ego echo

fiets

Alle Grappers in da House say yeah! En meer van die onzin. We zeggen sorry en gaan door met het nu al jaren voortploeterende rariteitenkabinet. Schouten roept weer eens om wat het vervolgens in te trekken en De Jonge steekt ook nog maar eens oeverloos van wal. Rutte pruttelt zich belletjes rond de mond en we nemen er een fikse koude rakker op; hapje, drankje, nootje, wijntje. Hoezee en in de prullenbak ermee.

Tussen de buien door met het zestienjarig lieftallig monster een Instaproof-wandeling over de brug en door het park. Ergens onderweg stond een scooter half over het pad. Het baasje stond met capuchon over z'n kop met zijn rug naar ons toe tegen de struiken aan te zeiken. (Vooruit, als ie andersom had gestaan had ik er nog minder waardering voor op kunnen brengen.) In zijn mond een gasballon en rond de scooter en het verregende bankje dezelfde ballonnen, maar dan stuk en gebruikt. Een gastank, een rits energiezuigende drankjes plus nog wat andere afvalligen. Gooi het gewoon maar ergens neer, op een dag zien we wel wanneer het in ons eten en drinken zit. Wie dan leeft, wie dan sterft. Alles bij elkaar was het tafereel er eentje om weer eens gezellig triest van te worden. No future, riepen we in 'mijn tijd'. Een waarheid als een uitgemolken koe. Arm dier.

Niet veel later fiets ik bij Muiderpoortstation vandaan. De puber in kwestie zojuist uitgezwaaid, weer naar huis. Iets voor mij slingerfietst iemand met drie uitpuilende blauwe vuilniszakken aan het stuur. Er zitten grote witte broden in. Om de zoveel meter flikkert ie er eentje uit, zo de bosjes in. Je kunt jezelf wijsmaken dat het lief is om de vogels te voeren, maar daarmee jaag je ze juist een pijnlijke en langzame dood in. Zoiets als hoe wij mensjes in the name of vooruitgang dagelijks gifgassen en plastic inademen. Dat overleven we niet. Ondertussen zijn de lappen brood doornat van de dikke vette regendruppels en zie ik een duif met een door het natte deeg dichtgeplakte snavel wild fladderen. Doodsstrijd.

Een paar honderd meter nog en dan ben ik thuis. Maar niet voordat een scootmobielende man mij zwalkend tegemoet komt. Hij kijkt niet op of om, maar wel naar zijn mobieltje in zijn ene hand, terwijl zijn andere hand iets doet wat door moet gaan voor sturen. Ik hoor het 'onze' Ronald zeggen: stuur maar naar de stoep. Maar dat doet ie niet. Hij stuurt op mij af. Ik ping met m'n fietsbel, ik wijk op het nippertje uit en hoor 'm met gevoel voor klepel en klok naar mij roepen dat ik uit moet kijken met m'n doppen. Ik houd mijn mond; dit is een kansloze missie.

Thuis huil ik zachtjes tegen het raam mee met de zoveelste stortbui. Een flits, een donder, een waterstofbom.

#waanvandedag #rosatom #fiets #stad #human #grapperhaus #buienradar #100DaysToOffload

Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid en meer van die pruttie-pruttie, kan ik u mededelen dat ik vandaag te maken heb met een uniek verschijnsel: binnen een week een tweede niesdag. Kijk, dat zijn van die mijlpalen, daarbij houd je het niet droog. Er is aansluitend goede hoop dat er dan alsnog een dezer dagen als beloning een lippig koortsje overheen komt. Zou fijn zijn, want dat kapotte binnenwerk van mijn reukorgaan, toch geen kleintje, vond ik een wat magere oogst na afgelopen dinsdag.

Om mezelf dan toch een beetje af te leiden van al dit gejeremieer, besloot ik om voorafgaand aan de dagelijkse supermarktronde een omtrekkende beweging te maken. Dat ging dus op de fiets via de inmiddels welbekende Amsterdamsebrug naar IJburg. Let op, de kruip-door-sluip-door-variant, want ik heb gisteren een route herontdekt van jaren terug toen ik hier nog maar pas woonde. Dan ga je dus eerst over de brug en daarna, via een armetierig pad, onder de brug door. Dan verder langs de camping, onder de snelweg door, Nesciobrug vanaf IJburg over, scherpe bocht naar rechts zo Diemen in. En dan via het viaduct over de snelweg fiets je via Watergraafsmeer naar de markt die we dan super noemen. Zelfs daarna heb ik nog een omweg naar huis genomen, maar dat is gesneden koektrommel, dus daar hebben we het verder niet over. Sowieso zijn mijn routebeschrijvingen volledig onnodig, weet ik ook wel. Maar toch, er gaat niets boven een beetje beeldvorming en het vullen van de ruimte van dit digitale oord. Al met al heeft deze bhoy weer een uurtje fietsplezier gehad.

Onderweg kreeg ik trouwens nog een knipoog van een man die ik iets ouder schat dan mijn edele leeftijd. Waarom hij mij dat geknipte oog gaf, weet ik niet. Al vermoed ik dat hij mij ofwel dacht te herkennen (wereldberoemdheid, je weet toch) of hij vond mij gewoon een smakelijk hapje en wilde hij die constatering niet zomaar aan zich voorbij laten fietsen. Logisch, want ik ben lekker ding hoor. Zelfs met gemankeerde neus.

Kort en goed, ik houd het hier maar een beetje luchtig vandaag. Het is met al dat gesnotter al benauwd genoeg. Misschien nog een vriendinnenbezoek vanavond. Eens zien of die anderhalve meter afstand echt zo effectief is. Hatsjoe! Proost. Ja, dank u.

#waanvandedag #fiets #ijburg #amsterdam #unicorn #100DaysToOffload

Ik vang nogal wat vliegjes. Niet vrijwillig, hoewel dat ook deels discutabel is. Kijk, ik fiets veel, vooral in en rond de stad. En dat doe ik in principe omdat ik dat wil. Ik wil geen auto, ik wil niet met de bus of tram. En lopen is soms gewoon te ver. De andere kant is ook waar: het meeste fietswerk heeft te maken met verplichtingen. Dus zo vrijwillig is dat gefiets niet. Tenzij ik nu zeg dat ik die verplichtingen vrijwillig ben aangegaan. Nee, wacht. Op deze manier loopt het helemaal vast. En dat al in de eerste alinea. Wat an sich ook best knap is.

Ondertussen gaat er ergens een wekkeralarm af en is er niemand om dat ding uit te zetten, blijkbaar. Wat mij weer doet denken aan de motor van de auto die hier gisterenavond voor de deur zeker 40 minuten stationair stond te draaien. Eindelijk stapt er een mensje in, dan denk je: hoera, opzouten nu! Maar nee, het steekt eerst een sigaret op (raampje open, want binnen wil je natuurlijk geen rook, nee, dat geven we er gratis nog even bij – alsof de uitlaatgassen hier in huis niet al ruim voldoende reden waren tot op sterven na dood zijn), daarna moet er nog met twee telefoons een route worden bepaald (discussiemomentje) en dan is eindelijk het glorieuze moment van verlossing daar. De auto plankt nog even lekker wat gas als afscheid en dendert de straat uit. Fukkers. Sterf en laat mij verder met rust. Ik mocht ergens halverwege die 40 minuten overigens van de vrouw des huizes geen steen op het dak van de auto gooien. Jammer.

De fiets en het genot van vliegjes vangen. Dat was waar het over zou gaan, dacht ik. Vliegjes vang ik met mijn ogen. Bijna dagelijks sta ik hier na een ritje voor de spiegel met mijn oogbol draaiend te vissen naar een zwart puntje. Een tragisch moment, zowel voor de vervlogen overledene als voor mijn oog. Met een beetje pech ontsteekt de boel. Dat is mijn lot met een lichaampje dat schier overdreven reageert op elke dagelijkse prikkel.

Mijn theorie is dat ik meer kans maak op vliegjesvangst omdat mijn ogen nogal diep liggen. Dat werkt volgens mij als een fuik. Echter, vrouwlief merkte laatst fijntjes op dat het gewoon aan mijn reflexen lag, die zouden niet goed genoeg zijn. Dat viel nogal verkeerd bij mij. Ik heb goddomme reflexen als een jonge god, een hinde in de bossen, een vis in het water, een vleermuis met ultra-ultrasone upgrade. Geen goede reflexen? Ik? Hallo! Reflex is mijn middle-name, dude! Dat werd dus een gezellige discussie. We zijn helaas niet tot een sluitend oordeel gekomen. Al vermoed ik dat mijn conclusie het meeste hout snijdt (pas op voor splinters!). Waarschijnlijk is het een combinatie van diepliggend en reflex. Waarbij ik denk dat de reflex hooguit negatief wordt beïnvloed door de diepliggenheid der oogballen. Dus toch die fuik, de tunnelvisie die de boel reflexmatig vernauwt, begrijpt u? Nou, ik wel. Geen speld tussen te krijgen (do not try this at home!).

Genoeg gelul over niks. Ik heb wel wat beters te doen. Vliegjes, here I come!

#waanvandedag #fiets #stad #vliegen #100DaysToOffload

Vanaf station Amstel fiets ik vaak met een omweg naar huis. Tenminste, als het niet regent en de wind zich een beetje gedeisd houdt. Dat gaat dan zo langs het Flevopark richting de Nesciobrug en dan net daarvoor weer naar links langs het kanaal over de smalle dijk terug richting Amsterdamse brug en dan de wijk in. Tot zover deze aflevering van Fietsen Met Een Routebeschrijving Waar Je Verder Bizar Weinig Mee Kan.

Terwijl ik de zijwind langs het kanaal gezellig wat zweetdruppels gunde, bedacht ik mij iets. Ik zeg er alvast bij: het slaat niet echt ergens op, is totaal niet relevant en je kunt met gemak een willekeurige andere gedachte hiervoor in de plaats hebben. De wereld zal haar rondjes draaien, de zon komt op en gaat weer onder. En toch leek het mij wel een geinig dingetje. Namelijk, hoeveel zou de zeespiegel zakken als over de hele planeet alle boten uit het water zouden verdwijnen? Ongetwijfeld maakt het nauwelijks ene ruk uit. De welbekende druppel op een gloeiende plaat.

Hoewel, niet helemaal. Het scheelt een flinke slok brandstof inclusief het boren naar, delven van en dan nog de uitstoot van al dat industrieel genot en de uiteindelijke boot die er mooie wolken vuile lucht van maakt en dito intrigerende olievlekschilderijen op het water. Dus ja, dat scheelt indirect ook een hoop zeespiegelstijging. Maar, voor de verandering mag je dat nu even helemaal loslaten; de mooie bol waarop we ons armzalige leventje leiden wordt er niets wijzer van en ik doe daar heel even niet moeilijk over. Ik ben gewoon alleen maar nieuwsgierig naar de uitkomst van de vraag: geen boten –> hoeveel meter, decimeter, centimeter of minder zakt het water.

Ik ben allesbehalve een rekenwonder. Niet dat er wonderen nodig zijn om dit te berekenen, maar ik geef eerlijk toe dat ik het niet voor elkaar ga krijgen. Toch zal er best een vrolijke dwaas zijn die hier een uurtje mee aan de slag kan. Je moet het willen, dat ook.

Dus voor de lezers die op dit tijdstip de slaap nog niet kunnen vatten (wees gerust, echt tastbaar is de slaap niet) is dit misschien een fijn schaapjesoverdedam-variant. Of voor de bezoekers die hier gewoon een leuk tijdverdrijf aan kunnen hebben, leef je uit en mis de boot niet.

#waanvandedag #rekenen #zeespiegel #boot #100DaysToOffload #fiets

De verwarring houdt het midden. Zoals wanneer er op een smalle dijk zonder uitwijkmogelijkheden, behalve dan een plons in het water, met aan weerszijden twee wandelaars op nagenoeg gelijke hoogte in tegengestelde richting, een fietser onhandig schuldbewust tussendoor manoeuvreert. De anderhalve meter neemt flauw van het vallen een korreltje vlugzout.

In de berm liggen op gepaste afstand gebruikte blauwe plastic handschoenen. De mens neemt het wegwerpen nu eenmaal graag letterlijk. De wind neemt straffe vorm aan, de takken kraken onder zoveel bladerballast. Toch is het goed te doen met een t-shirt en spijkerbroek om je midden in een eindeloze zomer te wanen en de droogte alleen maar een tijdelijk en dus zelfoplosbaar probleem is.

Het asfalt scheurt nu alweer. Vorig jaar nog zo mooi houtje-touwtje gepatchworkt en nu laat de toplaag los als de korst van een veel te diepe wond. Korrels die op het eerste gezicht vanuit vogelperspectief op keutels lijken, maar er is hier geen konijn in de buurt. Die vind je vooral in het Diemerpark dat er inmiddels dor en kaal bijligt. Kauwen en konijnen, distels en stuifzand. Vliegen, bijen en een verlaten sportterrein zinderend in het stof. Aan het minimale strand het bord dat waarschuwt voor een gevaarlijke stroming. Nu het nog kan. Het stromen houdt vanzelf een keer op. En wat doen we dan met dat bord?

Het zijn de pijlers onder het dagelijks gereutel. De misgeslagen planken en feiten vol fabels. Ooit kom ik er nog eens in om.

#waanvandedag #proza #amsterdam #ijburg #fiets #100DaysToOffload

De dag van morgen is wat gisteren de dag van vandaag was. Niet om nu heel filosofisch te gaan zitten doen, het is gewoon het eerste wat er bij me opkwam toen de cursor mij hier op het scherm welkom knipperde. Dus dan typ ik dat braaf. Toch weer fijn wat letter in de put van deze echo.

Ooit was ik een wijs man. Tegenwoordig kom ik niet verder dan wijzen naar anderen. Hoewel, vanmiddag sloeg ik rechtsaf met mijn fiets. Voor een auto langs die met mij stond te wachten tot het licht groen werd. Ik gaf netjes richting aan met uitgestoken arm en dito wijsvinger. Ik wees dus naar de richting, niet naar de ander. Toch werd het niet gewaardeerd door de autobestuurder. Die had zo graag lekker snel op willen trekken, strak rechtdoor. Om dan een fietser voor te moeten laten gaan, die als door een wonder net iets sneller optrok, ja, da's dan een flinke domper. Dus ik kreeg een boze toeter. Omdat mijn wijsvinger nu tijdelijk geen dienst meer hoefde te doen, trok ik die in. En nee, deze keer maakte die geen plaats voor zijn buur in het midden, maar maakte ik met een soepele beweging een vuist en stak mijn duim op naar de zichzelf opvretende en mij vervloekende toeteraar. Dat gaf best een voldaan gevoel.

Een treurig gevoel kreeg ik van het bericht dat er gisteren 24 duizend kippen zijn verbrand in een stal van 20 bij 80. Dat is op zich al onvoorstelbaar. Toen ik uitrekende dat er dus 15 kippen per vierkante meter in die hel zaten (ofwel: 15 van die grappige dieren op de tafel van 1 bij 1 waar ik nu aan zit te typen), werd ik nog wat droeviger. Wie ooit dat bizarre levensvernietigende verdienmodel heeft bedacht krijgt van mij met alle liefde wèl een middelvinger.

#waanvandedag #auto #fiets #stad #kippen #stalbrand #100DaysToOffload

Het sneeuwt nu al dagen. Het zou de openingszin kunnen zijn van een van mijn briljante songteksten. En verdomd als het niet waar is, dat is het ook. Maar dan in het Engels. Hoef je verder niks mee, maar dan heb je dat feitje toch maar mooi te pakken vandaag, wie weet waar het niet goed voor is, ja toch?

Ik liep een rondje vanmiddag en toen ging die zin door mijn hoofd, tsjàk! zo middendoor. Lekker dan. In het park dwarrelen van die witte blaadjes, dus dan is de vergelijking, die verder zo mank gaat als wat, toch snel gemaakt. In de bomen een drukte van jewelste. Ik schreef het eerder al. De vogels laten zich horen. Of niet. In dat geval loont het toch om naar boven te kijken tussen de takken en bladeren door. Geheid dat er eentje – of zelfs een hele bende met z'n matties – jou met z'n arrogante kop scheef zit aan te gluren ja, wat moet dat hier? doorlopen, ouwe! En dan even gezellig ontlasten wat dan zo rakelings langs je sneeuwkop suist. Overigens is dat nooit de reden geweest dat we een paar jaar terug zowel een nummer als album Kill the Birds noemden. Over het waarom wel ga ik je verder niet vermoeien.

Vanochtend vroeg fietste ik naar IJburg. Over de smalle dijk langs het kanaal, de welbekende riedel. Ook dat was best mooi hoor. Lekker fris, mazzel dat het net droog was, de geurmix van lente en herfst (je verzint het niet) en in de verte twee nevelige bruggen. Nee, niet beneveld, dat zou een rommel geven. Dan worden het Italiaanse toestanden waar die dingen als dronken lorren doodleuk instorten. Moet je niet willen. Maar ja, garantie tot aan het hek. Het kan hier net zo goed en net zo makkelijk als een plumpudding in elkaar zakken. Daarom blijf ik het ook altijd weer opnieuw spannend vinden als ik de/een brug over fiets. Een fijne combinatie van water- en hoogtevrees met een toefje naargeestigheid. Blij als een irritant kind wanneer ik weer veilig aan de andere kant naar beneden sjees. Wat nog wel eens wil helpen, is wanneer er net een containerschip onder de brug door vaart, precies wanneer ik op het hoogste punt ben. Laat nu maar vallen, denk ik dan. Dat is nog eens opportunisme, want schier kansloos natuurlijk als het echt zou gebeuren. Maar blijkbaar liever dat, dan met mijn bleke lijfje en schrale fietsje in het koude, donkere water flikkeren; tegen blinde paniek helpt geen enkel diploma, geloof mij nou.

Het sneeuwt nu al dagen. Met dank aan Dostojevski.

#snow #dostojevski #mankes #waanvandedag #diploma #fiets

Vandaag nog maar eens een rondje, tegendraads deze keer, door de weilanden gefietst. Samen met de deerne des huizes. Dat was fijn. Afsluitend nog even solo de supermarkt in. Dat vind ik toch behoorlijk hels allemaal, dus blij als een verloren ziel wanneer ik met mijn bootje de Hades naar het rijk van Thuis ben overgestoken, waarvan akte.

Gisterenmiddag besloot ik na de arbeidsouverture nog even een klein stukje om te fietsen. Dan ga je bij de verkeerslichten op de Molukkenstraat nog een stuk rechtdoor over een weg met alleen bestemmingsverkeer, dan links over de smalle dijk met wederom alleen bestemmingsverkeer en dan langs het Flevopark de wijk in. Opvallend veel verkeer met een bestemming trouwens. Ergerlijk veel zelfs, maar vooruit, laat ik het blijblij houden. Soort van. (Spoiler: gaat niet lukken.)

Mijn humeur kreeg namelijk toch een tikkie toen ik, inwendig vloekend om veel te veel volk op de been (dit is geen frisse neus halen, dit is met de hele wielrenvereniging en jogclub zo hard mogelijk je zin door drammen: ik wil nù een persoonlijk record!), ruim uitweek om iemand rustig in te halen. Zonnetje, briesje, zondag. Chill, weet je. Maar nee, dat werd niet gewaardeerd door een wielrenmalloot. Ping! met het belletje. Nog een PING! met hetzelfde kutbelletje. Maar ja, ik was bezig met inhalen. Rekening houdend met degene die ik passeerde en het tegemoetzombieënde renvolk. U snapt, ik probeerde slechts mijn vege lijfje op afstand van alles en iedereen te houden. Dus ik deed mijn armen maar wijd, negentig graden ten opzichte van mijn schriele romp. De beloning volgde direct. Vanachter mij kreeg ik de liefkozing “ja godverdomme lul!”. Oké, dan ben ik de vervelendste niet en schreeuwde de nu voorbijtierende idioterette wat na met daarbij de tip dat je ook af kunt remmen, maar tevens mijn begrip tonend dat dàt wellicht te ingewikkeld was voor een amoebe op wielen.

Tot zover de rechtdoorweg. Ik sloeg linksaf. Midden op de weg een hoop mensen erg dicht bij elkaar. En iemand daartussen in stabiele zijligging kreunend. Hier en daar wat bloed. Het was een wielrenmens. Die zou vandaag geen record fietsen, dat leek mij onmogelijk in die toestand. Ik oefende fronsend geduld, wachtte af tot iemand de intelligente lockdown tot zich door liet dringen, zodat ik mij van deze ramptoeristen kon distantiëren.

Daarna kwam weer een linksaf: de weg langs het park. Dan moet je eerst een heuveltje af. Tegemoetkomers moeten dus het heuveltje op. Dat kan best irritant zijn, maar als je die heuvel opdendert met je kutfiets (alweer kut, maar ook een keer lul, weet u nog?) met duizend versnellingen en je Action-proof fluoriserende fietspakje en als vanzelfsprekend met alle stronteigenwijsheid ook nog even om een ouder stel heen wilt sjezen en je komt mij dan tegen waarbij je mij zo'n beetje alle lebensraum ontneemt, dan doe ik niet lullig (2-2 geslachtsdelentussen- en hopelijk tevens eindstand) en steek ik overdreven stevig mijn armpje uit. De vuist die ik daarbij met liefde maak, dreunt dan gezellig ergens in je dikke vette hals. I don't fucking care, ook ik heb recht op mijn persoonlijke coronavrije ruimte. Ik verwachtte eerlijk gezegd een gevolg, maar nee. Ik denk dat de boodschap duidelijk was.

Gelukkig was er volgens de vele nieuwsberichten gisteren niets aan het handje. Iedereen was braaf met heel veel respect en hartjes onder de riem, Bob Marley verneukend, de barbecue aan (steek de fik maar in die gemartelde dieren) en balkonbingo voor het kwijlend gepeupel.

Mooi hoor, al die saamhorigheid. Toch geloof ik er allemaal niets van. Na ons gewoon nog altijd de zondvloed. Als klap op het zo fijne nationalistische gevoel en in het kader van drogredenen als artiestensteun: draai vooral muziek van Nederlandsche bodem op de radio. Ja, moet je doen. Dan sponsor je vooral volgevreten mediagiganten die niets anders produceren en weer reproduceren dan eenheidsworst en aanverwante prut. Die merken helemaal niets van een banksaldo dat langzaam in een echoput verandert en huilen alleen om het einde van DWDD; hun onnozel dankbaar afvoerputje van wat we in een waan van hersensmelting cultuur noemen (op veel nettere en slimmere wijze verwoord door Micha Wertheim).

Zo, dus dat. Toch was het best een prima dagje vandaag tot zover. Met als hoogtepunt samen op een bankje bij Zuiderwoude, uitkijkend over het water en eenden die ons gezelschap wel konden waarderen en toch op gepaste afstand bleven.

#decorrespondent #dwdd #waanvandedag #afstand #amsterdam #lockdown #virus #wijzijnhetvirus #gedrag #fiets

De verleiding was te groot. Na de boodschappenriedel had ik de wind mee, dus dat ging lekker. Daarom dacht ik: rij maar om, jongen, rij maar lekker een stukkie om. Wie doet je wat? Wind in de rug en dan zien we straks wel hoe we met de wind tegen thuis gaan komen. Ik zeg je, dat viel nog best mee. Nu is deze topatleet natuurlijk ook kei in vorm, dus hallo, dan moet je met meer dan een paar windstootjes van 80 kilometer per luttele seconde komen om mij omver te blazen.

Toegegeven, ik voelde 'm heus wel een beetje hoor. Als zelfs de vrachtschepen in het kanaal naast mij in tegenovergestelde richting nagenoeg geen motorkracht nodig hebben om hun lading naar elders te krijgen, dan is het allemaal leuk en aardig met die grootspraak. Maar hé, je moet toch wat met je leven in het grijze gebied tussen uitvaartpolis en 50-jarig bestaan.

Overigens, dit is tussen ons hè? Nee, maar weet je, als ik dan zo die wind er vol op heb staan, dan doe ik voor het tegemoetkomend verkeer net of ik nergens last van heb. Gewoon fier rechtop, wind in de haartjes en trappen met die beentjes alsof heel die tegenwind voor mij niet bestaat. Ik weet niet waarom, maar zo werkt dat nu eenmaal in deze verwrongen geest. Altijd maar mezelf beter voor doen. Ik noem het een overlevingsstrategie. Misschien niet de beste, maar vooralsnog doet het wat het moet doen; het sleept mij voort in de gewichtsloosheid van het bestaan. Als was ik een met olie besmeurd veertje en toch zo licht opgetild door een bries, warrelend suizend door de tijdelijkheid, deze knipoog van sterrenstof.

Goed, na al dit gezemel ga ik mij maar eens voorbereiden op het verzinnen en klaarmaken van een avondmaal. Niets zo fijn als de jonkvrouw thuiskomt en ze blij kijkt wanneer ze mij in de keuken ziet klooien met ons voer; ze kan zo aanschuiven. Met de winderigheid na al dat lekkers dealen we dan later wel weer. De ene wind is nu eenmaal de andere niet.

#beaufort #storm #windkracht #fiets #waanvandedag

Ons bestaan wordt gedefinieerd door de verhalen waarin we kiezen te geloven. En we verzinnen wat af met z'n allen. Dus dan weet je dat.

In het kader van 'laat ik ook eens positieve kant van de tweevoeter belichten': vorige week reed ik, zoals ik dat nu eenmaal doe, met een lekker vaartje naar het station. Rotterdam Alexander, voor de preciesigheid. Niet dat het verder uitmaakt, maar het geeft een beeld. Of niet, want als je niet weet hoe het er daar uitziet, of dat het überhaupt bestaat, dan heb je er nog geen rukkeduk aan, maar ja, je probeert eens wat als Schrijver des Naderhands.

Fietsen dus. Tempo. Donker. Licht aan. Blik op het fietspad en dan die hele omgeving ook maar gelijk scannen. Het kruispunt dat voor mij opduikt is me er eentje. Nu kan het kruispunt daar zelf weinig aan doen, dat ligt daar gewoon keihard te chillen en heeft verder geen idee, maar ik weet uit ervaring dat er nogal wat automobilisten zijn die niet in de gaten hebben dat ze, voordat ze hun weg met de overige gemotoriseerde vriendjes kunnen vervolgen, eerst een fietspad oversteken – en voorrang moeten verlenen, zoals dat zo mooi heet. Toegegeven, ik ben dienaangaande ook best een eikeltje en rem het liefst zo dramatisch laat mogelijk als een vierwieler mij niet of laat opmerkt. Dat is het voordeel als je zelf wel oplet, dan kun je anderen nog eens heerlijk de stuipen op het lijf jagen. Nou, dat gebeurde dus ook.

Ik kom in volle snelheid aan karren en ik zie dat het jochie achter het stuur niet enorm op zit te letten. Ik zag wel de gloed van zijn telefoon op zijn gezicht. Logisch natuurlijk dat zo'n schermpje de hoogste prioriteit krijgt. Je zou zomaar iets kunnen missen, een bericht, een foto of, nou, een fietser. Maar ja, die zie je niet aankomen op je foon. Dus ik overdreven remmen, tingelen, overdreven sturen en misbaar maken. Fantastisch. U kent het wel, met je hand een wegwerpgebaar, mond scheef, boos kijken. Blijer maak je mij niet. Oh, wat ik dan ook fijn vind is om de gestuipte mede-verkeersdeelnemer een bezoekje aan het raampje te brengen en heel even nog mijn zelfingenomen gelijk te duiden. Dus ook nu.

Mijn verbazing was nog onderweg een schetsboek en potlood te kopen, terwijl ik zijn portierraam al zie zakken, met zijn hoofd half naar buiten en zijn hand erdoorheen gestoken zwaaien, terwijl hij roept sorry man, ik zag je écht niet, sorry! Tja, van zo'n vredelievende wending schiet ik dan toch vol. Waarschijnlijk net zijn rijbewijs, toch even goed geschrokken en dan excuses aanbieden. Dan ben je een grote, hoor, echt. Ik stak daarom mijn hand op, zwaaide terug en riep ... is oké!.

Even later liep ik met natte oogjes op het perron. Het was dan ook verdomd koud en dan die wind erop hè?

#verkeer #fiets #ov #gedrag #waanvandedag