We zijn er allemaal groot mee geworden. Wachten op monteurs. Een tijdslot van 4 uur. Tussen acht en twaalf. In mijn geval betekent dat allesbehalve relaxt wachten tot ze er zijn. Elk geluid dat vanaf de straat mijn oortjes streelt doet mij opstaan en door onze reep tussen het raamplakplastic gluren. Ja, ik ben zo'n buurman die om de haverklap de boel checkt, elk gerucht. En dat zijn er nogal wat. Het is hier wat je noemt een levendige toestand. Bestelbusje hier, brommertje daar, veegwagen zus, brandweerwagen zo. Bouwput en echoën maar.
Inmiddels is het duo inclusief mijnwerkerslamp gearriveerd, lopen ze de trap op en weer af, heeft er eentje een stevige en natte rokershoest, hijgen en puffen ze wat af en kleden de gele hesjes goed af. Alles voor het ultieme doel: glasvezelinternet. Voor een zenuwpees als ik moet je er wat voor over hebben. Vezelrijke spanning, zeg maar.
Vroeger, toen bood ik deze noeste werkers nog koffie en koek aan. Dat doe ik niet meer, ik ben een hork geworden, zelfbehoud tot kunst verheven. In plaats daarvan versla ik aan onze tafel van 1 bij 1 het hele gebeuren via de u bekende weg.
Nu maar hopen dat ze me niet vragen om het toilet te mogen gebruiken. Dan moet ik helaas nee zeggen. Met als ultiem excuus ja nou, met die corona enzo, nee, liever niet, sorry. Ik heb het regeltje al sinds ruim voor acht uur vanochtend in mijn hoofd zitten.
Aan het gehijg en gepuf te horen zit het er bijna op en kan ik weer door met mijn leven dat bol staat van fouten en zonden. Net een mens. Daarom, van een totaal en geheel andere orde, de nagelnieuwe video van The Weak And The Strong: My Only Sin. Geen makkelijke kost, u weet. Sterkte alvast. Welkom in mijn binnenwereld.
Zo hadden we gisteren ineens sinds een voor ons doen lange tijd een dag samen. Dan is het onvermijdelijk dat we de gitaren erbij pakken en wat gaan rammelen. Gewoon wat liedjes spelen en een nieuw nummer in het bijzonder dat wel wat extra aandacht verdiende. Op een gegeven moment gewoon gek gedaan: de telefoon erbij gepakt en de boel opgenomen, beeld en geluid. Hopsa. Niet omdat het kleinood al helemaal perfect en af is, maar wel omdat we in een fijne flow zaten.
We leven in het tijdperk van hoe meer je deelt hoe meer je de ander verveelt, dus gooi ik 'm zonder enige schroom ook hier op tafel – onze socials hebben 'm al voor de kiezen gehad en waarom dan ook niet hier. Toverkracht is de herhaling van zetten in meervoud. Zoiets. Daarom joh. Upstream. MANKES. Je weet toch.
Met enige opluchting kan ik meedelen dat ik eind van de middag tot en met vroeg in de avond na vijf maanden eindelijk weer rond mag huppelen in de bieb. Mijn opruimvaardigheden gecombineerd met een talent voor verwarring zaaien bij zowel publiek als collegae zal ik met veel plezier etaleren. Wat ik er verder van vind dat nu pas de bibliotheken open mogen, dat zal ik verder maar even laten voor wat het is.
Opruimtechnieken zijn trouwens ook heel handig in het land der dierenleed. Vogelgriepuitbraak nummer zoveel ('maar gelukkig hebben de mensdieren er geen last van') en as we speak worden er zowat tachtigduizend gevederde mishandelden om zeep geholpen. Vakkundig ook. Want, zoals iemand zei zijn de ruimingstechnieken sinds 2003 enorm verbeterd. Mag ik heel even die iemand een eikel vinden? Waar heb je het over, mafkees. Met je gelul en je ziekmakende bio-industriële prietpraat. Sinds oktober zijn er zeker vierhonderdduizend (400.000) dieren op uiterst professionele wijze geruimd. Lees: vermoord. Vanwege vogelgriep. Die, ik herhaal, 'gelukkig niet besmettelijk is' voor de mensjes. Maar die wel in een mum van tijd de duizenden dieren besmet die met evenzoveel op elkaar geplakt zitten in een donker hok. Onder de zweren en verminkte soortgenoten. Stijf van de stress. Een totale lockdown is er helemaal niets bij. Stel je het even voor, heel even maar. Welk recht hebben wij dat we zo met andere dieren omgaan. Geen enkel.
Kijk, dat is een van de vele leuke aspecten van het werken in de bieb. De kookboekenafdeling. De hoeveelheid boeken met veganistische recepten groeit gestaag. En het is zo simpel. De alternatieven zijn eenvoudig en soms erg voor de hand liggend.
Om weer een beetje in stijl af te sluiten wederom een tergend plaatje. Deze keer Leftfield ft. John Lydon. Open Up.
Het type yupster met een voorliefde voor gentrification. Dat beschrijft naar mijn idee de buren aan de overkant. Ze hebben hun krap anderhalve vierkante meter balkon ingericht als was het een tropisch eiland. Veel bloempotten, kleur, barbecue zodra de weergoden ons verzoeken en de onvermijdelijke hangmat tussen al die overdaad. Vooral die hangmat is onmisbaar voor ze. Daar hangen ze de hele dag in. Weer of geen weer. Behalve in de winter. En elke keer als ik dat zie hangen hoop ik op betonrot. Ik ben een slecht mens.
Nu het toch over buren gaat, hiernaast is na bijna twee maanden leegstand wat leven waargenomen. Dat geeft in Huize Hier wat onrust en lichte paniek. We begonnen net te wennen aan de extreem relatieve rust en de weelde van het gangetje voor onszelf. De vierkante meter jassen en schoenen deed inmiddels dienst als fotostudio en knuffelmuur. Maar aan deze rozengeur komt nu een eind.
Er hangt nu een vreemd soort spanning in de lucht. We horen elkaar, maar hebben verder nog geen idee, geen beeld. Dat had wel gekund als ik gisteren de deur open had gedaan toen er werd aangebeld en daarna geklopt. Het was overduidelijk dat ik er was en dus geen sjoege gaf. Daar voel ik mij ook best lullig over, maar mijn reden was plausibel. Vanuit mij bezien dan.
Trouwe lezers weten dat ik hartkloppingen en zweetaanvallen krijg als de bel gaat. Als er daarna ook nog wordt geklopt, dan trekt mijn leven in een flits aan mij voorbij. Dat is de normale toestand. Tel daarbij op dat ik gisteren nogal wat haast had op het moment van de interruptie des levens. Er was een trein te halen en ik zat nog volop in mijn mooimaakritueel en vele andere neuroses die mijn leven zo intens verrijken. Kortom, als een stokstaartje stond ik bevend in de kamer te wachten tot de buur het erbij zou laten en er dan ook vast iets van zou vinden. Dat moest dan maar.
Een klein half uur later deed ik zo geruchtmakend mogelijk mijn jas en schoenen aan. Alles om de indruk te wekken dat ik inderdaad wel aanwezig was, maar om mij moverende redenen echt niet open kon doen, en nu, hier in ons gedeelde walhalletje, nu ben ik beschikbaar. Maar nee. Niemand. De buurvogel was gevlogen. Stond ik daar met mijn antisociale en toch goedbedoelde gedrag.
Straks klop ik misschien zelf wel even aan. De gedachte op zich is al reden tot paniek. En toch, het is ook wel een prettig idee een beeld te hebben van wie er nu – terwijl ik dit typ – steeds deurtje open, deurtje dicht aan het doen is. Positief: er ligt een nieuwe vloermat en we ruiken nog geen sigarettenrook.
Goed, dan nu over tot de wanorde van toepasselijke deuntjes. Tom Waits. In The Neighborhood.
Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die een sprongetje van blijdschap maakt wanneer er in de brievenbus een blauwe envelop ligt. Toch, ondanks dat belasting betalen niet enorm gezellig is, is het een prima manier om de algemene maatschappelijke kosten te betalen. Publiek belang. Of behang, kan ook. Stel dat we dit systeem in deze tijd zouden uitvinden, dan vermoed ik dat we het crowdfunding zouden noemen. Want iets anders is het eigenlijk niet.
Eens in de zoveel tijd kiezen we mensen waarvan we denken dat ze erg goed in staat zijn om onze bij elkaar gesprokkelde centen verstandig te beheren en uit te geven. Des te treuriger is het dat ook nu weer zomaar zo'n 9 miljard is uitgegeven waarvan niemand precies het waarom weet. Onbegrijpelijk.
Nog onbegrijpelijker is het dat diezelfde mensen doodleuk door kunnen gaan met hun werk. Er rolt geen kop. Er is op een reprimande van de Algemene Rekenkamer na verder geen enkele consequentie. Kijk naar Hoekstra. Gaf een paar miljard aan KLM uit. Aandelen. Werd ervoor op de vingers getikt. Mag nu aanschuiven bij de formatie. Niks aan het handje. Net als flink wat anderen die door de jaren heen opmerkelijk slecht met ons geld omsprongen. Wonderlijk.
Mocht u of ik een dergelijke fout maken omdat er veel bomen in het regeltjesbos zijn en je het soms niet meer overziet, of gewoon omdat we de verkeerde achternaam of dikke pech hebben (want ja nou ja: algoritme), dan komen wij er niet mee weg. We zullen bloeden. Schulden maken, baan kwijtraken, dakloos worden, voedselbank. Dat is nogal bizar.
Mij gaat het er niet om dat iedereen maar flink gestraft moet worden. Dat is geen structurele, geen constructieve oplossing. Maar het kan niet zo zijn dat iemand doodleuk 'chef portemonnee' blijft en vrolijk door kan gaan met iets waar die ongeschikt voor is. Wij betalen uiteindelijk hun salaris.
De prognose lijkt gunstig genoeg om ook hier wat maatregelen te versoepelen. Vanaf nu mag je zonder negatief testbewijs, zonder mondkapje en zonder quarantaineplicht (vrijwillig mag altijd) deze digitale hotspot bezoeken. Ik heb overwogen om ook de anderhalve meter te laten varen, bij wijze van veldlaboratoriumexperiment, maar dat vind ik voor nu iets teveel van het goede.
Bij al deze versoepelingen geldt dat ik op de pauzeknop kan drukken als het onverhoopt toch weer misgaat met de resultaten. Dan schakel ik terug naar net waar ik denk dat het volgens de routekaart het beste past.
Dat is toch uiteindelijk het mooiste van alles; deze hele tour de farce is gebaseerd op autorijden. Je raadt nooit uit welke partijenkoker dat komt. En omdat ik slechts een lappenpop gevuld met geitenwollenharen ben, heb ik mij te schikken in deze tenentergende beeldspraak.
Tot zover de gekheid. De afgelopen dagen stonden in het teken van nog meer oefenexamens en overhoringen. Samen met dochterlief uren achter de laptop en boeken. Het laatste restje voorbereiding op wat dan echt is begonnen. Examens. De kop is er voor haar na vandaag af. Met volgende week vrijdag de afsluiter. Tussendoor plakken we er nog wat extra oefening voor andere vakken aan vast. Puntjes op de i, dat soort dingen.
Alles voor een hopelijk goede uitslag. Wat het ook wordt, ze heeft er hard voor gewerkt, zich scheel geoefend, vragen gesteld en af en toe de hond en kat stevig geknuffeld. Niet onbelangrijk.
Van al dat zitten heb ik nu wel een houten reet en zware benen. Straks maar weer eens kijken hoe het leven er in het park bijstaat. De bomen, struiken en vogels zullen me vast niet hebben gemist, maar ik hun wel. Daarbij, lopen door wat gecultiveerd groen is een schraal maar redelijk medicijn.
Het slotakkoord is natuurlijk voor Joy Division. Zanger Ian Curtis verdroeg zijn steeds erger wordende epilepsie niet meer en maakte er van 17 op 18 mei 1980 een einde aan. Bungelend boven het trapgat met op de platenspeler The Idiot van Iggy Pop. Geen tour door Amerika, maar stilte. De overige bandleden rouwden en gingen verder als New Order. Op hun eerste single Ceremony/In A Lonely Place (Joy Division-nummers) en het opvolgende album Movement is de naschok voel- en hoorbaar.
Waarschijnlijk lijk ik vandaag nog het meest op De Schreeuw van Edvard Munch. Het is na een paar dagen van ochtendnies vandaag onvermijdelijk en officieel een hele niesdag. Hiephoi. Dus ja, dan zie ik dat beeld zo voor me. Maar dan met een dozijn papieren zakdoekjes erbij.
Zonder te overdrijven, dat gesnotter drijft oprecht tot wanhoop en put me uit. En dat is jammer, want ook zonder al dat gesnuf kan ik mij over het algemeen volledig vinden in de gemoedstoestand die meneer Munch met het schilderij uitbeeldt. Zonder te overdrijven dus, maar ook zonder mezelf zielig te vinden hoor, wees gerust. Bedelen om aandacht, dat soort fratsen, dat is niet wat ik ambieer. Het is gewoon zoals het is. Een @#$%!dag. En dat moet ik even kwijt. Snotjong die ik ben.
Relativeren in de gloria. Zoals dat we vanmiddag bij het radioprogramma The Basement te horen waren met ons nummer Pandemonium. Vrouwlief bakt terwijl ik hier tegen jullie aan zit te zeuren brownies, de oven ratelt (dat hoort zo, deze uitgewoonde oven zou stuk zijn als ie niet rammelde), we hebben Chelsea Wolfe om het bakproces muzikaal te begeleiden en eerder speelden we zelf wat nummers, met alweer een nieuwe hit aan de horizon. Nou, en tussendoor nies ik eens wat, heb het benauwd en mopper de dag door. Gelukkig kan het allemaal erger, laat dat maar aan het mensdier over. Aangeboren talent of afwijking, daar ben ik nog niet over uit.
Om mijn tere lezers te ontzien zal ik deze bladzijde verder maar laten voor wat ie is. Ik gooi er een muziekje bij als afleiding. Zoals gezegd, Chelsea Wolfe. Feral Love.
Bommen op je verjaardag. Zo was het 81 jaar geleden voor mijn opa. Met de groeten van Adje H. Attente gast. Daarna liep er een man met een witte vlag door de straat als startsein voor capitulatie – en verzet. Dat waren nog eens tijden. Blij dat ik ze niet mee heb gemaakt.
Al is er uiteindelijk verdraaid weinig van geleerd. Tot op de dag van vandaag vieren mensen hun leven tussen bommen en ruïnes. Om te sterven in onschuld.
Nee, dan gisteren. Van heel andere orde. Er zat weer eens wat vaart in de hemel, de wolken pakten samen en er werd wat aan buiigheid gedaan. Zolang ik er niet doorheen hoef vind ik het prachtig weer.
De dag speelde zich grotendeels af in Leusden, op bezoek bij vriend Bas. Onze clubs (hij: Utrecht, ik: Sparta) speelden weer tegen elkaar en we deelden de pret voor de buis. Nou, pret. Het was geen enorm spannende wedstrijd en het eindresultaat was dan ook het beste voor iedereen, een bloedeloze brilstand.
Na de wedstrijd zorgden we zelf voor spektakel met een onvervalst potje voetbal op de spelcomputer. Hij: Utrecht. Ik: Sankt Pauli, mijn Duitse clubvoorkeur, want uit bijgeloof speel ik liever niet met Sparta. Dat kan alleen maar misgaan. We vermaakten ons goed en het was enerverend.
Ook niet onvermeld mag blijven dat we om de dag af te sluiten een bezorgpizza deelden en, zeker zo belangrijk te melden: het potje overschopvoetbal met de zachte bal met Bas' zoon Sepp (7 jaar en bloedje fanatiek). Geloof het of niet, maar Sepp won met 4-3. Dezelfde eindstand waar Bas en ik ons laatste wedstrijdje op de Playstation mee afsloten. En toch berust alles op louter toeval.
Voor nu is het een ritje Rotterdam in het vooruitzicht en de stille hoop dat ik een dezer dagen word gebeld door het uitzendbureau om de bieb weer te mogen bevolken.
Deze week is het toverwoord 'video'. Intimi weten waar ik het over heb, want die hebben inmiddels al flink wat goedbedoelde spam om de oren gekregen. Om in de stijl te blijven, een waarlijk pandemonium aan video-info. Wees gerust, het is nog niet gedaan.
Door al dat beeldige werk ben ik zelf ook eindelijk eens gaan klooien met een videoprogramma. Met als onvermijdelijk gevolg dat er ergens in de komende weken een filmpje van The Weak And The Strong online zal komen. Niet over een nacht ijs en ook niet over een dag zon. Geduld is een witwaszaak, zeg ik altijd maar.
Om in de sfeer van overprikkeling te blijven: toen ik van de week eindelijk weer eens een parkrondje liep werd ik overvallen door de explosie aan groentinten. Pure eye candy. Overduidelijk was de flora hard toe aan wat vocht. Ineens staat het gras meters hoog, reiken boomkruinen kilometers de lucht in en meer van die overdreven toestanden. Het deed mij deugd.
Het lijkt er op dat de boel deze week hier en daar nog een prettig scheutje water zal krijgen. Daarna is het maar weer afwachten of er enige balans blijft of dat we opnieuw een droogte tegemoet gaan. Waarbij de mensdieren ongetwijfeld zonder enige schroom gewoon hun badjes blijven vullen, auto's wassen, airco's laten loeien, stukken vlees naar binnen werken en nieuwe kleding blijven bestellen. Slechts een handjevol waterverkwistende praktijken die misschien moeilijk voorstelbaar zijn, maar die een gigantische aanslag op de toch al geringe zoetwatervoorraad plegen. Elke seconde weer. Het houdt een keer op, dat ook. Dan zullen we elkaar wel weer de hersens inslaan, want iemand anders moet toch echt de schuld krijgen – het ligt hoe dan ook nooit aan onszelf.
Eh ja. Tot zover deze onvoorziene preek. Tijd voor een deelmomentje. Je raadt het al. Pandemonium – supertoll!
Je hebt het niet van mij, maar ik zeg je alvast dat er weer een puike MANKES-video aankomt. Zeer binnenkort, zo goed als zeker deze week en als het echt helemaal meezit, dan zelfs al morgen. Dus als je de nieuwsbrief ontvangt, dan ben je veganspekkoper – eerste rij. Zo niet, dan moet je gewoon de socials en/of de website in de gaten houden. Fijn hoor, al die digitale visitekaartjes.
En als ik dan toch een hoop bombarie over al het fantastisch muziekgeweld aan het maken ben, dan nog een heuglijk dingetje: Resonanz is als nette afspeellijst ook via het vermaledijde YouTube de beluisteren. Kan het op? Welnee.
Verder heb ik enige hunkering naar het park. De afgelopen dagen kwam het er niet van. Gisteren zat ik vooral in het Rotterdamse, de dag ervoor was het gewoon niet te doen, veel te nat. Vrijdag was mijn laatste bezoekje. In goed gezelschap van dochterlief. Met de onvermijdelijk fotosessie. Dat moet als je opgroeit in een app-tijdperk, zo blijkt.
Wat ik maar pruttelen wil: straks tussen al het buigekletter door een wandeling combineren met de supermarkthel. Altijd leuk.
Volgens mij heb ik voor de rest bar weinig te melden. Ik sluit hierbij dan ook de meldkamer voor vandaag. Adios, over en uit.