Beklagkom
Ik heb doorgaans weinig nodig om mijn humeur op bromstand te krijgen. Dat weten we inmiddels allemaal. Toch zijn er mensen die dat nog niet weten. Of misschien weten ze het wel en is hun dag pas volmaakt wanneer ze mij weer zover hebben.
Twee jongens komen door de schuifdeuren van station Alexander. Een van de twee trekt het plastic van zijn pakje sigaretten en gooit het zo op de grond. Bovenaan de trap, amper voorbij de poortjes, staat een vrouw haar rook in het gezicht van elke passant te blazen. Vanachter haar zonnebril is ze schier onaantastbaar. In de trein zit ik bij voorkeur in de stiltecoupé. Niet omdat die stil is, maar zodat ik mij nog meer kan ergeren aan de idioten die schijt hebben aan alles. Dus ook aan stilte en vandaag was geen uitzondering.
Na mijn overstap in Utrecht hield een man de glazen tussendeur in de trein voor mij open. Alleen was hij iets te snel met loslaten – die anderhalvemeter is lastig te combineren met een vriendelijk gebaar – dus dat ding klapt zowat in mijn gezicht. Ondanks mijn chagrijn kan ik zo'n geste van sociaal vermogen toch waarderen. Zeker nadat hij uitvoerig en onbeholpen zijn excuses maakt en ik mijn übercooldude uit kan hangen met een mompelend 'kan gebeuren'. Het is slechts één van de schaarse momenten dat ik mijn mondkapje met de kreet you fucking people make me sick te grotesk vind. Voor die andere 99,9 procent van de tijd kanaliseert het lapje stof meer dan aardig mijn passief-agressieve grondhouding.