ego echo

waanvandedag

Ik was een fractie van een seconde verwijderd van een klassieke buitensluiting. Boodschappentas en gft-afvalzak buiten de deur, inclusief deze oude zak, en ik maak een vloeiende beweging de deur achter mij dicht te trekken. Nog net op tijd dacht ik aan mijn sleutels. Die zaten nog aan de binnenkant. Oeps. Het zegt misschien iets over het dromerige wolkendek waar ik nog op ronddobber na een kleine week in Engeland.

Vorige week woensdag vertrok ik met de trein naar Manchester en afgelopen nacht kwam ik weer thuis. Moe, brak en voldaan. Een paar dagen volgepakt met vrienden en muziek. Drie optredens in vier dagen, een voetbalwedstrijd tussen Oldham Athletic en Altrincham; ook een Manchester-derby, maar dan van het niveau 'anderhalf uur achter de bal aanrennen en dan zien we wel'. Ik hou er wel van. Daarbij is het allemaal nog relatief onschuldig en zijn zielen nog niet verkocht aan de hoogste bieder. Een koffie is betaalbaar en je maakt er de plaatselijke fans van heel dichtbij mee, met je natte neus zowat op het gras.

Ik wist vooraf dat ik in ieder geval één optreden zou doen, maar zoals het dan gaat werden het er spontaan drie. Eentje in Manchester, daarna Darwen en afgelopen zondag de afsluiter in Liverpool. Met mijn (muziek)vrienden jd meatyard en VICE VERA (Tamsin, die mij afgewisseld met vrienden Ian en Cathy ook nog eens onderdak bood). Jesse Statman uit New York maakte het vierkoppige kabaal compleet. Kortom, een compleet pakket pure muziek, elke avond afgewisseld met een dichter, een DJ en een MC. 'Twisted Folk' dekt de lading van zoveel cultureel lekkers nog altijd prima. Tijdens de sets van VICE VERA trommelde ik een paar nummers mee, zij deed telkens het slotnummer van mijn set met mij mee en samen ramden we er in de set van jd meatyard nog wat nummers uit. Goede oude tijden herleefden wat dat betreft.

We sleepten en sleurden met spullen, bouwden op en braken af. We hadden diepe en ondiepere gesprekken over van alles en nog wat. We deelden het avondeten, maakten 's ochtends koffie en toast en keken elkaar dan gemangeld en met een glimlach aan. Dit was de bubbel waar ik na een warrig jaar hard aan toe was. Een paar dagen ondergedompeld in een vriendschappelijk bad, weg van alles. En dan heb ik nog lang niet alles opgeschreven. Is ook niet te doen.

Ik hoop dat er niet weer vier jaar tussenzit voordat we elkaar zien en we onze kunsten met gebalde vuist de wereld in slingeren. Met een beetje mazzel komt het spul komend jaar naar Nederland. Dan wil je er bij zijn, geloof mij nou. Tot dan doen we het met de herinneringen en alvast een paar foto's.

Vanaf zeven hoog, uitkijkend op een schitterende herfstheuvel, maak ik een buiging voor mijn lieve, gastvrije, getalenteerde vrienden.

#waanvandedag #muziek

Je weet dat je ergens een half jaar woont als je internetprovider een bericht stuurt met de melding dat de abonnementskorting verloopt: “Vanaf volgende maand betaalt u het normale bedrag.” Noem dat maar normaal.

Ik tetterde gisteren al tegen vriendin K dat ik het moeilijk voor te stellen vind dat ik alweer zes maanden uitkijk op de Amerongse Berg. Ik heb de bomen een deel van de lente en een hele zomer groen gezien. Inmiddels doet de herfst haar ding en ontstaat er een mooi kleurenpalet. De elektriciteitsmast links in mijn gezichtsveld is een trouwe verzamelplaats voor vogels en met het blote oog is de metaalmoeheid niet te zien. Als de tijd daar is zullen de vogels gewoon opvliegen en zal mijn internetverbinding in de lucht blijven. Lang leve de kabels onder de grond en op de zeebodem waar ze het leven zuur maken.

Auto's zoeven voorbij aan de flat. De slagbomen, de rode lichten waar de meeste mensen hier braaf op wachten tot ze zijn gedoofd (zoals de lichten pas uitgaan als de wachtende mens is gedoofd) knipperen en de kruinen van de bomen ruisen hun wiegelied. Ik neurie mee, pak mijn gitaar en staar vervolgens voor mij uit. Ik vind mijzelf zittend op de leuning van de bank en lig daarna met mijn hoofd op de eettafel.

Een half jaar hier voelt nog altijd als onwerkelijk, iets tijdelijks, iets ergens zonder vaste grond, zwevend in de tijd die vooralsnog niet heelt.

Kom. Laat ik de afwas doen, een was draaien en ophangen en de stofzuiger zijn naam eer aan doen.

New Order. Denial (live).

#waanvandedag

Vandaag zijn een aantal partijen aan het preken voor eigen parochie. En dat mag natuurlijk. Je moet je leden onder ogen komen en vragen beantwoorden over 'hoe nu verder'.

Verkiezingsretoriek en wonderlijke of zelfs pijnlijke uitspraken gaan hand in hand. Zo doet de VVD-lijsttrekker haar duit in het zakje door “geen tijd voor waterige compromissen te hebben” als het over migratie gaat. Lijkt mij dat een gemiddelde tekstschrijver aldaar geen idee heeft van hoe pijnlijk die context is. Duizenden mensen drijven dood in de Middellandse Zee en dan is dat je woordkeuze. Waterig compromis. Pijnlijk. Waarschijnlijk zaten ze met hun liberaaloptimistische koppies al bij de namiddagse borrel met bitterballen. Opdat de eerste hap te heet is en er op de blaren moet worden gekauwd.

SP doet het ook onhandig. Die gebruikt oorlogstaal alsof de planeet niet verwikkeld is in ziedende slachtpartijen. Het CDA gaat Nederland verrassen en zegt in bijna dezelfde zin dat ze sociaalconservatief zijn. Waar zit de verrassing Henri? Ondertussen kondigt BBB aan op 22 november het hardst te lachen. Ik denk dat we, zoals het er helaas naar uitziet, inderdaad massaal aan het lachgas moeten. Met die partij aan het roer stikstoffen we allemaal de moord. Dijenkletser.

Opvallend en zowaar onverwacht is het handhaven van de 100 kilometer per uur-grens door de VVD-leden. Bijna tweederde van de bitterballenvretende bende stemde met volle mond tegen het voorstel om 130 kilometer weer in te voeren. Ze willen blijkbaar nog heel even vanuit hun SUV's van het voorbijtrekkende landschap genieten voordat ze de afgrond inrijden. Stelletje rakkers.

Nou ja. Politiek. We hebben het ermee te doen. Voor de gein sluit ik af met een link met wat beelden van het optreden van afgelopen vrijdag in Huis van Puck.

Of wacht. Ik gooi er nog een muziekje achteraan. Fun Boy Three. The more I see (the less I believe).

#waanvandedag

In Arnhem staat een huis ja ja, van je singelaa hopsasa. Ofwel, vanavond vind je mij in het Huis van Puck. Geen onbekend terrein. Met MANKES zijn we er twee keer eerder geweest en dat beviel goed. Kan ook bijna niet anders, want een kleine theaterzaal, vriendelijke mensen en een afwisselende avond met muziek, stand-up, kleinkunst en dichtwerk – dan kan het eigenlijk niet mis. En ik ben na zes dagen wel weer toe aan een kwartiertje ontladen en de adrenaline rush. Zoals ik honderd jaar geleden al eens typte, dat is de drugs waar ik hard op ga.

Na vanavond moet ik, zoals het er nu naar uitziet, mijn plas ophouden tot eind oktober wanneer ik in Engeland herrie mag maken. Tenminste, als ze mij er aan de grens door laten. Zover is het nog lang niet, eerst straks naar Arnhem. Hashtagzinin. Je weet toch.

Muziek, muzak, doordegrondzak. Vanochtend zat ik bij de tandarts braaf en precies op tijd te wachten op een mondhygiënische fuif en teisterde Radio 10 mijn oren. Met uitsluitend de beste hits. Volgens hun dan. Want wat zijn hits en wie en wat bepaalt dat? Nou, voorzetje: geld, netwerk, handjeklap, marketing en vooral heel dik vet toeval. Hoe goed, geniaal of vreselijk je ook bent, het is en blijft toeval, minuscule topjes van enorme ijsbergen. Bedenk dus altijd wanneer je geplaagd wordt door een oorwurm dat er nog een hele kolonie aan oorwurmen aan voorafging en dat het einde nog even niet in zicht is. Opdat we niet vergeten.

Wat we wel lijken te vergeten is dat ijsbergen uiteindelijk smelten. En dat heeft gevolgen. Verplaats je dus naar een hoger gelegen plek. Arnhem bijvoorbeeld. Vanavond dan toch op z'n minst. Hoog en droog een avond vergetelheid. Weg van overstromingen en ellende. Hier kan het nog.

Tik ik 'm alvast af met The Sisters of Mercy. Flood II.

#waanvandedag #muziek

Plakt u even mee, dan kijk ik ondertussen even terug naar zaterdag. Het optreden in De Lantaern was voldoende voor een hele zondag vol adrenaline. Dat zegt alles.

Het was een hele klus om in Zevenaar te komen, maar meer dan alle moeite waard. Lieve mensen, bevlogen vrijwilligers die al vijfenveertig jaar lang de boel daar aan de gang houden.

Alles bij elkaar een ruim half uur gespeeld en geloof het of niet, maar het publiek deed tijdens Tiny Walls of Gold spontaan mee met het vingerknippen. En dat terwijl het nummer zijn live vuurdoop kreeg. Na afloop heb ik flink wat kaartjes uitgedeeld, praatje hier, praatje daar. Mooie reacties. Ik kom er vast nog eens terug.

Er zijn via duistere wegen zelfs foto's tot mij gekomen. Hier alvast eentje (lees je dit via e-mail, dan zul je waarschijnlijk even online moeten kijken – zie link bovenaan het mailbericht).

The Weak And The Strong live Muziekcafé De Lantaern Zevenaar NL 9 September 2023

Voor meer klik of tik je hier.

Het geeft weer moed voor komende vrijdag, op naar Arnhem. Huis van Puck, ook een hele fijne plek.

En nu val ik even stil. Ik dacht dat ik nog iets meer te melden had, maar waarschijnlijk heeft de warmte mijn brein definitief om zeep geholpen. Het is niet anders. Verkoeling is onderweg.

#waanvandedag #muziek

De opdracht van mijn collega was om dit weekend niet te smelten. Ik denk dat die taak wel uitvoerbaar is. Want ja, het is warm en mijn hobby is het ook niet, maar het kan heel veel erger. Ongetwijfeld krijgen we daar met z'n allen in dit stronteigenwijze fossiel gesubsidieerde landje nog een terechte tik voor op onze neus, maar vermoedelijk dit weekend nog even niet. En troostrijk als ik ben: ooit zal alles hoe dan ook smelten. Maken wij niet meer mee, maar de generaties na ons kunnen hun lol op met onze leefwijze en inspiratieloos opgehaalde schoudertjes.

Overigens was dit niet echt het punt dat ik wilde maken. Ik ben gewoon begonnen met typen omdat het heel goed combineert met het drogen van nagellak – die is trouwens best stroperig van deze temperatuur. Ik heb aardig staan beunen om dat spul er weer een beetje fatsoenlijk op te krijgen. Straks nog even in de make-up en dan ben ik klaar voor vanavond. Dan mag ik mij in Zevenaar laten zien en horen. Mocht je echt enorm zin hebben in een avond vol muziek, dan ben je meer dan welkom in Muziekcafé de Lantaern. Na het ploeteren door de werkzaamheden van NS, zal ik de avond om half negen openen. Na mij een zondvloed van twee bands. Ofwel, eerst zaai ik dood en verderf en daarna mogen de blije muzikanten de mensheid weer reanimeren. Gaat ze vast lukken.

Niet smelten. So far so good. En om de goden te verzoeken: Melt. Siouxsie and the Banshees.

#waanvandedag #muziek

“Mensen die hard werken en nauwelijks kunnen rondkomen, zal ik nooit accepteren...” – Rara, van wie is deze nogal wonderlijke uitspraak? Het past in elk geval bij de opvattingen van de luiheidspartij, de VVD. Want die worden spontaan niet goed van hardwerkende mensen die dan ook amper rond kunnen komen. Dan doen ze namelijk iets niet goed. Werkende armen. Bah. Nee, het ultieme walhalla zit in het bezit van veel fossiele aandelen, beleggen, erfenisrijkdom en dan maar die bankrekening zien groeien. Oud geld maakt nieuw. Hard werken en nauwelijks rond kunnen komen is onacceptabel. Je moet nauwelijks werken en schaterlachend de bubbels wegtikken, het gepeupel laten opdraaien voor jouw overbodige leven.

Of wacht, trek ik de boel nu uit z'n verband en wordt het niet zo bedoeld? Oké, kan. Maar dan is het statement op z'n minst onhandig geformuleerd. Volgens mij moeten politieke one liners eenduidig zijn, anders ben je alleen maar bezig met uitleggen hoe je het eigenlijk bedoelde. En dat kost altijd meer dan een zinnetje.

Bla bla. Ik lijk zelf wel een politicus. Hoe dan ook profileert de door mij vervloekte VVD zich weer als vanouds ziekmakend. Ik ik ik, vrijheid ten koste van anderen, schijnveiligheid, grenzen dicht, fobisch, conservatief. Vrijheid zit 'm volgens die partij in het sluiten van grenzen. Kaderen, begrenzen. Alles rechts praten wat krom is.

Ach, mijn geraaskal is ongetwijfeld het resultaat van een voor mij ongekende hoeveelheid paracetamol. Ik slik ze per 1000 milligram en dat twee keer per dag. Meer kan niet, want dan weet ik echt niet meer wie en waar ik ben. Naast rugkramp en hoofdpijn kan ik er niet ook nog een zoveelste existentiële crises bij hebben. Overigens zijn er mensen in mijn directe omgeving – ik noem geen namen – die mij met mijn 2 keer 1000 mg per dag een amateur vinden op pillenslikgebied. Echt. Gelukkig weet ik beter en is – ik noem nog steeds geen namen – het gestoeld op medeleven. Noem het liefdevol. Dat weet ik omdat ik gisteren tijdens een voorzichtig rondje met – ik noem nog altijd geen namen – aan het bellen was en een zwaar gehavende steen vond in de vorm van een hart. Het leven is betekenis geven. Een beschadigd, ogenschijnlijk versteend hart dat gevonden wordt, opgeraapt en meegenomen, met aandacht verzorgd en nu ligt te drogen op mijn balkon. Ik voelde het kloppen toen ik het in mijn handen had. Maar het kan ook mijn gepijnstilde geest zijn die er al hallucinerend mee aan de haal ging.

Verder geen zorgen lieve lezers. Even een dag of twee door deze zure appel heen, zoveel als mogelijk in beweging blijven en ik ren straks weer als een dolle over de kaalgevreten, leeggeroofde vlakte die het leven is. De stip aan het eind van de horizon is een brandende hoepel waar ik ter zijner tijd zonder morren doorheen zal springen.

Om de daad bij het woord te voegen: volgende week zaterdag draaf ik op bij Muziekcafé De Lantaern in Zevenaar. Ik open de avond om 20.30 uur. Dus als je nog niets te doen hebt en mij weer fris en fruitig andere mensen het leven zuur wil zien maken – wees welkom.

Voor nu iets heel anders. OMD. The New Stone Age. Live in 1981. Geluid niet helemaal sync met de beelden, maar wat boeit het. De overtuiging, het drama, je weet toch.

#waanvandedag

Door het gebrek aan breedte kan het wat smal zijn. Kijk, daar kan ik iets mee. Er is geen speld tussen te krijgen. Je kunt het zelfs omdraaien waardoor je ultiem aan het omdenken bent. Smal pad? Maar wacht: door het gebrek aan smalte kan het wat breed zijn. Manifesteren tot de macht.

Waarom deze rarigheid, deze oeverloze prietpraat, vraagt u zich terecht af. Kom, ik neem u mee naar gisteren.

Vrijdag. De laatste officiële vakantiedag van uw geliefde praatjesmaker. En eindelijk een dag zonder regen. Tenminste, overdag. Ik had de keuze om mijn verdriet te verdrinken, aan de drugs te gaan, in een hoekje te jammeren, mijn boosheid van het balkon te schreeuwen, bommen te plaatsen op volkszangerspodia en buren de huid vol te schelden omdat hun priemende sigarettenrook mij de hele dag mijn eigen lichaamsgeur ontneemt. In plaats van al die mooie opties koos ik voor een tochtje op de fiets. Half huilend pompte ik mijn banden op. Wat niet lukte, want de fietspomp pompt alle lucht net voor het de band ingaat de ether in. Wat blijkt: scheurtje in de slang. Dus op best nog harde banden, maar te zacht naar mijn zin, alsnog de krakende beentjes in beweging gezet. Na een uur had ik pijn in mijn kont. Sinds ik hier woon fiets ik nauwelijks nog, omdat alles met gemak is te lopen. Dus weg zadeleelt (ja, lees dat woordje nog maar een keer).

Rhenen was mijn doel. In principe een goed half uur. Natuurlijk werd dat langer, omdat ik al direct de korte route aan gort fietste. Omkeren verdraag ik niet en dus trapte ik ogenschijnlijk stoïcijns door. Langs de provinciale weg. Niet echt idyllisch. Dat zou ik terug anders doen.

In Rhenen ging het ook niet helemaal zoals bedoeld. Ik stak de Rijnbrug over (gebouwd op de fundamenten van de gebombardeerde spoorbrug) en zat ineens in Gelderland. Waar sommige mensen nauwelijks een grensovergang is gegund, stak ik fluitend de provinciegrens over. En daarna ook weer terug. Omkeren was het niet in mijn ogen. Ik kon gewoon onder de brug door en zo weer de Rijn over. Zolang ik door kan fietsen is het geen omkeren, aldus mijn brein.

En zo ging ik uiteindelijk de Grebbeberg over, door naar de Blauwe Kamer en via een iets andere weg terug naar Veenendaal. Helaas nam ik weer een verkeerde afslag, dus in plaats van een meanderende route langs het Valleikanaal – waar iemand dus van zei dat het door gebrek aan breedte een smal fietspad is – zigzagde ik door het plaatselijke industrieterrein. Nou ja. Ik was in beweging en nam onderweg wat wel de moeite waard was in mij op. Uitzicht over de rivier, de Grebbeberg met z'n verleden, een fazant met jonkies, twee ezels, rennende paarden, een koe die uit alle macht nog wat afwisseling zocht in het monotone grasvoer en haar kop onder het hek doorstak, trekkend aan een polletje groen. Dat had ze vast vaker gedaan, zo vanzelfsprekend als het ging.

Na ruim twee uur was ik weer thuis. Er hingen buien in de lucht en mijn bui hing daar gezellig tussen. Ik had een berg verzet door het plein over te steken. Zoiets. Ofwel, kom er maar in met die bergen, NITS.

#waanvandedag

Het is veel te verleidelijk om over regen te schrijven. En dat op zondag. Kop 'm in ouwe.

Inderdaad, weer een dagje ouder nadat ik gisteren mijn persoonlijke Nationale Feestdag in Arnhem heb gevierd in uitermate lief gezelschap. Ook daar viel het precies volgens de voorspelling rond twee uur 's middags met bakken uit de lucht (waar moet het anders vandaan komen?). Kon ons niet deren, we zaten binnen aan een buitensporige lunch en ik pakte cadeautjes uit, werd van alle kanten gefeliciteerd en er werd zelfs op Radio Capelle stilgestaan bij mijn geboortedag. Ook daar zijn felicitaties overigens op hun plaats, want radioprogramma Zwaardvis slingerde uitzending 1100 de ether in. Hallo. Toch een leuk idee om daar ooit aan de wieg van te hebben gestaan, samen met mijn pa. Ofwel, alles bij elkaar hoor je mij niet klagen. Dank jullie allemaal voor alle berichten en veel meer.

Ik ga het kort houden en de muziek laten spreken. Want, ook leuk, ik heb via mijn eigen label de eerste officiële release van The Weak And The Strong (Extended Play, ICG Records 2009) opnieuw uitgebracht. Alleen via de digitale platformen, dat wel. Dus, zin in wat extra duisternis op deze natte dag? Tik 'm aan. Op Spotify bijvoorbeeld. Of YouTube. Of welk ander kapitalistisch monsterlijk wezen dan ook. De duivel moet tenslotte ook ergens slapen.

#waanvandedag

Ik ben een engel en mijn vleugels zijn mijn rugzak. Tenminste, volgens de dame in de trein die ik met haar rollator uit de trein hielp.

Ik vroeg of ze werd opgehaald van het station. Maar nee, “daar doen wij niet aan”. Ze was onderweg naar haar zieke zus in Maassluis en stapte nu over op de metro. Uit Huizen kwam ze. Daar eerst de bus naar Hilversum. Dan de trein naar Utrecht. Van Utrecht naar Rotterdam Alexander. “En kijk, daar ben ik nu. Vanaf hier neem ik de metro naar Maassluis.”

Ik zei dat ik het een indrukwekkende onderneming vond. Ze knikte opgewekt en zei dat ze alleen maar dankbaar kon zijn met al die engelen, zoals ik, die haar wilden helpen met in- en uitstappen. Daar dankte ze de allerhoogste voor, terwijl ze omhoog keek en wees. Ik keek ook maar zag alleen de regenwolken – we zien tenslotte allemaal wat we willen zien. Blijkbaar pikte ze die gedachte op, want ze zei blij dat zij daar nu eenmaal in geloofde. En ook in engelen. Maar ze dacht dat het misschien handiger was om in mensen te geloven, omdat je engelen niet ziet.

Ik vroeg haar of ze wist dat de lift nog een klein stukje verder lopen was, aan het einde van het perron. Nee, dat wist ze niet maar nu dus wel. Dat vond ze “fantastisch en superdeluxe, want ze bleef maar nieuwe dingen leren, elke dag weer”. Ik twijfelde of ik met haar zou meeliften, maar ik had een vermoeden dat ze het prima allemaal zelf kon. En voilà, amper een minuut later struinde ze handig manoeuvrerend met haar rollator – “Een tientje bij de kringloop! Nou, ik heb ze vijftien gegeven hoor, voor hun goede werk” – voorbij. Ze stak de metrobaan over en haalde mooi op tijd haar aansluiting.

Inmiddels regende het en zag ik dochterlief op haar fiets aan komen rijden. Zonder vleugels, maar dat maakt haar niet minder mijn engel.

#waanvandedag