ego echo

Ik heb zojuist mezelf plechtig beloofd dat ik niet met een trekker het gemeentehuis van Veenendaal in zal rijden.

Ik haalde mijn verlengde rijbewijs op. Niet dat die langer is geworden, maar u snapt. En toen kreeg ik te horen dat mijn rijbewijs precies hetzelfde is als mijn vorige rijbewijs, maar dan toch met een bonus. Vanaf nu staat er een T op. De T van trekker. Ik mag zomaar ineens een trekker besturen.

Nu weet ik dat die dingen dus vooral worden gebruikt voor allerlei protesten en dat je er derhalve heel handig gemeentehuizen mee kunt enteren, ook buiten openingstijden. Niet zo heel gek omdat het oorspronkelijke nut van de trekker allang geen doel meer dient. De bodem is verschraald, droog in de diepte en kunstmatig geïnsemineerd met allerhande zooi. Een dooie, monotone boel waar je eigenlijk alleen maar naar kunt staren met een doosje tranentrekkers in je hand. Om het ding dus toch nog te kunnen gebruiken, hebben creatieve geesten bedacht dat trekkers een probaat middel zijn om boze witte mensen kracht bij te zetten.

Maar, zo zei ik al, dat ga ik niet doen. Ik ben allang blij dat ik de komende tien jaar weer toestemming heb om met een gammele leen- of huurauto op pad te mogen. Die tripjes dienen altijd een hoger doel. Muziek, kunst of andere hoognodige verplaatsingen van mij en mijn inboedel. Verder vind ik het bezit van een ransbak niet bepaald nodig en bezwaarlijk voor mijn geweten. En dat is al bezwaard genoeg.

Moet ik ineens denken aan wat ik een week of wat terug las en waarbij ik een pijnlijk cynische grimas niet kon onderdrukken. De Formule 1 zei toen een miljoen euro te doneren aan het door overstromingen getroffen gebied in Italië. De race daar kon toen niet doorgaan omdat er mensen aan het verdrinken waren. De coureurs vonden het toen niet passend om desondanks hun zinloze rondjes door bochten te brullen. En dit was hun manier om te helpen. Iets met regen en drup. Met een jaarlijkse miljardenomzet een ziekmakende 'sport' uitoefenen waarmee je heel stevig bijdraagt aan de oorzaak van diezelfde overstromingen. Mafkezen. Geen idee, geen benul. Als ze maar kunnen scheuren. Over lijken.

Natuurlijk weet ik dat dit slechts een mank voorbeeld is van alle shit die we over onszelf uitstorten. Over shit gesproken, misschien dat ik toch met een trekker nog gezellig een volle mestkar uitrijd op het eerstvolgende Formule 1-circuit. Het mag wat kosten.

Na zoveel onsamenhangend gebrabbel de hoogste tijd voor een muziekje met een duidelijke boodschap. En ja, opnieuw kietel ik mezelf. The Weak And The Strong. This Story. Hopsa.

#waanvandedag

Jezus man, je komt binnen met je beats op tien, een fles parfum over jezelf leeggegoten en kauwgom kauwend, nee smakkend, alsof het je enige maaltijd deze week is. Om de boel geheel volgens cliché af te maken, plemp je je poten op de zitting tegenover je en trekt een blikje energy drink open.

Het is allang geen uitzondering meer. Het treinleven wordt geterroriseerd door deze soort. De ransaap. En wij deugaapjes moeten plaats maken, onze monden houden en ons opvreten van woede en frustratie.

Daar komt, als klap op onze brave borstjes, ook nog eens het leed van structurele prijsverhoging bij. Voor een Dalurenkaart betaal je vanaf heden zowat 120 euro. Dat was 107 euro (en in 2015 95 euro, met elk jaar een euro of anderhalf erbij – nu dus 13 in één keer). Prijzen verhogen, het lijkt wel een wedstrijd wie de meest absurde inflatieclown in huis heeft. Inflatie, het is een godvergeten slap excuus om alles flink op te schroeven en uit te knijpen. En we slikken het. Ondanks de ransapen, de smerige en kortere treinstellen, de vermagerde dienstregeling, uitgelopen werkzaamheden, slecht onderhoud en vertragingen.

Ondertussen betalen we allemaal gedwee mee aan de gesubsidieerde luchtvaart, snelwegen en de fossiele industrie. Op een dag zullen wij zelf als fossiel worden opgegraven. Kijk, de homo dommus. Ja, dat was een wonderlijke variant. Groef zonder morren zijn eigen graf.

Ransapen vinden we niet alleen in het openbaar vervoer. Ze staan ook elke zoveel jaar op uw stembiljet. En u kleurt, burgerplichting als u bent, hun hokje rood.

#waanvandedag

Ik stierf aan een zijden draadje Brak in stukken toen je naar mij wees

De uitverkorene het alles uit het niets Het stof van sterrenlicht dansend op het graf

Het gaf niet dat je fluisterde van duister en ochtendmist Het gaf niet dat je luisterde zonder oogopslag geen spoor van berouw De val komt na de zonde de put echoot nog alleen de schreeuw

Hier lig ik stil te wachten op het einde te wachten op wanneer het stopt De hemel tergt mijn lichaam Striemen van stil bedrog

De zijden draad hangt gespannen Zielloos draait het spint het garen de afgekloven klos

Ik ben zonder woorden zonder tong Zonder zicht en zonder zinnen afgetuigd Kom mij halen neem mij mee Vertel mij meer verhalen van uitgeteerde stranden zonder zee Wuif mij verwaaide raadsels toe

En als dan eindelijk de draad knapt pak mijn handen Maal dit porseleinen leven tot gruizige korrels zout Strooi het uit in eindeloze willekeur Verscheurd in snippers hout

Ik zal niet kijken ruiken horen voelen proeven Ik zal het zwijgen er tot heugenis toe doen

#gedicht

Zigzaggend fietst ze door het landschap doorsneden met een provinciale weg aan de ene en een snelweg aan de andere kant. Een verlaten bedrijventerrein gemarkeerd door twee reusachtige windmolens maakt de dystopie compleet.

Het gras, de bomen, de struiken, de bloemen, de vogels, de insecten – het groen, het geel, het rood en het blauw is waar ze haar aandacht op richt. Misschien vindt ze dit wel de meest interessante plekken, de restjes gecultiveerde natuur die ondanks de vernietigingsdrang van haar diersoort toch altijd weer haar weg vindt. Overleven.

Ze fietst zonder doel. Gewoon een rondje en daarna de boodschappen. Het gebeurde spontaan. Eigenlijk stonden er alleen boodschappen op haar lijstje en dan misschien nog even een wandeling later op de dag, wanneer de mensen zich weer een beetje uit het buitenleven terugtrekken. Hun geluid, hun geur, hun aanwezigheid maakt haar onrustig.

Kort voordat ze de verplichte stop bij de winkel maakt passeert ze een net aangelegd park. Hier en daar zijn nog afzetlinten en er staan borden: Pas op – Drijfzand! Ze houdt even in en voelt zich ineens opmerkelijk kalm. Ze ademt diep in en weet dan dat dit precies het signaal is waar ze onbewust naar zocht.

Ze stopt, zet haar fiets tegen een boom, loopt voorbij de lui ritselende plastic linten en voelt de zompige grond onder haar voeten. Ze doet haar kleren uit, gaat liggen, doet haar ogen dicht en laat zich rustig en langzaam omsluiten door het zachte zand. Ze is thuis.

#proza #gedicht

Pieperdienst. Niet te verwarren met het good old verantwoordelijk zijn voor de aardappelen. Dit weekend mogen collega's mij bellen als ze ziek zijn. En dan maak ik ze beter. Of nou, dat zou ik wensen. En wensen mag, maar in vervulling gaan ze zelden.

Of het moet zijn dat het plantje dat ik van twee lieve collega's kreeg als hartverwarmertje niet doodgaat. Ik en mijn bedorven groene vingers. Nou, tot nu toe gaat het wel best met mijn gebladerde vriend. Er komt komt steeds weer nieuw blad bij. Ik neem aan dat het een goed teken is. Weet ik veel, het kan ook pure wanhoop van het kluitje aarde zijn, stuiptrekkingen om uit alle macht te laten zien: hallo, ik ben er nu nog wel, maar doe even wat water erbij, anders is het echt te laat. Ik praat ook tegen de plant. Meestal om mijn excuses aan te bieden. Of het een beetje verwijtend te zeggen dat de aarde nu ook wel erg droog is. Alsof het zijn eigen schuld is dat ie droog staat. Maar ik weet wel beter. Iets in leven houden is lijden. Net als het leven zelf. Een grote lijdensweg.

Dat is denk ik ook waarom we ons zo graag voortplanten. Niet om de soort te laten voortbestaan (waarom zou je? kijk eens om je heen) maar uit wrok. Omdat wij allemaal door onze ouders en voorouders op deze wereld zijn geplempt zonder om al dit lijden te hebben gevraagd. Iemand moet daarvoor bloeden en de meest ultieme manier om dat lijden te wreken, is om kroost te vergaren. En ze dan, bij wijze van ultieme revanche, bij onze ouders te stallen, want 'wij moeten werken' tegen de vergrijzing.

Vergrijzing. Het is een ding. En toch ook weer onze eigen schuld. Als we niet zo slim waren geweest om de medische wereld op te tuigen tot wat die nu is, dan waren we lang niet met zo'n overtal aan mensen de planeet aan het verwoesten. We leven langer, zijn dus in heel korte tijd met heel veel meer en de boel raakt verstopt, verstikt, verlept. We hebben onze eigen plaag gecreëerd. Geloof me, ik gun oprecht iedereen een vriendelijk, lang en vooral gezond leven. Maar strikt genomen klopt er niets van dat we zo oud worden. Slechts de hoge uitzondering wordt echt oud op eigen kracht. En dat komt dan in het nieuws. “Nee, nooit ziek, altijd buiten, matig geweest met eten en drinken maar wel gebalanceerd, nooit gerookt ook of voorverpakt voedsel gegeten. Nou ja, of dat echt heeft uitgemaakt weet ik iet. Ik heb niets geks gedaan en was tevreden.” En dan nog kun je met gemak omvallen voor je vijftigste hoor. Garantie tot aan de deur. Zonder medicijnen en dokters, verzorging en aandacht was ik waarschijnlijk ook geen 50-plusser geworden. Genoeg dingen, hoe pietluttig ook, waar je met gemak aan kunt sterven. Want dat is het leven.

Die bizarre drang om tegen beter weten in maar zo lang mogelijk te blijven leven gaat ver hoor. Je mag niet eens zelf bepalen wanneer en hoe je dood wilt. Nee, leven zul je – er moet worden geleden. Wil je dood? Nee, nee. Dat mag niet. Wij lijden ook en als jij niet meer wilt lijden dan doen we er alles aan om je in leven te houden. Lijden zul je. Met ons. Het ware medelijden komt daar vandaan, denk ik.

De mens. U kent mijn standpunt. We zijn in staat tot allerlei slimmigheid, maar dat blijkt meestal behoorlijk dom te zijn. Wat geldt voor zo'n beetje elk systeem dat we hebben opgetuigd. Eerst roepen we hiephoera, want oh wat een prachtige uitvinding is de stoommachine, de controle van het vuur, de landbouw, de veeteelt, de penicilline, het kapitalisme, het globalisme – de mens! Jubel en blij. Slim is niet hetzelfde als intelligent. Een werkelijk intelligent wezen zorgt voor de soort door voor zijn omgeving te zorgen. Door zichzelf en daarmee de soort in balans te houden. Als een strenge, maar rechtvaardige en liefdevolle ouder.

We zijn straks met 9 miljard. Dat worden er 11, waarschijnlijk nog iets meer. Daarna wordt het zo goed als zeker iets minder om uiteenlopende redenen, zoals nog meer oorlog (water- en voedseltekort haalt doorgaans niet het beste in ons naar boven), minder plek om te wonen (een onleefbare planeet maakt van ons nog moordzuchtiger wezens dan we al zijn als we het relatief goed hebben). Je ziet het aan hoe we omgaan met mensen die nu al, mede door ons, in de shit zitten. Zij zoeken uit pure paniek naar een beter bestaan. En wat doen wij in Europa? Wij duwen ze terug de zee op. Verdrink maar. Zoek het maar uit. Hier ben je niet welkom. En waarom niet? Omdat wij dit deel van de wereld al hadden ingepikt en bang zijn. Angst haalt het slechtste in ons naar boven. We staan een deel van onze belasting maar wat graag af aan Frontex. Zeggen dat je het niet weet is liegen dat je barst.

Spanje staat in de fik. Portugal volgt. Straks Frankrijk. “It is creeping up slowly”. Nederland doet straks haar naam eindelijk eer aan en staat neder water, zoals het ooit was. Wij zijn nu eenmaal een nepland en dat trucje passen we overal in de wereld maar wat graag toe. Zand oppompen en opspuiten. Als er iets bewijst dat we nog steeds in een zieke mannenwereld leven, is dat het wel. Pompen en spuiten. Dat is wat we doen. En dan overtuigd zijn van onze creatie, terwijl we uitgeput van onze partner afrollen, een peuk in onze muil steken en net voor we hersendood in slaap vallen mompelen: zo, regel jij de rest?

Je zag 'm al aankomen. Dat zinnetje hierboven komt uit Inertia Creeps (live). Massive Attack. Ritme, dreiging, yeah, fijne plaat. Tenminste iets wat het leven enigszins de moeite van het lijden waard maakt.

#waanvandedag

Zo, ook Veenendaal staat nu officieel op de kaart. Ik las net dat er zwaar vuurwerk en de nodige verdovende shit in een woning is gevonden “na een heimelijke achtervolging”. Je mag jezelf in deze tijd pas een volwaardige stad noemen als er een kans bestaat op 'Rotterdamse toestanden' – ontploffingen aan de deur. Weer eens wat anders dan maaltijden bezorgen.

Hoewel het soms ook best zwaar kan vallen, zo'n bezorgmaaltijd. Het moet op, want je hebt veel te veel geld betaald voor het zoute vreten. Sta je in no time zelf op ploffen. Plofkraak op de plee waar een plofkip kukeleku tegen zegt. Tot zover het ranzige deel van dit digitale kleinood.

Hemelvaart. Ooit liet ik er een gedicht op los. Vandaag even niet. Er vaart genoeg naar de hemel, als ik de kerkklokken mag geloven. Drukke boel en ik mijd drukte het liefst als de vogelgriep.

De meeuwen vallen uit de lucht, de mussen van het Zuid-Europese dak, de anderhalve graad tikken we binnenkort ruimschoots aan, een landbouwakkoord komt er van z'n kort zullen we leven niet en zo dobberen we door. Gelukkig hebben we nu messcherpe digitale beelden van de Titanic. Kunnen we tot in detail zien waar we met z'n allen op af stevenen. Halleluja.

Ach, het schip is pas echt gezonken als het Leonardo-kalf verdronken is. Over de doden niets dan goeds. Daarom, de hoogste tijd voor het traditionele gedenkmoment: 43 jaar geleden keek Ian Curtis voor het laatst glazig voor zich uit. “Hangman looks round as he waits, cord stretches tight then it breaks” – uit een van de laatste teksten door I.C. geschreven en door New Order uiteindelijk postuum uitgebracht. In A Lonely Place. Wat een plaat. Natuurlijk deel ik de versie waar ik binnen een tel weer, wat zal het zijn, 12 jaar oud (?) ben en de bootleg beluisterde op de platenspeler van mijn broer. Om het daarna als de sodemieter op een bandje te knallen, zodat ik het kon luisteren wanneer ik maar wilde. Dat bandje, en nog heel veel andere tapejes, heb ik gelukkig nog steeds. Goed, dat nummer. Live. Een jaar na het overlijden van meneer Curtis. En die lading is zichtbaar, voelbaar, hoorbaar.

#waanvandedag

Het eerste optreden met MANKES dit jaar was in een kraakpand aan de Vossiusstraat in Amsterdam. Precies, hetzelfde pand dat gisteren ineens eventjes in het nieuws was omdat de bewoners een rechtszaak hadden aangespannen (en gewonnen) tegen de Russische, puissant rijke, eigenaar van het pand. Het heerschap kon niet aantonen dat hij er op korte termijn zou gaan wonen. Goh, wat een verrassing. In ieder geval een prettig signaal naar andere pandjesvernachelaars die maar wat graag alles opkopen (lees: witwassen) wat on(t)roerend los en vast zit en er vervolgens niks mee doen.

Tja. Het was zo'n bericht waar ik dan toch heel even van opveer. Kijk, wij waren erbij! Hoewel. Verder hebben we er weinig aan bijgedragen, behalve dat we er speelden en daarmee geld inzamelden voor Oekraïense anarchisten en activisten. Wat best een maf en nogal grappig gegeven is. In het huis van een volgevreten kapitalist de kunsten vieren en geld verzamelen voor zijn tegenpolen.

Nou ja, verder struikel je in de nieuwsberichten over het al jaren tekortschieten, blunderen en wegduiken voor echte verantwoordelijkheid – namelijk rigoureuze veranderingen in en van 'het systeem' – van onze overheid. Is dat dan nieuws, kun je je afvragen. Niet echt hè.

Laat ik ook eens naar het midden van de weg gaan. Een liedje dat met een heel klein beetje gekronkel en een scheef knikje wel past in het positieve krakersnieuws. Leve de gekheid. Madness. Our House.

#waanvandedag

Ze loopt in één adem helemaal rechtdoor, de stad uit, over de uitgestrekte heuvel zo de rivier in.

Ze is een vis happend naar water. De zon verdrinkt in de ovaal grijze lucht die weerspiegelt in de beslagkom op het aanrecht in een flat waar boomtoppen struiken zijn.

Morgen zal ze nog een keer gaan en de dag daarna weer. Net zolang tot ze ergens aanspoelt op een heldere, koude dag zonder dromen, zonder hoogte, zonder vrees.

#gedicht

De klokken luiden alsof hun beven ervan afhangt.

Hé, zijn alle punkers hetzelfde? Nee, hoezo? Heb je toevallig drugs bij je en heb je dan wat voor mij? Nee man, sorry. Fijne dag nog. Oké, ja. Zie je wel, jullie zijn niet allemaal hetzelfde, haha.

De bomen van de overweg slaan hun slag, tot hier en niet verder. Het dove licht is rood.

#proza #gedicht

Het ziet zwart van de was op het balkon en het wappert loom in de zon. Na veel drukte heb ik mezelf net ook even op het balkon gezet. In de bewolkte zon met thee. Een klein half uur, dan is het wel weer mooi geweest.

De volgende klus is de aanvraag van de huurtoeslag. Ben ik eindelijk mentaal zover, blijkt de website uit de lucht vanwege onderhoud. Lekker dan. Straks mag ik in de herkansing. Hartstikke leuk.

Ondertussen een dubieuze stream opgezocht om straks, als ik het niet vergeet, naar Sparta te kijken. Een ongekend seizoen maken die door en dan is het voor iemand die het doorgaans met lede ogen aanziet best vol te houden. Ik blijf er overigens bij dat, wanneer ik eindelijk eens mijn hart zou volgen, ik mij niet zo nodig meer druk wil maken om dat hele voetbal. Eigenlijk is het een totaal verziekte sport, net als zo'n beetje alle sporten. De commercie met die bizarre geldstromen hebben het flink naar de gallemiezen geholpen. Ik troost mij met de gedachte dat die bescheiden en eeuwig tobbende cultclub uit Rotterdam West dan toch nog enig fatsoen kent. Waarbij ik voor de volledigheid nog maar eens opmerk dat wanneer de ziel ook daar wordt verkocht, ik er niets meer mee van doen wil hebben. Dan rest mij slechts de herinnering en gaat de verdeelde aandacht naar Forest Green Rovers uit Engeland – een volledig veganistische en groene voetbalclub. Of anders, vooruit, FC Sankt Pauli, de undergroundclub uit Hamburg. Tja. Bijzaak is het, ik weet het.

Ik pruttel mezelf met duizend-en-een-klusjes door deze vrije dag. Stiekem had ik nog een fietsrondje in gedachten en ook een paar boodschappen, maar weet je, ik laat het even voor wat het is. Gewoon hier binnen en op het balkon in de verte staren, gitaar, liedje, af en toe een diepe zucht. Ook daar moet je soms jezelf tijd voor gunnen.

Over staren gesproken. Even mezelf kietelen. Stare dus. Cradle FC. Het meest recente wapenfeit. Nou ja, recent. Het was 2011. Een EP opgenomen in Bristol, Engeland. Toen CFC weer tijdelijk een soloaangelegenheid was. Soleren. Hoe treffend.

#waanvandedag

Enter your email to subscribe to updates.