ego echo

proza

Maar, maak je dan helemaal niks mee op zo'n dag? Kun je niet iets bedenken van wat je hebt meegemaakt? Gewoon, iets kleins, iets simpels. Het kan van alles zijn. Misschien een berichtje gelezen waarvan je dacht, goh, hoe zit dat dan. Of dat je jezelf ongemakkelijk voelde, of juist heel erg op je gemak, gerustgesteld. Weet ik veel, gewoon, iets. Maar nee, jij loopt maar rondjes door dat park, kijkt mistroostig naar alles wat er stuk is, kapot gaat, naar de mensen die zich prima vermaken en zorgeloos lijken. En dat alles is voor jou alleen maar een bevestiging van hoe alles naar de gallemiezen gaat, ja toch? Want zo is het toch? Je loopt maar te zuchten en te steunen. Als je al loopt. Zeg eerlijk, zoveel loop je niet. Je fietst ook al niet. Je beweegt nauwelijks. Die rondjes door het park, hoe lang is dat nou eigenlijk al niet geleden? Nee, eerlijk zeggen. Dat slaat toch nergens op. Het zijn rondjes in je hoofd die je loopt. Weet je, eigenlijk hè, jij bent net zo'n hamster in zo'n molentje. En maar malen. Waarover dan? Het leven, de dood? Nee, je weet het zelf niet! Oh, wacht, hier, kijk dan, kom ik onverwacht eerder thuis en naar welke site zit jij te turen? De godvergeten NVVE! Is dat wat je echt wilt met je hele zijn hier. Bedenken hoe je je eigen dood zo aardig mogelijk kunt regelen? Ga je lid worden dan, van die club der doodswensen? Ja joh, moet je doen. Geef je daar toch je zuurverdiende centjes aan uit. Hoewel, jouw geld? Wat een gelul ook, het is allemaal mijn geld, wel zo makkelijk ook. Ga je gang, doe het. Regel die hele zooi maar. Misschien word je daar wel blij van. Dat het allemaal in kannen kruiken is. Of moet ik zeggen: urnen en kisten? Wat? Hoezo is dat een beetje naargeestig? Moet jij zeggen met die zenuwenkop van je. Dat is pas naargeestig en ik moet er de hele godganse dag naar kijken. Nou, hoe zit het. Gaan we nog wat eten of was je daar ook te lamlendig voor. Een happie maken voor je liefde van je leven? Want dat was ik toch, ooit? Ja, lang geleden was dat. Ik weet het nog goed. Toen neukten we nog, soms wel twee keer per maand, wauw! Ach, flikker toch op ook, ik ga wel naar de chinees. Gezellig daar zitten in m'n uppie bij het afhaalloket. Hebben ze gewoon hoor, tegenwoordig. Die mensen doen tenminste nog iets met hun leven. Die willen wel door, zo goed en zo kwaad als het kan. Kun jij nog een mooi voorbeeld aan nemen. Maar nee, dat doe je niet. Met je afgezakte joggingbroek en je krokodillentranen. Getver, ik verdraag het niet meer! Hou op met je jankmuil! Doe het dan, maak er een eind aan dan! Ik ben er helemaal klaar mee, doei!

#waanvandedag #proza #euthanasie #nvve #100DaysToOffload

Ontluisterend, misschien was dat wel het juiste woord. Misschien ook niet, maar het had er alle schijn van. Het was in elk geval het eerste dat verscheen voor het oog van de geest, dus dan moest het haast wel iets betekenen.

Met het gruis en het zand in de hersenpan, althans, we parafraseren hier de werkelijkheid, maar dat neemt niet weg dat dit zowat – niet zowaar! – de toestand was waarin het verhaal zich afspeelt. Welk verhaal? Goede vraag, mijn waarde. En zoals iedereen weet, behoeft een goede vraag niet duur te zijn. Doe er gelijk een onsje kerstkransjes bij en moet jij eens opletten hoe Pasen en Pinksteren op geen dag vallen. Ach, na vallen komt altijd weer dat vermaledijde opstaan. Nou ja, altijd. Er komt een moment dat het bij vallen blijft. Wat zal dat een rust geven.

Ontluisterend, dat was, zoals we eerder besloten in naam der veel betekendheid, het juiste woord. Nu nog een situatie waar precies dit woord in zou passen.

#proza #100DaysToOffload

Een spiegel in stukken op straat. Scherven schetsen reflecties van stil geluk. Een dieselmotor aggregeert verstikkende walmen, rookt een pluim: een fluim in het gezicht, de adem aan flarden. Hels kabaal, grommend op de lage tonen schokt het lichaam trillend na. De trage dood wacht op jacht naar leven, hier net om de hoek.

Een reiger vliegt een pseudo-atletisch mens op gympen aan, een roodborstje hipt speels voor mij uit, wacht mij uitdagend op – nog een stap, nog een stap, nog een stap – en vliegt weg. De bomen, waarachtige vrienden voor wie het geloven wil, roeien, groeien, broeien uit met wortel en tak. De droogte breekt aan, vreet aan, rot weg.

In de strook kaalgetrapt gras langs het asfaltpaadje, daar bij de oude Joodse begraafplaats, zit een kauw. Apathisch met halfopen snavel, stervend in schoonheid; de eenzaamheid is zoveel mooier daar. Zilveren kraalogen breken als een spiegel in scherven op straat.

#proza #park #stad #natuur #100DaysToOffload

De schaduwen van vogels trekken door het huis. Was het maar tocht, dan friste de boel een beetje op. Maar tochten kan dit huis niet. Behalve wanneer de deur naar het gedeelde gangetje openstaat en de buren ook hun deur open zetten. Plus de voorwaarde dat ook zij hun balkondeur open hebben staan. Deuren, vier op z'n minst. Buren, minimaal één.

Alleen vroeg in de ochtend vangt het balkon een streep zon. Vangen is een woord van actie. Het balkon ondergaat het, dus heel actief is het niet. Je moet ook niet willen dat het balkon in actie komt. Dat geeft erg veel stof en lawaai, een hoop gedoe. Gedoe hebben ze hier al genoeg in de straat; de klankkast in het oosten van de stad. Kinderen, bouwvakkers, tuinmannen, thuiswerkers die vergaderen met de ramen en deuren open. Toch weer die deuren.

Een kat, een schildpad en een egel kijken vanaf hun plank in de open kast de kamer in. Vol verwachting. Alsof die man achter zijn opengeklapte schermpje ook maar enige macht heeft om iets te doen aan alle ellende. Maar dat heeft ie niet. Hij is ook maar een toeschouwer. Hij kijkt terug naar ze, legt ze in zijn hoofd het zwijgen op.

Hij staat op van zijn houten stoel, loopt met zijn glas heet water met daarin een schijfje gember het balkon op, kijkt naar rechts de straat uit. Hoewel, dat is een suggestie. Zijn blik wordt halverwege geblokkeerd door een muur. Ongeveer dezelfde muur links, maar dan een paar meter verder weg. Het zal waarschijnlijk ook wel zo'n soort muur zijn waar zijn gedachten op stukslaan. Scherven geluk voor wie het zien wil.

#proza #waanvandedag

Rozen klappen op een bed van netelend venijn laten oren doven. Helmverplichte hesjes pakken zonder tegengas hun boorklopheimachines in 4D. De sikkel hamert lustig butst in het gewelf dat straks als laatste groet voor de sloopkogel in wit en helder licht op de knieën gaat.

Over de brug dendert een tram knettert geleidend als een zoemend dier in levendige doodsnood. Twee straten verder kaatst de lus het snerpend metaal op metaal weer om. Keer om, keer om, keer om.

Mijn kraag van riet duikt snaterlachend kopje onder in stinkende slinkende slootjes als rafellijnen littekens langs bespoten velden, boeren berispend spuwend nu de droogte het nog verdragen kan.

Lakens hemelsblauw strijken plooien glad nadat sluiers wolken grijs en donker briesend lucht naar vertes natte ogen mat.

Ik wacht voor geslagen bomen, ik wacht, ik wacht, ik wacht.

Nergens is het stil.

#gedicht #proza

kijk het is de supermaan zo groot dat ie niet past zweeft recht op mij af

ik hier het konijn als verstijfd in de dodelijke weerschijn van die immense koplamp mijn doelloos wezen mikpunt van spot de roos het stierenoog

dan uit het niets is daar superman met zijn haar in de war gerafelde cape gescheurde maillot zijn ogen hol de kassen staan vol tranen vormen ondiepe plassen waar verloren laarzen stampen omdat ze niet passen

als een broodvoetballer stopt superman de supermaan onder zijn voet in een keer doodleggen noemen ze dat hij rolt 'm met een soepele beweging door wipt 'm met zijn andere even op en haalt dan verwoestend uit met links dat zijn de mooiste zeggen de fijnproevers van stof

de supermaan verdwijnt gierend als een leeglopende ballon in een dichtstbijzijnd zwart gat aan buitenspel doen we hier niet

dat was super man zeg ik met uitgestoken hand maar hij is weg opgelost in de begoocheling van kromme zinnen en ik dit samenraapsel van moleculen tussen ruimte en tijd brokkel langzaam verder af

#proza #gedicht #supermaan #superman #lois

Oké, de nacht moest er een beetje aan geloven en het gevolg is een wat brak koppie, maar toch zit ik hier met een blij hartje. Gisterenavond is daar schuldig aan. Of medeplichtig op z'n minst.

Ik neem u even mee naar Haarlem, bar Wolkers (dikke aanrader als je in de buurt bent!). In een bijzonder prettig en gemêleerd internationaal gezelschap mocht ook ik mijn prozaïsch zegje doen. Geloof het gerust, na minstens duizend jaar aan podiumervaring went het niet. Dus inwendig stuiterend deed ik uiterlijk alsof ik alles onder controle had. En die wonderlijke mix hielp. Althans, het publiek klapte. Misschien van opluchting, kan ook, maar stiekem denk ik dat het best aan te horen was. Bescheidenheid ontsiert de mens.

En ja joh, taal verbindt. Dat blijkt dan maar weer. Of het nu Perzisch, Turks, Italiaans of Spaans is, de grenzen smelten waar je bij zit. Hoewel, dat kan ook met de klimaattoestand te maken hebben. Nee, maar serieus, het is simpel. Kunst in welke vorm dan ook is louterend en van onschatbare waarde. Dit was zo'n avond waarop dat nog maar eens doordringt. Daarom, doordrongen dank aan de Haarlemse Dichtlijn, de bezoekers, de bar en natuurlijk mijn partner in crime; steun en toeverlaat.

Op naar de volgende spraakwaterval op 15 maart in café Eijlders in Amsterdam. Tjuus!

#dichters #podium #optreden #proza #waanvandedag #haarlem

Het wordt vloed. Elke keer weer. Net als eb. Iets met de maan en ander gespuis als getijden, aantrekken en afstoten. Zo is het ook met woorden. Ze komen en gaan, trekken aan, drijven weg als herinneringen, verdwijnen in de vergetelheid, keren dan zomaar ineens terug. Vaak in een andere gedaante of in ieder geval in een heel andere context. Con-tekst. Wat je wilt.

Woorden. Je kunt er alles mee doen wat jou het beste lijkt. Volgorde van zinnen, zelfs van letters, zet ze neer hoe jij het wilt. Het is als lego, bouwen en afbreken tot je erbij neervalt. Mooi spul en het verveelt nagenoeg nooit. En valt het even stil en staart het zwarte gat of knipperende cursor je aan, dan is er hooguit sprake van incubatietijd. Woorden als virus. Ze vermenigvuldigen zich in een mum, muteren, leven een ander eigen leven, parasiteren en kunnen zelfs dodelijk zijn. Of tot leven wekken. Fascinerende dingen zijn het. En laten we vooral de letters, onmisbaar voor de voeding van een woord, niet vergeten. Letters, wij houden van jullie. Elk op jullie eigen gekke of totaal stoïcijnse manier.

Het grappige is dat deze woordbrij (of: dit woordbreien) gewoon ontstaat. Net als alles, berust ook dit op puur toeval. De samenloop van omstandigheden. Net als de omstandigheid die ik de komende periode ga ervaren wanneer ik, na eindelijk de daad bij het immer ongrijpbare woord te hebben gevoegd, het land intrek om mijn prozaïsch dichterlijk bestaan te spuien. Ofwel, in normale taal: ik treed vanaf deze maand overal en nergens op met mijn taal. Van Rotterdam tot Amsterdam, van Haarlem tot Groningen. En misschien nog wel erger. Gewoon omdat ik wil en moet, het is de drang die zich niet langer koest houdt. Drangmatige handelingen.

En mocht u mijn ultrakorte optredens (zo gaat dat nu eenmaal op dichterspodia: een minuut of vijf à tien mag je los, daarna mag je weer gaan zitten en wat voor je uit staren, trillend van de adrenaline, luisteren en kijken naar de andere woordknutselaars en daar dan weer iets van vinden) willen bezoeken, doe dat vooral. Ik plaats hier zeer binnenkort bovenaan de website de agenda. Dan weet u ook eindelijk eens waar u aan toe bent.

#waanvandedag #optreden #proza #gedichten #dichter #prozagedicht

Het zou makkelijk kunnen. Dus dat ik een heel ding ga zitten schrijven over mist. En daar dan heel flauwe grapjes doorheen ga gooien. Dat je wat mist als je niet van mist houdt. Zoiets. Maar ik zal het u niet aandoen, niet nu. Later kan altijd nog. Als later niet te laat is. Zie je, daar gaat het al. De mist in.

Maar het is wel waar, ik hou van de mist. Behalve dat het waterkoud is. Water is nat en koud is koud. En ze staan allebei niet heel hoog op mijn lijstje favorieten aller tijden. Ja, oké, water is wel favoriet in de context van overleven, persoonlijk onderhoud en gezellig mee in mijn flesje voor onderweg. Water is natuurlijk onmisbaar. Zonder water geen leven zoals wij dat kennen.

Mist is mooi. En doodeng. Nogal tegengesteld. Daarom vind ik het zo fascinerend. Dat mysterieuze gedrapeer over een weiland of van die slierten als geesten in een bos. Dan heb je weinig nodig om jezelf in een thriller- of horrorscenario te fantaseren. Gezelligheid is nu eenmaal tijdloos.

En toch is het mooi. Die kille grijze deken waarvan je weet dat ie op een gegeven moment weer optrekt. Althans, daar ga ik dan voor het gemak wel even van uit. Niets is zeker, alles verandert en meer van die clicherende kreten. Het zijn nu eenmaal waarheden als een koe. Net als de koeien die je dan na een dag rondsjokken zwijgend aanstaren met een blik van weet je wel hoe koud is het is hier op het weiland in die fokking mist? Nee, oprecht geen idee. Maar kom, ik ruik de stal. En ook al kan die mij gestolen worden, het is er in ieder geval knusser dan hier in de koude waterdamp. Rennen, wie er het eerste is!

#waanvandedag #mist #koe #weerpraatje #water #proza

De regen buigt zich kleurrijk over de driftig trappende fietser die zich op het ultrasmalle dijkje tussen vrachtschepen en waterige hoenen naar huis haast. Met een beetje mazzel blijft hij droog en is de ochtend weer mooi geweest.

Maandagmorgen, de uren die altijd weer voorbij zijn voor je het weet. Een diffusie van scriptiebegeleiding en gewoon gezellig het lijden van het leven en waar je zou willen worden begraven bespreken. En dan daarna nog even snel langs de supermarkt op de hoek met weids uitzicht over het water dat zoetjesaan verdwijnt; vervangen door hopen opgespoten zand waar straks nog meer huizen, recreatie en bedrijvigheid op gaan komen.

De wind is nog mild, de verregende boog plonst zonder geluid in het water van het kanaal. De regensluiers dienen als een wasstraat voor vliegtuigen die zonder overdrijven iedere dertig seconden het holle schip ingaan. Wolken als watten poetsen de verziekte lucht die zij achterlaten gedachteloos op.

Je zou er zowat dichterlijk van worden. Maar niet voordat alles zonder striemende druppels naar twee hoog straatkant is gezeuld. Jas uit, schoenen uit en dan met fruit en een broodje op de bank. Een boek en daarna de dagelijkse mails wat aandacht geven.

Inmiddels plenst het zonovergoten pijpenstelen.

#waanvandedag #proza #vervuiling #werk