ego echo

Het is best een sympathieke organisatie hoor, het Trimbos-instituut. Zoals ze nu proberen enige invloed te hebben op het later vandaag losgaan van clubs en andere uitgaansgelegenheden. Tenminste, invloed is niet helemaal juist. Het is juister te zeggen dat ze het fenomeen 'onder invloed' wat aandacht willen geven. En dan vooral dat het verstandig is om rustig aan te doen als je vanavond en vannacht je bloed met wat alcohol verdunt. Of je brein gezellig wat laat spoken met poeders en pillen. Lijkt mij oprecht een uitstekend advies.

Toch wringt er ook iets. De boodschap is namelijk 'rustig aan doen om zo weer te wennen aan alcohol- en drugsgebruik'. Het is namelijk doodnormaal dat kinderen op steeds jongere leeftijd beginnen aan hun levensbedreigende kroegentocht. Maar, niks aan het handje als je het maar verstandig opbouwt. Ga los, zuip en snuif. Hartstikke oké en je hoort er helemaal bij. Iedereen doet het. Het is namelijk de enige manier om de werkelijkheid niet onder ogen te hoeven komen of in elk geval tijdelijk on hold te zetten.

Zoals met alle andere shit die generaties volwassenen hebben veroorzaakt, zijn kinderen uiteindelijk gewoon de wandelende reflecties van hun (in)directe omgeving. Om er een tenenkrommend anglicisme op los te laten: aapje ziet, aapje doet. Grote vraag is dus hoe lang we nog in die spiegeltjes willen kijken. Tot die tijd vooral waarschuwen dat je voorzichtig moet zijn met de inname van drugs & booz. Want het leven moet wel een feestje zijn.

Nou hoppekee, skanken maar. Too Much Too Young (live). The Specials.

#waanvandedag

Nog net voordat hier in Amsterdam het licht uitgaat een bericht uit, laat ik Fjodor er even bij pakken, het ondergrondse. Een schrijven over iets waarvan ik zelf nog niet weet waar het over moet gaan. Dit wordt er dus zo eentje die alle kanten op kan. Hoewel, dat kan het altijd al. Meestal begin ik maar gewoon met iets wat als eerste in mijn verziekte geest naar boven boert.

Maar goed, de stroomvoorziening ligt zowat op apegapen. Dat is de strekking van een van de berichten die ik vanochtend las. Nu nog in delen van de stad die aan het hoofd van de andere aan tafel gezeten steden zit. En ook het altijd wonderlijke noorden van Nijmegen en Heerenveen hebben voorlopig even geen energie over voor grootverbruikers. Ik zal dan wel weer met een hoop overleden koeien uit de sloot aan komen zetten, maar misschien is het een ideetje om eindelijk eens over te gaan tot minder van alles? Minder economische groei bijvoorbeeld. Want wat is die groei nou helemaal? Kun je het zien, horen, voelen, ruiken, aanraken? Bestaat het eigenlijk wel of is het een zoveelste sprookje, zodat we als een malle in de molen blijven zitten en eindeloos duizelig onze rondjes draaien tot het ooit eens klaar is? U begrijpt, het zijn louter retorische vragen. Het antwoord blijft even simpel als altijd. Gaan we nu weer over naar de studio in Den Haag waar onze Grote Leider Kim Mark-un zijn onnavolgbare duiding zal geven. Slaap alvast zacht.

Fietsend naar lucht zag ik in een fractie van een seconde een hoop agressie. Een tegemoetkomende fietser mepte uit het niets in op het hoogstaande kruid, riet en weet ik wat er allemaal groeit langs de weg. Zijn gezicht op onweer. Blijkbaar was het hard nodig zijn machtig bestaan kracht bij te zetten door nietsvermoedend groeisel een lesje te leren, ik weet het niet. Wat ik wel grappig vond was dat hij bijna zijn evenwicht verloor door zijn nogal brute zwieparmenactie. Hij vloekte en stampte nog wat harder op zijn pedalen. Even daarvoor kwam ik uit de supermarkt. Een paar jongens op een brandtrap naast de ingang gooiden een platgedrukt blikje op straat en riepen naar mij opruimen meneer! Ik stak zonder het trapjorum aan te kijken de middelste van vijf vingers omhoog en liep door. Er werd gejoeld en ik deed een verschoten gebedje. Nog geen tel later verpulverde een lichtflits de trap. Over energie gesproken.

Laat ik hier een positief eind aan breien door Orchestral Manoeuvres in the Dark hun zegje te laten doen. Electricity – live, 1981.

#waanvandedag

Dit zijn de dagen die voorbijschuiven. De weerspiegeling in het raam ben ik. Hij die schrikt van nog minstens 30 jaar. Dat is van toen ik twintig was en moet je zien wat er allemaal in die tijd kan gebeuren. De drang het bordje gesloten op te hangen.

Dit zijn de dagen van de broek met de scheur. Niet uit modegevoel, maar puur slijtage. Niet weten waar de stof blijft, waar die verging. Een broek als boot zonder drijfvermogen.

Dit zijn de dagen van verboden haast en zelden thuis. Van nachten na dagen die vanzelf in stukken breken. Koekkruimels, huidschilfers en bladderende verf en het zwijgende monster voor het raam met zijn dode ogen. Blijf toch niet buiten staan.

Dit zijn de dagen die mij aanstaren, van podiumvrees en het gemis van adrenaline. De energie die ontbreekt om te bedenken wat dan wel en hoe en wanneer en vooral waarom. Al weet ik het allemaal donders goed. Deze plek is zo bekend, kijk maar, daar is de wal en daar toch weer dat schip. De ruimte vernauwt en ik doe alsof er plek zat is.

Dit zijn de dagen dat ik denk aan een van mijn oude schriften waarin ik al puberend mijn gedichten en gedachten schreef. Er staat dat het precies is wat ik doe. Doen alsof. De huismus die de wereld wil verkennen. Zat ik maar in een trein naar Berlijn, naar Wenen, naar Praag of Skopje desnoods. Gitaar mee en zien waar de slaap mij brengt.

Dit zijn de dagen waar ik niet verder kom dan de gespannen boog, de versnelling in de bocht, de middelpuntvliedende kracht die mijn plaats bepaalt.

Dit zijn de dagen. Dit zijn de dagen. De dagen van dit zijn.

#proza #waanvandedag

Dit schrijven zal vast net zo tranentrekkend worden als de dag zoals die is. Nat en grijs. Tenminste, hier in het provincietje Noord-Holland. Op andere plekken schijnt het inmiddels al wat beter te gaan en laat de regen slechts wat zoute sporen na. Zoute regen. Hoe kom je erbij? Weet ik veel, ik zei toch al dat het om te huilen was hier, nou dan.

Het goede nieuws is dat een natuurorganisatie een dikke prijs heeft gewonnen. Een prijs die de naam van een fervent jager en wildplasser draagt, dat ook. Ironisch genoeg sleepten ze de som geld in de wacht omdat de pandemie heeft aangetoond dat natuur onmisbaar is. Schraal toch, dat dit kwartje nu pas valt. Of is het gewoon een hoop bellenblazerij omdat zo'n jury toch iets moet zeggen en dan maar kiest voor wat het gros van de bevolking vast wel kan begrijpen. Uiteindelijk wordt alles steeds meer op Jip en Janneke-niveau door de strot geduwd. Al doe ik Annie daarmee ernstig te kort. Sorry An.

Maar echt hoor. Soms zie ik met een schuin en half dichtgeknepen oog wat reclameprut voorbij komen. Mij bekruipt steevast het gevoel dat de beoogde doelgroep kwijlend met een eeuwige loopneus en nauwelijks in staat tot enige autonomie door het leven kruipt. Wat een treurigheid. Positieve kant is dat het zoveel mogelijk blokkeren van online reclames en het mij onthouden van de grote techreusmediakanalen loont. Ik bespaar me een fractie lamlendig gebrul door marketingidioten. En kom ik dan toch een enkele keer in die analoge of niet te vermijden digitale bagger voorafgaand aan en/of tussen gemiste of rechtstreekse uitzendingen door vast te zitten, dan vloek ik gewoon heel hard en voel mij bevestigd in mijn keuze voor een bestaan in de relatieve luwte.

In een bos pleegde een man zelfmoord, langs de Waal spoelden twee lichamen aan. Van Agt keert de in puinhopen verkerende CDA de rug toe, Markje heeft wel een heel weekend nagedacht en gebeld (al heeft ie waarschijnlijk geen idee waarom, want het landje ligt er toch prachtig bij onder zijn bescheten regime?) en in Siberië gaan mensen bij plus 30 graden breeduit grijnzend en lol makend op de foto op de smeltende ijsvlakte. Veger en blik erbij en als een stratenmaker op zee het hoopje domheid in de prullenbak geflikkerd.

Regen dus. De misantroop fluit zijn wijsje tegen de wind in en stikt zowat in zijn eigen melodie. Laat ik gek doen. The Beatles. Rain.

#waanvandedag

Kom ik net terug van de boodschappenblijdschap, blijk ik niet alleen in huis te zijn. Oké, misschien niet helemaal onlogisch als je bedenkt dat ik bij het weggaan zowel het raam als de twee balkondeuren open heb laten staan. We wonen tenslotte niet voor niets in Amsterdam, daar waar je de mensen nog kunt vertrouwen op hun lachgassend stilzwijgen en onverschilligheid. Wonen op een kluitje brengt niemand nader tot elkaar. Daarom, alles open laten om die vermaledijde warmte in huis een klein beetje te verjagen. Nu kan het even. En het werkt hè. Van 25,5 graad zijn we in een paar uur gezakt naar een schamele 24, bijna koud.

Hoop doet beven en trekt vliegen aan. In dit geval een dikke bromvlieg. Het beest zoemt en bromt zich een ongeluk. Knalt in zijn totaal, voor mijn mensenbrein althans, onnavolgbare gezwabber tegen het raam en bzzzt weer door. Ik denk dan: ga naar buiten zoals je naar binnen kwam. Er is keuze genoeg. Ik hield zelfs het horgordijn nog even open. Maar nee. Eigenwijs.

Kijk, nu zit ie op de boodschappentas, maar ja, ik wil dat wat er inzit uitpakken en opbergen. En weg is ie. De badkamer in. En weer terug, keuken door, kamer in, tafelpoot. Rust. Halve seconde en weer door. Ik word er een beetje moe van. Zit stil of vlieg naar buiten, maar niet dit geklooi. Een gemiddeld mensdier zou roepen dat je 'm moet doodslaan. Maar ik gedraag mezelf liever niet als gemiddeld, want dat is precies waarom het leven op deze planeet in een staat van ontbinding verkeert. Ik verwacht dat het brommende geval uiteindelijk vast wel de juiste luchtstroom weet te vinden en de buitenkant van het huis zal gaan bekijken. Daar kan hij zich uitstekend nuttig maken en van waarde zijn. Tot die tijd moet ik mezelf maar afleiden. Om te beginnen met een toepasselijk gedrocht van een liedje. Human Fly. The Cramps. Voor als je nog geen kramp had.

#waanvandedag

Schone lucht. Daarvoor moet je blijkbaar in Groningen zijn. Hoewel, wat is schoon? Ik denk eerder dat het wat minder vieze lucht is. Met je juichberichten over schone lucht. Echt schoon is het simpelweg nergens meer, gek hè?

Ondertussen wordt het drinkwater bedreigd door boringen naar aardwarmte. De zoveelste wassen neus die doorgaat voor groen alternatief voor de eveneens verziekende fossiele energie. En nog steeds geen woord over dat het allemaal radicaal minder moet. Kijken we daarna wel weer eens verder. Gedragsverandering, tegengaan van verspilling, efficiënt gebruik en vooral verdeling. Of misschien moet het helemaal over een andere boeg. Alles is en blijft nu gericht op het doorzetten van de lang en breed bewezen doodlopende lijn die is ingezet sinds de industrialisering. Of eigenlijk nog daarvoor, toen we in al onze gekheid besloten op een plek te blijven en uitputtende landbouw heilig te verklaren in plaats van de balans te behouden in het wereldwijde ecosysteem waar wij ook gewoon deel van uitmaken. Omdat werkelijk alles met elkaar samenhangt. Dat wisten we toen allang, maar die kennis is monddood gemaakt en vakkundig uitgeroeid. In naam van god en kapitaal. Maar joh, wie ben ik met mijn geroep in de kaalgevreten woestijn die verdacht veel lijkt op de zeer nabije toekomst?

Nog een staaltje mensenwaanzin. Want o jee, de randmeren in Flevoland groeien dicht. Planten, algen. Wat een toestand. En dat is slecht. Voor wie? De mens. Met z'n bootjes en zwemplezier. Gast, misschien moet je niet varen voor je lol, met je wijntje en je kaasplank voor je neus. Ga ergens anders recreatief zwemmen in plaats van dit eindeloze geloei. Bedenk voor de gein wat de oorzaak is van de begroeiing die je blijkbaar niet wenst. Niet raar opkijken als het gewoon een eigen schuld dikke bult-verhaal is. Want wie heeft ooit dat hele Flevoland uit het water gestampt? Ah, de alwetende tweevoeter met z'n eigenwijze arrogante kop.

Zo blijven we als vanzelf verwende krokodillentranen janken om een speeltje dat kapot is gegaan. Kindje toch. Kom hier, handjes wassen in onschuld en dan verstikken we daarna nog wat meer stof en sterven we langzaam en ontheemd gelukkig.

Over woestijnen gesproken: Desert Song (live). Dead Can Dance.

#waanvandedag

Zoals elk jaar loop ik op een zomerse dag in juni door het park bedekt door een witte pluislaag, terwijl het om mij heen pluizen sneeuwt. Het zal de populier wel weer zijn – er staan er hier genoeg in alle soorten en maten – op zoek naar vruchtbare grond voor de voortplanting. Doe je best.

Tussen twee dikke, hoge bomen zit op een eenvoudig klapperend campingstoeltje een man met zilvergrijs haar, tenminste, dat wat er nog van rest. Hij trekt er steevast op dit soort dagen op uit naar deze plek in de luwte. Hij leest zijn boek en kijkt soms op, staart over de nauwelijks te herkennen begraafplaats voor zich uit en leest dan weer verder.

Een grote libelle zoemt rakelings langs mijn hoofd net als de vliegtuigen van het door de overheid gesponsorde KLM. Ze denderen elke twee minuten over de stad, steeds lager lijkt het wel. Je vraagt je af waarom, waarheen en waarvoor. Toch, Mieke?

Uit het park loop ik de wijk in die krom trekt van de hitte en de ontelbare bouwprojecten. Het timmert, boort, zaagt en drilt door de straat. Het vuil zwerft zoals alleen achteloos op straat gegooid afval dat kan.

Vier trappen omhoog en ik ben op de tweede verdieping. Het seizoensgebonden kleine geluk van wonen op het noorden. Met de gordijnen dicht blijft de ergste warmte voorlopig nog buiten.

#waanvandedag

Wachten, wachten, altijd maar wachten. Dat is een gevleugelde uitdrukking in huize mijn familia. Of het ooit is ontstaan bij de opa en oma aan mijn moeders kant, of dat het iets is wat mijn ouders onderling elkaar plagerig toespelen, dat weet ik niet precies meer. Het ligt daar ergens tussenin, denk ik. Wat ik wel weet is dat er heel wat wordt gewacht. Meestal mijn moeder op mijn vader. Omdat hij nu eenmaal niet graag wordt opgejaagd – onderstreept met zijn troef “gaan we jagen?”. Mijn moeder is graag ruim op tijd klaar, is altijd voorbereid en alert. En dus is zij nagenoeg altijd degene die in de wachtstand staat.

Wat mezelf betreft, ik heb het allebei. Ik wil niet onder druk gezet worden en ik wil niet wachten. Uitkomst: vaak onder druk (meestal gewoon door mezelf) en vaak in de wacht. Soms is het overmacht. Zoals nu. Deel twee van de KPN-monteursafspraak. De vorige mensjes hebben een kastje niet aangesloten. Daar komt nu een andere monteur voor. Iets met werkverschaffing en onderaannemerscarrousel. En dus wacht ik binnen het gekaderde tijdstip tussen tien en twaalf braaf en met gierend hart. Het went nooit, u weet.

Niet alles is wachten. Afgelopen weekend was de geslaagde dochter in het Amsterdamse. Om precies te zijn, zondagmiddag om half twee pikten we haar op bij Muiderpoort. We lunchten buiten de deur want we hadden natuurlijk wat te vieren. Daarna, om het extra feestelijk te maken, zelfs nog een glaasje prik op een ander terras. Party! Nog voor het avondeten zat het eerste potje Ligretto er alweer op en na het eten gingen we fanatiek als altijd verder. De onderburen zullen het zwaar hebben gehad met ons gemep op tafel. Geloof me, het gaat er hier fel aan toe. Alles voor de winst.

Om een klein beetje af te koelen maakten we een avondwandeling door het park en probeerden we en passant de verschillende gymtoestellen die er verspreid door het groen staan. Wat nou sociaal ongemak. Daarbij, het was heel stil. Half Nederland zat naar het voetjebal te kijken. Zo hingen we in een stuk elastiek en trokken we onszelf op aan een klouterrek, draaiden we een rondje op het duikelrek en sloten we af met pret op de kabelbaan in de speeltuin. We zoefden ons suf. Weer thuis nog een potje Ligretto om de dag af te sluiten.

De volgende ochtend, gisteren, begon met een online studiekeuzeadviesgesprek voor de aankomende studie. Na een half uur was het oordeel positief. Ook mooi, vanaf september begint de volgende levensfase aan de Hogeschool Rotterdam. We childen wat op de bank, gooiden er wat middageten achteraan, nog een potje Ligretto (nee, we zijn niet verslaafd) en toen was het weer tijd om naar de trein te gaan. Dochterlief moest om zes uur present zijn op haar werk.

En nu dus in de wacht. Hoewel, ik lieg een heel klein beetje. Inmiddels is de monteur al geweest. Dikke meevaller. Glasvezel een feit, hoezee.

Van al die spielerei krijg je vanzelf zin in Playground Twist. Siouxsie and the Banshees.

#waanvandedag

Coronadeals. Dat je afspraken maakt, het op een akkoordje gooit met corona? Nope. Dat je tijdens een pandemie een leuke, scherpe aanbieding krijgt bij een overbodige winkelketen? Ook niet. Dat het ministerie van Volksgezondheid miljarden uitgeeft en geen idee aan wie en wat? Correct. U wint een tas vol met niks.

Wonderlijk volkje toch, die ministers van ons. Ze doen maar wat. Met als argument dat het nu eenmaal een crisissituatie was en de gezondheid van zorgmedewerkers prioriteit had en dus de administratieve juistheid ondergeschikt. Zo dan. Doe maar kordaat en meelevend. Typisch staaltje gecombineerd VVD en CDA gelul inclusief babbelschuim. Als je in de zorg werkt en je leest dat jij, met je tong op je klompen, als excuus wordt gebruikt voor wanbeleid dan moet dat heel pijnlijk zijn.

Of dat je in armoede leeft. Afhankelijk van toeslaggedrochten, omgeven door een repressief bijstandsregime. Meestal gaat dat ten koste van je gezondheid. Kom dan vooral niet aan met hetzelfde argument dat je daarom je administratie niet op orde hebt. Dat je niet weet wie deze keer als goedhartig mens een doos boodschappen voor je deur heeft gezet en waarom je koos voor je kind, je geweten of gewoon je fysieke en mentale welzijn in plaats van een uitknijpbaan in een klimaatverziekende vleesfabriek. Kom je niet mee weg, je bent de klos.

Behalve dus als je dol bent op pluche en alles krom lult wat recht is. Lekker opportunistisch en het zinkend schip verlaten we precies op tijd en we hupsen met hetzelfde gemak over naar een volgende mammoettanker op ramkoers. Hier met dat stuur. Mijn naam is Ark, dus varen is echt mijn ding. En hij daar, met dat Jonge guitige koppie, gelooft in een zondvloed en dat alles dan vergeten en vergeven is. Komt dat even goed uit – voorwaarts!

Blijft nog steeds dat opmerkelijke woord over. Coronadeal. Van corona weten we ongeveer wat het is. Je schijnt er een hoop pleistermethodes voor te hebben zonder dat je de oorzaak hoeft aan te pakken, kennelijk. Gewoon veel angst, sociale druk, zogenaamd vrijwillig verplichte apps en overige onnavolgbare methodiek door de strot duwen, dan houdt het massamensje zich wel koest. Zoveel is duidelijk. Maar wat is dan die deal? Welke afspraak? Wie wordt er beter van? Ah. Nee, wacht, het ligt op het puntje van mijn zwerende tong.

Ik laat de suggestie van het antwoord over aan John Lydon en Afrika Bambaataa. Als je oplet hoor je in hun nummer World Destruction (hoe toepasselijk) het zinnetje the rich get richer, the poor are getting poorer. Dat dekt de lading van dit rampzalige vlot dat we 'beleid' noemen zo ongeveer wel. Volksgezondheid ammehoela.

#waanvandedag

Nou, we kunnen allemaal weer gewoon door met ademhalen, dochterlief is geslaagd. Vlag uit, taart, champagne, bezorgvoertje. De hele mikmak. Ze is nu even naar school om het te vieren, dus heb ik de vrijheid genomen haar laptop – waar we heel wat uren samen achter hebben gezeten, en zij nog heel veel meer – even te pakken en snel wat neer te kalken hier. Ik ben erg blij en opgelucht. Het was hard werken, zwoegen, slepen en sleuren, spannend, maar uiteindelijk allemaal de moeite dubbel en dwars waard. Nu even uitrollen tot we ergens in september (voorbereidingshobbels daargelaten) tot stilstand komen, opstaan en de deuren van de vervolgopleiding zich voor haar openen.

Laat ik heel gek doen en Cindy Lauper uit de kast trekken. Plezier maken, huppekee! Girls Just Want To Have Fun.

#waanvandedag

Enter your email to subscribe to updates.