ego echo

Pieperdienst. Niet te verwarren met het good old verantwoordelijk zijn voor de aardappelen. Dit weekend mogen collega's mij bellen als ze ziek zijn. En dan maak ik ze beter. Of nou, dat zou ik wensen. En wensen mag, maar in vervulling gaan ze zelden.

Of het moet zijn dat het plantje dat ik van twee lieve collega's kreeg als hartverwarmertje niet doodgaat. Ik en mijn bedorven groene vingers. Nou, tot nu toe gaat het wel best met mijn gebladerde vriend. Er komt komt steeds weer nieuw blad bij. Ik neem aan dat het een goed teken is. Weet ik veel, het kan ook pure wanhoop van het kluitje aarde zijn, stuiptrekkingen om uit alle macht te laten zien: hallo, ik ben er nu nog wel, maar doe even wat water erbij, anders is het echt te laat. Ik praat ook tegen de plant. Meestal om mijn excuses aan te bieden. Of het een beetje verwijtend te zeggen dat de aarde nu ook wel erg droog is. Alsof het zijn eigen schuld is dat ie droog staat. Maar ik weet wel beter. Iets in leven houden is lijden. Net als het leven zelf. Een grote lijdensweg.

Dat is denk ik ook waarom we ons zo graag voortplanten. Niet om de soort te laten voortbestaan (waarom zou je? kijk eens om je heen) maar uit wrok. Omdat wij allemaal door onze ouders en voorouders op deze wereld zijn geplempt zonder om al dit lijden te hebben gevraagd. Iemand moet daarvoor bloeden en de meest ultieme manier om dat lijden te wreken, is om kroost te vergaren. En ze dan, bij wijze van ultieme revanche, bij onze ouders te stallen, want 'wij moeten werken' tegen de vergrijzing.

Vergrijzing. Het is een ding. En toch ook weer onze eigen schuld. Als we niet zo slim waren geweest om de medische wereld op te tuigen tot wat die nu is, dan waren we lang niet met zo'n overtal aan mensen de planeet aan het verwoesten. We leven langer, zijn dus in heel korte tijd met heel veel meer en de boel raakt verstopt, verstikt, verlept. We hebben onze eigen plaag gecreëerd. Geloof me, ik gun oprecht iedereen een vriendelijk, lang en vooral gezond leven. Maar strikt genomen klopt er niets van dat we zo oud worden. Slechts de hoge uitzondering wordt echt oud op eigen kracht. En dat komt dan in het nieuws. “Nee, nooit ziek, altijd buiten, matig geweest met eten en drinken maar wel gebalanceerd, nooit gerookt ook of voorverpakt voedsel gegeten. Nou ja, of dat echt heeft uitgemaakt weet ik iet. Ik heb niets geks gedaan en was tevreden.” En dan nog kun je met gemak omvallen voor je vijftigste hoor. Garantie tot aan de deur. Zonder medicijnen en dokters, verzorging en aandacht was ik waarschijnlijk ook geen 50-plusser geworden. Genoeg dingen, hoe pietluttig ook, waar je met gemak aan kunt sterven. Want dat is het leven.

Die bizarre drang om tegen beter weten in maar zo lang mogelijk te blijven leven gaat ver hoor. Je mag niet eens zelf bepalen wanneer en hoe je dood wilt. Nee, leven zul je – er moet worden geleden. Wil je dood? Nee, nee. Dat mag niet. Wij lijden ook en als jij niet meer wilt lijden dan doen we er alles aan om je in leven te houden. Lijden zul je. Met ons. Het ware medelijden komt daar vandaan, denk ik.

De mens. U kent mijn standpunt. We zijn in staat tot allerlei slimmigheid, maar dat blijkt meestal behoorlijk dom te zijn. Wat geldt voor zo'n beetje elk systeem dat we hebben opgetuigd. Eerst roepen we hiephoera, want oh wat een prachtige uitvinding is de stoommachine, de controle van het vuur, de landbouw, de veeteelt, de penicilline, het kapitalisme, het globalisme – de mens! Jubel en blij. Slim is niet hetzelfde als intelligent. Een werkelijk intelligent wezen zorgt voor de soort door voor zijn omgeving te zorgen. Door zichzelf en daarmee de soort in balans te houden. Als een strenge, maar rechtvaardige en liefdevolle ouder.

We zijn straks met 9 miljard. Dat worden er 11, waarschijnlijk nog iets meer. Daarna wordt het zo goed als zeker iets minder om uiteenlopende redenen, zoals nog meer oorlog (water- en voedseltekort haalt doorgaans niet het beste in ons naar boven), minder plek om te wonen (een onleefbare planeet maakt van ons nog moordzuchtiger wezens dan we al zijn als we het relatief goed hebben). Je ziet het aan hoe we omgaan met mensen die nu al, mede door ons, in de shit zitten. Zij zoeken uit pure paniek naar een beter bestaan. En wat doen wij in Europa? Wij duwen ze terug de zee op. Verdrink maar. Zoek het maar uit. Hier ben je niet welkom. En waarom niet? Omdat wij dit deel van de wereld al hadden ingepikt en bang zijn. Angst haalt het slechtste in ons naar boven. We staan een deel van onze belasting maar wat graag af aan Frontex. Zeggen dat je het niet weet is liegen dat je barst.

Spanje staat in de fik. Portugal volgt. Straks Frankrijk. “It is creeping up slowly”. Nederland doet straks haar naam eindelijk eer aan en staat neder water, zoals het ooit was. Wij zijn nu eenmaal een nepland en dat trucje passen we overal in de wereld maar wat graag toe. Zand oppompen en opspuiten. Als er iets bewijst dat we nog steeds in een zieke mannenwereld leven, is dat het wel. Pompen en spuiten. Dat is wat we doen. En dan overtuigd zijn van onze creatie, terwijl we uitgeput van onze partner afrollen, een peuk in onze muil steken en net voor we hersendood in slaap vallen mompelen: zo, regel jij de rest?

Je zag 'm al aankomen. Dat zinnetje hierboven komt uit Inertia Creeps (live). Massive Attack. Ritme, dreiging, yeah, fijne plaat. Tenminste iets wat het leven enigszins de moeite van het lijden waard maakt.

#waanvandedag

Zo, ook Veenendaal staat nu officieel op de kaart. Ik las net dat er zwaar vuurwerk en de nodige verdovende shit in een woning is gevonden “na een heimelijke achtervolging”. Je mag jezelf in deze tijd pas een volwaardige stad noemen als er een kans bestaat op 'Rotterdamse toestanden' – ontploffingen aan de deur. Weer eens wat anders dan maaltijden bezorgen.

Hoewel het soms ook best zwaar kan vallen, zo'n bezorgmaaltijd. Het moet op, want je hebt veel te veel geld betaald voor het zoute vreten. Sta je in no time zelf op ploffen. Plofkraak op de plee waar een plofkip kukeleku tegen zegt. Tot zover het ranzige deel van dit digitale kleinood.

Hemelvaart. Ooit liet ik er een gedicht op los. Vandaag even niet. Er vaart genoeg naar de hemel, als ik de kerkklokken mag geloven. Drukke boel en ik mijd drukte het liefst als de vogelgriep.

De meeuwen vallen uit de lucht, de mussen van het Zuid-Europese dak, de anderhalve graad tikken we binnenkort ruimschoots aan, een landbouwakkoord komt er van z'n kort zullen we leven niet en zo dobberen we door. Gelukkig hebben we nu messcherpe digitale beelden van de Titanic. Kunnen we tot in detail zien waar we met z'n allen op af stevenen. Halleluja.

Ach, het schip is pas echt gezonken als het Leonardo-kalf verdronken is. Over de doden niets dan goeds. Daarom, de hoogste tijd voor het traditionele gedenkmoment: 43 jaar geleden keek Ian Curtis voor het laatst glazig voor zich uit. “Hangman looks round as he waits, cord stretches tight then it breaks” – uit een van de laatste teksten door I.C. geschreven en door New Order uiteindelijk postuum uitgebracht. In A Lonely Place. Wat een plaat. Natuurlijk deel ik de versie waar ik binnen een tel weer, wat zal het zijn, 12 jaar oud (?) ben en de bootleg beluisterde op de platenspeler van mijn broer. Om het daarna als de sodemieter op een bandje te knallen, zodat ik het kon luisteren wanneer ik maar wilde. Dat bandje, en nog heel veel andere tapejes, heb ik gelukkig nog steeds. Goed, dat nummer. Live. Een jaar na het overlijden van meneer Curtis. En die lading is zichtbaar, voelbaar, hoorbaar.

#waanvandedag

Het eerste optreden met MANKES dit jaar was in een kraakpand aan de Vossiusstraat in Amsterdam. Precies, hetzelfde pand dat gisteren ineens eventjes in het nieuws was omdat de bewoners een rechtszaak hadden aangespannen (en gewonnen) tegen de Russische, puissant rijke, eigenaar van het pand. Het heerschap kon niet aantonen dat hij er op korte termijn zou gaan wonen. Goh, wat een verrassing. In ieder geval een prettig signaal naar andere pandjesvernachelaars die maar wat graag alles opkopen (lees: witwassen) wat on(t)roerend los en vast zit en er vervolgens niks mee doen.

Tja. Het was zo'n bericht waar ik dan toch heel even van opveer. Kijk, wij waren erbij! Hoewel. Verder hebben we er weinig aan bijgedragen, behalve dat we er speelden en daarmee geld inzamelden voor Oekraïense anarchisten en activisten. Wat best een maf en nogal grappig gegeven is. In het huis van een volgevreten kapitalist de kunsten vieren en geld verzamelen voor zijn tegenpolen.

Nou ja, verder struikel je in de nieuwsberichten over het al jaren tekortschieten, blunderen en wegduiken voor echte verantwoordelijkheid – namelijk rigoureuze veranderingen in en van 'het systeem' – van onze overheid. Is dat dan nieuws, kun je je afvragen. Niet echt hè.

Laat ik ook eens naar het midden van de weg gaan. Een liedje dat met een heel klein beetje gekronkel en een scheef knikje wel past in het positieve krakersnieuws. Leve de gekheid. Madness. Our House.

#waanvandedag

Ze loopt in één adem helemaal rechtdoor, de stad uit, over de uitgestrekte heuvel zo de rivier in.

Ze is een vis happend naar water. De zon verdrinkt in de ovaal grijze lucht die weerspiegelt in de beslagkom op het aanrecht in een flat waar boomtoppen struiken zijn.

Morgen zal ze nog een keer gaan en de dag daarna weer. Net zolang tot ze ergens aanspoelt op een heldere, koude dag zonder dromen, zonder hoogte, zonder vrees.

#gedicht

De klokken luiden alsof hun beven ervan afhangt.

Hé, zijn alle punkers hetzelfde? Nee, hoezo? Heb je toevallig drugs bij je en heb je dan wat voor mij? Nee man, sorry. Fijne dag nog. Oké, ja. Zie je wel, jullie zijn niet allemaal hetzelfde, haha.

De bomen van de overweg slaan hun slag, tot hier en niet verder. Het dove licht is rood.

#proza #gedicht

Het ziet zwart van de was op het balkon en het wappert loom in de zon. Na veel drukte heb ik mezelf net ook even op het balkon gezet. In de bewolkte zon met thee. Een klein half uur, dan is het wel weer mooi geweest.

De volgende klus is de aanvraag van de huurtoeslag. Ben ik eindelijk mentaal zover, blijkt de website uit de lucht vanwege onderhoud. Lekker dan. Straks mag ik in de herkansing. Hartstikke leuk.

Ondertussen een dubieuze stream opgezocht om straks, als ik het niet vergeet, naar Sparta te kijken. Een ongekend seizoen maken die door en dan is het voor iemand die het doorgaans met lede ogen aanziet best vol te houden. Ik blijf er overigens bij dat, wanneer ik eindelijk eens mijn hart zou volgen, ik mij niet zo nodig meer druk wil maken om dat hele voetbal. Eigenlijk is het een totaal verziekte sport, net als zo'n beetje alle sporten. De commercie met die bizarre geldstromen hebben het flink naar de gallemiezen geholpen. Ik troost mij met de gedachte dat die bescheiden en eeuwig tobbende cultclub uit Rotterdam West dan toch nog enig fatsoen kent. Waarbij ik voor de volledigheid nog maar eens opmerk dat wanneer de ziel ook daar wordt verkocht, ik er niets meer mee van doen wil hebben. Dan rest mij slechts de herinnering en gaat de verdeelde aandacht naar Forest Green Rovers uit Engeland – een volledig veganistische en groene voetbalclub. Of anders, vooruit, FC Sankt Pauli, de undergroundclub uit Hamburg. Tja. Bijzaak is het, ik weet het.

Ik pruttel mezelf met duizend-en-een-klusjes door deze vrije dag. Stiekem had ik nog een fietsrondje in gedachten en ook een paar boodschappen, maar weet je, ik laat het even voor wat het is. Gewoon hier binnen en op het balkon in de verte staren, gitaar, liedje, af en toe een diepe zucht. Ook daar moet je soms jezelf tijd voor gunnen.

Over staren gesproken. Even mezelf kietelen. Stare dus. Cradle FC. Het meest recente wapenfeit. Nou ja, recent. Het was 2011. Een EP opgenomen in Bristol, Engeland. Toen CFC weer tijdelijk een soloaangelegenheid was. Soleren. Hoe treffend.

#waanvandedag

Het waren bewogen uren, die laatste vierentwintig. Ga maar na. Vanuit het werk naar het station en daar, omdat er een ruim half uur moest worden gewacht op de trein die mijn abonnement trekt, op de rand van een enorme plantenbank op het perron, ver van de andere mensen, in de avondzon mijn eten uit het meegebrachte trommeltje gegeten.

Eenmaal op Utrecht Centraal speelde in de hal het NS-orkest. Daarna zouden er plechtigheden zijn op een stuk aansluitend station dat was afgezet met lint en streng werd bewaakt. Zelfs een herdenkplek moet eerst worden bezet en kan daarna pas worden bevrijd. Ik kon niet lang blijven luisteren, anders zou ik mijn aansluiting missen. Na een dag rondjes rennen door de bieb wilde ik toch wel graag naar huis.

In de volgende trein zat ik opgescheept met twee doorgefokte jochies voor mij. Pubers met oversekste kreten die daarbij graag tegen de stoel van hun voorganger aan wensten te trappen. Dat moet nogal irritant zijn geweest voor de desbetreffende stoelbewoner, maar die gaf – misschien verstandig – niet thuis. Ik daarentegen zat me op te vreten. Vooral omdat ik de bui al zag hangen. Ik wilde straks in de trein gewoon twee minuten stil zijn en dus geen geklooi van dit soort mafketels voor mij.

Op een gegeven moment haalde de meest vreselijke van de twee zijn kauwgom uit zijn mond en smeerde dat op de achterkant van de stoel voor hem. Niet kort daarna vatte deze verlichte geest het plan op om een klein stukje kauwgom weer van de stoel af te halen en er een balletje van te draaien. Precies op het moment dat hij het kleinood tegen het hoofd van de persoon voor hem wilde pieken, gaf ik hem een ferme tik tegen zijn achterhoofd. Die zag ie letterlijk niet aankomen. Hij draaide zich fel om, wist heel even niet wat ie moest zeggen, maar gelukkig kwamen er al snel volzinnen waarin ik werd geprezen met zalvende woorden als kankermongool, kankerlul en kankerklootzak die [i]hem zomaar aan had geraakt[/i]. Ik gaf terug dat als ik een kankermongool was, dat hij dan chef kankermongool zou zijn. Baas boven baas. De trein stopte ondertussen en de twee stoere binken stapten uit, waarbij ik nog een achteloos toegebeten advies kreeg om mijn kankermuil te houden. Prima toch, ik had mijn punt wel gemaakt.

Voelde ik mij nu trots, dapper, een held? Welnee. Ik zat te trillen als was het een spontane koortsaanval en mijn hart bonkte als een gek. De welbekende overkill aan adrenaline als ik boos ben. Want dat was ik toch vooral. En opgelucht. Zo'n actie had ook anders uit kunnen pakken. Toch had ik het niet anders gekund op dat moment. Nog geen minuut later werd er omgeroepen dat de trein zo stil zou gaan staan vanwege Dodenherdenking. Ik kon nu in alle rust denken aan iedereen die mij dierbaar is.

Toen ik uitstapte was er net een mannenkoor aan het zingen bij het plaatselijke monument. Ik vond het wel mooi, maar ik wilde echt enorm naar huis. Dus ik liep, zo respectvol als ik kon, met een boog om alle verzamelde mensen heen, in straffe pas richting het tweede deel van mijn avondeten; ik was hard toe aan mijn groenvoer en noten.

Helaas moest dat plan nog even geduld hebben. Op de galerij aangekomen bleek er politie bij de buurvrouw voor de deur te staan. Haar zoon, een man van toch zeker dik zestig jaar, stond er overstuur bij. De politie probeerde de deur open te breken, als was het een kasteeldeur. Je weet wel, met zo'n moderne boomstam. Dat lukte niet. Geloof mij, die driepuntssloten zijn inbraakveilig. De brandweer kwam erbij, twee andere buren ontfermden zich ondertussen over de zoon van de buurvrouw. Ik had begrepen dat zijn moeder ruim boven de negentig jaar was, dat hij zijn vrouw vorig jaar was verloren en kort daarvoor nog iemand. Sta je dan op 4 mei met politie, brandweer en even later ook ambulancepersoneel te kijken hoe die woning maar niet open te krijgen viel. Nou ja, uiteindelijk lukte het toch. Met een koevoet, een kettingzaag en een boor en nog wat geram met dat ding, gaf de deur het toch maar op. Gelukkig bleek de buurvrouw te leven. Ze was gevallen en kon verder niets meer. Arme vrouw, die heeft daar een uur gelegen en gehoord wat er allemaal aan gruzelementen ging.

Uiteindelijk zat ik dan toch aan mijn voertje en overdacht de dag. Dat was me er eentje. En toen wist ik nog niet dat ik, amper vierentwintig uur later, een brandalarm af hoorde gaan bij, zo wees nader onderzoek in mijn pyjamabroek en hoodie uit, mijn aangrenzende buurvrouw. Ik belde aan, zij deed open, duidelijk in paniek. Een kleine dame die in gebrekkig Nederlands duidelijk maakte dat de vlam in de pan was geslagen. Het hele huis vol rook en het alarm bleef maar afgaan. Ik pakte mijn keukentrap, zette het gegil uit en vroeg haar om alle ramen en deuren open te zetten en direct naar buiten te komen. De rook was verstikkend. Een minuut later stonden we buiten hoestend en proestend even bij te komen. Ze was in slaap gevallen, zei ze. En ook vertelde ze mij dat oud worden niet leuk is op deze manier. Dat kon ik mij voorstellen en gaf haar een voorzichtig klopje op haar arm. Haar kinderen zouden straks nog even komen, dus ik hoefde mij geen zorgen meer te maken, zei ze. Nou, ik ben toch nog een paar minuten buiten gebleven met haar en heb haar bij het weggaan op het hart gedrukt om aan te bellen als er iets is wat ik kan doen. Ik ben daarna nog even mee naar binnen geweest om samen de pan en de keuken te controleren. De rook was zo goed als weg, maar de stank enorm. Gelukkig was ik al van plan mijn jaarlijkse douchebeurt vanavond eer aan te doen.

Waarom weet ik niet. Maar (Ghost) Riders in the Sky vraagt nu om aandacht. Kom maar door dan.

#waanvandedag

Een man van middelbare leeftijd in een middelbare stad in het midden van het land eet, omringd door de geur van middelmatig Zweeds meubilair, aan zijn net in elkaar gezette budgetvriendelijke eethoek met vier stoelen, een boterham met pindakaas die hij wegspoelt met een glas verbitterde thee. Het uitzicht is prima, het huis manifesteert zich zelfs al als thuis. En toch was dit helemaal niet wat hij voor zich zag wanneer hij aan zijn toekomst dacht. De man huilt een paar middelbare tranen, snuit zijn neus en staat op. Er moeten letters en liefst begrijpelijke, invoelbare zinnen en alinea's worden toevertrouwd aan dit nieuwe hoofdstuk.

#proza #kortverhaal

De jaarlijkse nationale bijentelling leverde dit jaar minder soorten en aantallen op. Een teken aan de wand. Misschien binnenkort een teek aan de wants, als deze ellende zo doorgaat. Muteren maar met die beestjes en andere mensen.

Dieren in de orde van de mens waar het dan weer wel goed mee gaat, zijn de miljonairs. In Nederland zijn er opnieuw meer mensen bijgekomen met een vermogen van een miljoen of meer. Ik ben geneigd om een link te leggen tussen de daling der bijen en de stijgen der patjepeeërs. Hoe meer het mensdier een plek opeist, hoe minder er voor de andere dieren overblijft. Ofwel, pak je miljoentje, help je omgeving nog wat verder naar de tering en sterf uiteindelijk met een zure glimlach en verlepte dood.

Ach, het zal de miezerige ochtend wel zijn die bijdraagt aan mijn gehuil naar de maan. Tijd om wat schappen in de plaatselijke supermarkt leeg te trekken. Opdat de stakers hun zin krijgen en wij, de nietsvermoedende boodschappenjager, straks ook daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. En dat alles om de het natje en droogje van supermarktketenbaasjes veilig te stellen. Ze gaan die loonsverhoging namelijk heus niet van hun eigen miljardenspaarrekening betalen.

Rest mij nog een kraker van Kraftwerk te delen. Radio Activity. Live, hoe anders.

#waanvandedag

de tijd is bepaald de pas gemeten de stap gezet

geef mij geen thuis waar de onrust tiert geef mij geen troost waar de donder raast geef mij geen ijzer geen handen om te breken

de torens slaan asynchroon hun gebedsstaf stampend dampend stof ademt in en uit devoot gewezen platen slaan briesend op hol

“Vrees de goden, vrees de toorn! Vrees geboden, weersta de storm!”

de duivel komt in al haar gedaanten verleidelijke gruwel diamanten ogen rood als druppels bloed fluwelen lippen likken vuur

hier zal ik zijn met mijn reisgenoten hier zal ik sterven, van god en alles alleen.

#gedicht

Enter your email to subscribe to updates.