ego echo

100daystooffload

Ik heb sinds kort een t-shirt met op de borst een abstracte afbeelding van een olifant. En ooit, als ik het mij goed herinner in 2001, zat ik zelf op de rug van een olifant. In Thailand.

Jawel, ook ik was zo'n rampzalige toerist die een ritje wilde maken op dat prachtige dier. Ergens in mijn hoofd, of gewoon onderbuik, spookte rond dat het fenomeen toerist op olifant misschien niet helemaal zuiver was. Ik had heus de verhalen gehoord over hoe olifanten van baby af aan werden mishandeld en gedrild om straks als ze groot genoeg waren iedere dag een paar keer gedwee een vaste route door het woud te maken. Steeds met een andere, meestal westerse, idioot bovenop hun majestueuze rug.

Maar deze plek werd in de reisgids juist aangeprezen om hun olifantvriendelijkheid. Het was tenslotte hun brood, dus dan moesten ze ook goed voor deze geweldenaars zorgen. Logisch toch? En ja, ik trapte er in. Ik was jong en naïef en wilde het maar wat graag geloven. Met mij heel veel anderen, al is dat al helemaal geen excuus, want juist dat had mij wakker moeten schudden. Net als hoe reisgidsmakers allerlei schimmige dealtjes maken met lokale attracties en vice versa. Handjeklap avant la lettre – oh pijnlijke kennis achteraf.

Het werd ondanks al dit gepruttel een onvergetelijke ervaring. Ik genoot intens. Ik was diep onder de indruk van dit enorme dier dat mij op haar rug gedoogde. Ik gooi er nog een cliché tegenaan, maar wat een gratie, wat een souplesse en wat een, ik kan niet anders zeggen: wijsheid. Ik voelde me tegelijk ontzettend naar; ambivalentie bewandelt onnavolgbare wegen en schuldgevoel komt in vele smaken.

Na afloop heb ik de lieverd bananen gegeven. Die kon je daar kopen. Ook logisch. Bonusverdienmodel. Op de foto met de gids, olifant erbij. Ka-tsjing. Schitterend, dat ook. Toch bleef het altijd aan mij knagen.

Dat werd er niet beter op toen ik van de week een artikel las over hoe olifanten nog altijd worden mishandeld voor precies dit doel, het eindeloos rondlopen met toeristen.

Ik denk dat ik daarom vandaag dit t-shirt aantrok. Zwart en in de volle zon. Dat ik een beetje boete doe en tegelijk een minuscule ode breng aan die goede, mooie reus.

Gosh. En dan heb ik het nog niet eens over mijn vliegschaamte. U ziet het: ik ben geen haar beter, ondanks al mijn gevloek en getier alhier. Edoch (lekker een beetje historisch woordbesef) – een mens kan leren en veranderen.

#olifant #waanvandedag #thailand #toerisme #100DaysToOffload

Genoeg! Genoeg om mij druk om te te maken. Teveel gestoordheid en hypocrisie op deze planeet, ik kan gewoon niet kiezen. Misschien moet ik het daarom nog maar even niet doen. Al kan ik het niet laten om iets uit de roman Weersverwachting (Jenny Offill) die ik nu aan het lezen ben te citeren, dat wat mij betreft de spijker op de kop slaat. Dan heb ik in ieder geval een van de vele frustraties toch weer een seconde of wat gekanaliseerd. Komt ie.

V: Wat is de filosofie van het laatkapitalisme? A: Twee wandelaars komen onderweg een hongerige beer tegen. Een van hen haalt zijn renschoenen tevoorschijn en trekt ze aan. 'Beren rennen harder dan mensen', fluistert de ander. 'Ik hoef alleen maar harder te rennen dan jij', zegt hij.

Ach wat, ik ga gezellig nog even door. Leeswaarschuwing! Rivieren kleuren dieselrood, nertsfokkerijen sluiten omdat het een risico vormt voor de mensheid (voor nertsen is het blijkbaar een paradijs), de hoeveelheid besmettingen in de vleessector zijn dagelijkse kost (niet alleen onze collega-dieren lijden, maar ook de uitgebuite arbeiders aan de lopende bloedband), maar het volk vreet z'n vlees alsof er niets aan de hand is.

Nederlandse verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, banken en Shell investeren schaterlachend in gebieden waar de permafrost als een gek ontdooit en TBC collecteert dagelijks zo'n 5000 doden. Ruim 5,5 miljoen kinderen onder de 5 jaar sterft jaarlijks omdat de meest basale zorg ontbreekt. Maar hier in het westen hebben we er gelukkig geen last van, dus waarom zouden we ook maar een vinger uitsteken? Eigen zorg eerst!

Vluchtelingen drijven nog dagelijks levenloos in zee of zitten gevangen in kampen zonder enig zicht op veiligheid, werkend sanitair of gewoon, een waardig bestaan.

Sprinkhanen eten hun buikjes rond met dank aan de kaalslag in naam der uitputtende landbouw en veeteelt. Complete bevolkingsgroepen sterven van de honger terwijl hier in het volgevreten westen het voedsel dag in, dag uit wegrot omdat het verdeelsysteem niet optimaal werkt. Ondertussen draaien de fabrieken overuren, want productie moet er zijn en het liefst nog meer dan gisteren. Het is nooit genoeg.

Over sprinkhanen gesproken. De wereldbevolking steeg binnen 120 jaar van ongeveer 1 miljard naar dik 7 miljard. Dat heeft gevolgen. En ik ben slechts een roepende in een sterrenstelsel en beslist niet de enige. Al eeuwen terug werd er terecht kritiek geleverd, er is gewaarschuwd, steeds weer. En toch doen we met z'n allen of we het niet weten. Kop in het zand en alles komt goed.

Hiephoi. Stiekem dus toch maar een handjevol lijden opgeschept. Als toetje een bemoedigend woord. De vogels kwetterden vanochtend uitbundig toen ik voorbij fietste en de bomen lachten breeduit om het het gekriebel op hun takken.

#waanvandedag #100DaysToOffload #virus #atlas #human

Alle commerciële gekheid – zoals de dagen van moeders, vaders, geliefden, maar ook sint en kerst – heeft een zeker voordeel. Want terwijl ik dit typ klinken de klanken van Bloodflowers zalvend door de verduisterde kamer. Als ik het goed heb, dan is het voor het eerst dat ik een cd (van The Cure) heb gekregen van mijn dochter. En dat allemaal omdat ik een supervader ben, wat natuurlijk ook zo is, hallo. De afbeelding van het cd-boekje vindt zij nogal eng, maar dat weerhield haar er niet van om dit kleinood voor mij te kopen en zelf in te pakken. Dat is toch lief. Bonus: ik had de cd ooit, maar dat was een kopie; is toch anders. Kortom, deze vader is een tevreden mens en heus niet alleen vanwege dat cadeautje. Je zult maar zo'n schat van een dochter hebben.

Overigens, over die verduistering, dat is alleen om het hier zo lang als mogelijk een beetje koel te houden. Oké, we zitten stijf op het noorden, maar dan nog. De huizen aan de overkant – en veel te dichtbij naar mijn zin – de auto's en de nogal groen-arme straat zelf zorgen voor flink wat warmteafgifte, zoals dat dan heet. Heet ja. Dat wordt het vanzelf. Dus dan zit je lekker op het kille noorden en dan nog knettert de weerkaatsing van het zuiden de kamer in. Het zal ook eens meezitten.

Er zoemt overigens weer een gedicht. Dat vliegt een dezer dagen ogenschijnlijk als vanzelf dit echoënde web in.

Nou, wat een leuterdeprietpraat. Ik dompel mij nog wat onder achter de gordijnen met de muziek precies luid genoeg om ook de rest van de overprikkelende omgeving buiten te sluiten.

#waanvandedag #bloodflowers #thecure #muziek #100DaysToOffload

Uit het archief. Het is begin 2013. Net in goed overleg vertrokken bij de bloemenveiling. Ik kon het werk fysiek niet meer aan. Na twee meniscusoperaties, overbelaste pezen in mijn beide polsen en onderarmen, een riedel al bestaande klachten die de boel en het eventuele herstel niet makkelijker maakten (moet je net mijn arme lichaampje hebben, dat herstelt nooit en zet alles consequent om in chronische pijn) viel het doek. En ja, het kwam op zich ook wel goed uit dat mijn contract over een paar maanden toch af zou lopen, dus dan maar ineens die pleister eraf. Ik kreeg een maand salaris mee. Of beter gezegd: fooi. Daarna wachtte de eindeloze bedelgang naar de bijstand. Fout op fout door de gemeente volgde en ondertussen had ik nul inkomen. Na maanden bellen, mailen en bezoeken kreeg ik eindelijk gelijk, excuses werden gemaakt en ik kreeg met terugwerkende kracht wat geld gestort in de bodemloze put die al voor die tijd bijzonder hol klonk. Ondertussen een scheiding (overigens het bewijs dat sommige contracten echt in goed overleg, zeg gerust vriendschappelijk, kunnen worden ontbonden), net verhuisd naar een bescheiden eenkamerappartement dichtbij mijn 8-jarige dochter, en alles wat er verder bij komt kijken aan rompslomp. Financieel was het extreem mager, mentaal nog magerder dan dat. Op zich ook geen nieuws, maar toch. Gooi maar op de hoop ellende en we zoeken het later wel eens uit.

Zoals ik van de week al schreef, duik ik af en toe in mijn verleden en vis wat op. Hieronder een prozaïsche/dichterlijke impressie van een bezoek aan de voorlichtingsbijeenkomst over het verplichte werk (zwerfvuil opruimen) gecombineerd met eveneens verplichte en tevens kansloze sollicitatietrainingen (maar, de computers doen het niet? waarom moeten we met Windows XP werken in 2013? kunt u mij helpen met het nalezen van mijn brief? u bent geen docent maar alleen onze oppas en absententurver? oh, oké) en andere repressieve kafkaëske idioterie die door je strot wordt geduwd als je in de bijstand terecht komt. Dit was dus in 2013, maar ik vrees dat het ook nu nog altijd dicht bij de realiteit ligt. Rotterdam was destijds een van de eerste gemeenten die begon met deze waanzin.


The Gathering Of Losers

Hier zit een verzameling Mensen Zij nemen plaats in de grote ruimte Hier naar links en dan rechtdoor Zij wachten in stilte De ogen naar beneden Dit is waar de losers zich verzamelen.

Ja, achterin naar links U kunt daar plaatsnemen en gratis koffie of thee pakken Gratis Want de losers hebben geen geld Met het schaamrood op de vingers Maken zij hun keuze op de tiptoetsautomaat Gratis En voor niets.

U wordt zo opgehaald, neemt u plaats, dan wordt u zo geroepen Samen met de andere mensen De stilte is doordringend, tergend Terwijl de koffie te heet wordt gedronken Gelukkig bezitten wij allemaal een smartphone Geen geld. Wel een schermpje op krediet.

In Jip en Janneke-taal worden wij toegesproken Terwijl de altijd onwillige Powerpointpresentatie de boel vertraagt Wij zien allang wat er komen gaat: de slides zijn al verklapt Toch doen wij of wij het niet zien Met onze ogen naar beneden En dat zeurende gevoel dat je hier niet thuishoort.

Hier zijn wij: de verzameling mensen De kansarmen De uitzichtlozen De losers.

Allemaal in hetzelfde schuitje Schuitje varen Theetje drinken Samen naar de overkant.

Samen in die grote ruimte Hier naar links U wordt zo opgehaald.

#archief #kafka #bijstand #100DaysToOffload #gedicht #proza

Ik loop met grote regelmaat achter de gemodelleerde feiten aan. Om toch een beetje een hippe inhaalslag te maken, neem ik vanaf morgen twee wattenstaafjes mee voor onderweg, nou nee eigenlijk zijn het er vier, want, let op: Ik knip ze door. Daarna buig ik ze net voor het watje begint om. Een hoek van bijna 90 graden volstaat. En zo hang ik ze dan nonchalant met een casual Friday-houding in mijn oren. Vanaf dat moment ben ik een heel gemiddeld persoon en mag ik zonder dat iemand het verder gek vindt, of er überhaupt iets van vindt, hardop in mezelf gaan praten en dan het liefst zo openbaar mogelijk. Anders tel je niet mee in de huidige individuele samenleving.

Door schade en schande wordt dit kind wijs. Zoals vandaag. Er ontglipten mij hardop een paar woorden uit de regel van een liedje dat in mijn hoofd zat. Zo de publieke ruimte in. Gelukkig zong ik niet, want het liedje is niet enorm melodieus. Het leek dus meer op spoken word. Maar ja, zonder omgebogen halve wattenstaafjes in je oren gaan mensen je aankijken. Denken ze iets van je. Iemand schrok zo erg dat die een passerende BOA aansprak: daar staat een verward persoon. Er werd gewezen, adem ingehouden, de tijd stond een fractie van een wereldvreemde seconde stil. Gelukkig kon ik mijn sociale misser herstellen door snel mijn rechterhand naar mijn gehoorgang te brengen, er met mijn wijsvinger een beetje tegenaan te tikken en moeilijk kijkend 'hallo? hallo?' te zeggen tegen een denkbeeldige luisteraar ergens aan de vermeende andere kant van het verzonnen werkoverleg. Daarbij een gecombineerde houding aannemend die het geacteerde midden hield tussen geïrriteerd en verbaasd. De omstanders zagen tot ieders grote opluchting dat alles gewoon was zoals het moest zijn (vergissen is ook iets gemiddeld menselijks tenslotte) en konden weer door met hun onzinnige leven. Ik nam vervolgens met klamme oksels het hierboven al beschreven besluit.

#oordopjes #wattenstaafjes #waanvandedag #socialeonrust #hip #100DaysToOffload

Er zijn allerlei halfbakken dingen die door mijn hoofd spelen. Zoals kinderen die gillen op straat, gewoon omdat ze dat nu eenmaal doen als ze spelen. Gillen. Heel hard en heel lang. Tot ze zich er op een gegeven moment te groot voor voelen, maar dat duurt oorverdovend lang.

Hier aan de overkant hebben we sinds enige tijd iemand die, zo lijkt het, voor z'n plezier buiten voor zijn deur oeverloos met een schuurmachine bezig is. Dat giert dan een uur of wat bijna onafgebroken door. Soms vliegt er een plaatje hout dat ie aan het schuren is door de straat. Wees dan maar blij dat je daar niet net voorbij loopt. Oké, wil je ook niet, want dat geluid wil niet van nog dichterbij horen. Het wisselt wel de eindeloze stroom bouwgeluiden van ietsjes verderop af, vooruit.

In de supermarkt maakte ik de man achter de zelfscankassa heel erg blij toen ik uit overwegingen van sociaal smeermiddel opmerkte dat ik de nieuwe handscanners een grote verbetering vond. Hij sprong bijna letterlijk een gat in de lucht en benadrukte dat hij dat niet vaak genoeg kon horen. Van zoveel oprecht enthousiasme word ik dan weer een beetje vrolijk.

Nu ik toch fijn wat aan het heen en weer springen ben, lees dit uitstekende artikel van Jelmer Mommers (De Correspondent). Een heldere duiding van hoe het één naadloos met het ander samenhangt.

Verder was het vandaag een dag vol creatief zijn met beeld, muziek en poëzie. Foto en video om precies te zijn. We gaan ons samen met schrijver/dichter Sholeh Rezazadeh (we werkten al vaker samen) op haar initiatief aanmelden voor een interessant literatuurfestival. We maken samen een nieuw verhaal met gedichten en muziek. Nou, nog lekker vaag, maar veel duidelijker kan ik het nu even niet maken. We zijn er in ieder geval gezellig mee bezig. Hopelijk valt de keuze (ook) op onze inzending en kunnen we het verder uitwerken en live uitvoeren. Dan kun je het zelf ervaren. Maar, het is dus nog even afwachten. En zo niet, dan toch. Denken we. Ergens, ooit.

Hatsjikee, uitgeprutteld. Het snaveltje gaat toe en de oogjes dicht. Dan voldoe ik in elk geval aan de randvoorwaarden van de slaap.

#waanvandedag #decorrespondent #literatuur #muziek #kunst #poetry #100DaysToOffload

Ik vang nogal wat vliegjes. Niet vrijwillig, hoewel dat ook deels discutabel is. Kijk, ik fiets veel, vooral in en rond de stad. En dat doe ik in principe omdat ik dat wil. Ik wil geen auto, ik wil niet met de bus of tram. En lopen is soms gewoon te ver. De andere kant is ook waar: het meeste fietswerk heeft te maken met verplichtingen. Dus zo vrijwillig is dat gefiets niet. Tenzij ik nu zeg dat ik die verplichtingen vrijwillig ben aangegaan. Nee, wacht. Op deze manier loopt het helemaal vast. En dat al in de eerste alinea. Wat an sich ook best knap is.

Ondertussen gaat er ergens een wekkeralarm af en is er niemand om dat ding uit te zetten, blijkbaar. Wat mij weer doet denken aan de motor van de auto die hier gisterenavond voor de deur zeker 40 minuten stationair stond te draaien. Eindelijk stapt er een mensje in, dan denk je: hoera, opzouten nu! Maar nee, het steekt eerst een sigaret op (raampje open, want binnen wil je natuurlijk geen rook, nee, dat geven we er gratis nog even bij – alsof de uitlaatgassen hier in huis niet al ruim voldoende reden waren tot op sterven na dood zijn), daarna moet er nog met twee telefoons een route worden bepaald (discussiemomentje) en dan is eindelijk het glorieuze moment van verlossing daar. De auto plankt nog even lekker wat gas als afscheid en dendert de straat uit. Fukkers. Sterf en laat mij verder met rust. Ik mocht ergens halverwege die 40 minuten overigens van de vrouw des huizes geen steen op het dak van de auto gooien. Jammer.

De fiets en het genot van vliegjes vangen. Dat was waar het over zou gaan, dacht ik. Vliegjes vang ik met mijn ogen. Bijna dagelijks sta ik hier na een ritje voor de spiegel met mijn oogbol draaiend te vissen naar een zwart puntje. Een tragisch moment, zowel voor de vervlogen overledene als voor mijn oog. Met een beetje pech ontsteekt de boel. Dat is mijn lot met een lichaampje dat schier overdreven reageert op elke dagelijkse prikkel.

Mijn theorie is dat ik meer kans maak op vliegjesvangst omdat mijn ogen nogal diep liggen. Dat werkt volgens mij als een fuik. Echter, vrouwlief merkte laatst fijntjes op dat het gewoon aan mijn reflexen lag, die zouden niet goed genoeg zijn. Dat viel nogal verkeerd bij mij. Ik heb goddomme reflexen als een jonge god, een hinde in de bossen, een vis in het water, een vleermuis met ultra-ultrasone upgrade. Geen goede reflexen? Ik? Hallo! Reflex is mijn middle-name, dude! Dat werd dus een gezellige discussie. We zijn helaas niet tot een sluitend oordeel gekomen. Al vermoed ik dat mijn conclusie het meeste hout snijdt (pas op voor splinters!). Waarschijnlijk is het een combinatie van diepliggend en reflex. Waarbij ik denk dat de reflex hooguit negatief wordt beïnvloed door de diepliggenheid der oogballen. Dus toch die fuik, de tunnelvisie die de boel reflexmatig vernauwt, begrijpt u? Nou, ik wel. Geen speld tussen te krijgen (do not try this at home!).

Genoeg gelul over niks. Ik heb wel wat beters te doen. Vliegjes, here I come!

#waanvandedag #fiets #stad #vliegen #100DaysToOffload

Vooruit, eerst het zuur en dan het zoet. Is die Balkenende toch nog ergens goed voor geweest. En ik heb spontaan zin om weer met Playmobil te spelen.

Het wandelrondje door het park was gisteren niet enorm verheffend te noemen. Teveel mensen op kleedjes, teveel crematies, teveel vuil waarvan je weet dat het uiteindelijk zal gaan zwerven en na verloop van tijd gewoon in de voedselketen belandt en/of deel uitmaakt van de lucht die we fris noemen. En toch moet je dan maar doen alsof het een feest is, gezellig met z'n allen in het park.

Ik schreef al vaker dat ik ook het moois zie. Het groen in evenzoveel schakeringen, hoe het licht valt, de kikkers die nog visjes zijn (vrouwlief die gebiologeerd op haar hurken minutenlang de bijna kwakende toestand in het ondiepe water beschrijft). Ik hoor alle vogels, probeer ze tussen het blad te zien op takken die donker afsteken. Dikke ruige stammen van metershoge bomen die stuk voor stuk het bewijs zijn van een dikke middelvinger naar de wanstaltigheid op twee poten: ons krijg je niet kapot. Ik kan het alleen maar wensen en vrees het ergste.

Keer op keer besef ik dat daar de pijn zit. Alles wat goed is en zoveel mogelijk met rust gelaten zou moeten worden, zal worden gesloopt en toegeëigend door een soort die te dom is om te begrijpen dat het daarmee haar eigen graf aan het graven is.

Gisteren was ook een dag vol verleden tijd. Ik dook zomaar eens het archief in. Zowel schrijfwerk als muziek. Ik heb mij daar prima mee vermaakt. Soms met schaamrood op de kaken, soms met een tevreden glimlach.

Toen ik ooit begon met het inspreken van mijn eigen voicemail, zoals ik het schrijven hier ook wel eens noem, plaatste ik aanvankelijk vooral stokoude gedichten. Ik schreef ze toen ik nog op de middelbare school zat en vervolgens mijn eerste stappen als moderne loonslaaf zette. Tussendoor kwam de vervloekte militaire dienstplicht waar het na ongeveer drie maanden voor iedereen beter was dat ik daar vervroegd van werd vrijgesteld. (En ja, er is een kans dat ik op moet komen draven als de bommen vallen. Maar wat denk je zelf? Dikke doei.)

Ik heb uiteindelijk drie schriften en een flinke stapel losse blaadjes van diverse afmetingen volgepend. Een selectie daarvan belandde in een multomap. Netjes geprint met een matrixprinter (oh, eerzame arbeid van het zonder scheuren verwijderen van de geperforeerde papierranden). De inkt is inmiddels zo goed als vervaagd, dat mag ook wel na al die jaren.

Ik heb besloten dat ik sommige dingen enigszins ga herschrijven om ze daarna met enige regelmaat opnieuw te plaatsen. Zo bouw ik langzaam (vermoedelijk extreem langzaam) aan een herzien archief. Gewoon, daarom. Als tegengif.

#antidote #tegengif #playmobil #waanvandedag #park #100DaysToOffload

Hoe laat leven wij? vroeg hij. Hoe laat sterven wij? vroeg zij. Er viel een korte en diepe stilte. De bomen, de vogels, de rivier, de zee en de wolken hielden hun adem in.

Toen, na een tel die wel een seconde leek, keken zij elkaar aan en knikten zwijgend. Zodra de tijd rijp is.

#waanvandedag #archief #proza #100DaysToOffload

Twee kleine likeurglaasjes, een sjaal met print en een witte kunststof botervloot speciaal voor de veganistische roomboter, woehoeeiii! Dat is de score van ons kringloopbezoek vanmiddag. Ik bedenk mij nu dat likeurglaasjes vast altijd klein zijn. Maar ja, als niet-drinker en volledig wereldvreemde in de alcoholgebruiken en aanverwante rituelen, moet of mag mij dit niet worden kwalijk genomen. Noem mij gerust een barbaar als het aankomt op promillage, afdronk, sterkte, zoet, droog en bokkenpruiken. Maakt mij niet uit, ik heb er niets mee, dus het doet mij ook niets. Mooi. Dan is dat duidelijk.

Ik ben trouwens in het algemeen nogal onwetend als het over hoe het hoort gaat. Ook dat wil ik graag zo houden. Zo blijf ik scherp. Althans, dat vertel ik mezelf graag kort voor het slapengaan. Niet dat het mij verder van een goede nachtrust verzekert, maar je kunt ook niet alles hebben.

Valt het op dat ik nu al voor de tweede dag op rij maar wat zit te bazelen over pruttie hier en pruttie daar? Ja? Nou, mij ook. En ook daar kan ik mij nu heel even niet al te druk om maken. Er is genoeg waar ik mij aan stoor, kapot aan erger en over opvreet, maar daar wil ik nu even verder niets mee op deze tere, kwetsbare plek op het net dat internationaal verbonden lijkt te zijn. Ja, lijkt. Want is er wel een nationaliteit in deze digitale wereld? Zijn er landsgrenzen? Of het is het, zoals ik vind dat het ook de analoge wereld zou moeten zijn, een plaats waar je welkom en vrij bent, wat je IP-adres ook is? Oké, dat is het dus. Dat adres. IP is ID. Dat definieert je afkomst, waar je je bevindt op dat moment. Het geeft je een identiteit. (Tenzij je een betrouwbare VPN-verbinding of ander fijn speeltje zoals Tor gebruikt, maar laat ik nu niet al te techno-nerdy gaan doen, het leven is al ingewikkeld genoeg).

Dit grensgedoe bleef hangen na het kijken van een Tegenlicht-uitzending van een week of drie terug. Hoe dat eigenlijk zit met mogelijke digitale landsgrenzen. De aflevering ging over de continue stroom aan nepnieuws en ook wat de waarheid dan wél is. Ook dat is een heel interessante vraag. Wat is de waarheid? Is er een waarheid, of zijn er waarheden? Mooi spul om weer een tijdje op te kauwen. Ik geef toe, het zijn geen bijster originele vragen, maar dat is sowieso een utopie. Onvermijdelijk: wat is originaliteit? Ik ben van mening dat het niet bestaat. Hooguit dat je iets voor het eerst op een bepaalde manier hoort, ziet, ruikt, proeft; ervaart. En dat dan alleen op dat specifieke moment. Op ieder ander moment had de ervaring best wel eens anders kunnen zijn, onopgemerkt of er zelfs helemaal niet geweest. Toeval dus. Daarvan weet ik wel, totdat het eventuele tegendeel voor mij vaststaat, dat het bestaat. Zonder toeval was ik hier niet geweest. Niemand, niets. Hoewel. Niets is alles en alles is niets.

En zo, lieve lezers, kan ik ongetwijfeld nog een uurtje, dagje, jaartje of ingebeelde eeuwigheid doorgaan.

#waanvandedag #filosofie #waarheid #identiteit #ID #IP #100DaysToOffload