom afblazen. En lees gerust door, ik probeer het rustig te houden.

Wat een rarigheid met dat inenten. Ik begrijp gewoon niet, nee ik wil niet begrijpen, waarom er zo ongelooflijk veel heisa van wordt gemaakt. Bizar. Een tergend sneu mediacircus en zelfs Willie moet er bijna van huilen. Iedereen met z'n kop op de foto terwijl ie een prik krijgt. En maar blij zijn. Een ommekeer, een kantelpunt. Nou, het is vooral ziek.

Ondertussen wordt volledig uit het oog verloren dat dit allemaal nooit nodig was geweest als we ons als nette tweebenige planeetbewoners hadden gedragen. In balans met de omgeving. Dieren, oerwouden en andere tweevoeters met rust laten. Alleen gebruiken wat je nodig hebt en grensoverschrijdend eerlijk delen. Maar ja. Ik geloof blijkbaar in sprookjes. Dus huppekee, prik erin en recht vooruit alsof er niets aan de hand is. De afgrond begroet u schaterlachend.

Over geloof gesproken. De overbuurvrouw strooit dagelijks het overgebleven brood over het balkon. Dat doet ze liefdevol, dat moet gezegd. Verspilling is geen optie volgens haar religieuze overtuiging. Mijn overtuiging die niets moet hebben van religie en denkbeeldige vriendjes is dat je verspilling inderdaad niet moet willen, maar dat je dat beter op een andere manier kunt oplossen. Ik gun het de zwermen vogels en het muizen- en rattengebroed van harte, maar het is op z'n minst vragen om overlast in welke vorm dan ook. Plus, de dieren gaan dood van ons voer – niet voor niets hebben we zelf ook allerlei gezondheidsproblemen die aan ons voedsel zijn gerelateerd. Hoe dan ook, misschien is het een idee om gewoon niet teveel eten te maken. Of om wat er overblijft naar een gft-bak te brengen. Te composteren voor gemeenschappelijke stadstuin misschien. Ja, sprookjes, ik weet het.

En toch gun ik de overbuuf ook dit moment van de dag. Het is waarschijnlijk het enige moment dat ze oprecht wordt gezien, niet alleen door mij, maar vooral door onze vlieg- en trippelvrienden. Want ik geloof wél dat zij verder voor vanzelfsprekend wormvormig aanhangsel des huizes wordt gezien, daar achter de vitrage aan de overkant. Precies, ze is een vrouw die uit geloofswaan binnen moet blijven – bidden en schoonmaken.

Kijk, nu staat ze achter het raam, gordijn iets opzij. Kijken of alles wel netjes wordt opgegeten. Ze glimlacht tevreden. De meeuwen krijsen hun suikerdiplied en storten gillend ter versteende aarde. Het is een ratjetoe.

#waanvandedag #vax

Reigers zijn als dagen. Ze krijsen om het hardst om aandacht, maar als je op ze af loopt, hoe rustig ook, dan vliegen ze weg.

Het ging door het park in tegengestelde richting. Dan zie je de dingen toch anders. Het werd ineens spannend op het vertrouwde pad, alsof ik in overtreding was. Wat ook klopte; eigen regels kun je prima consequentieloos aan je regenlaars lappen. Boetedoening in de vorm van angstzweet.

We namen een nummer op. Na eerder een stevige middag overleg over wat wel en niet binnen deze vier muren enigszins werkbaar is. Want laten we wel wezen, ons geluid is de laatste maanden behoorlijk aan het veranderen. Luider vooral. Neemt niet weg dat er ook nog voldoende nummers zijn die wel in een uiterst bescheiden thuisstudio overeind blijven. En dus gingen we op de nieuwe route verder. Omkeren is nooit een optie.

In de keuken vliegen de wraps tegen het plafond en snijdt een tierende vrouw zich aan een conservenblikje. Mijn passiviteit tijdens al deze tragiek verdient geen schoonheidsprijs.

Zie je wel, ondanks ons verheven artistiekerig bestaan blijven we gewoon met beide voeten op de grond. Wegzweven kan altijd nog aan de poten van een zilveren reiger bijvoorbeeld.

#waanvandedag

Tussen de opnames door, of juist terwijl De Vrouwe een zangpartij inzingt – zonder mijn priemende oortjes als toeschouwers – maak ik mijn rondje door het buitenleven.

Deze keer gaat de route over de smalle dijk tussen het Nieuwe Diep en het kanaal. En dat in een kansloze poging de ergste drukte te mijden. Ik kan het niemand echt kwalijk nemen (al zou ik dat natuurlijk heel graag doen) dat ze aan de wandel zijn, op de fiets rondjes sjezen of aan het rennen zijn. Allemaal in een parade op weg naar nergens. De letterlijke en dus heel lelijke vertaling van Talking Heads' Road to Nowhere.

Daar loop ik dan ergens tussen. Mezelf onzichtbaar denkend; het is een volslagen idiote manier van omgaan met mijn sociale gêne, maar zo doe ik dat nu eenmaal. Inwendig mezelf vervloekend met klamme oksels, uitwendig de kalmte zelf, alles onder controle, je weet toch. Ik wil niet meelopen in deze optocht van kakelende zombies, schreeuwende opjutters (ja, lekker man, tempo, tempo, kom op, go-go-go!) en pruttelend geneuzel. Ik wil hier niet mee worden geassocieerd, hier niet bij horen, geen deel uitmaken van.

Dan is daar het verlossende piepje van mijn telefoon. Zangpartij staat erop, ik kan naar huis, mijzelf losweken uit deze ellendige rij zwalkenden.

Hoe fijn is dan het thuiskomen in de relatieve rust van de kamer die wij delen, of misschien zelfs wel zijn. Nu is het mijn beurt om mijn stem aan het nummer toe te voegen. Koptelefoon op en de wereld is alleen die van ons.

#waanvandedag #muziek #mankes

Met alle liefde wens ik vanaf dit podium mijn trouwe en ook minder trouwe publiek een vers nieuw jaar toe. Waarbij gezondheid meer nog dan anders best wel een fijne bonus zou zijn. Strik erom.

Zoals ik al vaker heb geroepen vind ik het ook een beetje gek hoor, dat ene moment met allemaal gedoe eens in de zoveel dagen. Het is het zoveelste hersenspinsel waar wij als mensen nu eenmaal heel sterk in zijn: ergens betekenis aan geven. Met dezelfde overtuiging wens ik je een mooie nieuwe seconde, een prettig nieuw uur, een hartstikke fijne dag, week, maand, eeuw. Of gewoon zoals het uitkomt. Een heel leven lang.

Dus nou ja, omdat we toch iets af te tellen willen hebben en we niet voor niets een rotsvast vertrouwen hebben in dingen als kalenders, lineaire tijd en dergelijke waanbeelden, wil ik niet achterblijven. Laat ik ook eens water bij de azijnwijn doen. Een traditionele oliebol erbij en dan om 00.00 uur zoals we dat hier traditiegetrouw doen een dansje om het nieuwe jaar vrolijk mee af te trappen.

Op naar weer een jaar vol afvragingen, verwensingen, zuurpruimerij en hier en daar een kwinkslag en een korreltje zout. Weet dat ik jullie zeer waardeer. Proost!

#waanvandedag

Het zijn tussendagen. Het woord doet mij direct denken aan het nummer In Between Days van The Cure. Een niemendalletje, zoals ze dat graag deden. Het was tenslotte maar een single, dan paste vrolijk cynisme prima. Zo lieten ze van zich horen bij een breder publiek dat dan massaal kaarten kocht voor concerten en zich vervolgens eerst ruim twee uur door het albumwerk heen moest luisteren voordat de toegiften – uitsluitend wrange blijdschap: singles! – begonnen. Ik praat overigens onterecht in de verleden tijd, want dat doen ze nog steeds zo, de lieve schatten.

De dagen tussen lichtjes in een boom en straks de fik erin. Dagen van nachtelijke vuurwerkbommen, wandelingen door het park tussen het opnemen – of in ieder geval de poging daartoe – door. Een buurman boort nu al dagen naar hartenlust ontelbare gaten in de gammele muren van zijn berging. Hij heeft tenslotte een relatief riante box voor zichzelf waarin hij alles kan doen wat hij wil; dat kan helaas niet iedereen zeggen. Wij hebben hetzelfde type huis, maar delen onze berging met de buren waarmee we ook onze hal delen. Al zouden verkleinwoorden hier beter op hun plaats zijn.

Nog een paar dagen en dan gaat het boek van dit jaar de kast in. Het was een jaar waarin er niet heel veel veranderde. De Amazone wordt nog steeds uitgewoond, het ijs op de polen smelt in gestaag tempo, warmterecords sneuvelen ook dit jaar, mensen die de zee oversteken worden net als altijd teruggeduwd en verzuipen uiteindelijk, in Afrika heerst in willekeurige volgorde het vertrouwde Honger, Dorst, Verkrachting en Ontvoering, vaccins voor wat dan ook zijn er nauwelijks verkrijgbaar, de kloof tussen arm en rijk groeit wereldwijd lekker door en de bio-industrie tiert nog welig als vanouds. Ondanks dat zijn we aan deze kant van de aardkloot niet in in staat uit te zoomen en het geheel te overzien. Alles hangt met elkaar samen, maar we maken onszelf wijs onze bange handjes vol te hebben aan een virus en houden onszelf voor dat het leven zoals we het hadden echt fantastisch was. We fluisteren elkaar bemoedigend toe dat we daar hopelijk heel gauw weer naar terug kunnen. Hoop is naar goed gebruik de ultieme lege huls, een woord zonder enige betekenis, behalve een excuus om met natte oogjes achterover te hangen.

Gelukkig zijn er altijd mensen die veel beter in staat zijn om mijn zure boodschap over te brengen en zelfs van de woorden 'doemdenken en vooral niet hopen' iets positiefs weten te maken. Zoals filosoof Lisa Doeland dat doet op Brainwash. Je kunt er hier naar kijken of haar verhaal lezen. Een beetje perspectief en inzicht kan nooit kwaad.

Tussendagen. Een wachtkamer zonder afspraak, een boek met een open eind. Dag wordt nacht, nacht wordt dag. En zo draaien we het wieltje nog eens om, rom-bom.

#waanvandedag

Je kunt plannen wat je wilt, maar als de trein niet rijdt op het traject dat jou van het ene naar het andere stadje moet brengen, dan zit er weinig anders op dan de boel aanpassen.

En zo ging dat vandaag. Oké, ik kon omreizen of een deel met de metro – alternatief vervoer zoals dat dan heet, maar dat wilde ik niet. Sowieso niet, maar nu al helemaal niet. Dan moet ik extra overstappen wat een risico op andermans gehijg in mijn nek vergroot. Een virus of niet: afstand houden is verdraaid ingewikkeld voor de massa. Soms doe ik een poging. Dan blijf ik achteraan staan en stap op het laatste moment in. De tragiek van het verhaal is hoe dan ook: laat je anderen voorgaan, dan is het niet zo dat die ander dan denkt weet je, ik wacht nu even op jou, ga je gang. Nope. Het is ieder voor zich en je bent een loser als je niet meedoet aan dat suffe spel.

In plaats van een ritje Rotterdam naar mijn dochter – morgen doen we een herkansing – werd het een uurtje aan de wandel door het park. Ondanks de regen die soms meer en soms minder werd. Een paar seconden stopte het zelfs, om daarna weer lekker door te gaan met waar het in uitblinkt.

Tegen mijn principes in liep ik met een paraplu. Ik vervloek die dingen. Ze doen nooit wat ik wil, klappen uit wanneer het ze zelf uitkomt, ik zit steevast met mijn vinger tussen een van die magische uitschuifdingetjes, een balein prikt in mijn oog, ik houd het ding te hoog en dan klapt de wind eronder, ik houd het ding te laag en het frame trekt mijn haren uit m'n kop. De paraplu en ik, we zijn een dynamisch stel, zo is het ook.

De reden dat ik toch overstag ging had alles te maken met Vrouwlief die mij verzekerde dat het rustig weer was en echt aan te raden om toch even dat ding mee te nemen. Deed zij tenslotte ook elke dag en wie is er altijd vrolijk? Precies. Dus gewoon doen, ouwe, geen gezeik.

Dus ik liep inderdaad met plu door het park. En het viel ook best mee allemaal. Het ging maar een keertje bijna mis. Ik was aan het bellen met mijn moeder en mijn arm werd moe. Nou, eigenlijk allebei mijn armen. De ene van het in het gareel houden van het regenscherm op een stokje en de ander van het tegen mijn oor houden van mijn telefoon (ja, ik ben nog zo iemand zonder omgebogen wattenstaafjes en onzichtbaar microfoontje en/of speakerstand).

Toen ik de zielige armpjes wat afwisseling wilde bieden, raakten mijn hersentjes in de war. Want hoe wisselde ik de o zo handige hulpmiddelen van hand, zonder alles op de grond te laten flikkeren? U moet weten, ik ben motorisch geen wonder. Tenminste, op zich is het allemaal wonderlijk genoeg dat ik toch alweer een tijdje zonder al teveel schade op deze bol ronddobber, maar als het aankomt op dit soort bijna wiskundig vernuftige trucjes, dan gaat het spontaan mis.

Behalve vandaag. Vraag niet hoe, maar het lukte. En nog redelijk soepel ook. Daarom, vandaag was een topdag. Die gaat met stip de boeken in.

#waanvandedag

Langs het fietspad naar een van de twee supermarkten waar ik mijn aandacht en ons huishoudbudget zo eerlijk mogelijk over probeer te verdelen, staan bomen. Altijd fijn, die rakkers.

Bomen hebben wortels en die willen graag een beetje ruimte. Het fietspad wil daar best aan meewerken, dus het scheurt hier en daar wat. Iedereen blij. Ja, behalve de fietsers. Die worden flink door elkaar gegerammeld over een afstand van pak 'm beet driehonderd meter.

Dus eerder dit jaar is de gemeente aan de slag gegaan. Met machines over het fietspad en dan de toplaag eraf schrapen. Daarna opnieuw de boel asfalteren. Knappe boom die daar zijn wortels doorheen weet te jassen.

En verdomd, het zijn knappe bomen. Al vermoed ik dat ook het fietspad het stiekem wel een goede grap vindt; amper acht maanden verder ligt de boel er weer net zo bij als eerder dit jaar. Om je te bescheuren.

Ondertussen stuiter ik met een gebeitelde glimlach over dit rebelse stuk stad.

#waanvandedag

Het lot van de uitzendeling zit vol tragiek. Wanneer de biebdeuren (alweer) sluiten houden de inkomsten op. Dan is er gelukkig nog de boekhandel die de kerstgekte vanuit een gesloten inrichting zo goed en zo kwaad als het gaat verdeelt. In gewoon Nederlands betekent dat: teringveel bestellingen en die dan als een gek rondbrengen. Op zich natuurlijk heel mooi dat er veel boeken cadeau worden gedaan. Maar streep de hele administratieve bende en de inpak- en bezorguren weg tegen de boekenprijs en het is een druppel op een muterende plaat.

Toch is dit geen klaagzang. Vandaag fietste ik met plezier van klant naar klant. De mensen zijn best blij als je ze hun pakje overhandigt. En ik heb zomaar wat bonuskilometers in de tere beentjes. Want iedereen weet: een goede conditie is het halve werk. Mopperen is er nu dus heel even niet bij. Tel daarbij op dat het leven als uitzendkracht altijd vol verrassingen zit. Luister daarom niet raar op wanneer ik je straks bel met de uitslag van de test. Speel ik ineens voor GGD'er. Lachen toch.

Edoch, niets is zeker. Daarom speur ik ondertussen ook naar eventuele overheidssteun. Ondanks dat elke vezel in mij daar uitermate afkerig op reageert. Ik probeer de interne goegemeente te sussen met de gedachte dat het zo'n vaart niet zal lopen en dat het echt heus alleen maar voor de zekerheid is. En ook om mijn behulpzame bibliotheekcollega over een paar weken te kunnen zeggen dat ik zijn raad heb opgevolgd. Sociale flexwerker als ik ben.

Neemt allemaal niet weg dat ik niet begrijp dat een wijnhandelaar (sponsor van comazuipende kommaneukers), een slager (handelaar in stukken dood dier), een bloemist (handelaar in stervende stelen) en een chocolaterie (spelend onder één hoedje met de tandarts en diëtist) als essentieel door het leven gaan, terwijl boeken over het algemeen de horizon verbreden en het leven nog van enige betekenis kunnen voorzien.

Betekenis en verhalen zijn de toverwoorden. Zoals tijdens het wandelrondje door het park en de ongekende waarde daarvan. Sinds lange tijd weer eens samen, hand in hand en hier en daar stoeiend. Ondertussen filosoferend over de tijd tussen het daar en hier, gelezen boeken en artikelen waarbij we en passant onze passerende medemens bespreken en er het onze van vinden. Daarom, het kan altijd erger toch, Arthur?

#waanvandedag

Een zogenaamde beloning voor je vaccinatie. Ik krijg er spontaan een wee gevoel van in mijn maag.

Laat duidelijk zijn dat ik niet tegen vaccineren ben. Maar ik ben wel tegen de manier waarop er in de afgelopen maanden als een idioot heel veel tijd en geld is gestoken in de ontwikkeling en het testen van een vaccin. Die enorme snelheid bevalt mij niet. Tel daarbij op dat ik het een schoolvoorbeeld vind van hoe wij met elkaar omgaan en dan vooral het misbruik maken van elkaar. Een race tegen een onzichtbare klok ten koste van alles. Het welbekende destructieve kortetermijndenken viert hoogtij.

Waar het rijke westen nu dus binnen negen maanden kan beginnen met het vaccineren van de bevolking (waarvan dus helemaal niet zeker is of het vaccin echt werkt), zal het minder rijke of arme deel van de wereldbevolking (een stevige meerderheid van de mensheid die toch altijd al – ook letterlijk – buiten de boot valt) nog zeker twee jaar moeten wachten. Ondertussen is datzelfde deel van de mensheid als proefpersoon gebruikt. Het leverde namelijk geld op om je lichaam te verkopen. Tel daarbij op dat de overige vaccinatieprogramma's in die landen volledig stil werden gelegd. Gevolg: ziekten die we in ons veilige nestje als verleden tijd beschouwen, zullen zo goed als zeker weer de kop opsteken. Goed bezig.

Nu ik vanochtend zo'n beetje als eerste het bericht las dat volgens een representatief onderzoek (waar ik ook mijn vraagtekens bij zet: iets meer dan 1600 mensen is iets gevraagd) driekwart van de Nederlandse bevolking voor een voorkeursbehandeling zou stemmen wanneer je bent ingeënt, had ik spontaan geen zin meer in mijn ontbijt. Misselijkmakend.

Als je al voor een dergelijk systeem zou kiezen, dan moet het gaan over het belonen van gedrag dat een volgend virus zou voorkomen; het kan het dus nooit over een uitvloeisel van ons gedrag tot nu toe gaan. Ik roep het nog maar een keer: Covid-19 hebben we aan ons eigen inhalige en oeverloze graaigedrag te danken. Wij zijn zelf het virus. We consumeren ons suf met als gevolg dat we op hoge snelheid afstevenen op een onbewoonbare planeet.

Zoals de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb zei en met hem nog heel veel anderen: het is een gedragsprobleem. Laat ik het bij herhaling wat algemener maken: als we ons gedrag niet veranderen kunnen we vaccins blijven uitvinden tot we een ons wegen.

Inmiddels waarschuwt de WHO, net als voorgaande decennia, voor een volgende pandemie. Want wees gerust, dit is pas het begin. Volgens mij ben je dan verkeerde prioriteiten aan het stellen als je trots met je vaccinbewijs een kroeg in mag, naar een concert toe kan of het OV in (nota bene een basisvoorziening die je dus – huppekee – kan worden ontnomen door de amoebes die niet in staat zijn verder te kijken dan hun eigen trieste wereldje).

Gedrag dus. In het grote geheel. Daar is geen vaccin, een doekje voor het bloeden, voor. Het is een kwestie van anders denken en doen. Actie. Zo niet, dan zal er nooit sprake zijn van een post-coronatijdperk.

#waanvandedag

Hoeps, daar zakt mijn broek weer spontaan af. Niet omdat het zo lekker modieus of swag is. Nee, maar wel omdat ik het nogal een bizar argument vind dat winkelketens beginnen te huilen omdat ze met een kerstvoorraad blijven zitten en de ingeslagen kleding straks “uit de mode is”. Wat de neuk? Mode? Echt joh, dat verzinsel, die mythe, die zinsbegoocheling ga je als argument gebruiken? Kom dan met iets enigszins geloofwaardigs als tja, we moeten de arbeiders in de sweatshops nog betalen, want die hebben zich letterlijk de tering gewerkt en nu is hun kommetje pap op. Dus ja, geef even steun, dan kunnen we die schuld in ieder geval inlossen.

Daarom loop ik nu in mijn blote reet. Natuurlijk kan ik mijn broek ophalen, maar dan blijf ik bezig. Want de ene drogreden is nog niet de wereld in geholpen of de andere aso's staan alweer aan m'n lieve broek te sjorren. Zoals daar zijn: de andere winkelketens, de zogenaamd grote spelers die best tegen een stootje kunnen. Sterker, zij zijn er mede schuldig aan dat we maar blijven consumeren. Dat we maar troep blijven kopen die we totaal niet nodig hebben. En dat voor een zo laag mogelijke prijs. Nou ja, relatief dan hè. Ik hoef vanzelfsprekend niet weer te roepen dat die prijs voor een heel groot deel van de mensheid torenhoog is en dagelijks doden kost. Dus, Action, HEMA, Wibra en andere eikeltjes die zo lekker vrijemarktdenkend de grenzen van de maatregelen opzoeken: dikke vinger voor jullie (dan houd ik het nog netjes). Echt, daar zijn de Ruttetoespraakschreeuwers beginnelingen bij – wat ze sowieso ook zijn.

Ik wilde ook nog iets gillen over Schiphol en de gierende waanzin daarvan. Maar laat ik nu niet ineens al mijn onkruid verschieten. Dus voordat ik kou vat hijs ik toch mijn broek maar op. Voor je het weet stoort men zich aan mijn jaloersmakende boxershortbilletjes. Dat wil ik natuurlijk niet op mijn geweten hebben.

#waanvandedag