ego echo

mens

De mooiste plekken zijn de door de mens verlaten plekken. Gebieden die zijn aangetast door vervuiling of een kernramp bijvoorbeeld. Of verlaten dorpen, huizen, straten. Of zelfs hele steden. Want wat er daarna gebeurt, daarvan word ik tragisch blij. De mens vertrekt en de rust keert weer. Planten en bloemen gaan weer groeien, bomen krijgen blad, vogels beginnen te fluiten, wild laat zich zien, insecten zoemen, er wordt gewroet en bestoven. De boel komt weer tot leven waar het leven onmogelijk zou zijn. Ja, voor de armzalige tweevoeter die de boel heeft versjteerd en dan ergens anders precies hetzelfde uitvreet. Om dan met dezelfde verbazing vast te stellen dat ook daar het leven uiteindelijk niet mogelijk is. Betere voorbeelden van onze overbodigheid zijn er niet. Misschien verkloten we de boel keer op keer wel om die reden: we doen er niet toe. Dat is natuurlijk ook best sneu en nauwelijks te verkroppen. Dus dan ga je je ook zo gedragen.

Hier vlakbij, naast het verzorgingshuis waar ongeveer twintig sloop- en renovatieprojecten tegelijk aan de gang zijn inclusief alle gekmakende gevolgen, zijn een tijdje terug bomen gekapt. Het waren prachtige, oude bomen. Maar de zaag ging erin. Plaats maken voor, ja, wat eigenlijk? Of misschien omdat ze ziek zouden zijn. Dat gebeurt ook vaak. Ik vraag mij dan af waarom niemand zich afvraagt waarom die bomen ziek zijn en hoe ze misschien beter kunnen worden. Bomen zijn veel belangrijker dan mensen. Toch hakken we zieke mensen niet zomaar om. Oké, we stoppen ze wel het liefst weg om dan op de zorg die ze zo hard nodig hebben ook stevig te bezuinigen, zodat er uiteindelijk alleen nog verdorde mensen overblijven achter glas, in een bed. Tot ze sterven. “Ze waren te ziek”, zeggen we dan, “dus misschien is het maar beter zo, toch?”. Dezelfde drogreden om bomen te kappen.

Die gekapte bomen, daar blijft boven de grond altijd wat van staan. Een stuk stam. Dat doet altijd pijn om te zien, het went nooit. Het is een aandenken aan de brute, botte bijl. Maar dan gebeurt er altijd weer dat wat ik opvat als een hele dikke middelvinger van takken, bladeren, vogels en insecten naar hun oerdomme collegadier. Uit en rond zo'n stam ontstaat weer heel veel moois. Zoals op al die andere verlaten plekken krioelt het er in korte tijd weer van de meest onverschrokken die-hards. Al die plekken zeggen steeds opnieuw 'fuck you, mens!' Ik geniet daar enorm van.

Net zoals ik spontaan in huilen uit kan barsten wanneer ik 's avonds uitgeknepen door een overprikkelende rit tussen steden thuiskom en een egel van de deur bij de bergingen naar het hek tussen de huizen zie hobbelen. Doodgemoedereerd op weg naar de binnentuin. Het interesseert 'm helemaal niks, het deert 'm niet. Hij is hier en blijft hier. Stad, stoep of beton, hem maken ze niet gek; op een dag zijn die achterlijke tweevoeters weg. Het is een kwestie van veel geduld, maar dan heb je ook wat. Rust.

#waanvandedag #abandoned #stad #human #mens #egelantier #nature #100DaysToOffload

In een kelder in Amsterdam stonden twee mensen. De een stond in de wacht en deed ondertussen een split. De ander moest erom lachen en probeerde ook een split. Een pijnlijk moment. Het duurde nogal lang, die wachtstand, dus ondertussen, na de split, werd eerst de persoon die het wachten veroorzaakte al mimend uitermate bruut in elkaar geslagen. Daarna was het gewoon de hele mensheid die eraan moest geloven. Aan de andere kant van de lijn klonk eindelijk geschuifel, gerommel. En toen de teruggekeerde en zeer verbitterde stem. Net op tijd hield het gniffelen in de kelder op.

De stem moest toegeven dat er inderdaad een pakketje in de brievenbus lag. Maar desondanks was de stem heel erg teleurgesteld dat er niet even was aangebeld (dat was er wel!) want nu was de stem voor niets heel de dag thuis gebleven. En ook was het heel jammer dat het pakje dus gewoon door de brievenbus paste*. De stem had een groter pakje verwacht en daarom gekozen voor een dagje thuis. De twee in de kelder keken elkaar onhoorbaar zuchtend en met de ogen draaiend aan. Ze glimlachten zonder er blij van te worden en wisselden een blik van verstandhouding, omdat ze allebei exact wisten dat het type mens dat deze stem vertegenwoordigt in steeds grotere hoeveelheden voorkomt. Het is het type mens dat ook heus niet in de rij hoeft te wachten, buiten. Want de bestelling ligt klaar en hoeft alleen maar even opgehaald te worden en dan afgerekend. En graag ook even inpakken. Dat kan toch wel even snel, hoe erg is dat nu helemaal? Inderdaad, helemaal niet erg. Net zoals het niet erg is dat er nu eerst andere mensen (van hetzelfde type, maar ook andere, meer sociale types) aan de beurt zijn. Daarna komen de mensen die nu in de rij staan. En daarna komt u aan de beurt. Klopt, precies, zo is het: u bent niet het middelpunt van het heelal. Ja, dat is even slikken, maar zo is het nu eenmaal. Gaat het nu weer een beetje? Fijn.

Inmiddels had de stem half huilend de verbinding verbroken.

_*noot van de redactie alhier: iets past niet door de brievenbus, want dat zou betekenen dat er minstens geen bodem in zou zitten. Iets past hooguit in de brievenbus. Toch worden door en in dagelijks volstrekt willekeurig door elkaar gebruikt. Hier moet een einde aan komen, zo kan het niet langer!_

#middelpunt #natuurkunde #maatschappij #100DaysToOffload #mens #gedrag #waanvandedag

Het blijft mij fascineren hoe er tussen alle diersoorten eentje rondhobbelt die zichzelf continue en vrijwillig naar de afgrond brengt. En dan ook nog springt. Het is waarschijnlijk een heel depressieve soort die haar bestaan niet kan begrijpen en er aldus niets zinnigs van weet te maken. Dat hoeft ook niet, want ieder weldenkende soort weet dat het leven geen zin heeft, geen enkel doel dient, behalve er tijdelijk zijn. Volledig nutteloos en onderdeel van een wezenloos chemisch geheel dat niets anders is dan een uiting van, of anders een aaneenschakeling van, chaos en verandering. Toeval in haar meest pure vorm, als die al bestaat. Er is zelfs reden aan te nemen dat er meer van die grote gehelen zijn. Maar dan nog geeft diezelfde reden geen antwoord op de jengelende waarom-vraag. Er is geen antwoord, dus kun je 'm ook niet krijgen. Je moet er maar mee omgaan.

Leven is niets anders dan het bedenksel, om een klein beetje houvast te bieden aan die zwalkende soort, dat realiteit heet. Het is een fase tussen ontelbare andere fases in. Soms lang, soms kort, altijd onvoorspelbaar. In die periode kun je als soort van alles doen hoor, prima, geen probleem. Dat kun je als troost ervaren, niets moet, alles mag. Het is goed. Neem je tijd, kijk maar hoe je die wilt besteden. Zoiets.

Dan blijft het dus wonderlijk dat de keuze valt op allerlei constructies van zelfdestructie en volledige verwijdering van het ecologisch systeem (de enige soort die voor zover ik weet in het geheel niets bijdraagt en alleen maar neemt). Misschien wel daarom, dat kan ook: het heeft toch geen zin, dus collectieve zelfmoord, meestal voorafgegaan door onnoemelijk veel lijden in welke vorm dan ook, is de snelste weg naar vergetelheid. Om dan vervolgens in paniek te raken als die weg ineens gestalte krijgt.

Het is een rare, maar zoals gezegd, fascinerende soort. Ik vermaak mij er in ieder geval dagelijks mee met een gevoel dat het midden houdt tussen afkeer en medelijden.

Voor mij zit de schoonheid in dit besef.

#waanvandedag #existentieel #mens #diersoort #virus

De dag laveert tussen druppels van 10 graden en de stelling van Pythagoras. Een wandeling door het overbevolkte park waar afstand er regelmatig met afstand niet toedoet. Watervogels dobberen rustig en met jaloersmakende ruimte op het kille water, reigers landen schreeuwend in een vloeiende vlucht hoog in de bomen. Ze overzien het geheel van mierenmensen. Een vuurrode tor, een regenworm, plastic handschoenen, mondkapjes en papieren zakdoeken vinden hun weg als zwervend vuil. Het straatbeeld, net als het stadspark, verandert en wordt er niet mooier (schoner met gevoel voor Zuiderburen) op.

In het verzorgingshuis kijken de bewoners verdwaasd door het raam naar buiten. Ze zitten middenin een verbouwing die ongetwijfeld voor net zoveel onrust zorgt als volledig langs ze heen gaat. Wapperende netten, omgevallen hekken en gescheurde zakken zand. De bouw gaat door, de afbraak is als op het allesomvattende niets wachtende mensen in een gebarsten vissenkom. Ondertussen raast het leven zoals wij dat kennen voorbij.

Thuis pruttelt de middagkoffie, een nieuw ritueel bij gebrek aan werkplektaferelen. De kunst gaat door, de ideeën komen en verdwijnen als bij toverslag, al blijven er genoeg hangen in de duistere hersenholtes. Ze zullen wortel schieten, ontkiemen, groeien, bloeien en ook weer vergaan. Wij zijn tenslotte niet voor niets onze eigen goden.

#waanvandedag #wandeling #virus #stad #kunst #mens #dier #park

Letters hebben geen hoofd. Toch beginnen we er iedere zin mee. Onder andere. En ben je Duits, dan krijg je zere vingers van de Shift+letter-combinatie.

Ah, wordt het zo'n stukje? Want dan stop ik ermee, ik heb wel wat beters te doen. O ja? Wat dan, wat dan? Nou, dingen. Betere dingen. Ja joh, 'tuurlijk. Maak dat de katten wijs die vannacht de boel bij elkaar liepen te schreeuwen. Het is de tijd van het jaar. De beuk erin en dan maar weer zien waar die voortplanting goed voor is. Áls het al ergens goed voor is. Het korte antwoord: nergens voor. Dan weet u dat ook weer.

We zaten vanmiddag in de binnentuin. Het is wel buiten, maar toch een binnentuin. Daar kun je alleen komen als je bewoner bent van de honderdtachtigduizend woningen die uitkijken op de tuin. Vanuit dat perspectief was het lekker rustig. Veel vogels, bankjes en de zon met haar aprilwarmte. We zaten daar een voetbalhelft. Praten, lezen, mijmeren. Het ultieme rondzweven in wat we bestaan noemen. Vrouwlief heeft de binnenstebuitentuin al eerder ontdekt, maar we kwamen er uiteindelijk nooit. Nou, bijna nooit. Omdat het toch niet helemaal vrij voelt, zo met al die vensters met daarachter al die mensen die jou zien met al je schroom en banaliteit. Toch, in de huidige periode lijkt het een uitstekend toevluchtsoord. Heel even het huis uit, de trappen af, keldergang door en zo een heel klein beetje gecultiveerd groen in. Als er verder niemand is, dan is het er prima toeven. En laat er bijna nooit iemand zijn. Ja, tuinmannen een keer of twee, drie per maand. Geen idee wat ze er doen, maar het zal vast heel erg nodig zijn. Insecten, vogels, struiken en bomen: ze zien het meewarig aan, dat geploeter en gezwoeg.

Inmiddels is de middag alweer ver heen. De muziek staat net hard genoeg om het gegil van de kinderen buiten te overstemmen. Leuk hoor, dat spelen van ze, maar vermoeiend om dat de hele dag aan te moeten horen tussen het gezaag, gedrilboor, getimmer en aggregaatgebrom door. Daar kunnen die kinderen verder niets aan doen. Maar in het kader van vooruitregeren heb ik bij alle adressen een brief in de bus gedaan, gericht aan de ouders. Of ze nu eindelijk eens stoppen met kinderen in elkaar zetten. Voor je het weet willen die dat straks namelijk zelf ook doen en ik vermoed dat het zinkend schip het uiteindelijk (beter gezegd: al een tijdje) niet meer aan kan. Al kan ik ernaast zitten. Ja, naast het schip. Lekker fris zo met dat opspattend water terwijl de avond zacht valt, de ondergang tegemoet.

#waanvandedag #tuin #mens #stad #kinderen #virus

Sinds een paar ochtenden dringt er in mijn ontwaakdromen een monotoon piepje door de schrikbeelden. Beeld en audio, een mooie combinatie.

Het moest haast wel een jong vogeltje zijn, maar ik kon, hoe ik mijn armzalige nekje ook pijnigde, nergens een nest ontdekken. Voorheen zat er wel eens wat ter hoogte van een kier tussen de balkons. Maar nee, ook daar niets te zien. Totdat ik zojuist flink wat natuurlijk vliegverkeer opmerkte. Aha, ik keek de hele tijd naar de verkeerde kant! Tussen de ramen van ons huis en dat van de buren zit een blinde muur (die herken je aan de rood-witte stok en zwarte bril) en daartussen zit dus een flinke spleet. Daar heeft ooit cement, voegsel, of hoe je het ook noemt, gezeten. Nu zit er een nestje. Er vloog een koolmees naar binnen. Een van de weinige soorten die ik met mijn stadse kop herken. Het hele diertje verdwijnt erin, dus het moet een aardig ruime woning zijn. Het zal vast voor de mensdiertjes geen goed teken zijn dat het metselwerk eraan gaat, maar ik word toch blij van dat gereutel tussen alle ellende door. Piepende grapkuikens. Niets houdt ze tegen. Bemoedigend.

Over vliegdekschepen gesproken. Gisteren een enquête ingevuld van Kieskompas. Prima vragen waar ik gezellig mijn mening bij kon dumpen. Toch kon ik het in mijn wijsneuzerigheid niet laten om de onderzoekers nog een afsluitende opmerking mee te geven dat, zoals in één van de stellingen stond, 'we niet alles in het werk moeten stellen om onze natuur te beschermen'. Nope. Nee? Nee. Het zit 'm precies in de nuance. Het is niet onze natuur. Wij zijn er slechts een onderdeel van, wij bezitten het niet. Een vrolijk rondwarend virus is er het bewijs van. Of gewoon, een aardbeving, vulkaanuitbarsting of orkaan. We zijn zo kwetsbaar, we zijn zo enorm niets. We zijn zo ongelooflijk arrogant.

Kijk, daar komt weer een voertje aangevlogen. Snaveltjes open, hap. Nog even en dan vliegen ze zelf en wacht ik op het moment dat ik weer piepend wakker word.

#stad #vogels #koolmees #virus #mens #waanvandedag #kieskompas

Wanneer Spinoza beweert dat de mens onderdeel is van de natuur (hij schrijft dat met een hoofdletter, prima, maar ik niet) dan kan ik het daar alleen maar mee eens zijn. De mens ziet zichzelf namelijk over het algemeen als losstaand deel van alles. Losgekoppeld van wat we natuur noemen. En dat lijkt mij op z'n minst nogal vreemd. Schroef een mensje open, zoom flink in en je komt bouwstenen tegen die niets meer of minder zijn dan sterrenstof. Als je dan doodleuk gaat denken dat je een intelligent wezen bent dat volledig autonoom rondwandelt, dan spoor je niet.

Aansluitend op wat Spinoza de wereld in slingerde, kun je je afvragen of de mens zich wel heeft aangepast en daarom overleeft. Ofwel, de theorie van Darwin: the survival of the fittest. Als ik om heen kijk dan zie ik van alles, maar geen aanpassing. De mens doet het tegenovergestelde, we proberen werkelijk alles naar onze eigen hand te zetten. Wederom met de arrogante kwastjeshouding dat wij een goddelijke, verheven soort zijn. Om wanneer het een beetje tegenzit te gaan huilen dat de natuur stom is en niet naar ons wil luisteren en wie niet horen wil dan maar moet voelen. Dus gooien we er nog een schepje bovenop. Net zolang tot de boel niet meer te houden is. Bravo. Alsof er ook maar ergens in dit hele bestaan iets een eigen wil heeft en dat het zich tegen ons zou keren. Dan ben je ultiem paranoïde. Alles is chaos, alles is toeval, er is geen god, er is geen lotsbestemming of iets wat daar ook maar op lijkt. De chemische processen doen maar wat.

Accepteer het maar gewoon: ondanks dat wij iets hebben wat we – bij gebrek aan beter – bewustzijn noemen, handelen we volledig mechanisch, zonder eigen wil. Niet meer dan logisch, want zoals gezegd komt alles voort uit toeval. En zeg zelf, als er echt een eigen wil zou zijn, als we echt bewust zouden zijn, als we echt enige mate van intelligentie zouden hebben, dan zouden we niet in de teringzooi leven die wij eigenhandig in elkaar hebben geknutseld met al onze waanideeën. Dag in, dag uit, iedere minuut, elke seconde zijn we bezig met onszelf en onze medemens: onze medenatuur, te misleiden, misvormen, misbruiken. We zijn niets anders dan een minuscuul onderdeel van alles wat er is. Dat alles duurt maar relatief kort, het is een flits in de tijd. Over een jaar of wat is er niets meer van wat er nu is, niet zoals wij het kennen en het zal ons ook niet (meer) kennen. Het is weg, alsof het er nooit was. De mensheid zal er niet meer zijn. Het is net als het leven van het individu: je ontstaat, je wordt in elkaar gezet, je bent er een tijdje en je breekt weer af, gaat op in een groter geheel. Meer niet. Zo gaat dat met mij, met jou en alle mensen. Als er al iets bestaat, dan is het tijdelijkheid. Of beter: veranderlijkheid. Zoals ik al veel vaker zei, dat vind ik een mooie en troostende gedachte. Tegelijk legt dat gegeven ook wel wat gewicht in de schaal. Dus doe nou eens niet zo achterlijk eigenwijs en zorg dat je een leefbare omgeving hebt voor jezelf en de generaties na jou. Koester het, geef het aandacht, wees er verdomd zuinig op. Het duurt namelijk maar even en dat maakt alles zo waardevol.

#sterrenstof #waanvandedag #spinoza #darwin #filosofie #mens

Eerst moet er gezellig luid worden gediscussieerd of er wenkbrauwen of mascara wordt bedoeld. Want zij zei toch echt mascara, maar nee toch, ze zei wenkbrauwen, waaaah! Dit moet bij een fijn luid muziekje op speakerstand in een nogal volle treincoupé. En als er iemand vraagt of die telefoon uit mag, dan kan dat niet, omdat het niet normaal wordt gevraagd. Dus vraagt diegene het nog een keer met een alsjeblieft erachteraan. Dan kan het wel met wat hartelijke k-toevoegingen en verbaal toegeworpen geslachtsdelen. Wanneer er een grote herdershond langsloopt, rustig en kalm, moet er heel hard worden gegild. De hond negeert de achterlijke hysterie, het baasje flipt enigszins. Een aangenaam potje woordenwisseling valt ons ten deel.

Het maakt geen reet uit waar of wanneer je met de trein door het land kachelt. Overal zijn idioten en het lijkt alsof het er steeds meer worden. De massamens terend op een half functionele hersencel. Deze conclusie trek ik na gedegen en vooral langdurig onderzoek waarbij ik mij zoals altijd (u kent mij een beetje) troost met een droge rijstwafel, een flesje water en de geruststellende gedachte dat het water stijgt, het land zakt, de planeet haar rondjes draait en de sprinkhanenplaag die de mensheid is zichzelf vernietigt. Geduld is een schone zaak.

#treinleven #trein #mens #openbaarvervoer #waanvandedag

Waar was ik gebleven? Nou, gewoon hier. Poepiedruk en dat soort dingen. En kapotmoe, ook nog. Dus dan moet de schrijfbehoefte het toch even ontgelden. Excuses daarvoor, want ik weet dat al mijn trouwe lezers daarmee keer op keer, dag na dag, een dikke teleurstelling moeten verwerken. Mea culpa en meer van die sorry-achtigen.

Kent u dat gevoel dat je stevig verkouden dacht te zijn en dat het vervolgens gewoon niet echt over lijkt te gaan? Ja, uiteindelijk wel, heus, maar tot die tijd dikke hoest, gerochel en gereutel. Ondertussen wens ik overigens de buren maar weer eens een lange en pijnlijke dood toe. Niet omdat ik zo'n vreselijk mens ben, maar omdat zij simpelweg teveel ruimte innemen. Het geruzie, het gekrakeel, de eeuwige hemeltergend schijnheilige gospelmuzak en tetterende televisiedominees. To hell with it. Al impliceert dat laatste dat er een hemel zou zijn. En laat ik daar nu precies niet mee akkoord gaan met mijn overtuiging des levens. Het is ook wel weer sneu voor ze als ze daadwerkelijk zouden branden in de hel, want mijn boosheid, woede en wild geraas gaat natuurlijk over veel meer en veel groter (ik verbeeld mij nog wel eens wat) dan die suffe idioten hiernaast. Zij zijn slechts de verpersoonlijking van een topje van die smeltende ijsberg. Dus ook hier past een ongemeend excuus.

Ik moet trouwens ook nodig weer eens een tirade houden op mijn zelfbenoemde tv kanaal. Misschien helpt het weer wat te ontluchten. Al heb ik ook het evenredige vermoeden dat die uiting zomaar een stille dood sterft. Ach, ook geen ramp en geheel terzijde. Lekker digitaal pennend kan ik ook mijn plantaardig ei wel kwijt.

Er zijn ook mooie en fijne dingen op deze door domme mensen verneukte planeet. Afgelopen woensdag zag ik mijn lieve biebcollega's weer. Stiekem was het alweer twee weken afzien geweest zonder deze schatten. Om de feestvreugde te vergroten liep de vrijwilligerspraat met de dame uit Damascus dan ook flink uit. Ze had wat poststukken van de afgelopen week verzameld en die las ze voor. We bespraken de lastige of ronduit moeilijke woorden, rare zinnen, formele shit en aanverwante zaken. Ik ben inmiddels ook haar verkapt maatschappelijk werker, dus ik belde namens haar tussen de bedrijven door ook nog met de gemeente. Vervelen is geen optie en het leidt mij ook weer een beetje af van de treurigheid van ons bestaan.

Een dag later een opnieuw heel openhartig gesprek gehad met mijn Koerdische vriendin en aansluitend nog aan haar scriptie gewerkt. Daarna door naar mijn lieve dochter. Huiswerk en samenzijn in willekeurige, plezante volgorde. Op vrijdag werk ik sinds drie weken op basis van 0-uren extra in de boekhandel. Zo worden we allemaal blij: zij een paar handen erbij zonder er eeuwig aan vast te zitten en ik weer een uurtje of wat inkomen. Lang leve de drukke decembermaand.

Over drukte gesproken. Ik zal de laatste niet zijn die zich erover uitspreekt (mag ik hopen) maar kunnen we die idioterie rond Black Friday – die vervolgens doodleuk een heel weekend tot en met maandag duurt – zo snel mogelijk afschieten? Wat een voorbeeld van kapitalistische ranzigheid. En opnieuw lopen we als zombies achter het zoveelste overgewaaide plastic feestje van de VS aan. Echt, ik begrijp helemaal niets van onze bizarre verafgoding van de sterren en strepen; een enorm stuk kaalgevreten land met een maatschappij die je zelfs je ergste buren niet wenst.

Potdikke, nu sla ik toch weer door, terwijl ik positief wilde afsluiten. Even denken, kan ik nog iets hartverarmends verzinnen? Vast wel, maar dat komt dan een volgende keer wel weer. Voor nu moet ik weer even terug in mijn hol. Gordijntjes dicht, Fever Ray op (de buurjongen overstemmen die begint mee te loeien met een godgeklaagd liedje!) en verbitterd zoet knorren maar.

#waanvandedag #blackfriday #buren #mens #planeet #kapitalisme #vs

Na een dag in het rijk der schaduwen was het de hoogste tijd om mij weer eens te douchen en aan te kleden. Niet dat ik er daardoor veel beter uit ging zien, maar het is het idee, hè? Op naar de winkels dan maar. En dat met een grote omweg. Eerst maar eens tegen die wind in trappen om de wind mee te verdienen. Het werd een rondje Diemen voordat ik met twee tassen aankopen weer hier thuis achter mijn lieve kleine laptop kroop. Waarvan akte.

Ik zag van de week trouwens die ene man in Amerika, u weet wel, die olijke knuffelbeer die zijn huis wit heeft laten schilderen. Waarschijnlijk omdat dat mooi afsteekt tegen zijn oranje hoofdje. Hij hield vol trots een nieuw opstel in zijn mollige knuistjes omhoog, zag u dat ook? Wat ik ervan begreep had hij deze keer weer eens wat over zijn spelevriendje Iran geschreven. Ik zag 'm gewoon glimmen en dan zo een beetje stoer kijken in de camera. Prachtig hoor. Dat gun je zo'n man toch, die aandacht? Het is dan ook hele prestatie.

Verder las ik allerlei keigoede berichten over stevig stikstof- en klimaatbeleid. Heel slim vond ik de truc om niet te minderen, maar om te compenseren. Gouden vondst. Dan kunnen we gewoon met z'n allen net doen of er helemaal niets aan de hand is en lekker doorgaan op deze weg. En lukt het hier uiteindelijk niet, dan gaan we toch naar een andere planeet? Daarom, geen vuiltje aan de lucht.

Goed, voor ik stik in mijn eigen stoffige sarcasme: ik zag onderweg op de fiets prachtige wolkenluchten, golvend water, dobberende watervogels, vliegende ganzen en – oh jee, nu gaat het toch alweer mis – heel veel zwerfvuil. Een fietser voor mij gooide er eigenhandig nog wat extra vuil bij. Het liefst had ik 'm van zijn tweewielertje getrokken en heel erg met de neus op de ranzige feiten gedrukt, maar vooruit, ik hield me in.

Wanneer je dat laatste wegdenkt, was het een prima fietstochtje. Met als ultieme afsluiter mijn eeuwige schuldgevoel ten opzichte van de straatkrantverkoper. Aan mij had hij niets, behalve dat ik hem oprecht zag en hem bij het binnenkomen en verlaten van de winkel vriendelijk groette. Persoonlijk vind ik dat waardevol, maar je vult er geen maag mee en je betaalt er geen huur van.

Toch, aandacht en vriendelijkheid kan een wereld van verschil maken. Daar ben ik van overtuigd. Als individu kun je een revolutie ontketenen met een bemoedigende knik.

#revolutie #vriendelijkheid #zwerfvuil #mens #waanvandedag