ego echo

waanvandedag

Ik heb doorgaans weinig nodig om mijn humeur op bromstand te krijgen. Dat weten we inmiddels allemaal. Toch zijn er mensen die dat nog niet weten. Of misschien weten ze het wel en is hun dag pas volmaakt wanneer ze mij weer zover hebben.

Twee jongens komen door de schuifdeuren van station Alexander. Een van de twee trekt het plastic van zijn pakje sigaretten en gooit het zo op de grond. Bovenaan de trap, amper voorbij de poortjes, staat een vrouw haar rook in het gezicht van elke passant te blazen. Vanachter haar zonnebril is ze schier onaantastbaar. In de trein zit ik bij voorkeur in de stiltecoupé. Niet omdat die stil is, maar zodat ik mij nog meer kan ergeren aan de idioten die schijt hebben aan alles. Dus ook aan stilte en vandaag was geen uitzondering.

Na mijn overstap in Utrecht hield een man de glazen tussendeur in de trein voor mij open. Alleen was hij iets te snel met loslaten – die anderhalvemeter is lastig te combineren met een vriendelijk gebaar – dus dat ding klapt zowat in mijn gezicht. Ondanks mijn chagrijn kan ik zo'n geste van sociaal vermogen toch waarderen. Zeker nadat hij uitvoerig en onbeholpen zijn excuses maakt en ik mijn übercooldude uit kan hangen met een mompelend 'kan gebeuren'. Het is slechts één van de schaarse momenten dat ik mijn mondkapje met de kreet you fucking people make me sick te grotesk vind. Voor die andere 99,9 procent van de tijd kanaliseert het lapje stof meer dan aardig mijn passief-agressieve grondhouding.

#waanvandedag #100DaysToOffload #ov #trein

Dit wordt er weer eentje over de dwingelandij van de cursor. Dat ding knippert mij nu al een deel van de middag tot aan nu tegemoet.

Ondertussen checkte ik het oeverloze nieuws, keek een film, wist de avondmaaltijd te vermalen en door te slikken (de rest volgt vanzelf), stuurde wat berichten heen en weer met het 16-jarig schorriemorrie in Rotterdam, hier in Oost en wat vergezichten in Nieuwerkerk, fietste een flinke ronde via Ransdorp, IJburg, supermarkt en weer naar huis, verbaasde mij onderweg (lees: ergerde mij kapot aan) over de grotere drukte dan anders, reed zijdelings zoveel mogelijk om zodat ik geheel volgens dringend overheidsadvies de drukte meed, schreef een motivatiebrief als ondersteuning bij een vacature, discussieerde als gebruikelijk op geheel voorspelbare onevenwichtige wijze met de vrouw des huizes (en we kwamen eveneens zoals altijd nader tot elkaar, ook dat staat als een huis) om vervolgens nog steeds naar een leeg wit scherm te staren waar dat zwarte streepje mij vol verwachting en met eindeloos geduld aanknippert. Of uit. Nee, aan. Uit. Aan? Nee, toch uit.

Omdat al deze dingen zowel analoog als digitaal flink wat energie vreten, is het bij nader inzien maar goed dat ik vanochtend inging op het aanbod van onze energieleverancier – wederom na discutabel overleg met de deerne alhier – om met nog eens drie jaar (want: voordeliger) te verlengen. Voorlopig kan die cursor dus knipperen wat ie wil. Ik knipper gewoon terug.

#waanvandedag #cursor #stad #energie #nrg #100DaysToOffload

Ik las dat ex-bondscoach Koeman is aangekomen in Barcelona. Dat krijg je van zo'n snoepreisje.

Mijn gevoelens ten opzichte van de edele voetbalsport zijn op z'n minst dubbel. Het spel op zich vind ik erg leuk. Zelf ook nog fanatiek gedaan, met name in de zaal. En als ik een keer per jaar een flinke trap tegen een bal geef, dan doe ik dat nog steeds met heel veel plezier. Ondanks mijn gebrekkige motoriek en techniek. Ik was een noeste arbeider, een stofzuiger, maar ook een goaltjesdief. Over het algemeen met meer geluk dan wijsheid, dat spreekt voor zich.

Dus ja, leuk spel. Maar dan houdt het wel op. Het is volledig uit de klauwen gelopen met dat geren achter een knikker. Wat een ongelooflijke waanzin. Al dat geld, al die miljarden en bizarre 'belangen' die omgaan in een fictieve topsport. Het slaat echt helemaal nergens op. Natuurlijk is dit geen nieuws, ieder weldenkend mens heeft hier de hersentjes al over gepijnigd om vervolgens met gepaste schroom de keel schor te juichen. Het is in ieder geval de reden dat ik geen 'grote' competities volg, want dan kun je net zo goed reclameblokken gaan kijken. Wandelende reclamezuilen zijn het. Met rare kapseltjes, opgepompte lijfjes en overal suffe plakplaatjes. Volgevreten idioten met een grote bek die denken dat ze god (v/m) zijn. En u en ik weten: die bestaat niet.

Dat is lekker dan, een voetbalverhaaltje. Zonde van de tijd, het getyp, de stroom en de schrikbarende hoeveelheid CO2-uitstoot die per bit de verzuurde lucht ingaat. Ik vermoed dat ik een punt wil maken. Waarom zou ik anders los gaan met een oeverloos verhaal over de meest achterlijke wereld die ik, dat is geen geheim, ook in mijn bloed heb. Nou, laat duidelijk zijn dat zodra de club die ik support wordt overgenomen door een schimmig miljoenenbedrijf of een geflipte oliebaron, dat ik per direct de steunstekker eruit trek. Dan houdt het echt op en beperk ik mij alleen nog tot de jaarlijkse particuliere draafpartij ergens op een heuvel in de Ardennen.

Overigens, waar het hier over voetbal gaat, kun je ook wielrennen, autoracen of elk andere over de kling gejaagde, milieuverziekende, mensen uitbuitende, manipulerende multinationale marketingstrategie lezen. De ware sport is allang dood en begraven. Lang leve de waanzin.

#waanvandedag #voetbal #bondscoach #god #sport #100DaysToOffload

Het is nauwelijks voor te stellen, maar sinds ik hier zes jaar geleden kwam wonen is het een aaneenschakeling van verbouwingen en renovaties om ons heen. In een staat van continue overprikkeling zijn de boor-, timmer- en freesgeluiden onmogelijk te negeren. Terwijl dat zou moeten kunnen, zou je denken. Er wonen zat mensen langs een spoorbaan of boven een café. Dan is het mogelijk dat die geluiden gewoon behang worden. Het zal ook wel met de overgevoelige aard van deze tweevoeter te maken hebben.

Illustratief is dat ik dit typ en er ondertussen een politiehelikopter laag rondcirkelt, veegwagens door de straat rijden en de vuilcontainers op de hoek met het bijbehorende kabaal worden geleegd. De aannemers die bezig zijn in het pand schuin onder, staan nu buiten te roken (dank u voor de extra dimensionale belevenis) en praten tegen elkaar op een volume alsof ze nog aan het klopboren zijn. Ze lachen heel hard. Zij wel. Ik kan het echt niet helpen, maar ik vervloek ze allemaal, stuk voor stuk en graag nog een beetje meer.

De dagen zijn als wachtkamers. Ik kan van alles doen, maar kan mij nergens toe zetten. Ik schreef het gisteren al: gepreoccupeerd. Nou ja, dan zijn al die lawaaimakers niet bepaald wachtkamerfähig; daar verwacht je gespannen stilte, een kuchje, een schuifel en een zacht gemompel. Al is dat ook geen vanzelfsprekendheid meer. De mens begint steeds meer herrie te produceren om boven zijn eigen kabaal uit te komen. Iets met een vicieuze cirkel.

Nog een herinnering. Mijn moeder staat op de overloop tussen de kamers van mijn broer en mij in. Hij en ik liggen in ons bed, mijn moeder zingt. Soms een kinderliedje, soms gewoon iets uit haar eigen hitparade-jeugd, soms een complete medley, ofwel een mix van alles wat ze in haar repertoire heeft. En dat is nogal wat. Ik denk dat het bij elkaar hooguit een kwartier duurde, zo 's avonds voor het slapen gaan. En wanneer ze zei dat het nu mooi was geweest, vroeg een van ons meestal nog om een toegift. Ze deed dan alsof ze tegenspartelde, maar gaf altijd toe.

Bouwvakkers zouden er een voorbeeld aan kunnen nemen en hun oorverdovende, zenuwslopende mayhem in kunnen stoppen en zachtjes toezingen dat het mooi is geweest. Nee, ook geen toegift. Klaar.

#waanvandedag #mayhem #100DaysToOffload #bouw #gentrification

Preoccupatie. Mooi woord hoor. Iets anders kan ik er ook niet van maken. Mijn gedachten malen steeds om dezelfde korrels heen. Dat het leven – ik flikker er maar even een gemakzuchtig cliché tegenaan – broos is. Een dun lijntje van hier naar daar of (n)ergens. Wankel, instabiel, zelfs als je in de veronderstelling bent dat je schaapjes zich hoog en droog een zonnesteek grazen.

De donder en bliksem, hoosbuien en windstoten die de afgelopen dagen over dit kikkerige landje trekken, frissen de boel nauwelijks nog op. Geduld is een schone zaak, zeggen ze. Hoewel later deze week de thermometer gewoon weer fijn naar de 30 graden gaat. Ach, zolang Death Valley nog niet wordt ingepolderd kunnen we net doen of er niets aan de hand is. Big Oil gaat haar inhalige gang tot de koek vies op is.

Wat het is? Kolkende woede afgelost door frustratie en ongeloof. De ingrediënten van mijn leven zoals het is en de afgelopen dagen galmt deze mix gezellig door mijn kop. Werkelijk niets valt met elkaar te rijmen. Gelukkig zijn daar dan woorden voor. Beter iets dan niets.

Herinneringen. Ooit zat mijn vader op de rand van mijn bed. Ik vermoed dat ik het ook op dat moment niet makkelijk had met de abstractie van het leven. Hij is geen man van grote woorden, daden en gevoelens direct uiten. Toch waren zijn woorden du musst nich weinen, mein jungen (waarschijnlijk een parafrase van liedjes van Heintje en Ulli Martin, je bent voor de helft Duits of niet hè) op dat moment troostend. Terwijl hij dat een paar keer herhaalde, aaide hij over mijn hoofd. De afgelopen periode heb ik dat in gedachten vaak bij hem gedaan in de hoop dat hij er ook iets aan heeft. Om er dan maar wat luchtiger achteraan te gooien: Und jetzt kommen die Kamele!

#waanvandedag #bigoil #duits #100DaysToOffload #song

Van een uur fietsen koel je ook niet echt af, maar de beloning was er naar: fijn wat boodschappen doen bij de lokale, eeuwig koele supermarkt. Het zijn van die futiliteiten die doorgaan, terwijl soms de boel intern op pauze staat.

De ellendige horde kinderen hier in de straat. Ze rennen en schreeuwen maar door. Ruzie om wie de heliumballon kapot mag trappen. Dan een knal, nog meer gegil, nog meer onenigheid. Ondertussen blijft het zilverfolie gasloos achter op de stoep. Op een mooie dag vinden ze 'm vast wel terug in hun eten of drinken. De cirkel van het leven die door hun ouders blijkbaar niet is ingefluisterd. Sterker, die steken nog wat dieren in de fik, trekken nog een flesje open en lallen vanaf het balkon dat de kindertjes zo ook even naar boven moeten komen voor een spiesje. De oogappeltjes horen het niet eens.

Vliegtuigen kruisen hun stinkende degens, scooters trekken geursporen door de stad en donderkoppen houden zich vooralsnog gedeisd. Laat het alsjeblieft nu eindelijk eens losgaan, ook hier. De stad is kurkdroog, het waterpeil zakt en tegels liggen los. Ondertussen spookt het door mijn hoofd: dikke vette eigen schuld, antropoceen.

Er is eindeloos veel meer wat mij boos maakt, toch houd ik mij in en benoem alleen nog de misselijkmakende gladjanusjes die we massaal adoreren. Jawel, de voetballers die er blijkbaar een oneindige voorraad covid-tests doorheen kunnen jagen, want er zal gevoetbald worden! En passant moeten blessuregevallen per direct een bed in een ziekenhuis met uitsluitend de allerbeste zorg. Het grote geld bepaalt.

En daar ergens ligt een man op bed met als belangrijkste compagnon een zuurstoftank.

#waanvandedag #100DaysToOffload #zuurstof

De stad smelt samen met een gifgroene, vale deken. De dreiging van donderslagen terwijl kranen zich een ongeluk hijsen en de trein in airco-ziedende vaart het roestend metaal vonkend kaal schraapt. In de weilanden kwijnen koeien, paarden en schapen weg; er is geen schaduw, alleen dorgeel gras, bespuwd, bespoten en bespot met landbouwgal. Water zakt met een oppervlakkig saluut weg – verdampt in kringen stof.

Mijmer tot je een ons weegt. Bij Canada is een ijskap afgebroken met een grootte van de afstand tussen Rotterdam en Amsterdam. En dat in een vierkant. Het steeds warmer wordende zeewater zal de kolos in haar armen sluiten, zonder ook maar een greintje spijt. Spijt is iets voor de tweevoeters, wanneer groene, allesomvattende politiek pas een schorre stem krijgt wanneer het kantelpunt allang is gepasseerd. En zelfs dan zal de neo-liberaal, de gefossiliseerde kapitalist in hart en nieren, smalend klagen dat – zie je wel! – de zogenaamde klimaatdrammers geen uitweg kunnen bieden. Tandeloos met hun winderige zonnepaneermeelmolens.

Maar kom, laat ons de planeten opeisen, confisqueren, kolonialiseren – vernietigen. Doen waar je in uitblinkt, doen waar je hart ligt. Waar je hart liegt. Waar je hard ligt, naar adem hapt en geen oog meer dicht doet.

#proza #politiek #waanvandedag #canada #stad #amsterdam #rotterdam #100DaysToOffload

Na bijna een week zonder zinnige sneden alhier, is het wel weer eens tijd voor wat woordenuitwisseling.

We brachten een deel van de afgelopen dagen door in Ede. Een hotel in een oude kazerne. Voor iemand die elke vorm van oorlogszucht en geweld wel kan schieten is dat op zich een wonderlijke verblijfsplaats. Maar ja, oude kazernes zijn als oude kerken: ik heb niets met de in mijn ogen delusionaire overtuigingen, maar de sfeer van de bouwsels staat mij wel aan.

De dagen waren op z'n minst memorabel. Ik zal mij beperken tot de vrolijke noten. Zoals het vieren van mijn geboortedag. Lieve cadeaus en samen met partner in crime en dochterlief een meer dan fijne middag in Arnhem met een afsluitend diner in het hotel. Sociale schaamte voorbij, dat ook. Een versierde stoel bij de lunch en kaarsjes op het taartje bij hangout Bonnie. Ballonnen in de hotelkamer maakten het feest compleet. De dag erna maakten we een dikke vinger naar de onzalige temperatuur en fietsten we een kleine veertig kilometer in de met heide en bos verwende omgeving. Natuurlijk, het was best warm en stoffig. Maar een raketje bij een ijskraam op een kruispunt van bos- en spoorweg en daarvoor een cola op het terras van kasteel Doorwerth maakten het vrijwillig lijden draaglijk. Op vrijdag waren we net voor de ergste hitte weer thuis. Tot zover de vakantieweken. Dat is toch even slikken.

Gisteren een prettig samenzijn met vriend Bas die mij tegen onze ongeschreven gewoonte in zomaar verraste met een presentje. Waarbij het verhaal van hoe hij tot de keuze voor het cadeau kwam minstens een bonus was. Vermakelijkheid is van onschatbare waarde, beste lezer.

Ik kan nog uren doorlullen en in detail treden over alles, maar zeg eerlijk, daarvoor is het nu te warm. Tegelijk vind ik dat erg aanstellerig klinken. Te warm. Te koud. Te nat. Te droog. Er is altijd wel wat. Zoals de boormachine die zelfs nu gewoon in een van de woningen door iemand wordt vastgehouden. Je moet maar volslagen idioot zijn. Stilte is een gebed zonder eind. En vooruit, omdat ik nu eenmaal een onverbeterlijke en zichzelf herhalende optimist ben: wij zijn het virus, de plaag en de hel op aarde.

Toch ben ik ondertussen hemelsblij dat ik niet op elf hoog in een ziekenhuis lig en alleen maar kan afwachten tot ik weer naar huis kan. Alleen al daarom: in mijn handjes knijpend fiets ik een rondje door de wijk, het park door en over de bruggen en scheld intern de hele bliksemse bende verrot.

Zoals ik al zei, de vakantiedagen zijn voorbij.

#waanvandedag #100DaysToOffload

Het is nogal een verschil of je op maandagmiddag in een museum jezelf verwent met een gereserveerde tentoonstelling, of je doet in een apocalyptische omgeving in een armetierig onderkomen onderzoek naar de gevolgen van steeds verder wegterend permafrost. Toch wil ik mij, dus los van alle zwaarden van alle Damoclessen die boven de brakke hoofdjes hangen, nog heel even proberen te richten op wat de dag tot maan maakte.

Daar was ineens de sirene om twaalf uur. Elke maand weer een verrassing. Of, zoals gezegd, het museumbezoek dat behoorlijk inspirerend was. Met gemberthee toe. Daarna de bui die steeds dikkere druppels over ons uitstortte terwijl we naar onze andere escape liepen: Concerto. Tweedehands cd's en dvd's gluren. Nadat we eigenlijk wel uitgekeken waren, toch nog een beetje de boel vertragen omdat we teruglopend naar onze fietsen niet weer een regendans wilden doen. Maar dat was onvermijdelijk. We deelden het regenpak. Zij de bovenkant, ik de onderkant. Ja, en ik mocht het geperforeerde stuk plastic dat we regencape noemen ook over me heen trekken. Na nog geen vijf minuten op de fiets bleek mijn achterband lek. Op zich logisch na de ontelbare kilometers sinds de laatste keer dat dit gebeurde, maar toch precies genoeg voor een hoop gemopper mijnerzijds. Ik lijd het allerbest alleen en niet in stilte. Tenminste, aan de buitenkant sereen as fuck, maar inwendig tierend, dus zij ging op aandringen van mij gewoon door naar huis. De regen was mild, dat dan weer wel. Na vermoedelijk drie kwartier kwam ik, warm van al het plastic, dan ook thuis. Inmiddels wat lichter gestemd. (Pling! Ja, die is licht gestemd.)

Dus zo ging dat vandaag. Geklooi en gereutel. De dag die de maan eert. Vol beschenen door de zon. Mars kan er een puntje aan zuigen. Ook daar smolten ooit de ijskappen, zo blijkt nu. Net als hier. Bosbranden, kaalslag, stijgend water. Methaan, tot leven gewekte bacteriën en virussen. Zij lachen als laatste, vlak voor de sirene gaat. Zul je zien dat het op een maandag is. Hebben wij weer.

Nou, lekker slapen en morgen plakken we er alvast aan vast.

#waanvandedag #permafrost #mars #maan #museum #100DaysToOffload

Op de stoep zit een kat. Staart om de poten, kop in de zon, ogen een beetje toegeknepen. Geen enkele aandacht voor de banaliteiten die passeren. Fietsers, joggers, auto's. Ze kunnen er net zo goed niet zijn. Op nog geen dertig centimeter van de kat scharrelen twee duiven. Ik denk dat ze elkaar al jaren kennen en inmiddels weten de duiven dat de kat een overtuigd pacifist is. Of gewoon eentje die zelf wel uitmaakt of ie jaagt of niet. Misschien hebben de duiven de kat ooit het leven gered toen ie voor dood op straat lag, nog net aangetikt door een voorbijrazende scooter. De duiven sleepten hun besnorde collega naar een beschutte plek en gaven hem eten en drinken. Ze verzorgden de wonden en zo ontstond een levenslange vriendschap.

Ooit had ik vier katten, maar niet tegelijk. Drie was het matje. De kleinste en meest fragiele van het stel was tevens het meest onverschrokken. Ze sprong met schijt aan de zwaartekracht van het balkon naar het dak van de laagbouw eronder. Nietsvermoedende vogels, meestal duiven, hadden dan ineens een bloeddorstig monster in hun nek. Ik ben er vaak met een hoop moeite, vloekend en zuchtend achteraan gegaan om de dieren te verlossen van die vlijmscherpe tanden. Ze spartelde altijd tegen en was overduidelijk not amused wanneer ik haar in haar nekvel pakte. Logisch ook, het toppunt van ondermijning en gezichtsverlies voor haar, maar hè, ik heb liever geen slachtpartij tijdens mijn dienst. Ik dwong haar haar bek te openen door met twee vingers op haar kaken te drukken. Precies zoals ze soms een pilletje moest slikken. Bek openhouden, voorzichtig over haar hals aaien tot ze wel moest slikken. Ook dan konden blikken doden. Wat ik best begrijp. Ze was me er eentje, zo iel als ze was. De andere twee katten zaten erbij en keken ernaar. Om vervolgens een haal op hun neus te krijgen van de kleine opdonder. Vijf minuten later was iedereen alles weer vergeten en sliepen ze met z'n drieën tegen en over elkaar heen, een vertederend hoopje tevredenheid.

Op de stoep lopen de duiven een rondje om de kat. Die kijkt er eens naar, gaapt, rekt zich uit en rolt zich op zijn rug, zon erop en chillen maar.

#katzenjammer #waanvandedag #katten #duiven #stad #100DaysToOffload