Over ongeveer anderhalve maand woon ik hier onofficieel zes jaar. Tel er nog twee maanden bij op en dan is het officieel, maar toch, wonen is wonen.
In al die jaren zijn er ook twee duiven die hier voet aan de grond proberen te krijgen. Tenminste, voet aan de cv-afzuigbuis die bovenlangs het balkon loopt. De ruimte tussen de buis en de onderkant van het balkon van de bovenburen is blijkbaar precies goed voor die grijsgevleugelde vrienden. Lekker uit de wind en warm. Want de buis is warm vanwege de cv (wist ik veel). En de buis lekt. Maar daar hebben die beestjes maling aan. Dat ons balkon op het kille noorden ligt maakt deze twee niets uit. Ze zitten er prima.
Nou, zitten. Ik schrijf het in de tegenwoordige tijd, maar dat klopt niet. Ze zaten er prima. Totdat ik na lang verzinnen, wikken en wegen een typisch-ik oplossing bedacht.
Weet je, die duiven zijn best gezellig. Maar hun attitude van letterlijk overal schijt aan hebben, is een heel stuk minder aangenaam. Dat laat de boel gewoon maar lopen terwijl ze ons, tobbend rondjes drentelend in de keuken en uitkijkend op dat eigenwijze schorriemorrie, nauwlettend roekend in de smiezen hadden. Koppies schuin en kakken maar. Wij konden niet veel anders dan ze af en toe wegjagen door de deur zo dreigend mogelijk open te doen en kssst te roepen (strikt genomen is dat natuurlijk helemaal geen roepen, maar u snapt).
Om duiven echt, dus blijvend, je balkon af te krijgen wanneer ze er eenmaal hun thuishaven van hebben gemaakt, zul je heel consequent kssst moeten roepen. Op z'n minst. Ja, of een net spannen, ijzerdraad met een bepaald voltage monteren of een kat nemen die dan door een luikje sluipend orde op zaken kan stellen. En dat waren nu precies niet de opties wat ons betreft. Ze moesten verkassen, maar wel zo vriendelijk mogelijk.
Daarom besloot ik tot het praktiseren van mijn oplossing. Inderdaad, ben ik helemaal met u eens, het ziet er niet uit maar werkt wel.
Omdat ik nu eenmaal heel goed ben in het visualiseren van allerlei manieren om iets voor elkaar te krijgen, maar tegelijk enorm slecht ben in het uitvoeren van die extreem briljante plannen, moet ik vooral iets bedenken wat voor mijn linkerklauwtjes en tere lijfje uitvoerbaar is.
Dus sinds ongeveer een jaar of drie zitten er twee van die groene kniematten, of weet ik veel hoe je ze noemt, van die dingen waar je op kunt knielen als je in je tuintje bezig bent, tussen de buis en het balkon erboven. Precies stevig genoeg, dankzij de buigzaamheid van het materiaal, om de buis niet uit z'n voegen te laten barsten en tevens strak genoeg om de duiven de rubbermatjes er niet uit te kunnen laten tikken. Reken maar dat ze dat aanvankelijk hebben geprobeerd. Dan zaten ze daar op de rand van het balkon te kijken en in te schatten hoe ze die dingen ertussenuit konden krijgen. Driftig fladderen, er tegenaan vliegen, gewoon maar heel hard koeren. Niets lukte.
Ik blij, wij blij. Alleen de duiven niet. En eigenlijk vind ik dat heel vervelend voor ze. Echt. Ik heb heus wel gevoel voor die zieltogende rakkers hoor.
En ieder jaar proberen ze het weer een paar keer, wees gerust. Komen ze het balkon op of zitten ze op de rand, turen, loeren en commentaar leveren, uitdagend doen. Tot nu toe zonder succes. Als ze nou eens zouden leren dat je altijd over rand kakt of desnoods bij de buren, dan zou het allemaal geen probleem zijn. Meer dan welkom, gezellig: huisdieren zonder er verantwoordelijk voor te zijn. Fantastisch.
Dus nou ja, nu overwegen we dus een varkentje in huis te nemen. Zindelijk maken, bak modder op het balkon en klaar ben je. En zeg eerlijk, die snuit van zo'n diertje – een extra stopcontact is nooit weg. Roekoe!
#waanvandedag #duiven #wonen #huis #stad