ego echo

Schone lucht. Daarvoor moet je blijkbaar in Groningen zijn. Hoewel, wat is schoon? Ik denk eerder dat het wat minder vieze lucht is. Met je juichberichten over schone lucht. Echt schoon is het simpelweg nergens meer, gek hè?

Ondertussen wordt het drinkwater bedreigd door boringen naar aardwarmte. De zoveelste wassen neus die doorgaat voor groen alternatief voor de eveneens verziekende fossiele energie. En nog steeds geen woord over dat het allemaal radicaal minder moet. Kijken we daarna wel weer eens verder. Gedragsverandering, tegengaan van verspilling, efficiënt gebruik en vooral verdeling. Of misschien moet het helemaal over een andere boeg. Alles is en blijft nu gericht op het doorzetten van de lang en breed bewezen doodlopende lijn die is ingezet sinds de industrialisering. Of eigenlijk nog daarvoor, toen we in al onze gekheid besloten op een plek te blijven en uitputtende landbouw heilig te verklaren in plaats van de balans te behouden in het wereldwijde ecosysteem waar wij ook gewoon deel van uitmaken. Omdat werkelijk alles met elkaar samenhangt. Dat wisten we toen allang, maar die kennis is monddood gemaakt en vakkundig uitgeroeid. In naam van god en kapitaal. Maar joh, wie ben ik met mijn geroep in de kaalgevreten woestijn die verdacht veel lijkt op de zeer nabije toekomst?

Nog een staaltje mensenwaanzin. Want o jee, de randmeren in Flevoland groeien dicht. Planten, algen. Wat een toestand. En dat is slecht. Voor wie? De mens. Met z'n bootjes en zwemplezier. Gast, misschien moet je niet varen voor je lol, met je wijntje en je kaasplank voor je neus. Ga ergens anders recreatief zwemmen in plaats van dit eindeloze geloei. Bedenk voor de gein wat de oorzaak is van de begroeiing die je blijkbaar niet wenst. Niet raar opkijken als het gewoon een eigen schuld dikke bult-verhaal is. Want wie heeft ooit dat hele Flevoland uit het water gestampt? Ah, de alwetende tweevoeter met z'n eigenwijze arrogante kop.

Zo blijven we als vanzelf verwende krokodillentranen janken om een speeltje dat kapot is gegaan. Kindje toch. Kom hier, handjes wassen in onschuld en dan verstikken we daarna nog wat meer stof en sterven we langzaam en ontheemd gelukkig.

Over woestijnen gesproken: Desert Song (live). Dead Can Dance.

#waanvandedag

Zoals elk jaar loop ik op een zomerse dag in juni door het park bedekt door een witte pluislaag, terwijl het om mij heen pluizen sneeuwt. Het zal de populier wel weer zijn – er staan er hier genoeg in alle soorten en maten – op zoek naar vruchtbare grond voor de voortplanting. Doe je best.

Tussen twee dikke, hoge bomen zit op een eenvoudig klapperend campingstoeltje een man met zilvergrijs haar, tenminste, dat wat er nog van rest. Hij trekt er steevast op dit soort dagen op uit naar deze plek in de luwte. Hij leest zijn boek en kijkt soms op, staart over de nauwelijks te herkennen begraafplaats voor zich uit en leest dan weer verder.

Een grote libelle zoemt rakelings langs mijn hoofd net als de vliegtuigen van het door de overheid gesponsorde KLM. Ze denderen elke twee minuten over de stad, steeds lager lijkt het wel. Je vraagt je af waarom, waarheen en waarvoor. Toch, Mieke?

Uit het park loop ik de wijk in die krom trekt van de hitte en de ontelbare bouwprojecten. Het timmert, boort, zaagt en drilt door de straat. Het vuil zwerft zoals alleen achteloos op straat gegooid afval dat kan.

Vier trappen omhoog en ik ben op de tweede verdieping. Het seizoensgebonden kleine geluk van wonen op het noorden. Met de gordijnen dicht blijft de ergste warmte voorlopig nog buiten.

#waanvandedag

Wachten, wachten, altijd maar wachten. Dat is een gevleugelde uitdrukking in huize mijn familia. Of het ooit is ontstaan bij de opa en oma aan mijn moeders kant, of dat het iets is wat mijn ouders onderling elkaar plagerig toespelen, dat weet ik niet precies meer. Het ligt daar ergens tussenin, denk ik. Wat ik wel weet is dat er heel wat wordt gewacht. Meestal mijn moeder op mijn vader. Omdat hij nu eenmaal niet graag wordt opgejaagd – onderstreept met zijn troef “gaan we jagen?”. Mijn moeder is graag ruim op tijd klaar, is altijd voorbereid en alert. En dus is zij nagenoeg altijd degene die in de wachtstand staat.

Wat mezelf betreft, ik heb het allebei. Ik wil niet onder druk gezet worden en ik wil niet wachten. Uitkomst: vaak onder druk (meestal gewoon door mezelf) en vaak in de wacht. Soms is het overmacht. Zoals nu. Deel twee van de KPN-monteursafspraak. De vorige mensjes hebben een kastje niet aangesloten. Daar komt nu een andere monteur voor. Iets met werkverschaffing en onderaannemerscarrousel. En dus wacht ik binnen het gekaderde tijdstip tussen tien en twaalf braaf en met gierend hart. Het went nooit, u weet.

Niet alles is wachten. Afgelopen weekend was de geslaagde dochter in het Amsterdamse. Om precies te zijn, zondagmiddag om half twee pikten we haar op bij Muiderpoort. We lunchten buiten de deur want we hadden natuurlijk wat te vieren. Daarna, om het extra feestelijk te maken, zelfs nog een glaasje prik op een ander terras. Party! Nog voor het avondeten zat het eerste potje Ligretto er alweer op en na het eten gingen we fanatiek als altijd verder. De onderburen zullen het zwaar hebben gehad met ons gemep op tafel. Geloof me, het gaat er hier fel aan toe. Alles voor de winst.

Om een klein beetje af te koelen maakten we een avondwandeling door het park en probeerden we en passant de verschillende gymtoestellen die er verspreid door het groen staan. Wat nou sociaal ongemak. Daarbij, het was heel stil. Half Nederland zat naar het voetjebal te kijken. Zo hingen we in een stuk elastiek en trokken we onszelf op aan een klouterrek, draaiden we een rondje op het duikelrek en sloten we af met pret op de kabelbaan in de speeltuin. We zoefden ons suf. Weer thuis nog een potje Ligretto om de dag af te sluiten.

De volgende ochtend, gisteren, begon met een online studiekeuzeadviesgesprek voor de aankomende studie. Na een half uur was het oordeel positief. Ook mooi, vanaf september begint de volgende levensfase aan de Hogeschool Rotterdam. We childen wat op de bank, gooiden er wat middageten achteraan, nog een potje Ligretto (nee, we zijn niet verslaafd) en toen was het weer tijd om naar de trein te gaan. Dochterlief moest om zes uur present zijn op haar werk.

En nu dus in de wacht. Hoewel, ik lieg een heel klein beetje. Inmiddels is de monteur al geweest. Dikke meevaller. Glasvezel een feit, hoezee.

Van al die spielerei krijg je vanzelf zin in Playground Twist. Siouxsie and the Banshees.

#waanvandedag

Coronadeals. Dat je afspraken maakt, het op een akkoordje gooit met corona? Nope. Dat je tijdens een pandemie een leuke, scherpe aanbieding krijgt bij een overbodige winkelketen? Ook niet. Dat het ministerie van Volksgezondheid miljarden uitgeeft en geen idee aan wie en wat? Correct. U wint een tas vol met niks.

Wonderlijk volkje toch, die ministers van ons. Ze doen maar wat. Met als argument dat het nu eenmaal een crisissituatie was en de gezondheid van zorgmedewerkers prioriteit had en dus de administratieve juistheid ondergeschikt. Zo dan. Doe maar kordaat en meelevend. Typisch staaltje gecombineerd VVD en CDA gelul inclusief babbelschuim. Als je in de zorg werkt en je leest dat jij, met je tong op je klompen, als excuus wordt gebruikt voor wanbeleid dan moet dat heel pijnlijk zijn.

Of dat je in armoede leeft. Afhankelijk van toeslaggedrochten, omgeven door een repressief bijstandsregime. Meestal gaat dat ten koste van je gezondheid. Kom dan vooral niet aan met hetzelfde argument dat je daarom je administratie niet op orde hebt. Dat je niet weet wie deze keer als goedhartig mens een doos boodschappen voor je deur heeft gezet en waarom je koos voor je kind, je geweten of gewoon je fysieke en mentale welzijn in plaats van een uitknijpbaan in een klimaatverziekende vleesfabriek. Kom je niet mee weg, je bent de klos.

Behalve dus als je dol bent op pluche en alles krom lult wat recht is. Lekker opportunistisch en het zinkend schip verlaten we precies op tijd en we hupsen met hetzelfde gemak over naar een volgende mammoettanker op ramkoers. Hier met dat stuur. Mijn naam is Ark, dus varen is echt mijn ding. En hij daar, met dat Jonge guitige koppie, gelooft in een zondvloed en dat alles dan vergeten en vergeven is. Komt dat even goed uit – voorwaarts!

Blijft nog steeds dat opmerkelijke woord over. Coronadeal. Van corona weten we ongeveer wat het is. Je schijnt er een hoop pleistermethodes voor te hebben zonder dat je de oorzaak hoeft aan te pakken, kennelijk. Gewoon veel angst, sociale druk, zogenaamd vrijwillig verplichte apps en overige onnavolgbare methodiek door de strot duwen, dan houdt het massamensje zich wel koest. Zoveel is duidelijk. Maar wat is dan die deal? Welke afspraak? Wie wordt er beter van? Ah. Nee, wacht, het ligt op het puntje van mijn zwerende tong.

Ik laat de suggestie van het antwoord over aan John Lydon en Afrika Bambaataa. Als je oplet hoor je in hun nummer World Destruction (hoe toepasselijk) het zinnetje the rich get richer, the poor are getting poorer. Dat dekt de lading van dit rampzalige vlot dat we 'beleid' noemen zo ongeveer wel. Volksgezondheid ammehoela.

#waanvandedag

Nou, we kunnen allemaal weer gewoon door met ademhalen, dochterlief is geslaagd. Vlag uit, taart, champagne, bezorgvoertje. De hele mikmak. Ze is nu even naar school om het te vieren, dus heb ik de vrijheid genomen haar laptop – waar we heel wat uren samen achter hebben gezeten, en zij nog heel veel meer – even te pakken en snel wat neer te kalken hier. Ik ben erg blij en opgelucht. Het was hard werken, zwoegen, slepen en sleuren, spannend, maar uiteindelijk allemaal de moeite dubbel en dwars waard. Nu even uitrollen tot we ergens in september (voorbereidingshobbels daargelaten) tot stilstand komen, opstaan en de deuren van de vervolgopleiding zich voor haar openen.

Laat ik heel gek doen en Cindy Lauper uit de kast trekken. Plezier maken, huppekee! Girls Just Want To Have Fun.

#waanvandedag

Voor je budgetvriendelijkheid hoef je het niet te doen, Ekoplaza. Maar ja, ik wilde nu eindelijk de filterkoffievariant van de notenkoffie wel eens proberen. En daar zouden ze 'm hebben. Het is amper vijf minuten fietsen, maar wel door een kakkiedrukke buurt. Omgeving Dappermarkt. Terrassen tot over het fietspad, het ene gat na het andere in de weg en de losse stoeptegels vliegen je om de oren. Nou ja, en dan dus de bizarre hoeveelheid mensdieren. Met wat slalommen en anarchistisch verkeersgereutel kom je er wel. Ofwel, reden genoeg om vooral die route uit te stellen tot het echt om mij moverende redenen niet anders kan.

De winkel zelf is dan weer een oase van rust, een tikje deprimerend zelfs. Net als het schap waar mijn bezoek voor was bedoeld. Niks geen filterkoffie die ik blief. Wel talloze andere soorten gewone koffie en varianten op de oplosnotenkoffie. Maar ja, die wil ik dus allemaal niet. Om toch zeker te willen weten of ik ergens overheen keek, dingen niet zag die er heus wel waren, vroeg ik het aan een energieke winkelmedewerker. Het beestje knielde neer voor het schap en schatte mijn wijzende vinger net niet op de goede hoogte. Hij dacht dat ik naar gewone koffie wees. Ook een leeg vak in het schap. Die was helaas vandaag niet binnengekomen, meneer. Nee, maar ik bedoel die, maar dan de filterkoffie van dat merk. Oh. Die? Filterkoffie? Nee, die hebben we helaas niet. Nooit gehad ook, ik denk niet dat het bestaat. Maar op jullie website staat het wel, dat jullie 'm hebben, juist die filterkoffie. Ik zuchtte zonder dat hij het hoorde en zag; lang leve de mond- en neuszeer. Dit is dus precies waarom ik in geen enkele winkel iets wens te vragen. Ze zeggen je alleen maar wat je al weet, een uitzonderlijke uitzondering daargelaten. Wat hij mij in een vlaag van klantvriendelijkheid nog wel wees waren de filterzakjes. Oké. Ja. Iets met een kluitje, riet en een modderschuit. Steek die vlag maar waar de zon niet schijnt. Omdat ik ook niet helemaal over wilde komen als zeurkous met een doodlopende missie, ben ik met twee winterpenen, een zakje dadels en een halfje brood dezelfde weg in tegenovergestelde richting weer terug gefietst. Ja, mopperend. U kent mij.

Om in stijl af te sluiten. Filter. One.

#waanvandedag

De trappenhuisschoonmakers hebben hun maandelijkse klus weer gedaan. Deze keer inclusief de natte veeg. Klinkt ranzig en dat is het ook. Gelukkig doet de geur fris en kuis aan. Toch heb ik een voorkeur voor de dweil. Kijk, van de grond moet je hier nooit eten (kan met gemak, er ligt genoeg), maar het is beter dan de bezem die alleen maar stof op doet waaien en de helft niet meeneemt. Gelooft u mij, ons trappenhuis zou liefst wekelijks onder handen genomen moeten worden. Geen idee wat iedereen er uitspookt. Je zou denken dat je alleen een trap op en af hoeft en dan door naar binnen of buiten. Maar nee, het is een uitgewoond, vies riekend klankgat.

Voordeel van al dit gedoe is dat het leidt tot gebaren van buurvriendelijkheid. De schoonmakers hangen de deurmatten over de trapleuningen. Onze onderbuurvrouw heeft maar liefst drie matten, waarvan er eentje is bedoeld als algemene inloopmat. Dat is fideel. Ze is al erg oud en er is altijd wel iemand die de matten weer voor haar neerlegt; twee bij haar deur, een bij de gemeenschappelijke deur. Onze directe trapoverburen zijn ook de jongste niet meer en toen ik net thuiskwam met mijn tas boodschappen en de buurvrouw, die altijd wel iets aan het poetsen en mompelen is, de deur opendeed om zuchtend en steunend haar mat weer op de grond te leggen, stak ik mijn vinger in de lucht; het universele momentje-gebaar. Ik zette mijn tas binnen, draaide mij, energieke duivel die ik ben, direct om, pakte haar mat en legde 'm – met de letters leesbaar voor de huisbetreder – zo galant als mogelijk met mijn stramme kraakhoutlichaam voor haar neer. Nou, dat vond ze heel sympathiek. Geen idee wat ze me allemaal toewenste, want mijn Turks is echt aan een upgrade toe, maar ze lachte mij allervriendelijkst toe. Grote kans dat ze straks nog aanbelt met een schotel vol zelfgebakken koekjes en andere zoetigheid. Ik weet dat het dan de bedoeling is dat je zelf ook iets aanbiedt, maar ja, veel verder dan een paar stukjes armetierige supermarktchocolade kom ik niet. Ach, alles bij elkaar schept het een band.

Omdat we dan toch al met een been in de Turkse taal staan gooi ik er een fijn dansplaatje van Niyaz tegenaan. Beni Beni. Leuk weetje: de tekst is gebaseerd op de poëzie van Aşık Dertli (1772-1845).

#waanvandedag

Ik kan wel weer mijn weekend doornemen, maar veel nieuws is er niet onder de zon. U kent de riedel inmiddels wel. Het leek mij daarom beter om mezelf en mijn lezers een manige dag te laten beleven, in alle rust die zo relatief is als een wereldbol in een groot en onvoorstelbaar geheel. Hoor, de sirene gaat. We tikken weer een maand aan.

Afgelopen week bezochten we na heel wat maanden ons muziekparadijs. Dan moet je wel het centrum trotseren, maar vooruit. Concerto dus. We dronken er thee en trakteerden onszelf op bananenbrood, struinden als was het gisteren door de bakken met tweedehands cd's en daarna nog door de dvd's. De buit bedroeg uiteindelijk twee albums van Siouxsie and the Banshees en we deden er voor de gein een cd'tje van Horace Andy bij omdat we hem in combinatie met Massive Attack altijd wel goed vinden. Nou, inmiddels weten we dat het vooral die samenwerking is die voor ons het beste werkt. Neemt niet weg dat het een leuk hebbeding is voor je twee euro.

Oké, omdat ik verder gevaarlijk dicht langs een rand loop die scherp is en dus de zoveelste ecce homo-rant aan voel komen, is het voor nu verstandiger om naar goed gebruik een punt te zetten met een liedje voor onderweg. U ziet 'm aankomen: Horace Andy & Massive Attack. Man Next Door. En ja, dat is inderdaad oorspronkelijk een nummer uit 1968, geschreven door John Holt. Ere wie ere toekomt.

#waanvandedag

Het is een gigantisch gevaarte. De vis, kleurrijk en sierlijk. Ze lijkt licht te geven, de zee is helder en fris. Ik ben de vis, ik ben de vis niet. Ik ben een onbeduidend onderdeel van het grote geheel, ik ben het grote geheel en even onbeduidend.

Over de bodem van de zee loopt een brede, kale strook. Steen, rots, basalt. De aardkorst is koel, glad met ingesleten patronen. Ik leg mijn gezicht er voorzichtig tegenaan. Alles komt tot rust, een troostende kus.

De vis gaat verder zonder mij, met mij. Ik blijf achter in gedachten, ik ga voor en tegen de stroom in. Laat mij meevoeren, afdwalen, afdalen en weer omhoog. Dit is mijn land, mijn hand is dit zand, mijn lichaam dit water, deze zee.

In het oosten wordt het donker licht.

#proza #gedicht

In China is er een kudde olifanten gezellig rond aan het rennen. Blijkbaar zou er op dit moment voor zo'n 900.000 euro aan schade zijn door hun gehobbel. Dan denk ik: kom er maar in Sywert. Heb je een mooi doel voor je weggesluisde mondkapjesmiljoenen en maak er gelijk een beschermd wildgebied van, hoe groter hoe beter. Doe maar een continent of vier. Bijvoorbeeld. Doe gek, mafkees.

Opmerkelijk toch hoe er altijd vanuit de menssoort wordt geredeneerd. Want hoeveel schade heeft de op hol geslagen mens inmiddels veroorzaakt? Probeer daar maar eens een leuk rond getal van te maken. Lukt je niet. Te onvoorstelbaar. Te groot, te veel, te achterlijk.

De dierenwet doet ook stof opwaaien. De eencelligen gillen alweer massaal hun Twitter- en Facebooklevenslied omdat het toch allemaal niet te doen is; levensruimte voor de andere dieren, gekker moet het niet worden. Terwijl, als je de wet gewoon even rustig leest en er wat duidende reacties bij pakt, dan hebben we het toch vooral over de industrie waarin dagelijks vele miljoenen euro's en slachtoffers rondgaan. Weg met de bio-industrie, het heeft bedroevend lang geduurd allemaal. Opzouten nu. Klaar. En verder kan het helemaal geen kwaad om na te denken over dat vogeltje in een kooi, een kat op tweehoog en dierentuinen. Hoe mooi, educatief en lief ze ook zijn bedoeld. Kijk, dat we onszelf vrijwillig in steeds groter wordende monomane steden ophokken en zo een wandelend virusfeestje zijn, dat mogen we alleen onszelf aanrekenen. Maar doe het de andere dieren niet ook nog eens aan.

De zon klimt inmiddels naar haar hoogste punt, ook al is dat slechts optisch bedrog. Het idee is leuk. De schaduw valt en bossen branden. Prikken worden gezet en de volksmond brult de keel schor. Kijk, daar komen de olifanten. Ontsnapt uit hun natuurreservaat, het eufemisme voor levenslange opsluiting. Remmen los, ketens af. Het is tijd.

#waanvandedag