ego echo

waanvandedag

De pimpelmezen vallen ineens bij bosjes uit de lucht. Dood. Of ziek en onderweg naar de eeuwige vliegvelden. Volgens de berichten die ik erover heb gelezen, gaat het waarschijnlijk om een longziekte waarvan nog niet bekend is wat het is. Njah, dan is het wachten op de eerste die het roept. Ik wacht nog even. Ook omdat het niet de eerste keer is dat ze in ongebruikelijke hoeveelheden het verendek inruilen voor een ontbindend plaatsje in de zon. Zoals vorig jaar, toen ging het zo goed als zeker om gif dat ze binnenkregen via hun voedsel: insecten. Insecten die op hun beurt ook weer waren vergiftigd. Door mensen. Meen je niet!

Ondertussen fladder ik ook maar een beetje versuft door de dag. Een rondje fietsen of lopen. Een snelle boodschap. Dat kan zowaar bij een half verstopte supermarkt. Het is er zowat altijd stil, dus genoeg ruimte om afstand te houden en enigszins kalm het lijstje netjes af te werken. Vanmiddag vond een oudere dame het nodig om mij te overtuigen van het schoonmaken van het wagentje. 'Het spul staat hier klaar, ja, ik zeg het niet voor mezelf hè, maar voor u, mij maakt het verder niet uit, maar ik zou het wel doen'. Ik lachte vriendelijk (dat doet oprecht zeer in mijn staat van zijn) en murmelde iets van mwoah, krrgzz...ik, pffmwoch... Kijk, het is vast goed bedoeld. Maar voordat ik dat karretje kan schoonmaken, moet ik eerst op mijn beurt wachten op een plek waar iedereen door hetzelfde klapdeurtje de winkel in wil. Sta je daar verkrampt in de weg. Om dan een vage keukenrol en een spuitbus met chemische zooi waar ook iedereen al met z'n virusvingertjes aan heeft gezeten te pakken. Lieverds, ik spreid liever het risico door mijn gewielde hulpje met mijn mouwen en ellebogen te besturen. Gewoon rustig aan, dan is dat prima te doen.

Het is wel een voorbeeld van waar ik voor vrees, nu en in de nabije toekomst. Iedereen die elkaar ongevraagd zogenaamd goedbedoeld adviseert. Maar het is niet goedbedoeld, nee, het is achterdocht, wantrouwen. Ik voel mij direct opvallen met mijn 'niet schoonmaken'. Helemaal niet goed voor mijn paranoia. Of, oké, strikt genomen is het daar juist heel goed voor, maar u weet heus wel wat ik bedoel, nou dan. Dat wordt ook lachen straks als er echt zo'n app komt. Ik zeg u alvast: niet op mijn telefoon. Mooie meevaller is dat die ook te oud is voor een hippe corona-app. En ik overweeg, als prettige verzetsbijkomstigheid, al een tijdje om, als mijn phoney het begeeft, geen smartphone meer te nemen. Gewoon weer eentje met toetsen. Bellen en meer niet. Misschien ga ik ook weer gewoon een typemachine gebruiken en post ik mijn schrijfwaar dagelijks in zo'n ding op straat, kom, ja: een brievenbus. Leuk toch. En ik wil dan ook alvast een clubgebouw kraken. Met een leus en logo erop.

Goed. Waar was ik. O ja. Ik mail, Signal (een feest, want dat kan via de desk- of laptop, dus lekker typen in plaats van tikken op een scherm) en lees van alles. Boeken, tijdschriften, actualiteiten. Op dit moment ben ik in drie boeken tegelijk bezig. Knap hè? Gelukkig niet echt in een keer, hou op zeg. Niet te doen. Sinds een jaar of wat ben ik fan van meervoudig lezen. Dat is fijn, want dan heb ik wat te kiezen. Soms is dat irritant, want dan wil ik alles wèl tegelijk lezen. Maar dat kan dus niet. Geduld is een vervuilende zaak. Natuurlijk word er ook muziek gemaakt en geluisterd. Af en toe een tekening, hoewel, vooral het idee voor een nieuwe collage drentelt steeds door mijn uithuilhoekje. Toch eens iets mee doen.

En er is iets geinigs bedacht door de beheerders van dit fijne platform (Write.as). Een mogelijkheid om (een selectie van) artikelen te downloaden als e-book. Dat lijkt mij wel wat. Binnenkort eens mee knoeien, dan hoor je vanzelf wanneer ik blij in mijn handjes klap.

Voor nu gaat dit snaveltje toe. Bij wijze van groet aan de gevleugelde vrienden.

#pimpelmees #blog #waanvandedag #ebook #boek #lezen #muziek #virus #signal

Ik was ineens enorm geïnspireerd. Waardoor wist ik niet, maar het stroomde, bruiste, vloeide. De energie was niet te stoppen. Gelukkig niet, zeg. Er moest worden gecreëerd!

Ik wilde bouwen. Zagen, hakken, lijmen, spijkeren, schroeven, schaven en schuren. Ik hunkerde naar de geur van vers schaafsel, rondvliegende snippers en splinters in mijn grove werkklauwen. Niks handschoenen, niks veiligheidsbril, niks bescherming; met m'n blote poten, zwetende kop en rochelende hoest zou ik klussen klaren waar je U tegen zegt. Ja, met een hoofdletter, godeliekesverdomme!

Het enige wat ik zo snel mogelijk nodig had was materiaal. Bomen, takken, onbewerkt of toch bewerkt, vervuild, schoon. Het maakte niet uit, ik zou tenslotte alles naar mijn hand zetten. Scheppen, maken, produceren, whatever. Noem het maar wat. Op zoek dus, op zoek naar dat spul en vlug een beetje. Maar waar...? Wacht!

Ja, ik had bij de ingang van het park hier verderop een geel opvallend bord gezien, een aanwijzing. Het moest daar voor het oprapen liggen, kon niet anders. Daar moest ik heen, kom mee!

Ha! Kijk, zie je wel, ik wist het! Het stond er duidelijk: “hout 1,5 meter afstand”.

#waanvandedag #anderhalvemetersamenleving #virus #dhz #diy

Nou, ik wist het tot voor kort dus ook niet hoor, maar sinds 1996 organiseert de Amerikaanse Poëzie Academie (Academy of American Poets) de Nationale Poëziemaand en april is de gelukkige. Oh, en ik ook, want ik heb mijn tekst van het nummer Flatlines (jawel, van die topband MANKES) ingestuurd. Die is nu door de ballotage en as we speak wereldberoemd. Nou ja, een flintertje faam dan. Oké, het zal uiteindelijk niet meer zijn dan een onzichtbaar virusdeeltje beroemdheid, maar hè, het is mij daar met alles wat ik doe nooit om te doen. U weet dat en ik weet dat, dus laten we daar dan ook even geen onnodige woorden aan vuilmaken. Nee, precies. Doen we niet.

Alle corona op een stokje, ik vind het leuk. En eervol. En plezierig. En waardevol, dat vooral. Meer heb je niet nodig in dit belachelijke bestaan. Wil je de tekst lezen? Prima toch. Dat kan hier. En wil je het nummer horen dat erbij hoort? Ook geen probleem. Hier moet je zijn.

Alsof deze dag nog niet hoera genoeg is: we kregen via de post een heel lief pakketje van een schat van een vriendin. Twee kleine plantjes met daarbij twee metalen gekrulde stokjes en evenveel blokjes hout. Daar steek je zo'n stokje in en dan hang je daar een plantje in, keer twee dus. (U weet, ik ben redelijk allergisch voor verkleinwoorden, maar nu ontkom ik er niet aan. De inhoud van het pakket is nu eenmaal echt klein.) En er zat ook een warmhartige kaart bij. Is het dan genoeg? Nee, want onze nieuwe groene vriendjes leven van licht, lucht en af en toe een hoestbuitje water. Perfect. De levensvatbaarheid is alleszins redelijk te noemen, zelfs hier in ons schimmelhuis twee hoog noord.

Om even bij dit beeld te blijven: ik ga nu weer fijn terug mijn grot in. Voor je het weet heb je een overdosis daglicht te pakken met alle fotosynthetische gevolgen van dien; schiet ik hier wortel met een zuurstoftank, hallo.

#NationalPoetryMonth #fotosynthese #poetry #tekst #waanvandedag #muziek #mankes #song #virus

Vandaag was er eens niets aan de hand. Gewoon wat gekeuvel en getreuzel, zoals elk normaal functionerend persoon dat wel eens heeft. Het was dus ee...hee! Goed, tot zover de inleiding van de vrouw des huizes die mijn laptop in een ongezien ogenblik kaapte.

De orde van de dag (niet te verwarren met die van de Feniks, Harry Potter-nerds!). Een baggernacht, de ochtend die maar bleef krieken en het gepruttel van een dag met videobelhuiswerk, een huisartsbezoekje (je moet die mensen toch een beetje bezighouden, anders zitten ze maar voor niets met hun beschermende outfit de hele dag voor zich uit te staren) een boek, boodschappen en ondertussen niet meer weten welke dag het is.

Wat ik wel weet: de drukte die er wordt gemaakt rondom een virus terwijl er heus ergere dingetjes aan zitten te komen. Wat te denken van de volgende sprinkhanenplaag in Afrika (hoewel die krekelgastjes zomaar mondiaal geïnspireerd kunnen raken) met zwermen zo groot als Flevoland(?!), de stevige stormen die ook gezellig wat doden meepikken en bosbranden rond Tsjernobyl. Opgefokte mannen die hun vrouw mishandelen uit dronken verveling, oorlogsvluchtelingen creperen nog altijd zonder grenzen en ouderen zitten eenzaam en alleen met hun herinneringen achter vettig glas. Het is slechts een willekeurige greep en ik zal het niet te bont maken (wat, kan het erger dan?). Toch blijft het opvallend hoeveel er gebeurt waar de schouders bij worden opgehaald (gratis!). Omgeven door lijden wordt het leed misschien onzichtbaar, onvoelbaar. En dan te bedenken dat we het zelf direct en/of indirect veroorzaken.

Nou, prima dingetje om de dinsdagavond (het is dinsdag, ineens weet ik het weer, hoezee!) mee door te drentelen. Ga in vrede en voeg de daad bij het woord. Misschien laat ik volgende keer mijn levensgezel nog wat langer aanmodderen alhier, maar reken er vooral niet op. Van beloftes krijg je alleen maar schuldgevoel.

#waanvandedag #virus #sprinkhanen #huisarts

De dag laveert tussen druppels van 10 graden en de stelling van Pythagoras. Een wandeling door het overbevolkte park waar afstand er regelmatig met afstand niet toedoet. Watervogels dobberen rustig en met jaloersmakende ruimte op het kille water, reigers landen schreeuwend in een vloeiende vlucht hoog in de bomen. Ze overzien het geheel van mierenmensen. Een vuurrode tor, een regenworm, plastic handschoenen, mondkapjes en papieren zakdoeken vinden hun weg als zwervend vuil. Het straatbeeld, net als het stadspark, verandert en wordt er niet mooier (schoner met gevoel voor Zuiderburen) op.

In het verzorgingshuis kijken de bewoners verdwaasd door het raam naar buiten. Ze zitten middenin een verbouwing die ongetwijfeld voor net zoveel onrust zorgt als volledig langs ze heen gaat. Wapperende netten, omgevallen hekken en gescheurde zakken zand. De bouw gaat door, de afbraak is als op het allesomvattende niets wachtende mensen in een gebarsten vissenkom. Ondertussen raast het leven zoals wij dat kennen voorbij.

Thuis pruttelt de middagkoffie, een nieuw ritueel bij gebrek aan werkplektaferelen. De kunst gaat door, de ideeën komen en verdwijnen als bij toverslag, al blijven er genoeg hangen in de duistere hersenholtes. Ze zullen wortel schieten, ontkiemen, groeien, bloeien en ook weer vergaan. Wij zijn tenslotte niet voor niets onze eigen goden.

#waanvandedag #wandeling #virus #stad #kunst #mens #dier #park

Langs het kanaal, vlakbij de sluizen, kon je prima zijn. Alsof er heel even niemand anders was, behalve jij en ik, het water en de bomen. Zelfs dat er direct achter die bomen een hijskraan onder een hoek van negentig graden geduldig wachtte tot alle eieren waren gevonden en het ding dinsdag weer gewoon verder kon met het afbouwen van het zoveelste nieuwbouwproject waar je kon wonen voor veel te veel geld, zelfs dat deed ertoe. Het volmaakte urbane stilleven.

We keken uit over het vuile water, zagen allerlei troep drijven, zwerfvuil, takken en een eend. Vooruit, de eend was de vlag op deze modderschuit. Het dier kon zomaar tientallen seconden lang onder water zijn en ik maakte me keer op keer zorgen: dat kon nooit, zo lang onder water, hij zal wel verdronken zijn, verstrikt in een wirwar van afval, netten, plastic en glas. Maar nee, steeds dook de gesnavelde vriend onverschillig weer op.

Na een tijdje liepen we weer terug naar huis. Eerst nog over een pad van afgeschoren riet tussen twee ondiepe slootjes door dat vol stond met dril en allerlei ondefinieerbare smurrie. Ontelbare zwermen muggen heetten ons hongerig welkom. We probeerden onaantastbaar over te komen, maar na een minuutje om ons heen wapperen keerden we maar weer terug naar het verharde pad. Dan toch maar in een gênante optocht van teveel medesteders naar huis. Onderweg zagen we nog een moedereend met kleintjes die tevergeefs een Instagrammende droeftoeter mopperend op afstand probeerde te houden. Geen idylle is veilig voor de schijnwereld van de hashtaggende mens.

#wandeling #waanvandedag #pasen #stad #amsterdam #urban

Letters hebben geen hoofd. Toch beginnen we er iedere zin mee. Onder andere. En ben je Duits, dan krijg je zere vingers van de Shift+letter-combinatie.

Ah, wordt het zo'n stukje? Want dan stop ik ermee, ik heb wel wat beters te doen. O ja? Wat dan, wat dan? Nou, dingen. Betere dingen. Ja joh, 'tuurlijk. Maak dat de katten wijs die vannacht de boel bij elkaar liepen te schreeuwen. Het is de tijd van het jaar. De beuk erin en dan maar weer zien waar die voortplanting goed voor is. Áls het al ergens goed voor is. Het korte antwoord: nergens voor. Dan weet u dat ook weer.

We zaten vanmiddag in de binnentuin. Het is wel buiten, maar toch een binnentuin. Daar kun je alleen komen als je bewoner bent van de honderdtachtigduizend woningen die uitkijken op de tuin. Vanuit dat perspectief was het lekker rustig. Veel vogels, bankjes en de zon met haar aprilwarmte. We zaten daar een voetbalhelft. Praten, lezen, mijmeren. Het ultieme rondzweven in wat we bestaan noemen. Vrouwlief heeft de binnenstebuitentuin al eerder ontdekt, maar we kwamen er uiteindelijk nooit. Nou, bijna nooit. Omdat het toch niet helemaal vrij voelt, zo met al die vensters met daarachter al die mensen die jou zien met al je schroom en banaliteit. Toch, in de huidige periode lijkt het een uitstekend toevluchtsoord. Heel even het huis uit, de trappen af, keldergang door en zo een heel klein beetje gecultiveerd groen in. Als er verder niemand is, dan is het er prima toeven. En laat er bijna nooit iemand zijn. Ja, tuinmannen een keer of twee, drie per maand. Geen idee wat ze er doen, maar het zal vast heel erg nodig zijn. Insecten, vogels, struiken en bomen: ze zien het meewarig aan, dat geploeter en gezwoeg.

Inmiddels is de middag alweer ver heen. De muziek staat net hard genoeg om het gegil van de kinderen buiten te overstemmen. Leuk hoor, dat spelen van ze, maar vermoeiend om dat de hele dag aan te moeten horen tussen het gezaag, gedrilboor, getimmer en aggregaatgebrom door. Daar kunnen die kinderen verder niets aan doen. Maar in het kader van vooruitregeren heb ik bij alle adressen een brief in de bus gedaan, gericht aan de ouders. Of ze nu eindelijk eens stoppen met kinderen in elkaar zetten. Voor je het weet willen die dat straks namelijk zelf ook doen en ik vermoed dat het zinkend schip het uiteindelijk (beter gezegd: al een tijdje) niet meer aan kan. Al kan ik ernaast zitten. Ja, naast het schip. Lekker fris zo met dat opspattend water terwijl de avond zacht valt, de ondergang tegemoet.

#waanvandedag #tuin #mens #stad #kinderen #virus

De schaduwen van vogels trekken door het huis. Was het maar tocht, dan friste de boel een beetje op. Maar tochten kan dit huis niet. Behalve wanneer de deur naar het gedeelde gangetje openstaat en de buren ook hun deur open zetten. Plus de voorwaarde dat ook zij hun balkondeur open hebben staan. Deuren, vier op z'n minst. Buren, minimaal één.

Alleen vroeg in de ochtend vangt het balkon een streep zon. Vangen is een woord van actie. Het balkon ondergaat het, dus heel actief is het niet. Je moet ook niet willen dat het balkon in actie komt. Dat geeft erg veel stof en lawaai, een hoop gedoe. Gedoe hebben ze hier al genoeg in de straat; de klankkast in het oosten van de stad. Kinderen, bouwvakkers, tuinmannen, thuiswerkers die vergaderen met de ramen en deuren open. Toch weer die deuren.

Een kat, een schildpad en een egel kijken vanaf hun plank in de open kast de kamer in. Vol verwachting. Alsof die man achter zijn opengeklapte schermpje ook maar enige macht heeft om iets te doen aan alle ellende. Maar dat heeft ie niet. Hij is ook maar een toeschouwer. Hij kijkt terug naar ze, legt ze in zijn hoofd het zwijgen op.

Hij staat op van zijn houten stoel, loopt met zijn glas heet water met daarin een schijfje gember het balkon op, kijkt naar rechts de straat uit. Hoewel, dat is een suggestie. Zijn blik wordt halverwege geblokkeerd door een muur. Ongeveer dezelfde muur links, maar dan een paar meter verder weg. Het zal waarschijnlijk ook wel zo'n soort muur zijn waar zijn gedachten op stukslaan. Scherven geluk voor wie het zien wil.

#proza #waanvandedag

Vandaag nog maar eens een rondje, tegendraads deze keer, door de weilanden gefietst. Samen met de deerne des huizes. Dat was fijn. Afsluitend nog even solo de supermarkt in. Dat vind ik toch behoorlijk hels allemaal, dus blij als een verloren ziel wanneer ik met mijn bootje de Hades naar het rijk van Thuis ben overgestoken, waarvan akte.

Gisterenmiddag besloot ik na de arbeidsouverture nog even een klein stukje om te fietsen. Dan ga je bij de verkeerslichten op de Molukkenstraat nog een stuk rechtdoor over een weg met alleen bestemmingsverkeer, dan links over de smalle dijk met wederom alleen bestemmingsverkeer en dan langs het Flevopark de wijk in. Opvallend veel verkeer met een bestemming trouwens. Ergerlijk veel zelfs, maar vooruit, laat ik het blijblij houden. Soort van. (Spoiler: gaat niet lukken.)

Mijn humeur kreeg namelijk toch een tikkie toen ik, inwendig vloekend om veel te veel volk op de been (dit is geen frisse neus halen, dit is met de hele wielrenvereniging en jogclub zo hard mogelijk je zin door drammen: ik wil nù een persoonlijk record!), ruim uitweek om iemand rustig in te halen. Zonnetje, briesje, zondag. Chill, weet je. Maar nee, dat werd niet gewaardeerd door een wielrenmalloot. Ping! met het belletje. Nog een PING! met hetzelfde kutbelletje. Maar ja, ik was bezig met inhalen. Rekening houdend met degene die ik passeerde en het tegemoetzombieënde renvolk. U snapt, ik probeerde slechts mijn vege lijfje op afstand van alles en iedereen te houden. Dus ik deed mijn armen maar wijd, negentig graden ten opzichte van mijn schriele romp. De beloning volgde direct. Vanachter mij kreeg ik de liefkozing “ja godverdomme lul!”. Oké, dan ben ik de vervelendste niet en schreeuwde de nu voorbijtierende idioterette wat na met daarbij de tip dat je ook af kunt remmen, maar tevens mijn begrip tonend dat dàt wellicht te ingewikkeld was voor een amoebe op wielen.

Tot zover de rechtdoorweg. Ik sloeg linksaf. Midden op de weg een hoop mensen erg dicht bij elkaar. En iemand daartussen in stabiele zijligging kreunend. Hier en daar wat bloed. Het was een wielrenmens. Die zou vandaag geen record fietsen, dat leek mij onmogelijk in die toestand. Ik oefende fronsend geduld, wachtte af tot iemand de intelligente lockdown tot zich door liet dringen, zodat ik mij van deze ramptoeristen kon distantiëren.

Daarna kwam weer een linksaf: de weg langs het park. Dan moet je eerst een heuveltje af. Tegemoetkomers moeten dus het heuveltje op. Dat kan best irritant zijn, maar als je die heuvel opdendert met je kutfiets (alweer kut, maar ook een keer lul, weet u nog?) met duizend versnellingen en je Action-proof fluoriserende fietspakje en als vanzelfsprekend met alle stronteigenwijsheid ook nog even om een ouder stel heen wilt sjezen en je komt mij dan tegen waarbij je mij zo'n beetje alle lebensraum ontneemt, dan doe ik niet lullig (2-2 geslachtsdelentussen- en hopelijk tevens eindstand) en steek ik overdreven stevig mijn armpje uit. De vuist die ik daarbij met liefde maak, dreunt dan gezellig ergens in je dikke vette hals. I don't fucking care, ook ik heb recht op mijn persoonlijke coronavrije ruimte. Ik verwachtte eerlijk gezegd een gevolg, maar nee. Ik denk dat de boodschap duidelijk was.

Gelukkig was er volgens de vele nieuwsberichten gisteren niets aan het handje. Iedereen was braaf met heel veel respect en hartjes onder de riem, Bob Marley verneukend, de barbecue aan (steek de fik maar in die gemartelde dieren) en balkonbingo voor het kwijlend gepeupel.

Mooi hoor, al die saamhorigheid. Toch geloof ik er allemaal niets van. Na ons gewoon nog altijd de zondvloed. Als klap op het zo fijne nationalistische gevoel en in het kader van drogredenen als artiestensteun: draai vooral muziek van Nederlandsche bodem op de radio. Ja, moet je doen. Dan sponsor je vooral volgevreten mediagiganten die niets anders produceren en weer reproduceren dan eenheidsworst en aanverwante prut. Die merken helemaal niets van een banksaldo dat langzaam in een echoput verandert en huilen alleen om het einde van DWDD; hun onnozel dankbaar afvoerputje van wat we in een waan van hersensmelting cultuur noemen (op veel nettere en slimmere wijze verwoord door Micha Wertheim).

Zo, dus dat. Toch was het best een prima dagje vandaag tot zover. Met als hoogtepunt samen op een bankje bij Zuiderwoude, uitkijkend over het water en eenden die ons gezelschap wel konden waarderen en toch op gepaste afstand bleven.

#decorrespondent #dwdd #waanvandedag #afstand #amsterdam #lockdown #virus #wijzijnhetvirus #gedrag #fiets

Van zowat stilstaan naar volop in beweging. Het zijn van die weken dat je dagenlang achter elkaar maar wat rondlummelt, thuiswerkt en een rondje loopt of fietst. Boodschap hier, afstand daar. En dan ineens kom je tijd te kort. Zoals vandaag. Zo'n beetje de hele stad door gesjeesd om boeken aan huis te bezorgen. Morgen wederom in de pedalen. Het is dankbaar werk met blije klanten achter schuilende deuren en je leert straten, wijken en oud- en nieuwbouw kennen die je normaal met hetzelfde gemak links (of rechts) laat liggen. Zondag sluit ik het werk buitenshuis af met een paar uurtjes in de gesloten winkel om alles weer een beetje fris te doen blinken. Je moet het toch bijhouden, weet je.

Daarom, ik houd het ultrakort vandaag. Deze fietsbode duikt gezellig zijn pluizige mandje in.

#waanvandedag #werk #boekhandel #bezorgen #pakket