ego echo

gedrag

In een kelder in Amsterdam stonden twee mensen. De een stond in de wacht en deed ondertussen een split. De ander moest erom lachen en probeerde ook een split. Een pijnlijk moment. Het duurde nogal lang, die wachtstand, dus ondertussen, na de split, werd eerst de persoon die het wachten veroorzaakte al mimend uitermate bruut in elkaar geslagen. Daarna was het gewoon de hele mensheid die eraan moest geloven. Aan de andere kant van de lijn klonk eindelijk geschuifel, gerommel. En toen de teruggekeerde en zeer verbitterde stem. Net op tijd hield het gniffelen in de kelder op.

De stem moest toegeven dat er inderdaad een pakketje in de brievenbus lag. Maar desondanks was de stem heel erg teleurgesteld dat er niet even was aangebeld (dat was er wel!) want nu was de stem voor niets heel de dag thuis gebleven. En ook was het heel jammer dat het pakje dus gewoon door de brievenbus paste*. De stem had een groter pakje verwacht en daarom gekozen voor een dagje thuis. De twee in de kelder keken elkaar onhoorbaar zuchtend en met de ogen draaiend aan. Ze glimlachten zonder er blij van te worden en wisselden een blik van verstandhouding, omdat ze allebei exact wisten dat het type mens dat deze stem vertegenwoordigt in steeds grotere hoeveelheden voorkomt. Het is het type mens dat ook heus niet in de rij hoeft te wachten, buiten. Want de bestelling ligt klaar en hoeft alleen maar even opgehaald te worden en dan afgerekend. En graag ook even inpakken. Dat kan toch wel even snel, hoe erg is dat nu helemaal? Inderdaad, helemaal niet erg. Net zoals het niet erg is dat er nu eerst andere mensen (van hetzelfde type, maar ook andere, meer sociale types) aan de beurt zijn. Daarna komen de mensen die nu in de rij staan. En daarna komt u aan de beurt. Klopt, precies, zo is het: u bent niet het middelpunt van het heelal. Ja, dat is even slikken, maar zo is het nu eenmaal. Gaat het nu weer een beetje? Fijn.

Inmiddels had de stem half huilend de verbinding verbroken.

_*noot van de redactie alhier: iets past niet door de brievenbus, want dat zou betekenen dat er minstens geen bodem in zou zitten. Iets past hooguit in de brievenbus. Toch worden door en in dagelijks volstrekt willekeurig door elkaar gebruikt. Hier moet een einde aan komen, zo kan het niet langer!_

#middelpunt #natuurkunde #maatschappij #100DaysToOffload #mens #gedrag #waanvandedag

Vandaag nog maar eens een rondje, tegendraads deze keer, door de weilanden gefietst. Samen met de deerne des huizes. Dat was fijn. Afsluitend nog even solo de supermarkt in. Dat vind ik toch behoorlijk hels allemaal, dus blij als een verloren ziel wanneer ik met mijn bootje de Hades naar het rijk van Thuis ben overgestoken, waarvan akte.

Gisterenmiddag besloot ik na de arbeidsouverture nog even een klein stukje om te fietsen. Dan ga je bij de verkeerslichten op de Molukkenstraat nog een stuk rechtdoor over een weg met alleen bestemmingsverkeer, dan links over de smalle dijk met wederom alleen bestemmingsverkeer en dan langs het Flevopark de wijk in. Opvallend veel verkeer met een bestemming trouwens. Ergerlijk veel zelfs, maar vooruit, laat ik het blijblij houden. Soort van. (Spoiler: gaat niet lukken.)

Mijn humeur kreeg namelijk toch een tikkie toen ik, inwendig vloekend om veel te veel volk op de been (dit is geen frisse neus halen, dit is met de hele wielrenvereniging en jogclub zo hard mogelijk je zin door drammen: ik wil nù een persoonlijk record!), ruim uitweek om iemand rustig in te halen. Zonnetje, briesje, zondag. Chill, weet je. Maar nee, dat werd niet gewaardeerd door een wielrenmalloot. Ping! met het belletje. Nog een PING! met hetzelfde kutbelletje. Maar ja, ik was bezig met inhalen. Rekening houdend met degene die ik passeerde en het tegemoetzombieënde renvolk. U snapt, ik probeerde slechts mijn vege lijfje op afstand van alles en iedereen te houden. Dus ik deed mijn armen maar wijd, negentig graden ten opzichte van mijn schriele romp. De beloning volgde direct. Vanachter mij kreeg ik de liefkozing “ja godverdomme lul!”. Oké, dan ben ik de vervelendste niet en schreeuwde de nu voorbijtierende idioterette wat na met daarbij de tip dat je ook af kunt remmen, maar tevens mijn begrip tonend dat dàt wellicht te ingewikkeld was voor een amoebe op wielen.

Tot zover de rechtdoorweg. Ik sloeg linksaf. Midden op de weg een hoop mensen erg dicht bij elkaar. En iemand daartussen in stabiele zijligging kreunend. Hier en daar wat bloed. Het was een wielrenmens. Die zou vandaag geen record fietsen, dat leek mij onmogelijk in die toestand. Ik oefende fronsend geduld, wachtte af tot iemand de intelligente lockdown tot zich door liet dringen, zodat ik mij van deze ramptoeristen kon distantiëren.

Daarna kwam weer een linksaf: de weg langs het park. Dan moet je eerst een heuveltje af. Tegemoetkomers moeten dus het heuveltje op. Dat kan best irritant zijn, maar als je die heuvel opdendert met je kutfiets (alweer kut, maar ook een keer lul, weet u nog?) met duizend versnellingen en je Action-proof fluoriserende fietspakje en als vanzelfsprekend met alle stronteigenwijsheid ook nog even om een ouder stel heen wilt sjezen en je komt mij dan tegen waarbij je mij zo'n beetje alle lebensraum ontneemt, dan doe ik niet lullig (2-2 geslachtsdelentussen- en hopelijk tevens eindstand) en steek ik overdreven stevig mijn armpje uit. De vuist die ik daarbij met liefde maak, dreunt dan gezellig ergens in je dikke vette hals. I don't fucking care, ook ik heb recht op mijn persoonlijke coronavrije ruimte. Ik verwachtte eerlijk gezegd een gevolg, maar nee. Ik denk dat de boodschap duidelijk was.

Gelukkig was er volgens de vele nieuwsberichten gisteren niets aan het handje. Iedereen was braaf met heel veel respect en hartjes onder de riem, Bob Marley verneukend, de barbecue aan (steek de fik maar in die gemartelde dieren) en balkonbingo voor het kwijlend gepeupel.

Mooi hoor, al die saamhorigheid. Toch geloof ik er allemaal niets van. Na ons gewoon nog altijd de zondvloed. Als klap op het zo fijne nationalistische gevoel en in het kader van drogredenen als artiestensteun: draai vooral muziek van Nederlandsche bodem op de radio. Ja, moet je doen. Dan sponsor je vooral volgevreten mediagiganten die niets anders produceren en weer reproduceren dan eenheidsworst en aanverwante prut. Die merken helemaal niets van een banksaldo dat langzaam in een echoput verandert en huilen alleen om het einde van DWDD; hun onnozel dankbaar afvoerputje van wat we in een waan van hersensmelting cultuur noemen (op veel nettere en slimmere wijze verwoord door Micha Wertheim).

Zo, dus dat. Toch was het best een prima dagje vandaag tot zover. Met als hoogtepunt samen op een bankje bij Zuiderwoude, uitkijkend over het water en eenden die ons gezelschap wel konden waarderen en toch op gepaste afstand bleven.

#decorrespondent #dwdd #waanvandedag #afstand #amsterdam #lockdown #virus #wijzijnhetvirus #gedrag #fiets

Het heeft toch iets geks. De omroepberichten in de supermarkt dat we op elkaar moeten letten, vriendelijk zijn voor elkaar en het personeel, begrip moeten tonen en dat we dan met z'n alleen door deze tijd heenkomen. We moeten toch gewoon altijd vriendelijk zijn voor elkaar, begrip hebben voor elkaars ideeën en standpunten en iedereen wat bewegingsruimte gunnen? Virus of niet. Hallo.

Net zoals er her en der hartonderderiemverwarmende initiatieven opduiken (spandoeken, applaus, liedjes, podcasts, videoboodschappen, weetikwatallemaal) die in een enigszins sociaal ontwikkelde samenleving niet eens nodig zouden moeten zijn. Dan hadden we allang het besef gehad dat cruciaal werk stevig moet worden beloond, we op elkaar moeten passen, onze omgeving verzorgen en liefdevolle aandacht geven aan onze mede-planeetbewoners in plaats van ze bij miljarden levend te vergassen, verhakselen of aan vleeshaken leeg te laten bloeden. Om ze vervolgens in stukken te snijden en op te eten. Maar niet voordat we ze eerst vol hebben gepropt met (groei)hormonen, antibiotica en gemanipuleerd voedsel waarvoor we het grootste deel van de beschikbare landbouwgrond verkwanselen. Ik noem maar wat.

Blijkbaar is er een virus voor nodig om onze omgangsvormen nog eens tegen het licht te houden. Ironisch genoeg een virus dat van het ene dier op het andere (het mensje) oversprong, precies omdat laatstgenoemde zo nodig z'n tanden moest zetten in eerstgenoemde. In zekere zin een niet mis te verstane boodschap, al vermoed ik dat de mensjes liever doof en blind zijn. Ik word er weer eens moedeloos van. Wat dat betreft ben ik heel stabiel.

Wat ik ook wonderlijk vind, zijn al die schattige online bewegingslessen 'nu we allemaal thuiswerken'. Vreemd, want normaal zitten we grotendeels knus opgehokt in een kantoor oeverloze slavenarbeid te verrichten in een slecht geventileerde ruimte met kunstlicht waar de bacillen je airco-vriendelijk om de luchtwegen vliegen. Blijkbaar is bewegen dan niet zo heel noodzakelijk. Logisch, want er moeten wel uren worden gemaakt. Tijd is geld en geld is koning: de economie moet groeien, joehoe!

Gelukkig is alles altijd in beweging en dus verandert alles. Groot of klein, zichtbaar of niet direct zichtbaar. En daar zit de grootste les en tevens een van mijn pijnpunten. 'Straks' moet alles weer 'gewoon' zijn. Dan hebben we het over pre- en post-corona; dat soort kreten. Maar voor het gemak wordt er vergeten dat we gewoon in een huidige situatie zitten. Ook dan. Snap je? De tijd is altijd nu. Voor ons dan, omdat we verder niet beter weten en er toch een beetje grip op willen hebben. De chaos doet gewoon wat het doet. En daar moeten wij maar mee om zien te gaan. Voor zolang het duurt, want u weet: alles gaat voorbij, niets blijft hetzelfde. Zelfs dit verhaal wat ik nu al voor de zoveelste keer tot mijn eigen ergernis afsteek.

Het zou denk ik helpen als we eindelijk eens meer dan anderhalve meter afstand nemen en onszelf bezien in het onmetelijk grote geheel. Volgens mij ga je dan pas de maffe planeet en alles wat erop leeft op waarde schatten. Dan zouden we misschien in staat zijn om niet zo'n achterlijk destructief broedsel te zijn en juist behoedzaam delen wat er is. Zuinig en opmerkzaam zijn. Alleen gebruiken wat nodig is en dat dan ook nog eens circulair. De wereld is er niet voor ons, net zo min als dat de wereld er überhaupt voor iets is. Alles (en wij dus ook) is slechts een tijdelijke voortplanting van een niet te bevatten geheel dat maar wat doet. Het trilt, dijt uit, krimpt weer, perst samen. Alsof het ademt. Luister maar.

Tot zover deze preek. Ik wens u nog een prettige voortzetting van het een en ander.

#inzicht #heelal #planeet #leven #corona #virus #gedrag

Oké, wat dus wel mag: met een groepje van drie van buiten een fietstunneltje knalvuurwerk het tunneltje in gooien. En wat dan weer niet mag: in het voorbij fietsen je middelvinger naar dat groepje opsteken en fuck you roepen. Want dan moet je op pleuren en je vieze muil houden.

Kijk, nu is het in ieder geval duidelijk. Ik ben nogal eens in de war de laatste jaren met sommige gedragsregels en de sociale vaardigheden in het algemeen. De maatschappij verandert net zoals alle andere zaken over de hele planeet. Prima natuurlijk en alleen maar iets om toe te juichen, maar soms zijn de veranderingen verwarrend, zoals nu met bepaalde gedragscodes.

Het is geheel volgens de geldende norm dat je, bijvoorbeeld in de trein, gewoon je ranzige schoenen op de bank tegenover je kunt planten. Of alles wat je met je telefoontje doet voor iedereen goed hoorbaar moet zijn. Dat is het nieuwe sociaal en ik heb dit inmiddels allemaal al bijgeleerd. Nooit te oud, weet je. Maar zo'n situatie als hierboven was nog een beetje nieuw voor mij.

Ik had wel mijn vermoedens van omgangsverschuiving toen ik van de week van rechts kwam en een autobestuurder mij zag, vervolgens straal negeerde en gewoon de stoep opreed en daarbij een zwerfvuilniszak openhaalde. Toen keek ik boos en geschrokken om en zag ik de bestuurder juist zijn middelvinger naar mij opsteken.

En daarvoor maakte ik al eens mee dat toen ik voor een zebrapad remde om voetgangers over te laten steken, iemand achter mij mij een idioot noemde. Terwijl ik het juist vrij achterlijk vond dat hij iemand op het zebrapad zowat aanreed. Maar ja, hij zat op een hele snelle racefiets met flitsend helmpje, sporty outfit en dat soort serieuze toestanden met een smartwatch enzo, dus vooruit, dan moet je zo iemand natuurlijk volledig ruim baan geven op een fietspad middenin een overvolle drukke stad. Logisch. Ik begrijp dat nu en ik overweeg om voortaan dan ook pas weer buiten te komen tussen 3 en 4 uur 's nachts. Dan val ik zo min mogelijk mensen met mijn sociale onhandigheid lastig en kan ik voorzichtig wat meer ervaring opdoen. Pure win-win. Want je ziet, na vandaag, je bent nooit streetwise genoeg.

Ik kijk alweer uit naar de volgende les Moderne SoVa in het Verkeer en Randzaken dienaangaande.

#waanvandedag #gedrag #sova #socialevaardigheden #maatschappij

Ons bestaan wordt gedefinieerd door de verhalen waarin we kiezen te geloven. En we verzinnen wat af met z'n allen. Dus dan weet je dat.

In het kader van 'laat ik ook eens positieve kant van de tweevoeter belichten': vorige week reed ik, zoals ik dat nu eenmaal doe, met een lekker vaartje naar het station. Rotterdam Alexander, voor de preciesigheid. Niet dat het verder uitmaakt, maar het geeft een beeld. Of niet, want als je niet weet hoe het er daar uitziet, of dat het überhaupt bestaat, dan heb je er nog geen rukkeduk aan, maar ja, je probeert eens wat als Schrijver des Naderhands.

Fietsen dus. Tempo. Donker. Licht aan. Blik op het fietspad en dan die hele omgeving ook maar gelijk scannen. Het kruispunt dat voor mij opduikt is me er eentje. Nu kan het kruispunt daar zelf weinig aan doen, dat ligt daar gewoon keihard te chillen en heeft verder geen idee, maar ik weet uit ervaring dat er nogal wat automobilisten zijn die niet in de gaten hebben dat ze, voordat ze hun weg met de overige gemotoriseerde vriendjes kunnen vervolgen, eerst een fietspad oversteken – en voorrang moeten verlenen, zoals dat zo mooi heet. Toegegeven, ik ben dienaangaande ook best een eikeltje en rem het liefst zo dramatisch laat mogelijk als een vierwieler mij niet of laat opmerkt. Dat is het voordeel als je zelf wel oplet, dan kun je anderen nog eens heerlijk de stuipen op het lijf jagen. Nou, dat gebeurde dus ook.

Ik kom in volle snelheid aan karren en ik zie dat het jochie achter het stuur niet enorm op zit te letten. Ik zag wel de gloed van zijn telefoon op zijn gezicht. Logisch natuurlijk dat zo'n schermpje de hoogste prioriteit krijgt. Je zou zomaar iets kunnen missen, een bericht, een foto of, nou, een fietser. Maar ja, die zie je niet aankomen op je foon. Dus ik overdreven remmen, tingelen, overdreven sturen en misbaar maken. Fantastisch. U kent het wel, met je hand een wegwerpgebaar, mond scheef, boos kijken. Blijer maak je mij niet. Oh, wat ik dan ook fijn vind is om de gestuipte mede-verkeersdeelnemer een bezoekje aan het raampje te brengen en heel even nog mijn zelfingenomen gelijk te duiden. Dus ook nu.

Mijn verbazing was nog onderweg een schetsboek en potlood te kopen, terwijl ik zijn portierraam al zie zakken, met zijn hoofd half naar buiten en zijn hand erdoorheen gestoken zwaaien, terwijl hij roept sorry man, ik zag je écht niet, sorry! Tja, van zo'n vredelievende wending schiet ik dan toch vol. Waarschijnlijk net zijn rijbewijs, toch even goed geschrokken en dan excuses aanbieden. Dan ben je een grote, hoor, echt. Ik stak daarom mijn hand op, zwaaide terug en riep ... is oké!.

Even later liep ik met natte oogjes op het perron. Het was dan ook verdomd koud en dan die wind erop hè?

#verkeer #fiets #ov #gedrag #waanvandedag