De stad plakte ons gisteren tegemoet. Als we al niet verpieterd waren door de eindeloze file in de zon. Tijdens de enkele keren dat we ons met een vierwieler verplaatsen, vraag ik mij steeds opnieuw af waarom iedereen, wij dus ook, kiezen voor dit slopende vervoer. Het is geen toeval meer dat we vooral stilstaan of kruipen over verterend asfalt. Hoe breder de weg, hoe meer verkeer, hoe meer vertraging. Toch blijft deze koe een heilige voor de massa. Ik heb vooral last van mijn IKEA-gêne. Ik wil helemaal niet in de rij, nergens. En toch ben ook ik zo'n halve gare die af en toe de weg kiest boven trein of fiets. Alleen maar omdat het makkelijk met spullen slepen is. Maar hoeveel spullen heb je werkelijk nodig, dat is de onderliggende vraag.
Bijkomend vind ik het ook beschamend omdat wij dan kiezen voor dit leed dat we file noemen en dat alleen maar uit luxe. Natuurlijk, ik kan het allemaal best relativeren, maar dan nog blijft het een bizar en schril contrast: de toevallige westerling die 'zijn recht op vakantie' eist tegenover de mensen die niet of nauwelijks weet hebben van dat fenomeen, of heel andere dingen aan hun hoofd hebben. Overleven bijvoorbeeld.
Weer thuis werden we direct verwelkomd door een klopboorsessie van de buren. Tot vanmiddag ging dat door. Planken moeten hangen om een gevoel van ruimte te creëren, wat ook te begrijpen is. Zij puffen net zo goed hun rondjes in dezelfde karige vierkante meters die wij met elkaar gemeen hebben, met alleen een dunne muur tussen ons als schijn van begrenzing.
Met een beetje geluk zit het kluswerk er nu op en bereiden wij ons voor op de aftrap van de week; de voortzetting van de renovatie van een aangrenzende woning.
Ondanks alles en ook door het besef dat het allemaal nooit vanzelfsprekend is, was het weer fijn om uit de dagelijkse malaise te zijn. Rust, ruimte, buitenleven. Een boek, een spelletje, een wandeling, muziek. Ik en wij. We hebben, als je het zo bekijkt, heel veel mazzel.
#waanvandedag #vakantie #stad #file #100DaysToOffload #thuis
Mijn bezoek aan de bieb was vanochtend – voor de verandering een keer op donderdag, iets met korte vakantie, u weet – weer zeer prettig. De heenweg, de kleine 20 minuten op de fiets langs het kanaal en over de brug, met een frisse februarimorgen en zon in m'n giechel, zorgden voor een enigszins uitgeslapen smoelwerk toen ik fruitig binnenstapte. Nu niet mijn vaste en altijd lieve, blije collega's maar juist twee andere die ik niet zo heel vaak tegenkom. Toch ook weer eens leuk om de spijs wat te veranderen, hoewel ik alweer uitkijk naar de volgende keer, want al die afwisseling moet geen gewoonte worden hè?
Het gesprek met wat ik inmiddels toch wel meer een vriendin dan leerling kan noemen, was opnieuw een achtbaan. Van blij en opgewekt naar ontstemd en ontroerd terug naar vrolijk en goede moed. Dat is het mooie van deze gesprekken. Ze gaan over alles en alles is het leven zoals we dat kennen, ieder met ons eigen verhaal.
Na een korte tussenstop in Huisje Weltevree voor een snelle lunch en stiekem nog even snel samen een liedje of twee spelen, door naar Rotterdam. Na een week de schat van een hard werkende puber weer zien, dat is ook weer heel fijn. Bijpraten, huiswerk, nog wat praten, eten, huiswerk, nou, nog een praatje dan, en dan weer terug naar Amsterdam.
Thuis een beetje gaar op de bank met een glas heet water, wachtend op mijn lieve vrouw die op donderdagavond een cursus wijsheid aantikt.
Ofwel, de vier dagen weg zitten alweer veilig achter het slot en grendel van zoete herinneringen en terwijl ik dit typ staan de volgende alweer te dringen voor de deur – maar even opendoen dan.
#waanvandedag #alledaags #thuis #amsterdam #rotterdam #oba
Joe, de vogel is weer geland. Thuis op het nest dat inmiddels weer helemaal is ingewoeld, uitgeboend en gelucht. Tassen uitgepakt, stofzuiger en stofdoek door het huis, eerste was gedraaid en opgehangen, boodschappen gedaan – dit alles overigens in vloeiende samenwerking met de levendige partner in crime passionnel.
Het blijft een wonderlijk fenomeen. Dat je na slechts een paar dagen weg, de weg terug naar huis ervaart als cultuurshock. Het overvloedig tekort aan rust druppelt in elk geval vanaf Lelystad de trein binnen. Als klap bij heldere hemel dringt de waanzin van de maatschappelijke nood zich op. Zoals de opgefokte leipo met een telefoongesprek doorspekt met tragische ziektes, straattaalsmurrie zonder komma's en punten, maar met een overdaad aan energiedrank en ander lekkers, dat zonder filter bij mij naar binnen dendert. Ik ga er ter plekke van trillen, het bloed trekt uit mijn kop weg waarbij het beeld van hoe ik zijn kop van zijn romp ruk steeds aantrekkelijker wordt.
En zo trekken we langs Almere uiteindelijk de Amsterdamse wannabe-oase van samenlevingsdroogte in. Onze straat verwelkomt ons met bouwketen, vrachtwagens, een hijskraan en ronkend witte pakketbezorgbusjes. Eenmaal op tweehoog boven draaien we de sleutel om en komen de bass-traps van de aangrenzende buren ons tegemoet; gospel voor jongeren, dus inclusief vette beats en zuigende bassen. De heer zij geprezen en Jezus beeft.
Mijn gemoed is, met andere woorden, in een zucht tot ver onder het nulpunt gedaald. Drie dagen omringd door niets dan groen, rust, ruimte, dieren en lieve hotelmedewerkers – het voelt nu al als een verre herinnering.
Kortom, de landing is niet bepaald zacht. Had ik ook niet verwacht, maar toch is het altijd weer even slikken. Om vervolgens door te gaan. Want zo is het ook. Genoeg om me druk over te maken, net als dat er ook meer dan genoeg is waarmee ik mijn pijn om de tragiek van mensheid kan verzachten.
#thuis #vakantie #stad #waanvandedag #jezus #bouwafval