ego echo

proza

We verzamelden veren en hebben de koeien alvast gedag gezegd. Onze bijna dagelijkse eindvandeochtendwandeling zullen we waarschijnlijk gaan cultiveren als een verheffend nostalgisch moment. Wat misschien ook best wel terecht is. Het was fijn om na het ontbijt zo het pad af te lopen en een paar minuten later het zicht over de heuvels en de weilanden met daarin onze gevlekte vrienden. Ondanks het wrede lot dat ze is toebedeeld, of juist daarom, hoop ik dat ze ook ons graag even zagen aan komen wandelen. Dat we dan even stilstonden en wat bemoedigende woorden wisselden met ze. Zij keken ons zwijgend aan en dachten er vast het hunne van. Die twee rare dieren op hun wonderlijke poten en met stoffen gekleurde vacht.

De veren die we meenemen als trofee van een week in relatieve afzondering vertellen ieder een fictief verhaal van buizerds, duiven, lijsters en wat er zoal door de lucht vliegt. De zon trekt nu haar stralen strak en in de verte broeit een vale corona van smog. Goud blinkt en zilver smeedt asfalt en rubber aan elkaar. Morgen delen we het fileleed.

#waanvandedag #ardennen #dieren #100DaysToOffload #file #corona #proza

Beren schieten uit de losse pols heupwiegend scherven potten honing gejat nabij het vervlogen stervend bijenvolk

baarden likken fietsen snorren zonder morren ratelen slangen ons de oren van de onbestaanbaar rafelende juttenkop

oh en ik ja ik kan er helemaal naast zitten hoor en zie eindeloos lijkend kijkend over randen gevels zilverberken mosselgroen gelardeerd de onvervalst oranje opgehemelde zonnegloed

hier beneden de machine die wast en draait tureluurs haar rondjes over de betongerotte keukenvloer steeds verder hollen de naden kierend kruimelend tot mortelpap

ach en wee klaag stenen knikkebenen voorwaar ik zeg dat alles hier wel gaat maar zonder woorden vuil te maken blinkend zinkend naar de kwinkgeslagen ratsmodee.

#proza #gedicht

Rakelings over de huizen vliegt het tuig. De laaghangende wolk plakt aan de vleugel, rekt mee en laat dan toch maar los zoals een wat op een wond. De benauwde buis zit vol eenzaamheid, doodsangstige vijanden van de zwaartekracht, gekapt en gefilterd. Maar niemand geeft het toe.

Sommige bruiloften duren drie dagen. Dagen vol transcendente muziek, dans en zang. De boze geesten worden bezworen, duivels maagdelijk uitgedreven. Kleurrijke bloemen gewikkeld in plastic tasjes en aluminiumfolie sterven langzaam en ongezien. De dood moet je vieren met eeuwige trouw.

Een paar honderd meter verder klonk middenin de nacht een knal. Een explosie. De kraak die plofte, de buit was een lege kluis. Een scooter brak zijn val op een boot en de boot maakte water, zonk. Duizenden kilometers van hier, laten het luttele lichtjaren zijn, implodeert een ster. Rode reus, witte dwerg, zwart gat. Ontsnappen is een utopie.

#proza

Uit het archief. Het is begin 2013. Net in goed overleg vertrokken bij de bloemenveiling. Ik kon het werk fysiek niet meer aan. Na twee meniscusoperaties, overbelaste pezen in mijn beide polsen en onderarmen, een riedel al bestaande klachten die de boel en het eventuele herstel niet makkelijker maakten (moet je net mijn arme lichaampje hebben, dat herstelt nooit en zet alles consequent om in chronische pijn) viel het doek. En ja, het kwam op zich ook wel goed uit dat mijn contract over een paar maanden toch af zou lopen, dus dan maar ineens die pleister eraf. Ik kreeg een maand salaris mee. Of beter gezegd: fooi. Daarna wachtte de eindeloze bedelgang naar de bijstand. Fout op fout door de gemeente volgde en ondertussen had ik nul inkomen. Na maanden bellen, mailen en bezoeken kreeg ik eindelijk gelijk, excuses werden gemaakt en ik kreeg met terugwerkende kracht wat geld gestort in de bodemloze put die al voor die tijd bijzonder hol klonk. Ondertussen een scheiding (overigens het bewijs dat sommige contracten echt in goed overleg, zeg gerust vriendschappelijk, kunnen worden ontbonden), net verhuisd naar een bescheiden eenkamerappartement dichtbij mijn 8-jarige dochter, en alles wat er verder bij komt kijken aan rompslomp. Financieel was het extreem mager, mentaal nog magerder dan dat. Op zich ook geen nieuws, maar toch. Gooi maar op de hoop ellende en we zoeken het later wel eens uit.

Zoals ik van de week al schreef, duik ik af en toe in mijn verleden en vis wat op. Hieronder een prozaïsche/dichterlijke impressie van een bezoek aan de voorlichtingsbijeenkomst over het verplichte werk (zwerfvuil opruimen) gecombineerd met eveneens verplichte en tevens kansloze sollicitatietrainingen (maar, de computers doen het niet? waarom moeten we met Windows XP werken in 2013? kunt u mij helpen met het nalezen van mijn brief? u bent geen docent maar alleen onze oppas en absententurver? oh, oké) en andere repressieve kafkaëske idioterie die door je strot wordt geduwd als je in de bijstand terecht komt. Dit was dus in 2013, maar ik vrees dat het ook nu nog altijd dicht bij de realiteit ligt. Rotterdam was destijds een van de eerste gemeenten die begon met deze waanzin.


The Gathering Of Losers

Hier zit een verzameling Mensen Zij nemen plaats in de grote ruimte Hier naar links en dan rechtdoor Zij wachten in stilte De ogen naar beneden Dit is waar de losers zich verzamelen.

Ja, achterin naar links U kunt daar plaatsnemen en gratis koffie of thee pakken Gratis Want de losers hebben geen geld Met het schaamrood op de vingers Maken zij hun keuze op de tiptoetsautomaat Gratis En voor niets.

U wordt zo opgehaald, neemt u plaats, dan wordt u zo geroepen Samen met de andere mensen De stilte is doordringend, tergend Terwijl de koffie te heet wordt gedronken Gelukkig bezitten wij allemaal een smartphone Geen geld. Wel een schermpje op krediet.

In Jip en Janneke-taal worden wij toegesproken Terwijl de altijd onwillige Powerpointpresentatie de boel vertraagt Wij zien allang wat er komen gaat: de slides zijn al verklapt Toch doen wij of wij het niet zien Met onze ogen naar beneden En dat zeurende gevoel dat je hier niet thuishoort.

Hier zijn wij: de verzameling mensen De kansarmen De uitzichtlozen De losers.

Allemaal in hetzelfde schuitje Schuitje varen Theetje drinken Samen naar de overkant.

Samen in die grote ruimte Hier naar links U wordt zo opgehaald.

#archief #kafka #bijstand #100DaysToOffload #gedicht #proza

Hoe laat leven wij? vroeg hij. Hoe laat sterven wij? vroeg zij. Er viel een korte en diepe stilte. De bomen, de vogels, de rivier, de zee en de wolken hielden hun adem in.

Toen, na een tel die wel een seconde leek, keken zij elkaar aan en knikten zwijgend. Zodra de tijd rijp is.

#waanvandedag #archief #proza #100DaysToOffload

Tussen de bomen door vallen stralen zon. Zacht als in zonder geluid. Hard als in fel licht. Toch is het precies de plek waar dazen en ander vlieggespuis zich graag ophouden. Als een stel aasgieren hangt dat daar maar een beetje de boel ogenschijnlijk verveeld in de gaten te houden. Tenminste, zo zie ik het. En ik denk dat het wel klopt. Die beesten zijn niet gek. Wij schuiven als zombies half versuft door het park, een smakelijker prooi is niet denkbaar voor de naar bloed smachtende prikdiertjes.

Op de grasvelden tussen de bomen liggen mensdieren. Sommige halfnaakt, andere volledig bedekt. Allemaal dik tevreden, of in ieder geval druk bezig die indruk te wekken. Barbecuewalmen verstikken de zichzelf beklagende voorbijganger die ik ben. In het zwart gekleed en met mijn jute boodschappentas plus nog twee extra linnen tassen daarin, op weg naar de supermarkt. Waar ik met dezelfde overgave mijn collega-sapiens vervloek. Zo ben ik nu eenmaal. De vrolijkheid op twee krakkemikkige poten.

Eindelijk weer thuis mag ik van mezelf nog even vloekend met de stofzuiger en stofdoek spelen. Daarna gaat er wat eten in mijn droevige mond, kauw en slik door. Ik wacht, hangend in het laatste daglicht op de bank, op wat het leven in de aanbieding heeft voor deze denkbeeldige premiejager op blote voeten. Ik schutter zonder geschut, schiet volledig tekort en dat zonder enig wapengekletter. Daar heb ik mijn trouwe steekvliegende broeders voor. Hangend in de zon. Koelbloedig en vastberaden.

#waanvandedag #daas #proza #sapiens #eccehomo #100DaysToOffload

De verwarring houdt het midden. Zoals wanneer er op een smalle dijk zonder uitwijkmogelijkheden, behalve dan een plons in het water, met aan weerszijden twee wandelaars op nagenoeg gelijke hoogte in tegengestelde richting, een fietser onhandig schuldbewust tussendoor manoeuvreert. De anderhalve meter neemt flauw van het vallen een korreltje vlugzout.

In de berm liggen op gepaste afstand gebruikte blauwe plastic handschoenen. De mens neemt het wegwerpen nu eenmaal graag letterlijk. De wind neemt straffe vorm aan, de takken kraken onder zoveel bladerballast. Toch is het goed te doen met een t-shirt en spijkerbroek om je midden in een eindeloze zomer te wanen en de droogte alleen maar een tijdelijk en dus zelfoplosbaar probleem is.

Het asfalt scheurt nu alweer. Vorig jaar nog zo mooi houtje-touwtje gepatchworkt en nu laat de toplaag los als de korst van een veel te diepe wond. Korrels die op het eerste gezicht vanuit vogelperspectief op keutels lijken, maar er is hier geen konijn in de buurt. Die vind je vooral in het Diemerpark dat er inmiddels dor en kaal bijligt. Kauwen en konijnen, distels en stuifzand. Vliegen, bijen en een verlaten sportterrein zinderend in het stof. Aan het minimale strand het bord dat waarschuwt voor een gevaarlijke stroming. Nu het nog kan. Het stromen houdt vanzelf een keer op. En wat doen we dan met dat bord?

Het zijn de pijlers onder het dagelijks gereutel. De misgeslagen planken en feiten vol fabels. Ooit kom ik er nog eens in om.

#waanvandedag #proza #amsterdam #ijburg #fiets #100DaysToOffload

Maar, maak je dan helemaal niks mee op zo'n dag? Kun je niet iets bedenken van wat je hebt meegemaakt? Gewoon, iets kleins, iets simpels. Het kan van alles zijn. Misschien een berichtje gelezen waarvan je dacht, goh, hoe zit dat dan. Of dat je jezelf ongemakkelijk voelde, of juist heel erg op je gemak, gerustgesteld. Weet ik veel, gewoon, iets. Maar nee, jij loopt maar rondjes door dat park, kijkt mistroostig naar alles wat er stuk is, kapot gaat, naar de mensen die zich prima vermaken en zorgeloos lijken. En dat alles is voor jou alleen maar een bevestiging van hoe alles naar de gallemiezen gaat, ja toch? Want zo is het toch? Je loopt maar te zuchten en te steunen. Als je al loopt. Zeg eerlijk, zoveel loop je niet. Je fietst ook al niet. Je beweegt nauwelijks. Die rondjes door het park, hoe lang is dat nou eigenlijk al niet geleden? Nee, eerlijk zeggen. Dat slaat toch nergens op. Het zijn rondjes in je hoofd die je loopt. Weet je, eigenlijk hè, jij bent net zo'n hamster in zo'n molentje. En maar malen. Waarover dan? Het leven, de dood? Nee, je weet het zelf niet! Oh, wacht, hier, kijk dan, kom ik onverwacht eerder thuis en naar welke site zit jij te turen? De godvergeten NVVE! Is dat wat je echt wilt met je hele zijn hier. Bedenken hoe je je eigen dood zo aardig mogelijk kunt regelen? Ga je lid worden dan, van die club der doodswensen? Ja joh, moet je doen. Geef je daar toch je zuurverdiende centjes aan uit. Hoewel, jouw geld? Wat een gelul ook, het is allemaal mijn geld, wel zo makkelijk ook. Ga je gang, doe het. Regel die hele zooi maar. Misschien word je daar wel blij van. Dat het allemaal in kannen kruiken is. Of moet ik zeggen: urnen en kisten? Wat? Hoezo is dat een beetje naargeestig? Moet jij zeggen met die zenuwenkop van je. Dat is pas naargeestig en ik moet er de hele godganse dag naar kijken. Nou, hoe zit het. Gaan we nog wat eten of was je daar ook te lamlendig voor. Een happie maken voor je liefde van je leven? Want dat was ik toch, ooit? Ja, lang geleden was dat. Ik weet het nog goed. Toen neukten we nog, soms wel twee keer per maand, wauw! Ach, flikker toch op ook, ik ga wel naar de chinees. Gezellig daar zitten in m'n uppie bij het afhaalloket. Hebben ze gewoon hoor, tegenwoordig. Die mensen doen tenminste nog iets met hun leven. Die willen wel door, zo goed en zo kwaad als het kan. Kun jij nog een mooi voorbeeld aan nemen. Maar nee, dat doe je niet. Met je afgezakte joggingbroek en je krokodillentranen. Getver, ik verdraag het niet meer! Hou op met je jankmuil! Doe het dan, maak er een eind aan dan! Ik ben er helemaal klaar mee, doei!

#waanvandedag #proza #euthanasie #nvve #100DaysToOffload

Ontluisterend, misschien was dat wel het juiste woord. Misschien ook niet, maar het had er alle schijn van. Het was in elk geval het eerste dat verscheen voor het oog van de geest, dus dan moest het haast wel iets betekenen.

Met het gruis en het zand in de hersenpan, althans, we parafraseren hier de werkelijkheid, maar dat neemt niet weg dat dit zowat – niet zowaar! – de toestand was waarin het verhaal zich afspeelt. Welk verhaal? Goede vraag, mijn waarde. En zoals iedereen weet, behoeft een goede vraag niet duur te zijn. Doe er gelijk een onsje kerstkransjes bij en moet jij eens opletten hoe Pasen en Pinksteren op geen dag vallen. Ach, na vallen komt altijd weer dat vermaledijde opstaan. Nou ja, altijd. Er komt een moment dat het bij vallen blijft. Wat zal dat een rust geven.

Ontluisterend, dat was, zoals we eerder besloten in naam der veel betekendheid, het juiste woord. Nu nog een situatie waar precies dit woord in zou passen.

#proza #100DaysToOffload

Een spiegel in stukken op straat. Scherven schetsen reflecties van stil geluk. Een dieselmotor aggregeert verstikkende walmen, rookt een pluim: een fluim in het gezicht, de adem aan flarden. Hels kabaal, grommend op de lage tonen schokt het lichaam trillend na. De trage dood wacht op jacht naar leven, hier net om de hoek.

Een reiger vliegt een pseudo-atletisch mens op gympen aan, een roodborstje hipt speels voor mij uit, wacht mij uitdagend op – nog een stap, nog een stap, nog een stap – en vliegt weg. De bomen, waarachtige vrienden voor wie het geloven wil, roeien, groeien, broeien uit met wortel en tak. De droogte breekt aan, vreet aan, rot weg.

In de strook kaalgetrapt gras langs het asfaltpaadje, daar bij de oude Joodse begraafplaats, zit een kauw. Apathisch met halfopen snavel, stervend in schoonheid; de eenzaamheid is zoveel mooier daar. Zilveren kraalogen breken als een spiegel in scherven op straat.

#proza #park #stad #natuur #100DaysToOffload